Veiligheidsboekje Versie 1.3 Februari 2011



Vergelijkbare documenten
Als een duiker buiten zijn brevetdoelstellingen duikt, dan ligt de verantwoordelijkheid voor de duik bij de duikers zelf en zijn buddy.

Veiligheidsboekje duiken

Inleiding. DEEL I. Hoofdstuk 1. Veiligheidsregelement Duiken in Zutphen (D.I.Z.)

..Module Diepduiken.. Diepduiken. Rocco Schimmel & Diana van den Wollenberg. Manta 2*

Richtlijnen voor veilig duiken

Richtlijnen voor veilig duiken

Praktijklessen Specialisatie Redden

Richtlijnen voor veilig duiken

Praktijklessen 3*-duiker

Sportduikinstructie en de regelgeving.

Model duikplan niveau 1*-duiker

Brevetdoelstelling 3-sters duiker

BIJLAGE 1: Regelgeving omtrent Clubduiken, Funduiken, Instructieduiken

Model duikplan niveau 2*-duiker

Draaiboek en lesplan 2* instructeuropleiding

Advanced Open Water Diver. Diepduiken

als je volgens de regels werkt ben je zelf je beste verzekering. daar is weinig extra voor nodig.

SIGMA Vademecum. ARBO Wetgeving. SIGMA Vademecum Page 1 of 10. ARBO Wetgeving

Advanced Open Water Diver. Multilevelduiken

Informatie Welkom... 2 Opleidingen... 2 Duikuitrusting... 5 Contributie, lidmaatschap NOB en kosten opleiding... 7 Contact... 8

Sportduikinstructie en de regelgeving

VEILIGHEIDSPLOEG DUIKPLAATS ADRES DUIKPLAATS UUR HW / LW CHECK DE STEK OPMERKINGEN METEO / VERWACHTINGEN

Richtlijnen voor veilig duiken

De Oppervlakte Coördinator. Duikleidersbijeenkomst DV Het Onderwaterbos De Wasbeek, 25 April 2019

Versie 4 april 2016 Arbo RI&E

Duiken met Diabetes: duikersinformatie

Praktijklessen 2*-duiker

Duikteam Heerenveen. Duiklog. paar nummer datum Druk Flesinh. In Uit minuten meter. Locatie: Datum: Aanvang duik: Einde duik:

Arbo RI&E

SIGMA Vademecum DUIKER 3-STER. SIGMA Vademecum Page 1 of 7 Duiker 3-ster

12 m. Gebruiksaanwijzing. 14 m. 16 m. 18 m. Recreational. Dive Planner. 20 m. Dutch Edition DISTRIBUTED BY INTERNATIONAL PADI, INC.

Arbeidsomstandighedenwet

Dive Guide - Science of Diving - Divemaster

De Oppervlakte coordinator

Een duik in de wet. Waar in de Nederlandse wetgeving is iets geregeld over sportduiken? 12 december

Praktijklessen 1*-duiker

Gecontroleerde afdaling in het blauw

Vorderingsboekje. Duiker 2-ster. VVW-Duiken Duiker 2-ster Vorderingsboekje VVW-Duiken Commissie Opleiding 1/46

Duiker 2-ster Profiel Duiker 2-ster Advanced Open Water Diver. Conformiteit CMAS 2* Diver CEDIP 2* Diver

Algemene informatie :

Open Water Diver. Voorkomen en behandelen van problemen

HUISHOUDELIJK REGLEMENT Gewoon Lekker Duiken

OPGELET, zie Art : voor sportduikers zijn uitsluitend de artikelen 6.14, en 6.15, eerste lid, onder a-b-d, van toepassing!!!

SIGMA Vademecum DUIKER 2-STER. SIGMA Vademecum Page 1 of 6 Duiker 2-ster

Specialisatie Decompressieduiken

Voorwaarden Gebruik Faciliteiten Blauwe Meer door Duikinstructeurs

HANDLEIDING OPERATING MANUAL

Lees vóór de duik de gebruikershandleiding van de Galileo én deze freedive-handleiding goed door en zorg dat u de inhoud goed begrijpt

Sportduiken met Nitrox

Sportduikinstructie en de regels. veilig om te weten

Vorderingsboekje. Duiker 4-ster. VVW-Duiken Duiker 4-ster Vorderingsboekje VVW-Duiken Commissie Opleiding 1/9

een voorlopig duikverbod.

Theoriekennis NELOS 2012

Sportduikinstructie en de regels. veilig om te weten

Mijn spreekbeurt gaat over: leren sportduiken

Open Water Diver FYSICA. Aanpassing aan de onderwaterwereld

Dive Guide - Science of Diving - Divemaster. Opleidingskosten Dive Guide Opleiding + 399,- Specialty Science of Diving = 170,-

Wet Wheels: Duiken voor en met personen met een handicap

te maken kan krijgen. mee

Naam Datum. Kennistoets Module Een Beantwoord de volgende vragen en neem de antwoorden mee naar de volgende theorieles.

SIGMA Vademecum DUIKER 1-STER. SIGMA Vademecum Page 1 of 6 Duiker 1-ster

Inhoud. Yellow Diving School. Duikonderricht. 1*Duiker

Handboek opleidingen OWSV de Fortuyn

Duiktabellen. I Duiktabellen. Inleiding. Definities. Enkelvoudige duiken

Datum: EHBO. 3. Wat gebeurt er met de bloedvaten en zenuwen als een tand uit de mond vliegt?

Definitie en brevetvoorwaarden & rechten

Ik gebruik deze medicijnen Kan ik duiken?

Paraaf duikinstructeur:

1. HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Duikgeneeskunde. Een duik in het onbekende? Gorinchem Goes Venetië November 2016

Tekstboek Duikploegleider

Noodassistentieplan Voor België en Zeeland.

Opleiding Bachelors. Duikorganisatie

Als het buddysysteem niet werkt

Informatiebrochure Onderwatersportvereniging ALBATROS Vianen

Dit heet decompresseren. Definities

De drie sporten die bij de NOB horen, zijn: duiken, onderwaterhockey en vinzwemmen.

NELOS infomap. 12 Theoretisch examen

DUIKEN MET NITROX voor Wet Wheelers

THINK BLUE PADI TEC TRIMIX 65 EXPLORE NEW FRONTIERS

SCUBA EDUCATION AMSTERDAM HÈT DUIKCENTRUM VOOR AMSTERDAM EN OMSTREKEN

Duikschool Buddyfish Nieuwsbrief

Commissie Opleiding Instructeurrichtlijn

Advanced Open Water Diver. Stromingsduiken

Vorderingsboekje. Duiker 3-ster. VVW-Duiken Duiker 3-ster Vorderingsboekje VVW-Duiken Commissie Opleiding 1/27

Nob Sportduiktabellen

Veilig werken en hulp verlenen op afgelegen plaatsen

RI&E (Risico Inventarisatie en Evaluatie) Risico Maatregel JA NEE Opmerking

STANDAARDS GEDRAGSREGELS VOOR VEILIG DUIKEN VERKLARING VAN BEGRIP VAN DE DUIKVEILIGHEIDSREGELS

NELOS infomap. 12 Theoretisch examen

Een meerwaarde aanbieden aan de duiken van Wet Wheelers en hun buddies... specialty OW-navigatie. kwalificatie duikleidingen

4. Plan je duik en duik je plan

SSI Instructeur - Dive Control Specialist

Advanced Open Water Diver. Bootduiken

Bedrijfshulpverlening: informatie voor werknemers

Theorie Examen Level 2 Duiker

Rescue Diver. Organiseren

Inschaling / cross-over van brevetten naar NOB / MOC

Onze vereniging wil de onderwatersport op een leuke en veilige manier stimuleren. We hanteren hierbij de volgende visie:

Examen bedrijfshulpverlener Eerste Hulp

Transcriptie:

Veiligheidsboekje Versie 1.3 Februari 2011

1. Inleiding...1 2. Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid....2 2.1. Algemeen...2 2.2. Relevante wetgeving...2 2.3. Verzekering voor duikschade....3 3. Veiligheidszorg binnen de vereniging....4 3.1. Definities....4 3.2. Veiligheidszorg van buddy s....4 3.3. Verenigingsduik....5 3.4. Instructieduik....5 3.5. Tips voor een veilige oefenduik....5 3.6. Herhalingsduiken....6 3.7. Duikcomputers...6 3.8. Nitrox-duiken...6 3.9. Zwembadtraining....6 3.10. Duikincidenten...6 4. Taken, bekwaamheden en bevoegdheden....7 4.1. Duikleider...7 4.1.1. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden....7 4.1.2. Taken van de Duikleider...7 Bijlage 1. Ongevallen Checklist...9 Bijlage 2. Luchtembolie en Deco-ziekte...10 Bijlage 3. Brevetdoelstellingen...11

1. Inleiding Dit Veiligheidsboekje is een nadere richtlijn; het moet niet worden opgevat als extra regelgeving boven de Richtlijnen voor Veilig Duiken van de Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB). Het is een toelichting hiervan en een gedragscode die binnen Hellevoetse Onderwatersportvereniging Oké wordt gehanteerd. Uitsluitend om reden van duidelijkheid is dit boekje geschreven in een ietwat gebiedende stijl. Het uitgangspunt, de N.O.B. Richtlijnen voor Veilig Duiken, zijn onverminderd van kracht en benadrukken vooral de eigen verantwoordelijkheid van de duiker. De doelstellingen van het veiligheidsboekje kunnen als volgt worden samengevat: het verschaffen van praktische tips voor duiker, duikleider, instructeurs en begeleiders; het creëren van duidelijkheid betreffende verantwoordelijkheden; het geven van toelichting op de NOB richtlijnen voor Veilig Duiken; het realiseren van een compleet veiligheidsdocument van duik en aanverwante zaken, waarin alle essentiële NOB richtlijnen zijn opgenomen. - 1 -

2. Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. 2.1. Algemeen Wellicht ten overvloede, moet allereerst opgemerkt worden dat elke gebrevetteerde duiker verantwoordelijk is voor zijn eigen veiligheid en die van zijn buddy. Het zal duidelijk zijn dat met name de hieronder genoemde zaken de verantwoordelijkheid zijn van de duiker zelf: een medische goedkeuring maar ook een actuele fysieke en mentale fitheid (uitgerust zijn, geen kater); een complete duikuitrusting zoals aanbevolen door de NOB; goed onderhoud en functioneren van de eigen duikapparatuur; de buddycheck en het weten van elkaars situatie; extra veiligheidsmaat-regelen bij onverwacht slechte omstandigheden, zoals het gebruik van een buddylijn, vroegtijdige beëindiging bij te sterke stroming, etc.; een medische verzekering, die duikongevallen niet uitsluit. Als een duiker in het kader van zijn opleiding buiten zijn brevetdoelstellingen duikt, dan ligt de verantwoordelijkheid voor de duik bij de instructeur. Het bestuur mandateert zijn instructeurs hiertoe tot het geven van duikinstructies buiten de brevetdoelstellingen van de cursist. Dit betekent dan uiteraard dat een kandidaat zich aan de aanwijzingen van zijn instructeur houdt. Bij elke verenigingsduik wijst het bestuur een duikleider aan. Deze duikleider houdt bij wie er op welk moment in en uit het water gaan en kan bij een ongeval de hulpverlening coördineren. Tevens kan hij adviseren met betrekking tot de vorming van buddyparen en het duikmateriaal. De duikleider heeft de mogelijkheid iemand voor deelname aan de verenigingsduik uit te sluiten indien betrokkene op enigerlei wijze in strijd met de richtlijn veilig duiken handelt. 2.2. Relevante wetgeving Aansprakelijkheid Volgens de Nederlandse wet kan iemand aansprakelijk worden gesteld voor het plegen van een onrechtmatige daad, indien: 1. de gedragingen van de schadeveroorzaker onrechtmatig zijn 2. de onrechtmatige daad toerekenbaar is aan de dader 3. er schade is 4. als de schade een gevolg is van de onrechtmatige daad. Daarnaast heeft iedereen een morele verantwoordelijkheid en veiligheidsplicht. Oftewel van elke duiker, duikleider, etc. wordt verwacht dat hij voor zover dat binnen zijn mogelijkheden ligt -alles doet, wat in het kader van een veilige afloop van hem kan worden verwacht. Evenzo is iedereen verplicht, alles achterwege te laten wat de veiligheid van de sportduiker(s) in gevaar kan brengen. Dit houdt onder meer in, dat een corrigerende actie van eenieder verwacht wordt bij onderkenning van een gevaarlijke situatie! De Arbo-wet De Arbeidsomstandighedenwet is beperkt van toepassing op duikverenigingen. Zoals de naam van de wet al aangeeft, heeft deze betrekking op arbeid. In ons geval op duikinstructie. In het kort komt het er op neer dat een instructeur lichamelijk en geestelijk gezond moet zijn voor het te verrichten werk, opgeleid moet zijn en instructie dient uit te voeren overeenkomstig de gangbare regels (NOB Richtlijnen); daarnaast moet hij over een toereikende uitrusting beschikken. Bovendien moet de instructeur, in het bijzonder in het geval van Nitrox duiken, zich terdege bewust te zijn van de verhoogde gezondheidsrisico s. Specifiek in geval van SCUBA apparatuur (onafhankelijk duiken met eigen ademgas) wordt vrij geïnterpreteerd gesteld dat de Arbo-wet een instructeur niet toestaat om instructie te - 2 -

geven waarbij een van de volgende grenzen wordt overschreden: dieper duiken dan 50 meter; of een decompressietijd langer dan 20 minuten; of een partiële zuurstofdruk in het ademgas van meer dan 1,4 bar. Andere wetgeving Andere wetten die zijdelings in relatie tot het duiken staan zijn: binnenvaart politiereglement (BPR) zee aanvaringsreglement 2.3. Verzekering voor duikschade. Dekking voor aansprakelijkheid. Een duiker en zijn buddy zijn verantwoordelijk voor zichzelf en elkaar indien er zich tijdens de duik een incident voordoet en indien de onder 2.2 genoemde voorwaarden gelden (onrechtmatige daad, schade etc.). Een instructeur is verantwoordelijk voor de oefenduik die buiten de brevetdoelstelling wordt gemaakt. Als zich tijdens deze duik een incident voordoet dan is de instructeur aansprakelijk indien de onder 2.2 genoemde voorwaarden gelden. Slecht voor zover alle aanwijzingen uit dit veiligheidsboekje en de richtlijn veilig duiken van het NOB zijn opgevolgd is deze aansprakelijkheid verlegd naar de vereniging. In geval van aansprakelijkheid, moet in eerste instantie de WA-verzekering van de veroorzaker de schade dekken. Indien dit niet mogelijk is, en het betreft een activiteit in relatie tot de onderwatersport, dan kan de NOB-verzekering eventuele schadeclaims dekken, tenzij er sprake is van grove nalatigheid. Dekking van medische kosten. Elke duiker dient zich zelf te verzekeren voor zijn eigen medische kosten van een duikongeval. Bedenk daarbij dat de kosten van bijv. een recompressie behandeling aanzienlijk kunnen zijn. De meeste zorgverzekeraars sluiten deze kosten niet uit, soms zitten er echter addertjes onder het gras. Check of een aanvullende verzekering noodzakelijk is. - 3 -

3. Veiligheidszorg binnen de vereniging. Aangezien alles draait om de zorg voor veiligheid, zal hierop in het navolgende het accent worden gelegd. 3.1. Definities. Verenigingsduik: Instructieduik: Oefenduik: Een duik van enige omvang (minimaal 3 buddyparen) georganiseerd door de vereniging onder verantwoordelijkheid van het bestuur. Een duik waarbij nieuwe vaardigheden worden aangeleerd. Een duik waarbij reeds aangeleerde vaardigheden verder worden uitgebouwd. 3.2. Veiligheidszorg van buddy s. Een duiker heeft de plicht om de veiligheid van zijn buddy te verhogen, in plaats van een extra risico te zijn. Als eerste geldt dat buddy s ten opzichte van elkaar maatregelen moeten treffen om risico te beperken, zoals een buddy-check, afspraken maken, het weten van elkaar, het maken en doornemen van het duikplan, een risico-inventarisatie en het doornemen van de noodprocedures. Naast een afdoende gezondheid mag een duiker van zijn buddy een mentale fitheid verwachten, waardoor hij beter stressbestendig zal zijn. Het belangrijkste van een buddy-check is dat de duiker de apparatuur van zijn buddy kent, zodat in voorkomend geval -een noodprocedure (assisteren, reddingsopstijging, etc.) -hij optimaal kan reageren. De buddy-check dient te geschieden vóór het te water gaan en vóór melding bij de duikleider. Stel de duikleider desgewenst in de gelegenheid een extra buddy-check uit te voeren. Buddy s dienen vooraf af te spreken wie onder water de (absolute) leiding heeft. De door te nemen noodprocedures zijn: de handsignalen de buddy kwijt procedure gebruik van de tweede ademlucht voorziening de reddingsgrepen het afwerpen van de loodballast. Bij een georganiseerd clubevenement wordt een risco-inventarisatie gemaakt door de duikleider. Een buddypaar dient kennis te nemen van deze inventarisatie door het volgen van de briefing. Dit klinkt ingewikkeld maar is feitelijk niets meer dan jezelf een aantal vragen stellen: 1. Wat is de maximale diepte van deze duiklocatie en hoe diep plan je de duik? 2. Wat zou het zicht zijn onder water? 3. Staat er stroming of kan dit gebeuren? 4. Zijn er golven en hoe beïnvloeden deze je duik en het zwemmen aan de oppervlakte? 5. Hoe kun je in het water gaan en er uit komen? 6. Is het water vervuild (bijv. met blauwalg) en kun je hier zonder gezondheidsrisico s duiken? 7. Zijn er op deze duiklocatie plaatsen waar je niet mag of kan duiken (bijv. natuurgebieden)? 8. Voldoet de duiklocatie aan de eisen voor de duik die je wilt maken? 9. Hoe is het noodplan voor deze duiklocatie (wie alarmeren, bereikbaarheid, etc.) en kan ik een zuurstofkoffer meenemen? 10.Heb je voldoende ervaring en opleiding om in deze situatie te duiken? 11.Zijn er anderen die van dit water of de oevers gebruik maken en hinderen wij elkaar (bijv. sportvissers)? 12.Is er sprake van vaarbewegingen en welke risico s brengen die met zich mee? - 4 -

13. Zijn er onder water obstakels die risico s voor duiker op kunnen leveren zoals netten en fuiken? 14.Hoe staat de wind en hoe sterk is die? 3.3. Verenigingsduik. Elke verenigingsduik wordt gecoördineerd door een duikleider. De duikleider mag deelnemer uitsluiten indien deze aantoonbaar niet aan de gestelde veiligheidseisen voldoet. Hierbij valt onder meer te denken aan het ontbreken van een geldige medische keuring of het ontbreken van uitrustingsstukken. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de duikleider zijn vastgelegd in hoofdstuk 4. 3.4. Instructieduik. Elke instructieduik wordt uitgevoerd door en leerling in combinatie met een daartoe bevoegd instructeur. Hierbij ziet de instructeur toe op de veiligheid tijdens de instructieduik. Indien de instructieduik niet in verenigingsverband plaatsvindt is de instructeur verantwoordelijk voor de veiligheidsmaatregelen als vastgelegd in paragraaf 4.1.2. 3.5. Tips voor een veilige oefenduik. Aangezien 1* duikers zelfstandig met elkaar mogen duiken, moet het buddysysteem al tijdens de 1*buitenwateropleiding geoefend worden. Dit betekent dat er in groepjes van 3 of 4 duikers geoefend moet worden, waarbij niet altijd een 4de duiker, oftewel een buddy voor de instructeur, beschikbaar zal zijn. In dergelijke gevallen kan de instructeur besluiten, als de omstandigheden het toelaten, om met z n drieën te duiken. Het oefenen van opstijgingen. Cursisten en instructeurs hebben er regelmatig mee te maken: het oefenen van een opstijging, waarbij het risico van decompressieziekte toeneemt. De Medische Commissie van de NOB publiceerde onlangs deze richtlijn, waarmee je het risico acceptabel klein houdt: 1. Wanneer je opstijgingen gaat oefenen, beperk je dan tot de opstijgingen alleen. Doe de oefeningen dus niet direct voor of na een gewone duik. Je mag de oefening ook niet als herhalingsduik maken. De totale hoeveelheid opgenomen stikstof zal dan hoger zijn, en dat vergroot de kans op decompressieziekte. 2. Oefen maximaal 4 opstijgingen vanaf 15 of 20 meter, of maximaal 6 opstijgingen van 10 meter. 3. Oefen bij voorkeur tot aan 3 meter diepte, met name bij de opstijgingen vanaf 15 tot 20 meter. Door een stop tussen 6 en 3 meter in te lassen, treedt er aanzienlijk minder silent bubble vorming op. Bovendien leer je de opstijgsnelheid in de laatste meters beter te beheersen. De instructeur kan eventueel een leitje gebruiken om zijn oordeel over de opstijging te geven. 4. Als een opstijging veel te snel is verlopen (sneller dan 21 m/min, en tot aan de oppervlakte), oefen dan geen verdere opstijgingen en breek de duik af. Als de opstijging te snel is verlopen tot aan de 3 meter stop, dan kun je de duik voortzetten. Een te snelle opstijging is sterk risicoverhogend. Als je bent gestopt op 3 meter, is de hoeveelheid 'bubbles' naar verwachting aanzienlijk lager dan wanneer je in één keer doorstijgt naar de oppervlakte. 5. De oefenduik moet met ruime marge binnen de nultijden vallen. De totale tijd van de oefening geldt hierbij als duiktijd (DT) en de bereikte maximaal duikdiepte als MDD. Hiermee verklein je de kans op decompressieziekte, omdat je de totale stikstofopname beperkt. Door de MDD te hanteren en de totale oefentijd als DT, houd je een ruime marge. 6. Beëindig de duik na de opstijgoefeningen. Voor een tweede duik moet de oppervlakte interval lang genoeg zijn, zodat deze geen herhalingsduik is. Na het uitvoeren van een aantal opstijgingen zijn decompressie-algoritmen niet meer betrouwbaar. De stikstofopname en -afgifte wordt onvoorspelbaar. 7. Gebruik van Nitrox is beslist te overwegen. Ook dit vermindert de totale stikstofopname gedurende de duik. - 5 -

Let op: ook bij het naleven van deze richtlijn is decompressieziekte nooit uit te sluiten. 3.6. Herhalingsduiken. Herhalingsduiken zijn alleen te maken door strikte toepassing van de NOB Sportduik tabellen of door het gebruik van een duikcomputer. Bij iedere duik wordt sterk geadviseerd om altijd een veiligheidsstop te maken van minimaal 5 minuten tussen 6 en 3 meter, ook nadat een eventuele decompressietijd verstreken is. 3.7. Duikcomputers Aandachtspunten zijn: ook al wordt met een computer gedoken, de theorie en het gebruik van sportduiktabellen moeten volledig bekend zijn; een duiker moet volledig bekend te zijn met het gebruik en de beperkingen van zijn duilkcomputer, d.w.z. de handleiding dient volledig begrepen te zijn; bedenk dat de veiligheidsmarge van een computer minimaal is; de nultijden van een computer kunnen beduidend langer zijn dan volgens de DCIEM tabellen, ook in geval van een rechthoekig duikprofiel; bij een verschil tussen buddy s van voorafgaand duikprofiel, dan dient de kortst resterende duiktijd te worden aangehouden; in geval van een defecte duikcomputer wordt geadviseerd om de duik te beëindigen; denk aan een back-up in de vorm van een gewone dieptemeter. In geval van een kapotte duikcomputer kun je hiermee alsnog je opstijging controleren. 3.8. Nitrox-duiken Hoewel Nitrox vaak gebruikt wordt om het risico van decompressieziekte te verkleinen, vergroot een Nitrox-ademgas zelf de kans op zuurstofvergiftiging. Het voorkomen van deze zuurstofvergiftiging, oftewel het juiste gebruik van Nitrox, is een complexe zaak waarvoor een Nitrox opleiding nodig is. Indien de buddy van de Nitrox duiker met standaard perslucht duikt, wordt de duiktijd aangehouden uitgaande van perslucht en de maximale diepte op basis van Nitrox. 3.9. Zwembadtraining. Hellevoetse Onderwatersportvereniging Oké moet zelf het toezicht bij de zwembadtraining verzorgen. De trainer die training geeft aan de grootste groep binnen het zwembad, moet het algehele toezicht op zich nemen. Ingeval van perslucht training of perslucht opleiding staan te allen tijde onder toezicht van een bevoegd instructeur. Bij een zwembadevenement (bijv. kerstspecial training), is de organisator verantwoordelijk voor het toezicht. Aandachtspunten voor de verantwoordelijke trainer zijn: op tijd aanwezig zijn; zorg dat buddy s of groepjes op elkaar letten; houd toezicht totdat iedereen uit het water is; zorg voor vervanging als je tussentijds even weg moet; 3.10. Duikincidenten Duikincidenten moeten zo spoedig mogelijk aan het dagelijks bestuur gerapporteerd worden. Deze zal vervolgens de verdere afhandeling overnemen, waaronder in ieder geval de melding bij de NOB Werkgroep Ongevallen Registratie. - 6 -

4. Taken, bekwaamheden en bevoegdheden. 4.1. Duikleider 4.1.1. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Een duikleider neemt op vrijwillige basis de verantwoording voor een grotere groep duikers. De deelnemers aan een groepsduik moeten beseffen dat de duikleider voor hun plezier deze verantwoordelijkheid op zich neemt. Met name hij moet er alles aan doen wat redelijkerwijs in zijn vermogen ligt om een incident te voorkomen. Een duikleider dient zelf een voorbeeld te zijn en dient daarnaast ook de moed te hebben duikers indien nodig op reële gronden te adviseren niet te duiken onder zijn duikleiderschap dan wel uit te sluiten. Deze voorbereidingen dienen het duiken veiliger te maken en daarmee tegemoet te komen aan de eis, die de wet stelt in verband met de wettelijke aansprakelijkheid. Samenspel tussen duikleider en deelnemers is een noodzaak. Een duikleider heeft de steun van de bestuur maar dient bovenal de steun te krijgen van alle deelnemers aan de duik. Met het risico dat een duiker wellicht bereid is te nemen, belast hij of zij ook de duikleider, indien dat risico tot een incident of ongeval zou leiden. De duikleider dient bevoegd te zijn tot het leiden van een duikevenement, bijvoorbeeld doordat hij in het bezit is van de brevetspecialisatie Duikleider. 4.1.2. Taken van de Duikleider Een goede duikleider zorgt ervoor dat hij de zaak goed voorbereidt. Hij wint zoveel mogelijk informatie in, zorgt voor een goed voorbereid plan bij noodgevallen, raadpleegt de NOB Richtlijnen voor Veilig Duiken, houdt toezicht op de naleving daarvan en adviseert zonodig. De duikleider zorgt verder voor goede en vooral duidelijke afspraken. Overzicht van de taken van de Duikleider (DL): De DL maakt de duikplanning. De DL dient op de hoogte te zijn van de omstandigheden van de duikplaats, zowel boven als onder water en maakt een risico-inventarisatie. De DL stelt zich op de hoogte van het centrale alarmnummer, of van de adressen en telefoonnummers van: het dichtstbijzijnde ziekenhuis het duikmedisch centrum van de Koninklijke Marine te Den Helder (in de duikmap). De DL ziet toe op de naleving van de NOB Richtlijnen voor Veilig Duiken en adviseert zonodig waar hieraan niet wordt voldaan. De DL stelt zich nauwkeurig op de hoogte van het aantal deelnemers aan het duikevenement. De DL stelt de buddyparen samen, die verantwoordelijk voor elkaar zijn. Geadviseerd wordt om het duiken met drieën zo veel mogelijk te vermijden. De DL ziet toe op de persoonlijke veiligheid van elke deelnemer. De DL geeft voor de aanvang van de duik een briefing en zonodig extra advies aan de deelnemers. De DL kan één of meer stand-by duikers aanwijzen voor de duur van het evenement en bepaalt de uitrusting van deze duiker(s). De DL is tijdens de duik voor elke deelnemer herkenbaar en bereikbaar. De DL zorgt voor een geschikte EHBDO-koffer en zuurstofkoffer. De DL is verplicht bij een duikongeval onmiddellijk een reddingsactie te starten en te coördineren. De DL zorgt ervoor dat de duikplaats duidelijk gemarkeerd is met de vereiste duikvlag. De briefing -een korte samenvatting / instructie -dient zaken te omvatten zoals: de buddypaar-indeling, het stand-by plan en/of duikroulatie - 7 -

het duikplan (max. diepte en bijbehorende nultijd) en indien van toepassing: aanpassingen als gevolg van herhalingsfactoren. de verwachte situatie onderwater. instructie voor veiligheid en noodgevallen. voor nieuwkomers een beschrijving van de onderwater-stek. advies voor een veilige, maar ook voor een interessante en leuke duik. waar en hoe je te water gaat - 8 -

Bijlage 1. Ongevallen Checklist 1. Stand-by inzetten? Raak zelf niet in paniek! Rust verhoogt de effectiviteit van handelen. 2. Laat een ander de leiding overnemen van de duik. 3. Zorg voor opvang aan de kant: - hoe slachtoffer uit het water te halen - hoe te vervoeren - dekens - EHBO - hulp - vluchtauto - andere veiligheidszaken? 4. Zuurstofkoffer: spiekblaadje! 5. Slachtoffer onder controle stellen 6. Geen paniek in de omgeving! 7. Communicatie: algemeen alarm tel. 112 Duikmedisch centrum in Den Helder Bassingracht 106 Tel. 0223-658220 (bu. werktijd), 0223-653076 (overdag) Universitair Ziekenhuis Antwerpen Eenheid voor Hyperbarische geneeskunde Bruynstraat 200 Tel. +32 2 262 22 82 (24hr) - 9 -

Bijlage 2. Luchtembolie en Deco-ziekte Luchtembolie (bellen in de bloedbaan) Symptomen zijn: halfzijdige verlamming/ gevoelloosheid evenwichtsstoornissen spraakstoornissen geheugenstoornissen hoofdpijn/ stuiptrekkingen shock/ bewusteloosheid pijn in hartstreek acute ademstilstand acute hardstilstand Behandeling: stabiele zijligging 100% zuurstof onmiddellijk naar recompressie-centrum zo nodig: - mond op mond/ mond op neus beademing - hartmassage Deco-ziekte (belvorming in de bloedbaan vanuit de weefsels) Symptomen zijn: als hierboven onder Luchtembolie algemene malaise en vermoeidheid in de hersenen: verlamming, visuele/ auditieve stoornissen, snelle oogbalbewegingen, bewusteloosheid. in de spieren: spierzwakte, tintelingen en gevoelloosheid in de huid: jeuk, puntige vlekkige uitslag, zwelling in de gewrichten: gevoelloosheid, brandende/borende pijn. Behandeling: shockbehandeling (zie volgende bladzijde) anti stollingsmiddel stabiele zijligging 100% zuurstof onmiddellijk naar recompressie-centrum zo nodig: - mond op mond/ mond op neus beademing - hartmassage Shock (onvoldoende vulling van de bloedvaten als gevolg van een hartinfarct, decoziekte, luchtembolie, uitwendige bloeding) Symptomen zijn: onrustig, verward, soms bewusteloos (zuurstof naar hersenen) snelle polsslag snelle ademhaling klamme bleke huid misselijkheid, braakneigingen dorstig Behandeling: stoppen van oorzaak (bloedverlies) plat op de rug, hoofd iets omlaag en naar opzij. geruststellen, steunen geen drinken voorkom afkoeling (deken) zuurstof toedienen - 10 -

Bijlage 3. Brevetdoelstellingen 1*-duiker (Open Water Diver) De 1*-duiker is opgeleid om zelfstandig met minimaal een gelijkgebrevetteerde duiken te kunnen maken tot een diepte van 20 meter onder gelijke of lichtere omstandigheden dan waarin hij is opgeleid, mits hij te allen tijde binnen de nultijden blijft. De 1*-duiker duikt niet in getijdenwater. 2*-duiker (Advanced Open Water Diver) De 2*-duiker heeft ervaring opgedaan met het plannen en veilig uitvoeren van duiken onder diverse omstandigheden, zoals getijdenwater, nachtduiken en duiken naar dieptes groter dan 20 meter. 3*-duiker (Dive Master) De 3*-duiker is opgeleid als begeleidend duiker en duikleider en weet hoe te reageren bij een duikongeval. Ook de 3*-duiker duikt binnen de nultijden. Voor decoduiken is de specialisatie Decompressieduiken vereist. 4*-duiker (Master Scuba Diver) De 4*-duiker heeft 250 duiken duikervaring en tenminste 6 specialisaties. - 11 -