Preek Jesaja 63,7-14 Marcus 6,45-52 Jezus gaande over het meer Gemeente van Jezus, onze Heer, Marcus 6, vierde preek. Hoofdthema in Marcus: Nieuw Leven, het ligt voor ons klaar, we kunnen die weg inslaan. Kies daarvoor. We spraken over vertrouwen, moed en verwondering en vandaag over overgave, naar aanleiding van Jezus gaande over de zee. Zo staat het er nl. Jezus gaande over de zee. Deze gebeurtenis is weer een andere dan de storm op zee. Dat staat iets eerder in het verhaal. Jezus bevindt zich dan in het schip met de leerlingen, als er een storm opsteekt. Nú is het Jezus die vanaf de walkant over het water naar hen toe wandelt. In de Matteusversie staat toegevoegd hoe Petrus ook over het water wandelt, dan bang wordt en in het water zakt, Jezus reikt hem de hand. Gebeurtenissen uit het Jezus-verhaal die gaan over geloof en moed. Maar als je wat dieper naar de essentie gaat, dan hebben we het over vertrouwen en over overgave. Van de vier preken is deze misschien wel de meest theoretische. Maar overgave is dat totaal niet. Overgave is boven alle denken verheven, compromisloos. Het loont om eerst even te associëren over het werkwoord in die zin Jezus gaande over de zee het gaat om het Griekse werkwoord peripateioo meest vertaald met wandelen.
In het Nieuwe Testament vinden we dit werkwoord bijna honderd keer. Ook bij het begin van het Jezus-verhaal: Jezus wandelt langs de zee van Galilea, daar roept hij vissermannen in zijn dienst. Andere verzen waarin peripateioo wordt gebruikt: Leerlingen wandelen samen op met de Heer, en in Marcus 8, de blinde te Bethsaïda wordt genezen en zegt, ik zie de mensen als bomen wandelen. En als Jezus een leproos geneest en zegt: Neem uw matras op en wandel. De Emmaüsgangers wandelen samen op. Aan het NT-gebruik van dit werkwoord ontleent het populaire KRO-programma De Wandeling zijn naam. Wandelen, wandel-4-daagse, pelgrimeren, het is aantrekkelijk, geliefd en populair. En wat te denken van dat gedicht over die voetstappen in het zand. Eerst twee paar voetstappen en dan één paar voetstappen: Toen heb ik jou gedragen. Wandelen is in elk geval ook: Een zachte kracht. Zoals ook het stof van je sandalen schudden een zachte kracht is, weliswaar een waarschuwing. Jezus gaande over het meer is een daad waarin geen enkele agressie zit, een daad vol van vrede. Jezus doet het om zijn vrienden gerust te stellen. Aanvankelijk werkt dat niet, want ze schrikken als ze hem over het water zien aankomen en ze denken een spook te zien. Maar als ze zijn stem horen dan weten ze wel beter. Het is een vredevolle daad van uiterste overgave, het is een daad waarvan je hoopt dat mensen die het zien de wapens neerleggen,
ophouden met tirannie en vervolging en andere daden van waanzin, en in vrede en in liefde met elkaar samenleven. Er is veel gepreekt over Jezus gaande over de zee. Veel over geschreven. Er zijn ook veel moppen over, sommige leuk, andere minder smaakvol. De ene theoloog buit de daad van Jezus uit, de ander minimaliseert het gebeuren tot een fabel of een droom. Nico ter Linden zegt bij dit soort verhalen: Wel waar, maar niet echt gebeurd. Ik voel meer voor: Wel waar en nog echt gebeurd ook! Ik vind dat je in de kerk het evangelie hoog moet houden en vertrouwen en verwondering aan de dag mag leggen bij wat je leest. Dus niet eerst het verstand laten redeneren, maar je ziel openstellen voor deze daad van Jezus. Anders kun je de bijbel nl. net zo goed dicht laten. Centrale vraag in Marcus 6: Wat is er nodig, of wat heb jij nodig om met overgave te geloven? Overgave, net als verwondering, bedenk je niet, het gebeurt, het overkomt je, het verrast en overrompelt je. Het is een diepe, compromisloze ervaring. En daarom wezenlijk anders dan hoe ons leven vaak werkt. Wij verrekenen nl. vaak zaken met elkaar terwijl dat niet nodig of niet wenselijk is. Ik heb jarenlang getobd met de vragen rond de vroege dood van mijn moeder en mijn broer en enkele vrienden. In mijn denkproces daarover ging het dan vaak zo, dat ik dacht: Het is heel ernstig en verdrietig wat er gebeurd is, maar er zijn ook mooie dingen in het leven. Laat ik dan de balans eens opmaken. Mijn moeder is overleden toen ik 15 was, maar ik heb wel 14 hele bijzondere jaren met haar beleefd en ze heeft me ook heel veel meegegeven. Maar
daartegenover staat het gemis en het bittere gevoel bij wat er toen gebeurde. Mijn vragen van waarom, zo hoort het niet te gaan, hier heeft mijn moeder ook niet om gevraagd. Maar de andere kant van de weegschaal is: misschien ben ik wel pastor geworden, mede door die traumatische ervaring. Misschien, als mijn moeder oud had mogen worden, had ik wel niet hier gestaan, maar was ik een gevierd organist geworden, of een trouwe buschauffeur, want dat leek me ook zo mooi om te doen, op zo n grote bus rijden, met zo n groot bakelieten stuur. In mijn denken over al deze dingen was ik vaak bezig met de balans opmaken, en dan kijken hoe die uitvalt, was ik, anders gezegd, bezig met het verrekenen van de bittere en de mooie levenservaringen. En dan kijken of de balans positief of negatief is. In mijn denken hanteerde ik een soort roulerende rekening. Het is een wankel evenwicht en een soort plusminusgeloof dat mij niet bevredigt. Vaak bevindt ons geloofsleven zich in dat plussen en minnen. Als dit, dán dat. Als God dit niet doet, dan geloof ik dat niet meer. Of als jij zus en zo leeft dan kom je in de hemel. Die redeneertrant is totaal vreemd aan de Bijbel. De balans opmaken, plussen en minnen, we hebben het ook wel over een zgn. roulerende rekening, dat is een begrip waarmee in de pastorale theologie wordt beschreven hoe in familieverbanden bepaalde gebeurtenissen leiden tot verrekening of soms vereffening, maar nooit weggaan. Een krachtig voorbeeld is de erfenis die kinderen van NSB ers meekregen. Zij zelf hadden geen verkeerde dingen gedaan maar door de keuzes van hun ouders waren ze wel dubbel belast met dit verleden en kregen daarvan in zeker zin de rekening gepresenteerd. Dat heet dan roulerende rekening, dat je er nooit helemaal vrij van komt van bepaalde gebeurtenissen. Zo werkt het in het leven ook vaak. Ook in gemeenschappen in kerken, als er
zaken fout gaan, als er conflicten zijn geweest, dan kun je er maar donder op zeggen dat je daarvan op een later moment de rekening gepresenteerd krijgt. Overgave in het geloof is een stadium van zijn, waarbij je die verrekening, dat balans opmaken ontstegen bent. Overgave is innerlijk zo verrassend en authentiek, en compromisloos, dat dit verrekenen en wegstrepen en de balans opmaken niet meer aan der orde is. Daar ben je dan al aan voorbij. Voorbij aan het minnen en plussen. Nu is het wel zo dat we nog een aantal zaken moeten delen die met vertrouwen en overgave te maken hebben. Allereerst: Niet elke daad van overgave valt te prijzen. Overgave is op alles toepasbaar. Je kunt met overgave geloven, maar je kunt ook met overgave gruweldaden begaan. De man of vrouw die gisteren in Turkije dood en verderf zaaide door zichzelf op te blazen deed dat vol overgave. Maar die overgave bedoelt Jezus niet als Hij over de zee gaat. Jezus leven, sterven en verrijzenis en ook het gaan over het water willen maar één ding duidelijk maken: Hij zet alles in om de dood te overwinnen. Over de zee gaan is een daad tégen de dood. Tegen de angst, en vóór nabijheid en liefde. Dat is waar Jezus voor staat. Zo is God! Overgave in liefde, maar dan wel de liefde die de naaste geen kwaad doet. Bij overgave is het dus heel belangrijk welke intentie je van binnen hebt. Uiteindelijk gericht op de horizon van menswaardigheid, vrede en gerechtigheid. Dat mag de horizon zijn waarop mijn leven gericht is. Met vertrouwen en moed en verwondering en overgave mag ik mijn kompas op die horizon gericht houden, wat er ook gebeurt.
Gelukkig zien we in onze wereld heel veel mooie overgave. God zij dank is dat zo. Heel veel overgave zien we in de sport, en miljoenen mensen putten daar levensenergie uit. Heel veel overgave zien we in hulpverlening en bekwame zorgverlening. We zien de overgave van een kind, dat zich door een val heeft bezeerd, en daarna schreiend precies weet waar hij naar toe moet en moeder in de armen vliegt om getroost te worden. We zien overgave bij haar, die weet dat ze gaat sterven en die zegt: Ik ben niet bang. Gemeente dit is het einde van deze kleine Marcusserie. Woorden, intenties, inzichten, vergezichten, vragen ook. En de essentie van ons geloofsleven: Vertrouwen, moed, verwondering en overgave. Kan ik die essentie oefenen? Hoe kan ik zelf goed zorgen voor die kern, dat hart van mijn geloof? En hoe ondersteun ik de ander daarin? Daar zitten voor mij twee kanten aan: Zorg hebben voor je spiritualiteit heeft een rationele kant: Je mag jezelf blijven voeden met het Jezusverhaal, je mag blijven mijmeren en mediteren over wat Jezus doet en zegt en over wat het jou doet en brengt. Je mag blijven oefenen in geloofswoorden, blijven zingen, blijven bidden. Je mag kritisch blijven over theologie en de keuzes die daarin gemaakt worden. Je mag verstandig vasthouden aan geloofsopvattingen, wel graag met diezelfde horizon: menswaardigheid, vrede en gerechtigheid. En er zit een emotionele kant aan het goed zorgen voor je spiritualiteit. Ook dat kun je oefenen. En die oefening helpt je om boven je denken uit te stijgen, om het plussen en minnen los te laten en je angst en twijfel te overtreffen. Voor mij persoonlijk begint de goede zorg voor mijn spiritualiteit op het moment dat mijn denken overstegen wordt;
het overkomt mij het meest bij muziek die mijn hart raakt, overrompeld door schoonheid valt alle vrees van mij af. Misschien hebt u ook wel zo n hele persoonlijke ervaring, die u helpt om te geloven. Een goede tip is ook: Draag een geloofszin als een kleine mantra mee, die je regelmatig uitspreekt, hardop of in jezelf. En herhaal die zin, die paar woorden, steeds weer, als je houvast, je anker. Ik moet dan denken aan die vele huizen waarin aan de muur een Bijbelvers of een mooie spreuk hangt. Waarom hangen we die aan de muur? Om ons als een soort mantra er steeds weer aan te herinneren. Want we hebben het zo nodig dat we het onszelf inprenten. Welke kleine zin, welke woorden, zou u altijd bij de hand willen hebben, mijmerend, zingend? In Jezus Naam? Als houvast voor heel het leven? Voor mij zijn het de openingswoorden van Psalm 116: God heb ik lief. God heb ik lief. God heb ik lief. AMEN