Ondanks mijn enthousiasme over de nog gave taferelen met geweldige koppen in de borduursels van de Koorkap, ben ik het meest onder de indruk van wat tevens iconografisch het meest interessant lijkt, de taferelen op de horizontale balk van het Latijns kruis op de rug van het kazuifel. Foto Sofie Nagel Pas in hoofdstuk 3 zal ik uitpakken met eigen close-ups die doen denken aan vroeg 15 e - eeuwse miniaturen in de trant van de Vlaamse Primitieven. Nu wil ik alleen voor de bezoekers van de tentoonstelling in Culemborg (tot 4 maart) wijzen op de eerste serieuze vondst die ik deed, de identificatie van de figuur in wapenrusting tegenover een engel, als Gideo/Gedeon. Het bleek dat de voorstelling evident is geënt op een oude, in de Nederlanden ontstane, blokdruk-versie van de Biblia pauperum. Daarmee begon een reeks nieuwe vondsten, die ook buitengewoon aardig zijn omdat het duidelijk wordt dat juist deze iconografie volledig gepast moet hebben bij de wensen van Elisabeth van Culemborg. Verder eigen scans en foto s JvH
De reden waarom men nog niet ontdekt had dat Gideon op het kazuifel prijkt, is dan men de vacht miste die veelal bij Gideon wordt afgebeeld. Gideon kreeg van een engel de boodschap dat hij zich moest opmaken om het volk der Israëlieten een klinkende overwinning te bezorgen als legeraanvoerder. Tot twee maal toe vroeg Gideon om een wonder als bewijs voor de goddelijke herkomst van de boodschap. Hij zou erin geloven als de vacht die hij neerlegde op de dorsvloer de volgende ochtend nat zou zijn ban de dauw terwijl de vloer eromheen
kurkdroog was gebleven, en nog eens omgekeerd. Op de eerste pagina van de Biblia pauperum verschijnt de vacht bij Gideon die daar al werd afgebeeld in volle wapenrusting. De vacht wordt echter niet herhaald op de plaats die het ontwerp leverde voor Gideon met de engel op het kazuifel. Maar het verhaal van Gideon met zijn vacht werd benut om de legende van het Gulden Vlies (veroverd door de heidense held Jason) te kerstenen, en wel in dienst van Philips de Goede, de oprichter van de Orde van het Gulden Vlies, die toevallig ook de overgrootvader was van Elisabeth van Culemborg. Zij kan onmogelijk niet van op de hoogte zijn geweest van de fervente verering van haar overgrootvader voor "Sint Gideon" als nieuwe patroon van de Orde van het Gulden Vlies die Jason verdrong. (Een enorme serie wandtapijten over Gideon, geweven voor Philips de Goede, heeft lange tijd gegolden als het summum op het gebied van tapisserie. Helaas is de serie laat in de 18e eeuw verdwenen, maar Elisabeth van Culemborg moet haar gekend hebben.) Nu wil het toeval dat het Gulden Vlies dat bungelt aan de ketting van de Orde van het Gulden Vlies rondom het wapen van Vliesridder Antoon van Lalaing op de linkerschouder van het kazuifel, daarbij boven het hoofd van de geborduurde Gideon hangt. Zie hierboven.
Elisabeth van Culemborg kon daarmee perfect tot uitdrukking (laten) brengen dat Antoon van Lalaing haar eigen Gideon was. (Dat haar eerste echtgenoot dan haar Josue/Josua was, de geweldige voorlopen van Gideon, is weer wat anders. We komen er op terug in hoofdstuk 3.) Verder wil ik graag wijzen op de eerste vondst die ik deed, in de aurifriezen van de dalmatieken. Vooral mijn eigen close-ups van het voorwerp dat de bisschop hanteert die op de rugzijde aan de linkerkant onderaan staat, maakten duidelijk dat het een hamer is, die duidt op Sint Eloy (Eligius van Noyon) en geenszins op Sint Antonius, de naamheilige van graaf Antoon. De hamerkop van de linker Eloy is nog helemaal in orde. Bij de rechter Eloy is hij uiteengerafeld waardoor men moeilijk kon zien dat het een hamer was.
De vrouwelijke heilige boven Sint Eloy blijkt ook echt niet de heilige Elisabeth van Thüringen te zijn, de naamheilige van gravin Elisabeth, maar Dorothea. De site van het KIK (Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, Brussel) laat meer dan een handvol voorbeelden zien die dat bevestigen. De palmtak die de heilige vasthoudt, pleegt dood door martelaarschap aan te geven, en daarvan was bij Elisabeth van Thüringen geen sprake. Het korfmandje in de linkerhand van de heilige moet geacht worden gevuld te zijn met iets rood, vruchten en/of bloemen (liefst rozen), maar dat past even goed bij Dorothea als bij Elisabeth De laatste twee foto s zijn weer van Sofie Nagel Extra boeiend wordt door deze nieuwe identificaties de vraag waarom precies voor de beide dalmatieken de apostelen Petrus, Jacobus de Meerdere, Sint Jan en Sint Paulus waren uitgekozen om bovenaan te prijken op de aurifriezen, waarom de bisschoppen Sint Ambrosius, Sint Blasius, Sint Eloy en Sint Augustinus werden gekozen om onderaan te verschijnen en waarom de martelaressen Dimpna van Geel, Barbara, Dorothea en Catharina gekozen werden om het middenveld te bezetten.
Zo valt er van alles te ontdekken, waardoor serieuze publicaties die nu mogelijk worden door de foto s van Sofie Nagel, aangevuld met de mijne, erg de moeite waard kunnen zijn. Jan van Hoek, Zondag 25 februari 2018, IJsselstein