Bijzondere Vrijwillige Landstorm voor orde en veiligheid in Ommen OMMEN Na het beëindigen van de eerste wereldoorlog (1914-1918) bleek dat Nederland weinig geoefende militairen had voor de verdediging van het eigen vaderland. Ook het handhaven van de plaatselijke orde kon de nodige versterking gebruiken. Uit nood geboren werd daarom in 1918 een vrijwilligersleger opgericht onder de naam Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm, kortweg BVL. Dit leger van burgers kan gezien worden als de voorganger van de huidige Nationale Reserve. Ook Ommen had een afdeling van de BVL. Ommen was een van de totaal 1157 Landstormafdelingen die Nederland kende, met op het hoogtepunt totaal 58.000 vrijwilligers die zich beschikbaar stelden om het vaderland en het koningshuis te beschermen tegen mogelijke revolutionaire groeperingen. Aansluiten bij de BVL werd gezien als een echte nationale daad. Orde en gezag, vrijheid en vrede, daar ging het om. Echter, met het binnenvallen van de Duitse bezetter, begin 1940, werd de BVL verboden en opgeheven. Vaandel Elke afdeling had een eigen vaandel. Het vaandel van de Ommer afdeling prijkt tegenwoordig aan de muur van het Ommer Streekmuseum en vormt een voorbeeld van een vrij onbekend stukje geschiedenis over de BVL. Na de oprichting wordt in Ommen eerst nog geoefend onder de naam de Ommer Burgerwacht en een vereniging met als voorzitter de schoolmeester E.H. Timmerman. Er worden exercities en schietoefeningen gehouden op een bestaande (militaire) schietbaan in de buurtschap Giethmen, waar zandwanden van de Lemelerberg fungeren als kogelvangers. Het gemeentebestuur van Ommen steunt het vrijwilligersleger en voorziet ze van (schiet)materiaal. Het Ommer leger draagt bij oefeningen hun eigen dagelijkse plunje. Uniformen zijn slechts besteed aan vrijwilligers van grotere afdelingen. Op 6 oktober 1919 worden via de gemeente nog eens weer twee invetstokken aangeschaft. Bovendien wordt geld uitgetrokken voor de aankoop van honderd loopborstels, drie liter wapenolie en vijf kilogram geweervet. Het daadwerkelijk inzetten van de vrijwilligers voor hun eigenlijke taak was (gelukkig) niet groot. Het ging er ook meer om dat er een leger was in geval van nood. Tot aan de Tweede Wereldoorlog werden de normale activiteiten ontplooid: schietwedstrijden in de zomer en huishoudelijke vergaderingen in de winter. Militaire oefeningen (behalve schietwedstrijden) werden door de BVL niet gehouden. De vrijwilligers gingen met schietwedstrijden op een zaterdagmiddag op de fiets naar Giethmen. Wie goed kon schieten kreeg na een poosje het Brevet Scherpschutter. Jaarlijks werd in het land een Nationalen Landstormdag gehouden met alle regionale afdelingen. Dit om de onderlinge band te versterken, maar ook een dag vol met defilé, demonstraties, zang en toespraken door adellijke personen en andere hoogwaardigheidsbekleders. Op 9 mei 1925 was het de beurt aan Ommen voor het organiseren van een Landdag. Minister van Staat, Mr. Ruys de Beerenbrouck was onder andere te gast in Ommen en onderstreepte in zijn toespraak het belang van een BVL.
Het vaandel van de Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm Ommen aanwezig in Streekmuseum Ommen. De museummedewerkers Jan van der Bent, Henk Wittenberg en Harry Woertink inspecteren het vaandel. De landstorm was een leger van bewapende burgers dat opgericht werd ter ondersteuning van het reguliere leger. Streekmuseummedewerkers Jan van der Bent (links) en Henk Wittenberg (rechts) poseren met het vaandel.
Het bijna honderd jaar oude vaandel heeft historische waarde. De Bijzondere Vrijwillige Landstorm (BVL) was een vrijwilligersleger vanaf 1918 tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. In opdracht van de Duitse bezetting werd de BVL opgeheven. De BVL was de voorganger van de Nationale Reserve. De burgerwacht Ommen in 1920 oefenende bij de Lemelerberg bij een aarden kogelvanger. Van links naar rechts staande: E. Ekkel (commandant), E.H. Timmerman (voorzitter), H. Schuurman, H. Munneke, W. de Jong en G. van Elburg. Knielende: F. Fennema, P. Couvret, J. Moddejonge, S. van der Linde, B. Jansen en P. Timmerman.
De Bijzondere Vrijwillige Landstorm Ommen in 1930. Van links naar rechts staande: H. Lokin, G.J. Bauwer, B. Willemsen, H. Geerts, G.J. Marsman, A. de Lange en G. Stegeman. Zittende: H. Timmerman, J.W. Nijhuis, G. Wind, G. Steen, H. ten Tooren, J.N. Coenraadts, D.J. Horsman, H. Timmerman. G.J. Grootens. Knielende: G. Kampman en H. Uulders. Op 9 mei 1925 werd in Ommen een Landdag gehouden van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm. De aanwezigen worden toegesproken door minister Jhr. Mr. C.J.M. Ruys de Beerenbrouck
Gedenkboek ter gelegenheid van de viering van het 10-jarig bestaan van de BVL op 27 september 1928