Aandachtspunten voor het schooljaar Inleiding 2. Afstemming voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen over de domeinen heen

Vergelijkbare documenten
Bekwaamheidsbewijzen in het DKO 1. De bekwaamheidsbewijzen in het deeltijds kunstonderwijs 1.1. Wat is een bekwaamheidsbewijs?

Aandachtspunten schooljaar

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0208/2BIS

Bijlage 1. Bijlage Individuele concordantie in het deeltijds kunstonderwijs, als vermeld in artikel 6

VR DOC.0208/7BIS

Bijlage: aandachtspunten voor het schooljaar

VR DOC.0208/1BIS

Aandachtspunten schooljaar

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs, artikel 26;

Het ondersteunend. Personeel

Aandachtspunten schooljaar

Aandachtspunten schooljaar

VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN

Bekwaamheidsbewijzen, Salarisschalen en Prestaties in het Deeltijds Kunstonderwijs

1 Aandachtspunten voor het schooljaar

Het ondersteunend. Personeel

Aandachtspunten schooljaar Inleiding Het stelsel van bekwaamheidsbewijzen Doel van deze mededeling

Aandachtspunten schooljaar

Aandachtspunten schooljaar

Aandachtspunten schooljaar

De daaraan verbonden salarisschalen (ssc) zijn en blijven: 63 punten ssc 202 ; 82 punten ssc 158 ; 120 punten ssc 542.

Aandachtspunten schooljaar

LESSENTABELLEN VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

Aandachtspunten schooljaar

Tijdelijke Aanstelling van Doorlopende Duur

"College van Burgemeester en Schepenen" Departement Openbaar Onderwijs Anspachlaan 6 bur. 8/ Brussel

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 betreffende de ambtshalve concordantie;

DE VLAAMSE REGERING, bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, artikel 56ter 1 en 56quater 1 en 4;

1 Hoe zit het juist met TADD? Als je een contract van bepaalde duur hebt, kan dit doorbroken worden voor iemand die TADD is?

VR DOC.1196/2BIS

Vakken en bekwaamheidsbewijzen voor het ambt van leraar in het gewoon so

Aandachtspunten schooljaar

Het ondersteunend personeel

VR DOC.1605/2

Kandidatuurstelling voor een benoeming in vast verband binnen het Stedelijk Onderwijs op 1 januari NAAM en voornaam : Woonplaats:

Eindverslag interne werkgroep Bekwaamheidsbewijzen

Taak- en functiedifferentiatie in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs

Bijlage 2. Bijlage VI. Ambtshalve concordanties in het deeltijds kunstonderwijs

Op Stapel januari Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel

VR DOC.0584/4BIS

MEDEDELING. Mutatie en nieuwe affectatie. 1 Wetgeving en reglementering. 2 Definities

Aandachtspunten schooljaar

VR DOC.0207/2

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 betreffende de ambtshalve concordantie;

Aandachtspunten bekwaamheidsbewijzen islamitische godsdienst zoals meegedeeld in het schooljaar

Aandachtspunten schooljaar

Aan de gesubsidieerde personeelsleden van het deeltijds kunstonderwijs,

Aan de gesubsidieerde personeelsleden van het deeltijds kunstonderwijs,

Veel gestelde vragen voor het schooljaar : personeelsbeheer ondersteunend personeel gewoon en buitengewoon secundair onderwijs

De betrekkingen in de ambten van adjunct-directeur, coördinator, technisch adviseur en technisch adviseur-coördinator

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 betreffende de ambtshalve concordantie;

MEDEDELING. Het ondersteunend personeel. 1 Inleiding en reglementering

Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN

Tijdelijke aanstelling van doorlopende duur

VR DOC.0208/6BIS

Werken in onderwijs. Specifieke lerarenopleiding Infosessie Werken in het secundair onderwijs

infosessie softwareleveranciers 29 mei 2018 Jeroen Depoortere

Aandachtspunten schooljaar

Deel 3 ONDERWIJSINSTELLINGEN

VR DOC.0178/1

Op Stapel december Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel

Opleiding voor schoolsecretariaten

Op Stapel mei Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Voor Het Deeltijds Kunstonderwijs

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

BIJLAGE cao III BE: Voorstel van overgang naar het statuut voor de sector BASISEDUCATIE

Deel 4 PERSONEEL. Toestand januari 2017

Aandachtspunten schooljaar

Opleiding voor schoolsecretariaten

VLAAMS PARLEMENT ZITTING APRIL 1996 ONTWERP VAN DECREET

Bekwaamheidsbewijzen, Salarisschalen en Prestaties in het Gewoon Secundair Onderwijs

Tijdelijke aanstelling van doorlopende duur

VACANTVERKLARING VAN BETREKKINGEN IN WERVINGSAMBTEN

Tijdelijke aanstelling en aanvangsbegeleiding vanaf 1 september 2019

VR DOC.0198/1

Medex-procedure: regeling die gold bij terbeschikkingstelling vóór 1 september 2014

Mogelijkheden voor het keuzegedeelte in de eerste graad

Tewerkstelling meerwaarde diploma s BNB in het onderwijs: buitengewoon onderwijs - BNB in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren Eva

Omkadering die wordt toegekend via de scholengemeenschap

Leerkracht en verantwoordelijkheden

Voorbeelden TBSOB, reaffectaties en wedertewerkstellingen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 januari 2019;

VR DOC.0107/5

3.1. Aanstelling met een ander bekwaamheidsbewijs: berekening periode vrijstelling van verklaring op eer

VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE OVERHEIDSDIENSTEN

Vlaainse Regering. DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 13 juli 2001 betreffende het onderwijs-xiii-mozaïek, artikel IX.

Aandachtspunten schooljaar

Tijdelijke aanstelling van doorlopende duur

Aandachtspunten schooljaar

PERSONEEL TEN LASTE VAN HET WERKINGSBUDGET

VR DOC.0107/1

MEDEDELING. Moderne vreemde talen in de B-stroom en in het bso. 1 Algemeen

Werken in het secundair onderwijs. Inhoud. Werken in het secundair onderwijs Situering onderwijs in Vlaanderen

Bekwaamheidsbewijzen ten minste bachelor + BPB

Op Stapel maart Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel

S C H O L E N G E M E E N S C H A P S A E F T I N G H E INFOSESSIE TADD V O O R L E E R K R A C H T E N D I N S D A G 8 J U N I

Cursus voor schoolsecretariaten

Transcriptie:

Aandachtspunten voor het schooljaar 2018-2019 1. Inleiding In de eerste plaats worden de beide besluiten bekwaamheidsbewijzen op allerlei punten technisch aangepast, kwestie van de gehanteerde terminologie uit het niveaudecreet deeltijds kunstonderwijs en het bijhorende organisatiebesluit over te nemen. Concreet gaat het onder meer over termen zoals domein en de geactualiseerde benamingen van de domeinen in kwestie, evenals de indeling in de nieuwe gradenstructuur 1e graad, 2e graad, 3e graad en 4e graad. Tezelfdertijd blijven de principes bij de bekwaamheidsbewijzen zonder meer behouden: de indeling in vereiste, voldoende geachte en andere bekwaamheidsbewijzen blijft, evenals de gevolgen die deze indeling heeft op het statuut van de personeelsleden naar onder meer het verwerven van (het recht op) tijdelijke aanstelling van doorlopende duur, de vaste benoeming en de draagwijdte van de vaste benoeming. Er zijn evenmin wijzigingen aangebracht aan de principes van de verloning: - in de 1e, 2e en 3e graad is het principe van functieverloning behouden en worden alle personeelsleden betaald aan salarisschaal 301 (bij de vereiste en de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen) of salarisschaal 300 (bij de andere bekwaamheidsbewijzen); - in de 4e graad is het principe van diplomaverloning behouden en gelden bij de vereiste en de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen de salarisschalen 501 (niveau HKO 3e graad + BPB en ten minste master + BPB), 347 (niveau HKO 2e graad + BPB) en 302 ((niveau HKO 1e graad + BPB, HOKT + BPB en ten minste bachelor + BPB); bij de andere bekwaamheidsbewijzen geldt steeds salarisschaal 384, behalve voor dealgemene vakken kunst en cultuur, kunst- en cultuurfilosofie en kunstgeschiedenis waar de salarisschaal 301 geldt. Gezien de vele nieuwe vakken en vakken die van benaming gewijzigd zijn, zijn de concrete opsommingen van bekwaamheidsbewijzen gekoppeld aan vakken natuurlijk wel veranderd. Zoals gebruikelijk worden de bekwaamheidsbewijzen per ambt en per vak opgesomd in de onlinetoepassingen BBDKO-BAK en BBDKO-MWD. 2. Afstemming voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen over de domeinen heen Een van de veranderingen die het organisatiebesluit doorvoert voor de podiumkunsten, is de introductie van algemene vakken waar er daar tot nu toe enkel kunstvakken georganiseerd konden worden. Voor het domein beeldende en audiovisuele kunst daarentegen worden de technische vakken afgeschaft en kunnen er dus in het vervolg ook enkel maar algemene en kunstvakken georganiseerd worden. Tijdens de voorbereiding van de wijzigingen aan de besluiten bekwaamheidsbewijzen bleek ook dat de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen over de verschillende domeinen en vakken heel divers en soms op het eerste gezicht onlogisch ingevuld werden. Daarom is van de

hervorming gebruik gemaakt om de bekwaamheidsbewijzen over alle domeinen heen waar dat aangewezen was op elkaar af te stemmen volgens een algemene structuur. Voor de kunstvakken bestaan de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen uit de ruime omschrijvingen: - HKO 1e graad + BPB - HKO 2e graad + BPB - HBO 3e graad + BPB Voor de algemene vakken in de 1e, 2e en 3e graad bestaan de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen uit de ruime omschrijvingen: - Bachelor + BPB en HOKT + BPB; - HKO 1e graad + BPB - HKO 2e graad + BPB - Ten minste master (met inbegrip van HKO 3e graad) + BPB Voor de algemene vakken in de 4e graad bestaan de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen uit de ruime omschrijvingen: - HKO 1e graad + BPB - HKO 2e graad + BPB - Ten minste master (met inbegrip van HKO 3e graad) + BPB Op deze algemene regels bestaan een aantal uitzonderingen, namelijk bij vakken (zowel algemene als kunstvakken) waaraan enkel voldoende geachte en andere bekwaamheidsbewijzen gekoppeld zijn, zijn de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen dezelfde als de opsomming hierboven bij de algemene vakken van de 1e, 2e en 3e graad. Ook bij de kunstambachten uit het domein beeldende en audiovisuele kunst, bij sommige dansvakken en bij een aantal specifieke vakken waar dit aangewezen was, zijn er uitzonderingen op de algemene opbouw van de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen. Voor het concrete overzicht van de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen per vak raadpleegt u hetzij BBDKO- BAK, hetzij BBDKO-MWD. 3. Overgangsmaatregelen voor het bekwaamheidsbewijs: domein beeldende en audiovisuele kunst Voor sommige personeelsleden die voor 1 september 2018 in dienst waren, worden binnen het domein beeldende en audiovisuele kunst, indien dit nodig is, overgangsmaatregelen voorzien voor wat betreft het bekwaamheidsbewijs. - personeelsleden die ten laatste op 31 augustus 2018 vastbenoemd zijn in een vak in de studierichting beeldende kunst en hetzij een ambtshalve concordantie, hetzij een individuele concordantie verkregen hebben; - personeelsleden die in de loop van een van de schooljaren 2015-2016, 2016-2017 of 2017-2018 tijdelijk aangesteld of tijdelijk belast geweest zijn met een opdracht in een vak in de studierichting beeldende kunst en hetzij een ambtshalve concordantie, hetzij een individuele concordantie verkregen hebben.

Meer informatie over de ambtshalve en individuele concordanties vindt u in de omzendbrief ambtshalve en individuele concordanties in het deeltijds kunstonderwijs vanaf 1 september 2018. De bovenvermelde personeelsleden die een vereist bekwaamheidsbewijs hadden voor een bepaald vak in een bepaalde graad in de studierichting beeldende kunst, organiek of via overgangsmaatregel, en dat niet meer hebben in de overeenstemmende graad van een vak in het domein beeldende en audiovisuele kunst waarheen ze een ambtshalve of individuele concordantie verkregen hebben, behouden via de overgangsmaatregel een vereist bekwaamheidsbewijs (OM/VE). De bovenvermelde personeelsleden die een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs hadden voor een bepaald vak in een bepaalde graad in de studierichting beeldende kunst, organiek of via overgangsmaatregel, en dat niet meer hebben in de overeenstemmende graad van een vak in het domein beeldende en audiovisuele kunst waarheen ze een ambtshalve of individuele concordantie verkregen hebben, behouden via de overgangsmaatregel een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs (OM/VO). Een vast benoemd personeelslid met een master kunstwetenschappen en een BPB is aangesteld in het Specifiek artistiek atelier: theatervormgeving, hogere graad. - Dit valt onder het niveau ten minste master (inclusief diploma hoger kunstonderwijs van de derde graad of daarmee gelijkgesteld) + BPB waardoor het personeelslid een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor dit vak heeft - Specifiek artistiek atelier: theatervormgeving wordt ambtshalve geconcordeerd naar Scenografie (BAK) - Voor dit vak heeft hij op basis van de organieke wetgeving geen voldoende geacht bekwaamheidsbewijs meer. - Door de overgangsmaatregelen kan hij verder op basis van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs aangesteld worden in de overeenstemmende graad nl. 4de graad, Scenografie (BAK) 4. Overgangsmaatregelen voor het bekwaamheidsbewijs: domeinen muziek, woordkunst-drama en dans Voor sommige personeelsleden die voor 1 september 2018 in dienst waren, worden binnen de domeinen muziek, woordkunst-drama en dans, indien dit nodig is, overgangsmaatregelen voorzien voor wat betreft het bekwaamheidsbewijs. - personeelsleden die ten laatste op 31 augustus 2018 vastbenoemd zijn in een vak in de studierichtingen muziek, woord of dans en hetzij een ambtshalve concordantie, hetzij een individuele concordantie verkregen hebben; - personeelsleden die in de loop van een van de schooljaren 2015-2016, 2016-2017 of 2017-2018 tijdelijk aangesteld of tijdelijk belast geweest zijn met een opdracht in een vak in de studierichtingen muziek, woord of dans en hetzij een ambtshalve concordantie, hetzij een individuele concordantie verkregen hebben.

Meer informatie over de ambtshalve en individuele concordanties vindt u in de omzendbrief ambtshalve en individuele concordanties in het deeltijds kunstonderwijs vanaf 1 september 2018. De bovenvermelde personeelsleden die een vereist bekwaamheidsbewijs hadden voor een bepaald vak in een bepaalde graad in de studierichtingen muziek, woord of dans, organiek of via overgangsmaatregel, en dat niet meer hebben in de overeenstemmende graad van een vak in de domeinen muziek, woordkunst-drama en dans waarheen ze een ambtshalve of individuele concordantie verkregen hebben, behouden via de overgangsmaatregel een vereist bekwaamheidsbewijs (OM/VE). De bovenvermelde personeelsleden die een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs hadden voor een bepaald vak in een bepaalde graad in de studierichtingen muziek, woord of dans, organiek of via overgangsmaatregel, en dat niet meer hebben in de overeenstemmende graad van een vak in de domeinen muziek, woordkunst-drama en dans waarheen ze een ambtshalve of individuele concordantie verkregen hebben, behouden via de overgangsmaatregel een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs (OM/VO). Een tijdelijk personeelslid met een diploma van bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs met onderwijsvakken Nederlands en geschiedenis is aangesteld in toneel, middelbare graad en heeft hiervoor een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs - De regelgeving voorziet in een ambtshalve concordantie van het vak toneel zowel naar het vak speltheater (3e graad) als naar het vak theater (4e graad). - Voor beide vakken heeft dit personeelslid op basis van de organieke wetgeving geen voldoende geacht bekwaamheidsbewijs meer, maar een ander bekwaamheidsbewijs. - De overgangsmaatregelen kunnen enkel toegekend worden aan een vak in de overeenstemmende graad. De middelbare graad stemt overeen met de derde graad. - Omdat speltheater in de 3e graad ingericht wordt, kan hij voor de aanstelling in dit vak terugvallen op een overgangsmaatregel en behoudt hij voor speltheater een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs. - Omdat theater in de 4e graad ingericht wordt, kan hij voor een aanstelling in dit vak niet terugvallen op de overgangsmaatregelen en kan hij dus op basis van de organieke wetgeving enkel op basis van een ander bekwaamheidsbewijs aangesteld worden. 5. Overgangsmaatregelen voor het bekwaamheidsbewijs: specifieke gevallen in domeinen muziek en dans 5.1. Overgangsmaatregelen voor het bekwaamheidsbewijs voor de zogenaamde individuele vakken. Voor de personeelsleden die tewerkgesteld zijn in vakken die inde studierichting muziek bekend staan als individuele vakken zijn afwijkende

overgangsmaatregelen voorzien die erop neerkomen dat de overgangsmaatregelen niet beperkt zijn tot een welbepaalde graad, maar doorwerken in de 1e t.e.m. de 4e graad. Deze afwijkende overgangsmaatregel wil rekening houden met het feit dat lesgevers in individuele vakken meer dan andere leraren in de loop van de jaren heen en weer over de graden schuiven en het toeval dus een grotere rol zou kunnen spelen of iemand al dan niet voor de 4e graad over een overgangsmaatregel beschikt. - personeelsleden die ten laatste op 31 augustus 2018 vastbenoemd zijn in - KV algemene muziektheorie, - KV begeleidingspraktijk, - KV instrument, - KV instrument jazz en lichte muziek - KV instrument volksmuziek - KV muziektheorie - KV zang - KV zang jazz en lichte muziek - KV zangvolksmuziek en hetzij een ambtshalve concordantie, hetzij een individuele concordantie verkregen hebben; - personeelsleden die in de loop van een van de schooljaren 2015-2016, 2016-2017 of 2017-2018 tijdelijk aangesteld of tijdelijk belast geweest zijn met een opdracht in - KV algemene muziektheorie, - KV begeleidingspraktijk, - KV instrument, - KV instrument jazz en lichte muziek - KV instrument volksmuziek - KV klankleer en klankopname praktijk - KV klankleer en klankopname theorie - KV muziektheorie - KV zang - KV zang jazz en lichte muziek - KV zangvolksmuziek en hetzij een ambtshalve concordantie, hetzij een individuele concordantie verkregen hebben. Meer informatie over de ambtshalve en individuele concordanties vindt u in de omzendbrief ambtshalve en individuele concordanties in het deeltijds kunstonderwijs vanaf 1 september 2018. De bovenvermelde personeelsleden die een vereist bekwaamheidsbewijs hadden voor een van de hierboven vermelde vakken, organiek of via overgangsmaatregel, en dat niet meer hebben voor het vak of de vakken waarheen ze een ambtshalve of individuele concordantie verkregen hebben vanuit de hierboven vermelde vakken, behouden via de overgangsmaatregel een vereist bekwaamheidsbewijs voor dat vak of die vakken en dat in alle graden (OM/VE).

De bovenvermelde personeelsleden die een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs hadden voor een van de hierboven vermelde vakken, organiek of via overgangsmaatregel, en dat niet meer hebben voor het vak of de vakken waarheen ze een ambtshalve of individuele concordantie verkregen hebben vanuit de hierboven vermelde vakken, behouden via de overgangsmaatregel een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor dat vak of die vakken en dat in alle graden (OM/VO). Een tijdelijk personeelslid met een meester in de muziek, muziektheorie/schriftuur en een BPB is in het schooljaar 2017-2018 met een vereist bekwaamheidsbewijs aangesteld in het individueel vak Muziektheorie - De inrichtende macht kent een individuele concordantie toe van Muziektheorie naar Arrangeren - Voor dit vak heeft hij op basis van de organieke wetgeving geen vereist bekwaamheidsbewijs meer. - Door de overgangsmaatregelen kan hij verder op basis van een vereist bekwaamheidsbewijs aangesteld worden in zowel de 3e als de 4e graad van het vak Arrangeren 5.2. Overgangsmaatregel voor het vak begeleidingspraktijk Omwille van de andere, ruimere inhoudelijke invulling (stijlverschillen) van het vak begeleidingspraktijk na 1 september 2018 vergeleken met de invulling ervan voordien, worden vanaf 1 september 2018 enkel nog voldoende geachte en andere bekwaamheidsbewijzen aan het vak begeleidingspraktijk toegekend. Voor sommige personeelsleden die voor 1 september 2018 in dat vak aangesteld waren, wordt eveneens in een overgangsmaatregel voorzien. - personeelsleden die ten laatste op 31 augustus 2018 vastbenoemd zijn in het kunstvak begeleidingspraktijk; - personeelsleden die in de loop van een van de schooljaren 2015-2016, 2016-2017 of 2017-2018 tijdelijk aangesteld of tijdelijk belast geweest zijn met een opdracht in het kunstvak begeleidingspraktijk; De bovenvermelde personeelsleden die een vereist bekwaamheidsbewijs hadden voor het kunstvak begeleidingspraktijk, organiek of via overgangsmaatregel, en dat vanaf 1 september 2018 niet meer hebben, behouden via de overgangsmaatregel een vereist bekwaamheidsbewijs voor het kunstvak begeleidingspraktijk. De personeelsleden aangesteld in het kunstvak begeleidingspraktijk kunnen aldus zowel van de overgangsmaatregel, vermeld in punt 5.1., als de overgangsmaatregel, vermeld in dit punt, genieten. Een tijdelijk personeelslid met een eerste prijs piano en een BPB is in het schooljaar 2017-2018 aangesteld in het individueel vak Begeleidingspraktijk, middelbare graad - Dit is een vereist bekwaamheidsbewijs

- Voor dit vak zijn er vanaf 1 september 2018 geen vereiste bekwaamheidsbewijzen. Op basis van de organieke wetgeving heeft hij een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs. - Door de overgangsmaatregelen kan hij verder op basis van een vereist bekwaamheidsbewijs aangesteld worden in alle graden van het vak begeleidingspraktijk 5.3. Overgangsmaatregel voor het vak dansinitiatie Naar aanleiding van de aanpassingen aan en de stroomlijning van de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen (zie punt 2 hierboven) zijn de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen van het vak dansinitiatie verengd tot HKO 1e graad + BPB, HKO 2e graad + BPB en HKO 3e graad + BPB. Concreet betekent dit dat sommige diploma s zoals het diploma van (kleuter)onderwijzer, regenten en alle masterdiploma s die niet tot het hoger kunstonderwijs van de derde graad gerekend worden, niet langer in aanmerking komen om met een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs aangesteld te kunnen worden. Voor sommige personeelsleden die voor 1 september 2018 in dienst waren, wordt echter ook in een overgangsmaatregel voorzien. - personeelsleden die ten laatste op 31 augustus 2018 vastbenoemd zijn in het kunstvak dansinitiatie; - personeelsleden die in de loop van een van de schooljaren 2015-2016, 2016-2017 of 2017-2018 tijdelijk aangesteld of tijdelijk belast geweest zijn met een opdracht in het kunstvak dansinitiatie; De bovenvermelde personeelsleden die een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs hadden voor het kunstvak dansinitiatie, organiek of via overgangsmaatregel, en dat vanaf 1 september 2018 niet meer hebben, behouden via de overgangsmaatregel een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor het kunstvak dansinitiatie. Een vast benoemd personeelslid met een diploma van onderwijzer(es) is aangesteld in Dansinitiatie, lagere graad. - Hierdoor heeft zij een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs. - Vanaf 1 september 2018 heeft zij op basis van de organieke wetgeving geen voldoende geacht bekwaamheidsbewijs meer voor Dansinitiatie. - Door de overgangsmaatregelen kan zij verder op basis van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs aangesteld worden in de overeenstemmende graad nl. Dansinitiatie, eerste graad. 6. Overgangsmaatregel voor de salarisschaal hogere graad vak algemene muzikale vorming Tot en met het schooljaar 2017-2018 kan het vak algemene muzikale vorming zowel in de hogere als in de lagere graad ingericht worden. De opvolger ervan, muzikale en culturele vorming wordt echter niet meer in de 4e graad ingericht, enkel in de 2e en 3e graad. Daarom wordt voorzien in een overgangsmaatregel voor wat betreft de salarisschaal.

- personeelsleden die ten laatste op 31 augustus 2018 vastbenoemd zijn in de hogere graad van het kunstvak algemene muzikale vorming en een individuele concordantie verkregen hebben naar een of meerdere vakken muzikale en culturele vorming; - personeelsleden die in de loop van een van de schooljaren 2015-2016, 2016-2017 of 2017-2018 tijdelijk aangesteld of tijdelijk belast geweest zijn met een opdracht in de hogere graad van het kunstvak algemene muzikale vorming en een individuele concordantie verkregen hebben naar een of meerdere vakken muzikale en culturele vorming; Die personeelsleden behouden in de 2e en 3e graad de salarisschaal die hen in de hogere graad in het kunstvak algemene muzikale vorming toegekend werd (dit is hetzij organiek de salarisschaal 501, hetzij de salarisschaal 347, hetzij de salarisschaal 302, hetzij via de overgangsregeling van 1/09/1990 salarisschaal 346) in het of de betrokken vakken muzikale en culturele vorming waarheen ze individueel geconcordeerd zijn. Een vast benoemd personeelslid met een diploma van laureaat muziekopvoeding is aangesteld in Algemene muzikale vorming, hogere graad. - Op basis van zijn diploma wordt hij in de hogere graad betaald aan salarisschaal 347. - Het schoolbestuur kent een individuele concordantie toe naar muzikale en culturele vorming - Op basis van de organieke wetgeving heeft hij voor muzikale en culturele vorming in de 2de en 3de graad recht op salarisschaal 301. - Door de overgangsmaatregelen kan hij verder aan salarisschaal 347 betaald worden in de 2de en 3de graad Muzikale en culturele vorming. 7. Prestatiestelsel Op zich zijn er geen wijzigingen aan het prestatiestelsel binnen het deeltijds kunstonderwijs. Gezien de benamingen van de graden echter gewijzigd zijn, is ook de regelgeving van het prestatiestelsel op deze nieuwe benamingen afgestemd. Concreet bedraagt een voltijdse prestatie in het ambt van leraar in de 1e, 2e en 3e graad 22 lesuren; een voltijdse prestatie in de 4e graad bedraagt 20 lesuren. 8. Nieuw ambt van administratief medewerker Vanaf 1 september 2018 wordt het bestaande ambt van opsteller in het deeltijds kunstonderwijs omgeruild voor het ambt van administratief medewerker. Momenteel hangt daar enkel het bekwaamheidsbewijs ten minste HSO met bijhorende salarisschaal 202 aan vast.