J.G.M. Classens Moostdijk 4 5813 AV YSSELSTEYN-VENRAY Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl Bank ING 67.45.60.043 Postbank 1070176 Onderwerp Vergunning Natuurbeschermingswet 1998, Deurnese Peel en Mariapeel. Geachte heer Van Classens, Bij brief van 28 oktober 2005 verzocht u aan Gedeputeerde Staten van Limburg, door tussenkomst van Bouwkundig adviesburo Michels, een vergunning ex artikel 16/19d van de Natuurbeschermingswet 1998 in verband met een verandering van de inrichting van een vleesvarkens- en rundveehouderij op het adres Moostdijk 4, 5813 AV Ysselsteyn LB. De wijziging zal bestaan uit het slopen en nieuwbouw van diverse stallen. Omdat het Natura 2000 gebied Deurnese Peel & Mariapeel voor het grootste deel in de provincie Noord-Brabant is gelegen, zijn Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bevoegd om op uw aanvraag te beslissen. Datum 6 februari 2007 Ons kenmerk 1230133/1260045 Uw kenmerk - Contactpersoon H.T. Kars Directie Ecologie Telefoon (073) 680 81 36 Fax (073) 681 26 76 Bijlage(n) - E-mail Groenewetten@brabant.nl De vergunningaanvraag is op 3 oktober 2006 door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant ontvangen. Bij brief van 26 oktober 2006 daaraan volgend hebben wij de ontvangst van uw verzoek bevestigd. Ter voldoening van het bepaalde in de Natuurbeschermingswet 1998 hebben wij advies gevraagd aan het College van Burgemeester en Wethouders van Venray en aan Gedeputeerde Staten van Limburg. Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht hebben wij belanghebbenden (Werkgroep Behoud de Peel en Staatsbosbeheer) in de gelegenheid gesteld hun zienswijze inzake uw aanvraag naar voren te brengen. Het provinciehuis is vanaf het centraal station bereikbaar met stadsbus, lijn 61 en 64, halte Provinciehuis of met de treintaxi.
De aanvraag Er wordt een vergunning op basis van artikel 16/19d van de Natuurbeschermingswet 1998 gevraagd voor een bedrijfswijziging, waarbij de huisvesting en de aantallen gehouden dieren gewijzigd zullen worden. Ten behoeve van de uitbreiding zullen de gebouwen voor huisvesting aangepast c.q. gesloopt en herbouwd worden. Ten behoeve van deze activiteiten is op 12 april 2005 een nieuwe, de gehele inrichting omvattende vergunning, volgens artikel 8.4 van de Wet milieubeheer afgegeven door Burgemeester en Wethouders van Venray. De adviezen Burgemeester en wethouders van Venray hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het inbrengen van een zienswijze. Werkgroep Behoud De Peel heeft op 4 december 2006 haar zienswijze ingebracht. In haar advies geeft zij het volgende aan. De depositie-toename t.o.v. de situatie t.t.v. de aanwijzing wordt gecompenseerd d.m.v. saldering. Hiertoe is reeds een Wm-vergunning gedeeltelijk ingetrokken voor 8,3 kg aan Hogebrug 5 in Deurne. Voor zover wij weten (dit blijkt niet uit de aanvraag) wordt er op Hogebrug 5 nog een vergunning ingetrokken voor 76,8 kg/j. Op deze intrekking is nog geen definitief besluit genomen. Indien de door ons hierboven genoemde gegevens juist zijn kan wat ons betreft de gevraagde vergunnign worden verleend, nadat de genoemde intrekking ter waarde van 76,8 kg/j onherroepelijk is. Staatsbosbeheer heeft bij schrijven van 13 november 2006 aangegeven af te zien van het indienen van een zienswijze. Wettelijk kader Natuurbeschermingswet 1998 Artikel 10, eerste lid, bepaalt dat Onze Minister bij besluit een natuurmonument kan aanwijzen als beschermd natuurmonument. Op grond van artikel 16, eerste lid, is het verboden zonder vergunning in een beschermd natuurmonument handelingen te verrichten, te doen verrichten of te gedogen, die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, voor de natuurwetenschappelijke betekenis van het beschermd natuurmonument of voor dieren of planten in het beschermd natuurmonument, of die het beschermd natuurmonument ontsieren, dan wel in strijd met de bij een vergunning gestelde voorschriften of beperkingen handelingen te verrichten, te doen verrichten of te gedogen. 2/9
Het in het eerste lid van artikel 16 bedoelde verbod is tevens van toepassing op handelingen als bedoeld in dat lid, die buiten het beschermd natuurmonument kunnen worden verricht en die zijn vermeld in het besluit tot aanwijzing als beschermd natuurmonument, bedoeld in artikel 10, of een besluit tot voorlopige aanwijzing, bedoeld in artikel 12. Bij de vermelding van handelingen kunnen beperkingen worden gesteld en uitzonderingen worden opgenomen met betrekking tot het tijdvak waarin, de omstandigheden waaronder, de doeleinden waarvoor en met betrekking tot de personen door wie zij worden verricht. Feiten en omstandigheden Stikstofdepositie Het grootste gedeelte van de Nederlandse natuurgebieden heeft te lijden onder verzuring, vermesting en verdroging. Hierdoor gaan kwetsbare en vaak bijzondere planten- en diersoorten achteruit en maken plaats voor meer algemene soorten. Een teveel aan stikstof, in de vorm van stikstofoxiden en ammoniak, is hier voor een groot deel debet aan. Stikstof is een essentieel element voor al het leven op aarde en zeer bepalend voor de vitaliteit van onder andere de planten. Een teveel en een tekort aan stikstof (N) verstoort echter de balans en heeft nadelige gevolgen voor de natuur. Door het teveel aan stikstof krijgen planten, die daar goed tegen kunnen en/of stikstofminnend zijn, de overhand. Meer zeldzame en kwetsbare plantengemeenschappen worden door deze algemeen snelgroeiende soorten verdrongen. Dit heeft weer effecten op de kwetsbare fauna die afhankelijk is van de getroffen plantengemeenschappen. Ammoniak heeft een eutrofiërende werking, en heeft daarmee een negatief effect op de vegetatietypen van het natuurmonument. Aanwijzing i.k.v. de Natuurbeschermingswet Het gebied Mariapeel is in1976 aangewezen als beschermd natuurmonument. De Deurnse Peel is in 1981, voor het deel dat in het bezit is van de Staat, aangewezen als staatsnatuurmonument. In1980 is het overige deel aangewezen als beschermd natuurmonument. De wezenlijke kenmerken van de gebieden zijn in de aanwijzingsbeschikkingen beschreven. De wezenlijke kenmerken van de Deurnse Peel zijn onder andere dat: Het gebied bestaat uit een complex van fragmenten van levend hoogveen, beginstadia van regenererend hoogveen en heide op rustend hoogveen en minerale gronden. 3/9
Het natuurmonument een samenhangend geheel vormt met de Mariapeel en in nauwe relatie staat met het natuurreservaat De Ospelse Peel. Het natuurmonument van grote betekenis is als vertegenwoordiger van het hoogveenlandschap door zijn uitgestrektheid en zijn nog grotendeels voedselarme karakter. Het natuurmonument in faunistisch opzicht van grote betekenis is. Genoemde vegetatietypen zijn gebonden aan zeer natte en zeer voedselarme milieuomstandigheden. Ammoniak heeft een eutrofiërende werking en heeft daarmee een negatief effect op de, aan zeer voedselarme omstandigheden gebonden vegetatietypen van het natuurmonument. De schadelijkheidgrens (waar de ontwikkeling van hoogveen negatief wordt beïnvloed) ligt tussen de 250 en 500 ammoniakmol per hectare per jaar. De achtergronddepositie in het Peelgebied ligt ver boven deze schadelijkheidgrens. Het effect van de depositie van het bedrijf aan de Moostdijk 4 te Ysselsteyn op het natuurmonument draagt bij aan het cumulatieve (reeds bestaande schadelijke) effect. Vogelrichtlijn Het gebied Deurnse Peel is aangewezen als speciale beschermingszone krachtens de richtlijn inzake behoud van de vogelstand (79/409/EEG), bij besluit van 12 mei 1992, kenmerk No. J.927234. Zoals hiervoor bij het wettelijk kader is aangegeven, is deze aanwijzing een besluit overeenkomstig artikel 10a van de wet. Voor zover het beschermd natuurmonument deel uitmaakt van dit gebied, vervalt het beschermd natuurmonument. De doelstellingen ten aanzien van het behoud, herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied zoals bepaald in het vervallen besluit maken onderdeel uit van de instandhoudingsdoelstelling zoals die is opgenomen in de aanwijzing in het kader van de Vogelrichtlijn. De instandhoudingsdoelstelling is als volgt omschreven: "Bestuur en beheer van de "Deurnse Peelgebieden" zijn gericht op bescherming, behoud en ontwikkeling van de betekenis van dit gebied. Dit komt onder meer tot uitdrukking in de aanduiding in het structuurschema Natuur- en Landschapsbehoud (Kamerstukken II, 1980/81, 16820) van het gebied tot Grote Eenheid Natuurgebied (tezamen met de gedeeltelijk aangrenzende Mariapeel), de aanduiding "kerngebied" in het Natuurbeleidsplan (1990), de aanwijzing tot beschermd natuurmonument en staatsnatuurmonument op grond van de natuurbeschermingswet (Stb. 1976, 572) en in het door Staatsbosbeheer en de gemeente Deurne gevoerde beheer". De aanwijzing als Vogelrichtlijngebied heeft betrekking op de volgende vogelsoorten waarvoor momenteel per gebied instandhoudingsdoelstellingen worden opgesteld: dodaars, toendrarietgans, nachtzwaluw, blauwborst en roodborsttapuit. 4/9
Habitatrichtlijn Het gebied Deurnse Peel & Mariapeel is aangemeld als speciale beschermingszone krachtens de Habitatrichtlijn (92/43/EEG). Het gebied omvat naast de De Deurnse Peel, dat in 1980 is aangewezen als beschermd natuurmonument, de grotendeels in Limburg gelegen Mariapeel, dat in 1976 is aangewezen als Staatsnatuurmonument en het geheel in Limburg gelegen Grauwveen, dat in 1984 is aangewezen als beschermd natuurmonument. Op 20 mei 2003 vond de definitieve aanmelding plaats. Op 8 december 2004 heeft de Europese Commissie de lijst vastgesteld. Het gebied is nog niet aangewezen en er zijn nog geen instandhoudingsdoelstellingen geformuleerd. Het grootste deel van het gebied bevindt zich op Brabants grondgebied. Het gebied is op de communautaire lijst geplaatst omdat Deurnse Peel & Mariapeel één van de belangrijkste gebieden in het Peelgebied vormen voor aangetast hoogveen waar natuurlijke regeneratie nog mogelijk is tot hoogveenlandschap. Concept-doelen zoals vermeld in het gebiedendocument, zoals vermeld op de website van het ministerie van LNV (http://www2.minlnv.nl/thema/groen/natuur/natura2000gebieden/kaarten/ gebieden.htm) zijn onder meer: Initiëren hoogveenvorming: Opgang brengen of continueren van hoogveenvorming in herstellende hoogvenen in kansrijke situaties, met het oog op ontwikkeling van actieve hoogvenen (hoogveenlandschap) (waar nodig uitbreiding oppervlakte Overgangszones grote venen: Ontwikkeling van overgangszones van actieve hoogvenen (hoogveenlandschap) incl. laggzones (met o.a. hoogveenbossen 91D0, zure vennen 3160, overgangs- en trilvenen (trilvenen) 7140_A en porseleinhoen, paapje en watersnip. Overwegingen ten aanzien van vergunning op basis van artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Huidige situatie Het bestaande bedrijf aan de Moostdijk 4 bevindt zich op een afstand van ongeveer 790 m van de Mariapeel. Het bedrijf aan de Moostdijk beschikt over de volgende vergunningenhistorie: Besluit ingevolge de Hinderwet van 4 oktober1972, de gehele inrichting omvattende revisievergunning voor het houden van 350 mestvarkens en 105 stuks rundvee. Revisievergunning ingevolge de Hinderwet van 26 september 1979 voor het houden van 120 melkkoeien en 350 mestvarkens. Revisievergunning ingevolge artikel 8.4 lid 1. van de Wet milieubeheer, van 12 april 2005, voor het houden van 115 stuks vrouwelijk jongvee, 864 vleesvarkens (staltype GL BB 95.04.023) en 1440 vleesvarkens (staltype GL BB 97.07.056V2). 2. Schade aan het natuurmonument De vergunning tot het wijzigen van het stalsysteem en de dierbezetting is verleend voor de peildatum van 1 oktober 2005. Derhalve treedt met 5/9
betrekking tot de depositie van ammoniak op het beschermd natuurmonument ten opzichte van de peildatum 1 oktober 2005 geen verslechtering op. 3. saldering Ten behoeve van de uitbreiding van het bedrijf heeft er een saldering plaatsgevonden met het varkensbedrijf aan de Hogebrug 5, 5757 RS te Liessel. Hier zijn de rechten aangekocht voor het houden van 1 kraamzeug, met een NH3-produktie van 8,3 kg NH3. De door de Werkgroep Behoud De Peel genoemde intrekking van 76,8 kg/j is voor deze aanvraag niet van belang, omdat er voldoende ammoniakrechten op het bedrijf aanwezig zijn om een vergunning op basis van artikel 16/19b Natuurbeschermingswet te kunnen verlenen. Op basis van de vigerende milieuvergunning van 12 april 2005 beschikt het bedrijf over de volgende rechten: Tabel 1. Milieuvergunning 5 april 2005 Overzicht vergunde situatie categorie diersoort Groenlabel aanta l emissie in kg. NH3 Totaal kg NH3 per categorie A.3 Vrouwelijk jongvee (rund) tot 2-115 3,9 448,5 jaar, overige huisvestingssystemen D.3.2.3.1 Vleesvarkens, gedeeltelijk roostervloer, hokopp. Max. 0,8 BB 95.04.023 864 1,4 1209,6 D.3.2.7.1.1 m 2 vleesvarkens, mestkelders met metalen driekantroosters. Emitterend mestopp. max. 0,18 m2 BB 97.11.059V2 1440 1 1440 Totaal 3098,1 De ammoniakdepositie, in de vergunde situatie, op het beschermd natuurmonument wordt bepaald door de omrekeningsfactor vermenigvuldigd met de totale door het bedrijf geproduceerde emissie in kg NH3 per jaar. De omrekeningsfactor bij een afstand van 790 meter voor bos bedraagt 0.014. De depositie welke door het bedrijf veroorzaakt wordt op het beschermd natuurmonument bedraagt derhalve 0,014 x 3098,1 kg = 43.37 mol/ha/jr. 6/9
BESLUIT Op grond van bovenstaande overwegingen besluiten wij u hierbij de gevraagde vergunningen, ex artikel 16/19d van de Natuurbeschermingswet voor de verandering van de inrichting van uw bedrijf, met een ammoniakemissie van 3098,1 kg NH3, aan de Moostdijk 4, te Ysselsteyn te verlenen. s-hertogenbosch, 6 februari 2007. Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit, namens deze, mw. B.A.M. van den Oetelaar, bureauhoofd Natuurverkenningen. 7/9
Bekendmaking en mededeling Dit besluit wordt bekendgemaakt door kennisgeving in het Dagblad in de regio en door toezending aan: Gemeente Sint Oedenrode; Brabantse Milieufederatie; Staatsbosbeheer Aanvrager. Rechtsmiddelen Als u het met dit besluit niet eens bent, kunt u schriftelijk bezwaar maken binnen zes weken na de bekendmaking van dit besluit. Het bezwaarschrift moet voorzien zijn van een handtekening, naam en adres, datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en waarom u het met dat besluit niet eens bent. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant T.a.v. het secretariaat van de hoor- en adviescommissie Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Wij verzoeken u om op de linkerbovenhoek van de envelop het woord bezwaarschrift te vermelden. Het secretariaat van de hoor- en adviescommissie is bereikbaar op telefoonnummer (073) 680 83 04, faxnummer (073) 680 76 16 en e-mailadres bezwaar@brabant.nl. Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Het is daarom mogelijk om gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift een zogenaamde voorlopige voorziening te vragen bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Een voorlopige voorziening is in feite het nemen van een tijdelijke maatregel, bijvoorbeeld het schorsen van het besluit gedurende de tijd die nodig is om het bezwaar te behandelen. Voorwaarde om zo n voorlopige voorziening te vragen is, dat er sprake is van een spoedeisend belang. Voor het vragen van een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. 8/9
afschriften aan: 0 Van Dun Advies, Dorpsstraat 54, 5113 TE Ulicoten 0 Ministerie van LNV, Directie Regionale Zaken, Vestiging Eindhoven, t.a.v. De heer G. Verschuren, Postbus 6111, 5600 HC EINDHOVEN 0 Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Oirschot, Postbus 11, 5688 ZG OIRSCHOT 0 Brabantse Milieufederatie, Postbus 591, 5000 AN TILBURG 0 Werkgroep Behoud de Peel, Postbus 139, 5750 AC DEURNE 0 P. Brekelmans-Van Aert (ROH/HNBW, N1-10) 0 handhaver (ROH/HNBW, N1-40) 0 A. v/d Zee (ROH/HNBW, N1-40) 0 C. Pietjouw (KJBZ, B-43) 0 E. Deckers (N&L V13-K04) 0 dossier 9/9