ROGER BRUSHLESS Handleiding AGILIK-slagboom voor installateurs

Vergelijkbare documenten
ROGER TECHNOLOGY. Besturingseenheid H70/104AC-105AC. 1 Inleiding

ROGER TECHNOLOGY. Besturingseenheid H70/104AC-105AC

ROGER TECHNOLOGY. Technische handleiding R30 met besturingseenheid H70/104 AC

ROGER BRUSHLESS Sturing voor 2 motoren B70/2DC

ROGER TECHNOLOGY Handleiding besturingseenheid H70/103AC voor installateurs

ROGER TECHNOLOGY. Besturingseenheid H70/104AC-105AC

BR20 - serie met EDGE1. Lineaire motoren BR20 met EDGE/1 sturing 36V

ROGER TECHNOLOGY. Besturingseenheid B70/2DC voor BRUSHLESS

BR21 - serie met EDGE 1. Ondergrondse motoren BR21 met EDGE/1 sturing 36V

ROGER TECHNOLOGY. Technische handleiding R23 met besturingseenheid H70/200 AC

Fototest aansluiting. Besturing aansluiting MATRIX BULLSC/15 SC. Encoder aansluiting. Uitgang aansluiting SCA of tuinverlichting.

ROGER TECHNOLOGY. Technische handleiding R21 met besturingseenheid H70/200 AC

ROGER TECHNOLOGY. Technische handleiding M20 met besturingseenheid H70/200 AC

GEBRUIKERSHANDLEIDING

STARG STARG8 AC Versie

STURING R70/2AC : 2 motoren

LCD scherm va LCD scherm

KIT OVO. De automatisering moet worden onderworpen aan onderhoud op een regelmatige basis om een goede werking te garanderen.

LCD scherm ve LCD scherm

Handleiding KCVR9NE KCVR9NE

BM30 SERIES De digitale kennis van vandaag opent uw schuifpoort

ROGER TECHNOLOGY. Technische handleiding R20 met besturingseenheid H70/200 AC

900-CT2-24 V voor ps200-ps300-ps400-sn50-sc50

Handleiding voor de installatie van de vleugelhekopener, type 400

HANDLEIDING VLEUGELHEKOPENER

Ontvanger met GSM-transmissie GSM 700

DE HEKAUTOMAATSPECIALIST

Gebruikershandleiding

TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00

ADVANTAGE. L /2010 rev 0. system ONE2 WI ONE2 WB INSTALLATIEHANDLEIDING

parameters instellen van RSA H Z

DucoBox Silent Connect

G. Schottert Handleiding Freekie 1. Nederlandse handleiding. Freekie DMX ADRES INSTELLINGEN 1

Klemmenblok. Werking Van De Besturingslogica

Montagevoorschriften

Besturing A3 F ALGEMENE KENMERKEN

InteGra Gebruikershandleiding 1


ROGER Belgium SCHUIFHEK OPENER R30 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN R30 MODELLEN R30/ R30/ R30/ R30/1209

ROGER TECHNOLOGY. Ondergrondse motor H21-Serie

Installatiehandleiding

ROGER TECHNOLOGY Handleiding voor de installateur motor serie R41

AC ZONE ALARMCONTROLLER MET DEURBEL HANDLEIDING

27/03/2014. GSM102 2 relais GSM OPENER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Handleiding ALFANET 70-Clock

starg8 smart traditional electronic for all gate MOtOrs control units

ONDERSTEUNENDE HANDLEIDING VLEUGELPOORTOPENER SW31000 UG

Handleiding Brel Bi-directionele Radio motor met Lithium-ion batterij Type BLE

HBJR Garagedeuropener Deel 1: Installeren

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur

L /2008 rev 0 BE.PROXY BE.READ INSTALLATIEHANDLEIDING

TECHNISCHE GEGEVENS U.M. CE.C

1. Beschrijving van de basis stuurkast

handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V

ROGER TECHNOLOGY. Codeklavier H85/TDR - draadloos

2-KANAALS RF AFSTANDSBEDIENINGSSET

Timer TI 100. Nederlandse Handleiding. w w w. b i t n e d e r l a n d. n l

4 Knops afstandsbediening

ELVA Security

ELWSE sturing met BOX10

II PROGRAMMEERBARE STURING

AGILIK SLAGBOOM Technische handleiding slagboom AGILIK

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: HANDLEIDING

GSM500 PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Installatiehandleiding

PACK TYXIA 541 et 546

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

POLARIS PROGRAMMEERBARE STURING

FP400-serie. Klassieke microprocessorgestuurde brandmeld- en detectiepanelen. Gebruikershandleiding

TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: Uitgifte datum:

Parameter menu In de tabel hieronder worden de hoofdfuncties die beschikbaar zijn in de motorsturing weergegeven. MENU TCA TM TPED TSM PNO FUNCTIE Aut

Drukknop binnen toe te passen

GECODEERDE FOTOCELLEN IR/IT 2241

BDS-001, besturing voor handbediende schuifdeuren

All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260

PROGRAMMEERBARE STURING

Inhoudsopgave. Handleiding: MC v2.0a. Pagina - 1 -

CAMZWEXT3N CCTV BEVEILIGINGSSYSTEEM : ACTIVERING VIA AUDIO & BEWEGING - VIDEOSTARTER

Beknopte handleiding NF3000 INHOUDSOPGAVE

Handleiding Brel Radio motor Type MLE

Het Keypad (met segmenten)

AUTO ON OFF BEDIENINGSHANDLEIDING RC 5

MC 885 HL CMP Hoog/Laag Brander Thermostaat

Handleiding digicode: Promi500 Kaarten en codes

Bedieningen Dutch - 1

Afstandsbedieningshandleiding IR NED: Cassette model airconditioner CTS-12-SET CTS-18-SET CTS-24-SET

Auto Alarm FM5000 FM500 FM600 FM700 LCD MINI

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY

Algemene beschrijving

Handleiding Teknatool houtdraaibank Nova DVRxp Nederlands bij gebruik van de originele Engelse handleiding

Gebruiksaanwijzing ALFA 85 Koel Thermostaat met fanen ontdooisturing

HD-CVI Verkorte handleiding

Installatiehandleiding

CC400 Gebruikershandleiding

DucoBox Focus HANDS ON. BE(nl)

ROGER Belgium KIT MOTOR MET KNIKARM R23 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN AFMETINGEN. Nominaal vermogen. Openingstijd voor 90 Thermische veiligheid 140 C

Gebruikshandleiding E515

Handleiding. 1. Over Bluetooth Speakerphone

Transcriptie:

IS88 Rev.00 21/04/2014 ROGER BRUSHLESS Handleiding AGILIK-slagboom voor installateurs

1 Inleiding Deze handleiding is enkel bedoeld voor gekwalificeerde technici voor het installeren van de sturing. De handleiding is niet bedoeld voor de eindgebruiker. De handleiding is specifiek voor sturing AG/CTRL voor de Roger AGILIK slagboom en kan niet gebruikt worden voor andere motoren. Lees aandachtig de instructies voor het installeren van de motor. Om elektrocutie te vermijden, verbreek de stroom bij het installeren van de sturing. De installatie mag enkel gebeuren volgens de richtlijnen van de handleiding. Let erop dat de kabels aangesloten worden op de vereiste spanning. Controleer ook de aarding aan de motorzijde en de controleunit. 2 Technische fiche van AG/CTRL VOEDINGSSPANNING 230Vac ± 10% 50Hz MAX. VERMOGEN 270W AANTAL MOTOREN 1 SPANNING MOTOR 36Vac TYPE MOTOR ROGER BRUSHLESS MAX. VERMOGEN MOTOR 130W MAX. VERMOGEN KNIPPERLICHT 5W (24Vdc) MAX. VERMOGEN BOOMLICHTJES 12W 24Vdc MAX. VERMOGEN ELEKTRISCH SLOT 10W 12Vdc MAX. VERMOGEN SIGNALISATIELICHT 3W 24Vdc SPANNING ACCESSOIRES 10W (24VDC) WERKINGSTEMPERATUUR -20 C +60 C VEILIGHEIDSGRAAD IP4X 3 Productbeschrijving De AG/CTRL besturingseenheid kan het automatiseringssysteem controleren door middel van 2 magnetische encoders met hoge resolutie. Encoder 1 is gemonteerd op de achterzijde van de borstelloze motor en het is bedoeld om de motor aan te sturen. Terwijl encoder 2 aan de zijkant van de tandwielkast is gemonteerd en regelt de positie van de slagboom, zelfs als deze is ingesteld op de handmatige modus. Digitaal signaal zorgt voor een hoge prestatie, betrouwbaarheid en intensief gebruik. De afdekkap is bestemd voor de installatie van een dubbele LED signaleringssysteem, gemaakt van een master board en een slave board. Deze kan worden geconfigureerd als knipperend of semafoor. Bovendien kunnen er ook LED-lichtjes op de boom, fotocellen, mechanische band, sleutelschakelaar, externe knipperlicht, ontvanger, LED die open en sluiten aanduidt, een klok, aangesloten worden. Er zijn twee configuraties mogelijk: de eenvoudige dat aan de meerderheid van de installatie voldoet en een geavanceerde, waar de automatisering kan worden aangepast. 4 Beschrijving van de aansluitingen Figuur 1 toont het aansluitingsschema van de voeding, de motoren en de zekeringen. De voeding aansluitblok is voorzien van een 5x20mm vertraagde 1A 250V (T1A), waarbij de primaire transformator beschermd wordt. Het bord heeft 3 zekering-stijlen (ATP 257), F1 van 10A (bescherming van de stroomkring), F2 van 4A ( bescherming van het elektrische vergrendeling) en F3 van 3A (bescherming van de sturing en de accessoires). In figuur 2 en 3 worden de verbindingen van de ingangen en de uitgangen onder de beschrijving van verschillende terminals beschreven. 1 BATTERY, positieve pool van de 24V batterij 2 BATTERY, negatieve pool van de 24V batterij 3,4 SEC2, secundaire circuit van de transformator voor sturing en accessoires 5,6 SEC1, secundaire circuit van de transformator voor de motor voeding (26Vac) 7,8,9 Fase X,Y,Z Roger borstelloze motor 10 COM, gemeenschappelijke in - en uitgangen in laagspanning 11 SC, open/sluiten LED (24Vdc, 3W), optie, deze terminal kan ook aangesloten worden op de voedingskabel van de

fotocellen TX (pas na het instellen van parameter, in geavanceerde modus), zodat de functie test fotocellen is ingeschakeld. 12 +LUCI, lichten op de slagboom, optioneel. 13 COM, gemeenschappelijke in - en uitgangen in laagspanning 14 24Vdc, voeding voor externe apparaten, max. 10W (400mA) 15 ES, Elektrische vergrendeling (12Vdc): max. 10W 16 LAM, extern knipperlicht (24Vdc): max. 5W 17,18 COM, gemeenschappelijke in - en uitgangen in laagspanning 21 ST, Stop commando 22 COM, gemeenschappelijke in - en uitgangen in laagspanning 23 COS, Veiligheidsband 24 FT, fotocel 25 COM, gemeenschappelijke in - en uitgangen in laagspanning 26 Antennemast voor radio-ontvanger met koppeling (bij gebruik van een externe antenne, sluit hem aan op de RG58 kabel. 27 Ontvangstantenne 28 COM, gemeenschappelijke in - en uitgangen in laagspanning 29 PED, contact voetgangersopening 30 PP, ingang stap per stap commando 31 CH, ingang sluit-commando 32 AP, ingang open-commando 33 PP, ingang klok-commando 34 COM, gemeenschappelijke in - en uitgangen in laagspanning BELANGRIJK! a) Alle veiligheden die niet gebruikt worden en die een normaal gesloten contact voorzien (N.C.) moeten overbrugd worden op de COM klemmen (gemeenschappelijk in-en uitgangen in laagspanning), of indien mogelijk kun je ze uitschakelen door volgende complexe parameters te wijzigen: par. de fotocellen, de gevoelige boord. Er zijn enkele connectors aanwezig: ENC1, connector voor encoder 1 (7 draden, op de motor geïnstalleerd, fig. 6) ENC2, connector voor encoder 2 (6 draden, op de tandwielkast geïnstalleerd, fig. 6) LED LIGHT, connector voor lampen of semafoor signalisering (fig. 7) SLOTEN, aansluitingen voor veiligheid, beide aansluitingen moeten worden aangesloten, indien er slechts 1 veiligheid wordt aangesloten, plaatst u een brug op de andere connector (fig. 5) RECEIVER CARD, connector voor radio-ontvanger met koppeling. BATTERY CHARGER, connector voor batterij oplader met koppeling. 4.1 Standaardconfiguratie fotocellen Ingang FT1 is ingeschakeld als een productiestandaard. In de tabel vindt u de standaardconfiguratie van de fotocellen en gerelateerde parameters van de uitgebreide modus. Als er geen fotocellen worden geïnstalleerd: Of hun terminals met de COM klem elektrisch overbruggen. Parameter Omschrijving Standaardinstelling FT1 gedrag na onderbreking straal bij opening FT1 gedrag na onderbreking straal bij sluiting FT1 in alarm verhindert elke werking van de motor 0 (Negatief) 2 (Omkering, poort opent) 1 (negatief, laat opening toe)

4.2 standaardconfiguratie veiligheidsbanden Ingang COS is uitgeschakeld als een productiestandaard. Indien er toch een veiligheidsband is ingeschakeld, stelt u par. uitgebreide modus op De veiligheidsband is enkel actief als de slagboom sluit. van de 4.3 Aansluiting van de motor op de encoder. De motor is aangesloten in de fabriek. Waarschuwing!!! Als om welke reden de draden van de motor worden verbroken van de terminal, moet er een herprogrammering worden uitgevoerd. Sluit de verbindingskabel enkel aan en af als de stoomvoorziening naar de besturingseenheid wordt afgesneden, anders kan er storing plaatsvinden. 4.4 Radio-ontvanger met koppeling De ontvanger (fig. 1) biedt de afstandsbediening functies via de radio. In de eenvoudige modus worden ze als volgt ingedeeld: PR1: stap-voor-stap-commando (kan worden gewijzigd met par. in uitgebreide modus). PR2: voetgangers opening-commando (kan worden gewijzigd met par. in uitgebreide modus). 5 Functie Display-Functiemodus Het display kan verschillende informatie geven afhankelijk van de geactiveerde functie: Bedienings-en veiligheidsmodus: De status van de stuuringangen wordt weergegeven met twee cijfers links, de status van de beveiliging wordt weergegeven met twee cijfers rechts. Na het opstarten van de besturingseenheid start het op in deze modus. Als dit niet verschijnt kan u op de knoppen UP en DOWN drukken tot de Status mode op het display verschijnt of druk kort op de knop PROG. De status-mode kan u vinden na de laatste parameter of voor d eerste parameter. Parametermodus: de twee linkse cijfers tonen het nummer van de parameter, de twee rechtse cijfers zijn nummers: Bijvoorbeeld: - Gewone modus: - Volledige modus: In de uitgebreide modus wordt de naam van de parameter benadrukt door de aanwezigheid van twee verlichte decimalen en door de letter voor de parameters onder 10. Dit verschilt van de eerste 10 parameters van de vereenvoudigde modus. Stand-by-modus: De Led-power knippert, dit toont de aanwezigheid van stroomspanning (= decimaal punt helemaal links). Het schakelt automatisch over naar stand-by na 30 minuten inactiviteit. Test-modus: De twee linkse cijfers tonen de naam van de geactiveerde parameter (5 sec. zichtbaar); de twee rechtse cijfers (knipperen) tonen het nummer van de terminal van de veiligheidsvoorziening in alarm (indien aanwezig). De knipperende code wordt weergegevens als de besturing klaar is om een opdracht uit te voeren. Om deze modus te verlaten, drukt u nogmaals op de knop TEST. 5.1 Bedienings- en veiligheidsmodus De ingangen worden weergegeven op het display op de volgende manier: Wanner de input is gesloten, verschijnt het bijhorende segment. De segmenten die overeenkomen met een commando (open contacten) worden ingeschakeld na ontvangst van een commando. De segmenten die overeenkomen met de bescherming van de veiligheid moeten worden ingeschakeld (gesloten contacten). Als ze zijn uitgeschakeld, staan ze in staat van alarm. Beveiliging is gedeactiveerd: de LED pinkt op het display.

5.2 Parametermodus UP Volgende parameter DOWN Vorige parameter + Verhoog de parameter - Verlaag de parameter PROG Programmeer TEST Test-modus 5.2.1 Parameter wijzigen U kunt met behulp van de UP en DOWN knoppen de te wijzigen parameters bekijken, u kan daarna met de + en knoppen veranderen van waarde (het nummer rechts begint te knipperen). Door de vinger op de toets te houden, na een seconde zal het snel glijden worden geactiveerd, zodat u de parameter sneller kan veranderen. Om de waarde op het display op te slaan, wacht een paar seconden of ga naar een volgende parameter met de knoppen UP en DOWN (het hele display knippert snel, dit heeft aan dat de parameter is opgeslagen). OPMERKING: de numerieke waarde van de parameters met de + en te wijzigen is alleen mogelijk wanneer de motor is uitgeschakeld. De raadpleging van de parameters is altijd mogelijk. De volgorde van de parameters in de vereenvoudigde modus worden aangegeven in onderstaande tabel: Parameter Functie Waarde Beschrijving Boom tot 3m Lengte slagboom Boom tot 4m Boom tot 6m Niet actief Automatische sluiting Max aantal pogingen tot hersluiting Geen enkel limiet van aantal pogingen hersluiting Pauzetijd Automatische sluiting na stoompanne Pauzetijd, hersluit na volledig opening 2 minuten 9 minuten OFF, zal niet sluiten als stroom terug is ON, zal sluiten als stroom terug is OFF AAN Slagboom licht Voorknipperen AAN als slagboom gesloten is KNIPPEREN als slagboom in beweging is Snelle knippering als slagboom stil staat, knipperen wanneer de slagboom in beweging is OFF Duurtijd in seconden 5 seconden, of knipperen bij sluiting

Openen-stoppen-sluiten-stoppen Gedeeld, hersteld de time-out tijd Stap per stap Gedeeld, sluit de boom vanuit open positie Openen-sluiten-openen-sluiten Openen-sluiten-stoppen-openen-sluiten Vast Activatie knipperlicht 1 knippering per seconde (1Hz) traag (opening), snel (sluiting) versnelling tijdens het openen Aanpassing van de snelheid in opening vertraging tijdens het openen versnelling tijdens het sluiten Aanpassing van de snelheid in sluiting vertraging tijdens het sluiten Aanpassing beknellingsbeveiliging Remmen Positie van de slagboom in relatie met de voorbijgangers 01= kort, 10 = verlengde versnellingsperiode 01= min. Snelheid, 10 = max. snelheid 01= korte, 10= verlengde vertragingsperiode 01= kort, 10 = verlengde versnellingsperiode 01= min. Snelheid, 10 = max. snelheid 01= korte, 10= verlengde vertragingsperiode 01= lage interventie, 09= hoge interventie Niet beschikbaar 01= plots remmen, 10 zacht remmen Links, kijk naar de voorbijgangers langs binnen Rechts, kijk naar de voorbijgangers langs binnen BELANGRIJK! De selectie van de parameter ( in de uitgebreide modus) moet in overeenstemming zijn met de afmetingen van de slagboom. Bijvoorbeeld de 6m boom heeft een andere versnelling dan de 3m of de 4m boom. De selectie van die parameter is zeer belangrijk voor een goede werking van de automatisering en voor het vermijden van mechanische schade aan de tandwielkast. Dit is de reden waarom er in de fabrieksinstellingen een boom van 6 meter als standaard wordt gezien. Die heeft een lagere snelheid en versnelling. Met de betrekking tot de keuze van de parameter ( in de uitgebreide modus) zullen niet alle waarden van de parameter ( in uitgebreide modus) beschikbaar zijn; dit voor veiligheidsredenen. De verantwoordelijkheid ligt bij de installateur om dit correct in te voeren. PAS OP! De parameters en ( en in uitgebreide modus) zijn bijzonder kritisch en de wijzigingen daarvan kunnen storingen veroorzaken. Om deze te voorkomen moet de stroomtoevoer afgesneden zijn tijdens het wisselen van hun waarden. Het systeem moet opnieuw worden opgestart en worden herprogrammeerd. 5.2.2 Fabrieksinstellingen herstellen Nota! Dit is enkel mogelijk wanner u geen paswoord hebt ingesteld om uw instellingen te beschermen. (Indien paswoord: kijk verder in de handleiding. Verbreek de spanning van de centrale, druk gelijktijdig op de knoppen UP en DOWN, gelijktijdig zet je de centrale terug onder spanning. Blijf drukken op de knoppen, na 4 seconden toont het display: (knipperend). Dit betekent dat de fabriekswaarde hersteld zijn. Nota! Parameter in geavanceerde modus en in eenvoudige modus zijn niet hersteld. Deze worden manueel ingesteld.

5.2.3 Veranderen van de functiemode De centrale heeft 2 functiemodussen: een vereenvoudigde of een uitgebreide modus. In de uitgebreide modus kan de installateur met een groot aantal parameters werken, maar deze vereist een meer onderlegde kennis van het product. In de vereenvoudigde modus geeft men enkel een beperkt aantal parameters om te wijzigen. Deze modus raden wij dan ook aan voor de installateur die een mindere kennis heeft van het product.!!! Dit product verlaat de fabriek in vereenvoudigde modus met een aantal, dat voor de meeste installaties zeker voldoen. Enkel indien men dit wenst kan men de modus veranderen door de volgende procedure te gebruiken: - Houdt de beide knoppen UP en DOWN gelijktijdig ingedrukt, gedurende 4 seconden, daarna zal op het display de vermelding verschijnen waarbij de uitgebreide modus wordt weergegeven. > Het verschijnen van 2 decimale punten op de twee linkse cijfers (het parameternummer) > De letter A in parameters minder dan 10 (= te onderscheiden van de vereenvoudigde versie. EENVOUDIGE MODUS 4 sec. indrukken NB: De operatie van overschakelen van modus, kan meerdere keren worden uitgevoerd. UITGEBREIDE MODUS Tabel in 10: parameters voor uitgebreide modus.!!! De sequentie van de parameters eenvoudige modus is niet hetzelfde als deze van in de uitgebreide modus zodanig dat het noodzakelijk is dat men steeds de parametertabel raadpleegt. 3.5.3 Standby-modus Na 30 minuten van non-activiteit, komt de sturing op standby. Dan zult u enkel een knipperende power zien. De activatie van de stand-by mode activeert de sturing automatisch weer in vereenvoudigde modus, ook als deze veranderd werd door de installateur. De modus blijft in rust op het display, maar de sturing is altijd klaar om opdrachten uit te voeren. Om de weergave in te schakelen met je op een van de knoppen UP of DOWN drukken. 3.5.4 Test-modus Je kunt dit activeren door de TEST-knop in te drukken, wanneer de motoren uitstaan. Indien dit niet het geval is, heeft de TESTknop een commando STOP uit. Enkel bij een nieuwe succesvolle activatie van de TEST-knop komt met in de TEST-modus. Deze wordt als volgt weergegeven: (a) naam van het commando (b) het nummer van de klem van veiligheid in alarm in volgorde van prioriteit (a) (b) Deze modus stelt u in staat om de activering van commando s en beveiligingen visueel te inspecteren. Wanneer u een commando of beveiliging activeert, zal de besturing kort knipperen: > het commando wordt geactiveerd (op het linkse deel, vast licht voor 5 seconden) > het nummer van de klem (op het rechtste deel, knipperend, zolang de veiligheid in staat van alarm staat) Na 10 seconden van inactiviteit komt de besturingseenheid opnieuw in modus van normaal functioneren. Indien u vroeger 10 seconden uit de Test-modus wil gaan, is het voldoende om 1 maal op de RESET-toets te drukken.

6 Installatie Het is noodzakelijk om de besturing te programmeren om een correcte werking van het bedieningspaneel te verzekeren. WAARSCHUWING! Voor u verder gaat zorg ervoor dat: - De veer goed uitgebalanceerd is: ontgrendelde boom en plaats hem in een hoek van 45. De boom moet in balans blijven. Door het naar boven te bewegen, heeft het de neiging naar omhoog te gaan. Door naar beneden te bewegen, heeft het de neiging om naar beneden te bewegen. Indien deze voorwaarde niet wordt voldaan, stelt u de veer zoals aangegeven in de mechanische installatie-instructie. Voor het vergrendelen van de boom, handmatig verplaatsen tot een volledige sluiting. - De verbonden veiligheden zijn in rust. De niet aanwezige veiligheden zijn overbrugd of uitgesloten door de relatieve parameter. - Als een van de beveiligingen in staat van alarm staat, zal u niet in staat zijn toegang te krijgen tot de installatie-modus. Het display verandert in testmodus en geeft de input die in staat van alarm is. - Als u probeert toegang te krijgen tot de Installatie-modus, maar man aanwezig ( ) zult u niet in staat zijn om dit te doen en zal display tonen. - Het programmeren wordt onderbroken (met foutmelding ) in volgende situaties: > De TEST-knop wordt ingedrukt. > Een van de beveiligingen (fotocellen, mechanische banden, stop drukknop) is ingeschakeld. - Eenmaal in set-up modus; in plaats van de PROG toets kan de radio-control toets worden ingeschakeld voor de functie Stap-voorstap. 6.1 Instelling van de beweging PAS OP! - Zorg ervoor dat de mechanische eindschakelaars worden aangepast om de verticale en horizontale positie van de slagboom te waarborgen. - Plaats de slagboom volledig dicht voor het activeren van de setup-modus. Om de installatie-modus te activeren: druk 5 seconden op de knop PROG: het display toont:. Draai de ontgrendelsleutel tegen de klok om, tot het einde van de slag is bereikt. Na een paar seconden op het scherm zal verschijnen en de motor timing fase zal starten (deze bestaat uit het meten van de operationele parameters). Als de motor timing fase mislukt, zal verschijnen: herhaal de installatieprocedure. Als het probleem aanhoudt, zorg ervoor dat de aansluitkabel ten opzichte van encoder 1 op de motor goed geplaatst is. Als de motor timing fase met succes is afgerond, zullen de parameters worden opgeslagen en de boodschap knippert op het display. Draai de ontgrendelingsleutel met de klok mee tot het einde van de slag is bereikt. Het mechanisch systeem is weer verbonden met de motor en op dit punt kan de werkelijke setup beginnen. Op het display verschijnt het bericht en de motor is gestart. Na het bereiken van de mechanische koppeling, zal de slagboom zich openen in een lage snelheid. Na het bereiken van de opening zal de slagboom na een korte pauze sluiten. Waardoor: - de installatie is mislukt, op het display verschijnt : herhaal de installatieprocedure - indien het met succes is afgerond, zal setup-modus starten: zo kan je doorgaan met de aanpassingen. 6.2 Aanpassingen Na het instellen van de beweging kunnen we doorgaan met de verdere instellingen zoals versnelling en vertraging. Zorg ervoor de gekozen waarden geschikt zijn voor de goede werking van de slagboom. Wanneer de slagboom het einde van de beweging komt, moet het in contact komen met de eindschakelaar in een lage snelheid. Deze fase wordt aangepast met behulp van parameters. De par stelt de naderingssnelheid naar de mechanische eindschakelaar, meestal een waarde van en is aangewezen, aangezien de langzame snelheid de algemene beweging (trillingsvrij) verbeterd. De naderende afstand wordt door par. (opening) en par. (sluiting) ingesteld, voor slagbomen tot 4m lang, een maximale waarde moet voldoen aan de eisen, terwijl voor een 6m boom een grotere waarde, ook met de aanwezigheid van een steunvoet nodig is. De naderende aanpassingen in de slotfase kan u het trillen van de slagboom verminderen en een onjuist leunende voet vermijden.

7 Fotocel Test-modus Aansluiting van de voeding van de fotocellen op de klem SC (nr. 11, fig. 8) en niet op klem nr. 13, en par. selecteren (in de uitgebreide mode) zo activeert men de fotoceltest. Bij ieder commando worden de fotocellen afgesloten en opnieuw gevoed. Terwijl de staat van het contact wordt gecontroleerd. Enkel indien het resultaat van de test correct is zullen de motoren actief zijn, anders blijft men staan op STOP.!!! In deze modus geeft de klem SC altijd een voeding 24V AV, zodat het niet mogelijk is om deze uitgang te gebruiken om een signaallamp slagboom open aan te sluiten. Als er een batterij is geïnstalleerd, is het raadzaam om de voeding van alle externe apparaten aan te sluiten aan klem SC (nr. 11, fig. 9) en stel par. of in. In beide instellingen worden de levering aan klem SC 11 afgesneden, wanneer de automatisering nog volledig geopend of gesloten staat en het wordt aangedreven door een accu. 8 Foutsignalen De functieparameters zijn gememoriseerd in een geheugen EEPROM met geschikte besturingscodes die de exacte waarde kunnen garanderen, een fout in de parameters wordt weergegeven op het display en tegelijkertijd zal de besturing niet toestaan om het commando te activeren. Voorbeeld: (fout in parameter ) EE duidt op de aanwezigheid van een fout. De besturingseenheid wordt geblokkeerd tot de juiste waarde wordt hersteld. LET OP: in geval van een fout in de parameter, wordt steeds de nummering weergegeven uit de uitgebreide modus (tabel paragraaf 4.6), ook wanneer de vereenvoudigde modus is geactiveerd. De volgende fouten worden ook gemeld: Kalibratiefout, systeem blokkeert. Sluit de spanning af, wacht 10 seconden en vernieuw de spanning. De amper metrische beveiliging van de motor is ingeschakeld. Om de motor te starten, druk 2 maal op de knop TEST. Fout in de gegevens i.v.m. de lengte van de slag. Het is noodzakelijk om te herprogrammeren; het is mogelijk om op het scherm de parameters te tonen door de ontgrendelen met de TEST-toets. Geen motor aangesloten, sluit de kabels aan naar de motor. Het signaal knippert: de mechanische ontgrendeling is geactiveerd, de deur naar de slagboom is geopend of de STOP- toets (indien geinstalleerd) is al meer dan 3 sec. ingedrukt. Daarnaast zijn er ook encoder-fouten: Encoder 1 is niet aangesloten. Controleer de verbinding. Encoder 2 is niet aangesloten. Controleer de verbinding. Ernstige storing van encoder 1. Druk op de test-toets en kijk of het zich opnieuw voordoet. Wanneer dit het geval is, verbreek de stroomtoevoer en na 5 seconden start je opnieuw op. Als er opnieuw een storing voordoet, vervang de encoder. Ernstige storing van encoder 2. Druk op de test-toets en kijk of het zich opnieuw voordoet. Wanneer dit het geval is, verbreek de stroomtoevoer en na 5 seconden start je opnieuw op. Als er opnieuw een storing voordoet, vervang de encoder. Tijdelijke storing van encoder 1. Druk op de test-toets en kijk of het zich opnieuw voordoet. Wanneer dit het geval is, verbreek de stroomtoevoer en na 5 seconden start je opnieuw op. Als er opnieuw een storing voordoet, vervang de encoder. Tijdelijke storing van encoder 2. Druk op de test-toets en kijk of het zich opnieuw voordoet. Wanneer dit het geval is, verbreek de stroomtoevoer en na 5 seconden start je opnieuw op. Als er opnieuw een storing voordoet, vervang de encoder. Fout in het meten van de hoek van encoder 1. Fout in het meten van de hoek van encoder 2.

9 Mechanische ontgrendeling Wanneer u de slagboom mechanisch ontgrendeld, zodat u deze handmatig kan verplaatsen wanneer de besturingseenheid actief is worden volgende functies uitgevoerd: - De ontgrendeling wordt aangegeven door het display (knipperend). Het zal verdwijnen wanneer de blokkerend situatie wordt hersteld. - De handmatige beweging van de slagboom wordt aangegeven door het activeren van het knipperlicht en signalisatielampjes op de slagboom. 10 Uitgebreide modus Hieronder worden enkele parameters weergegeven, die elk een eigen waarde hebben om de werkwijze te begrijpen. NOTA! De derde kolom, het gaat hier om de waarde die het meest overwogen wordt bij de meeste installaties.!!! Afhankelijk van de gekozen modus, zijn sommige parameters niet zichtbaar, wanneer ze niet tot de installatie behoren! De tabel met parameters voor de uitgebreide modus. De standaardproductie waarde staat naast het parameternummer. Standaardinstelling Lengte van de slagboom 0 = tot 3m 1 = tot 4m 2 = tot 6m Automatische hersluitng na een bepaalde pauzetijd 0= OFF (geen automatische sluiting) 1-15= Aantal pogingen tot sluiting (onderbroken door fotocel) voor volledige opening. 99= zal altijd proberen te hersluiten, zonder limiet aantal pogingen. Automatisch sluiten na stroompanne 0 = OFF (zal niet sluiten als de stroom terug is) 1 = ON (zal sluiten als de stroom terug is) STAP VOOR STAP (PP) 0 = OPENEN STOPPEN SLUITEN - STOPPEN - OPENEN 1 = PP COMMANDO, enkel openen wanneer compleet geopend,bernieuwt de pauzetijd 2 = PP COMMANDO, enkel openen wanneer compleet geopend,bij commando sluit ze 3 = OPENEN SLUITEN OPENEN - SLUITEN 4 = OPENEN SLUITEN STOPPEN OPENEN Voorknipperen licht 0 = OFF het knipperlicht is enkel actief bij beweging van de poort 1-10 = duurtijd in seconden pré-actie van het knipperlicht 99 = pré-actie van het knipperlicht gebeurt niet bij opening, maar wel gedurende 5 sec. bij sluiting Voetgangersdoorgang(PED) 0 = OFF (menu voetgangers OPEN-STOP-CLOSE-STOP-OPEN- ) 1 = ON (voetgangers enkel open) Dodemansbediening 0 = OFF normale functie 1 = ON de slagboom beweegt enkel na het blijven drukken op de knop openen of sluiten 02 00 01 03 05 00 00

Led van open slagboom/ Uitgang SC 0 = bij gesloten slagboom, is ze gedoofd, anders is ze opgelicht 1 = trage knippering bij opening, vlugge bij sluiting; lamp blijft verlicht wanneer de slagboom open staat ; staat uitt met 2 knipperingen om de 15 seconden wanneer de slagboom in het midden blijft stilstaan. 2 = de uitgang SC is gebruikt om de fotocellen te voeden en ze te testen 3 = de uitgang SC in batterij-modus, geeft geen stroom aan externe apparaten wanneer de slagboom volledig open is of volledig dicht is. Bij netstroom krijgt de uitgang SC altijd stroom. 4 = idem 3, ook de fotocellen test modus is geinstalleerd Vertraging tijdens het openen Vertraging tijdens het sluiten 01 = snelle vertraging... 10 = verlgende vertraging Lengte van voetgangersopening 1-99 percentage van normale werklengte. Pauzetijd voor het automatisch hersluiten (bij onderbreking van de fotocellen wordt timer gereset.) 00-90 = seconden 92-99 = van 2 tot 9 minuten Elektrisch slot 00 = niet geactiveerd 01 = beschikbaar Aanpassing beknellingsbeveiliging 1-09 = 01: lage interventie tijd... 09 : hoge interventietijd 10 = medium rotatie van de motor: 11 min. Slagkracht...19 max. Slagkracht Versnelling tijdens het openen Versnelling tijdent het sluiten 1 = snelle versnelling... 10 = trage versnelling Snelheid tijdens het openen Snelheid tijdens het sluiten 1 = minimum, 10%...10 = maximum, 100% Trage snelheid bij het bereiken van de mechanische stop 01 = 10 RPM 10 = 100 RPM Afstand naar de mechanische stop bij het openen Afstand naar de mechanische stop bij het sluiten 1-30 = Tiende van een mechanische draai van de motor met een snelheid, zie par. 42 Pogingen tot hersluiting na werking veiligheidsband 0 = geen automatische hersluiting 1-3 = aantal pogingen tot hersluiting Gedrag na het onderbreken van de straal van fotocel 1 bij opening 0 = Negatie, het doet niets, zelfde gedrag indien fotocel 1 niet geïnstalleerd is 1 = Stoppen, de slagboom stopt tot dat er een signaal komt op een bedieningsingang 2 = Onmiddellijke omgekeerde beweging, het zal dus sluiten 3 = Tijdelijke stop, wanneer het signaal hersteld is zal hij verder openen 4 = Draait om als de straal van de sluitende slagboom hersteld is, sluit dus. Gedrag na het onderbreken van de straal van fotocel 1 bij sluiting 0 = Negatie, het doet niets, zelfde gedrag indien fotocel 1 niet geïnstalleerd is 1 = Stoppen, de slagboom stopt tot dat er een signaal komt op een bedieningsingang 2 = Onmiddellijke omgekeerde beweging, het zal dus sluiten 3 = Tijdelijke stop, wanneer het signaal hersteld is zal hij verder openen 4 = Draait om als de straal van de sluitende slagboom hersteld is, sluit dus. Bij een gesloten slagboom, toestaan tot opening bij FT1 in alarm 0 = men laat de opening niet toe 1 = men laat de opening 2 = commando tot opening indien FT1 is onderbroken Bij volledig open slagboom, hersluit na 6 seconden na onderbreking fotocel. 0= OFF 1= onderbreking straal van fotocel 1-zal sluiten na 6 sec Remkracht 1-10 = 1: snel en hard remmen...10: zacht en traag remmen Positie van de slagboom tov de voorbijgangers 0 = links geplaatst, bekijkt voorbijgangers langs binnen 1 = rechts geplaatst, bekijkt voorbijgangers langs binnen 00 10 10 60 30 01 15 04 04 04 04 01 10 10 00 00 02 01 00 08 00

Programmatie veiligheidsband 1 0 = niet aanwezig 1 = SWITCH, omkering enkel in sluiting 2 = 8k2, omkering enkel in sluiting Programmatie van het 1 radiokanaal Programmatie van het 2º radiokanaal 0 = functie PP 1 = functie PED 2 = functie OPEN 3 = functie SLUIT 4 = functie STOP 7 = PP met beveiliging 8 = PED met beveiliging 9 = OPEN met beveiliging 10 = SLUIT met beveiliging Programmatie van het knipperlicht 0 = vast 1 = trage interval, 1Hz (1 knipper per seconde) 2 = trage interval 1Hz bij opening, snelle interval 2 Hz bij sluiting. Programmatie van het licht op de boom 0 = OFF 1 = altijd AAN 2 = vast licht als slagboom stil staat, knipperend wanneer de slagboom beweegt. 3 = snelle knippering als slagboom stil staat, knipperend wanneer de slagboom beweegt. Programmatie van de klok (ORO). 0 = Wanneer de ingang van de klok gesloten is, negeert het alle ingangen. 1 = Wanneer de ingang van de klok gesloten is, accepteert het alle ingangen. Gegarandeerde sluiting (onverwachte omstandigheden vb. Wind tegen veiligheidsband,..) 1 = niet geactiveerd 2 = geactiveerd Wachttijd om het gegarandeerd sluiten te starten 1-90 = seconden 92-99 = minuten Herstellen van de standaardinstellingen Druk op de beide toetsen + e -gedurende 3 sec: op het display verschijnt "RES-" knipperend, die de reset aankondigt. 00 03 00 01 02 60 00 00 01 Serienummer Model van sturing Serienummer Productiejaar Serienummer Productieweek Serienummer 1ste, 2de en 3de progressief nummer Serienummer Versie software Aantal gemaakte bewegingen X 100 Vb. = 12300 Werkuren van de motor Vb. = 123 uren Dagen dat besturing actief is Vb. = 123 dagen Paswoord

Wijzig paswoord Indien er een paswoord ingevuld werd om de data te memoriseren kan dit enkel veranderd worden indien je het bestaande paswoord kent: Verander de waarde van par P1, P2, P3, P4 Laat het display de parameter "CP" tonen Duw tegelijk op de + en - gedurende 4 sec. Na knippering is het paswoord gememoriseerd. 5 Inspectie Controleer de reactie van de aangesloten commando s. Controleer de stops en de vertragingen. Controleer het krachtniveau. Controleer het gedrag van de beveiligingen. Zorg ervoor dat u op een afstand blijft van de eindschakelaars of het obstakel waar u de veiligheidsbanden mee controleert. Controleer de batterij kit, indien geïnstalleerd. Verbreek de stroom en controleer de batterij. 6 Onderhoud Controleer elke 6 maand de staat van netheid en bediening. Als er vuil, vocht, insecten of andere items aanwezig zijn, reinigt u best de kaart en de container. Bij oxidatie op de printplaat, kan u deze het best vervangen. Controleer ook de batterij door een volledige bediening en het meten van de spanning aan de klemmen. 7 Wegwerpen Het product moet altijd worden verwijderd door gekwalificeerd personeel met de juiste procedures voor de juiste verwijdering van het product. Dit product kan bestaan uit verschillende soorten materiaal, sommige kunnen worden gerecycleerd, anderen moeten worden afgevoerd volgens de lokale regelgeving voor deze productcategorie. Dit product mag niet worden weggegooid in huishoudelijk afval. Sommige delen van het product kan giftige of gevaarlijke stoffen bevatten. Deze kunnen schadelijk zijn voor milieu en menselijke gezondheid.

Figuur 1: 1

Figuur 2 en 3

Figuur 4

Figuur 5 en 6

Figuur 7 en 8

Figuur 9

Figuur 10

Figuur 11

NL VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING Ondergetekende, vertegenwoordiger van de volgende fabrikant Roger Technology Via Botticelli 8 31020 Bonisiolo di Mogliano V.to (TV) VERKLAART: dat het hieronder beschreven apparaat Model: AG/CTRL Is in overeenstemming met de wettelijke bepaling die de omzetting van de volgende richtlijnen: 2006/42/CE 20064/108/CE 2011/65/CE En is ontworpen en vervaardigd om aan al de volgende normen of technische specificaties te voldoen: EN 61000-6-3 EN 61000-6-2 Laatste 2 cijfers van het jaar waarin de : 14 merkteken is aangebracht Plaats: Mogliano V.to Datum: 14-01-2014 Handtekening: