Natuur- en Vogelvrienden



Vergelijkbare documenten
Pagodespreeuw (Sturnus Pagodarum)

Het kweken met de Zosterops palpebrosus

De putters krijgen een putter/sijzen zaadmengsel. Ik koop deze mengeling bij Jan Koenings.

De Witgesterde blauwborst (Luscinia Svecica Cyanecula)

België. Ik heb immers een missie, en deze wil ik hoe dan ook voltooien. Op naar kweekseizoen Peter van der Ven

Herder Maina ofwel treurmaina

De Pimpelmees (Parus Caeruleus)

SPREEKBEURT VINK VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Mijn kweek met de BLAUWVLEUGEL BERGTANGARA (Anisognathus Somptuosus / Blue winged mountain tanager).

Meer over de ooievaar. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Hieraan herken je hem

Kweekervaring met Japanse en Zilveroor Nachtegalen

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken


Mijn kweekervaring met de witwang mutatie.

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT LACHDUIF VOGELS OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

De Kookaburra Lachende Hans Australische Bosijsvogel Dacelo Novaeguineae

Heggemus (prunella modularis)

Spreekbeurt de grote Toppereend

Limburgs Landschap. natuurboekje van

De kluut is een waad vogel en heeft dan ook de beschikking over een vijver van plm. 5m2 welke met regelmaat doorgespoeld wordt met vers water.

Het Verloren Ei. Geschreven door. Judie McEwen Illustraties van. Dick Rink

De Braamsluiper (Sylvia Curruca)

Pyrrhura Picta Picta (Geschilderde parkiet)

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5


rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

Neus correctie Aanleiding. Intake gesprek. Stap 1: Wat gaan we doen

De meeuwen van de Afsluitdijk

Hier zien jullie alweer de een uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw.

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

SPREEKBEURT MANDARIJNEEND

DE HUMBOLDT PINGUÏN. Een levend kostuum

WOLF. Huilend roofdier

SPREEKBEURT BIDSPRINKHAAN

Krabbie Krab wordt Kapper

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

Achtergrondinformatie voor groep 3/4. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Zo herken je hem

Tuinvogels. Meer over onze koolmezen. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Meer over de koolmees

Klein Kontakt. Jarigen. in april zijn:

Vogels All rights reserved by C.J.F. Evers.

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

Lees je wijzer met de ooievaar! Tekstbegrip oefenen met de vogels van Beleef de Lente

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD

Lente. groep 3, 4 en 5

Vogels. Duiven Eenden Ganzen

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

1. De cocons van de Gewone Knuffelbijen (Rosse metselbijen) komen nog niet uit. Hoe kan dat?

Holenduif. Zes eieren

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 18 februari Beste natuurliefhebber/- ster,

Naam:_ KIKKERS. pagina 1 van 6

Tekst lezen en verwijswoorden begrijpen

Nee, dat is normaal. Het is te verwachten dat ongeveer 90% van de cocons uitkomt.

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

Werkstuk Biologie De Sneeuwuil

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Nu te bestellen.. Het boek Grasparkieten Kweken

De zwarte mees (Parus Ater)

Verhaal: Jozef en Maria

Hier zien jullie alweer de zesde uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw.

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Spel 0 Adam woont in het paradijs. God praat elke dag met Adam. Hij mag alle dieren een naam geven. Wij gaan Adam helpen.

Door: Fabio van Olst (NL)

Uilen. Inleiding. Zintuigen van de uil. De jonkies van een uil. Soorten uilen

De dieren in de dierentuin bereiden zich voor op het Kerstfeest. Mevrouw Nijlpaard neem nog even een bad voordat ze aan het kerstdiner gaat en meneer

Limburgs Landschap. natuurboekje van

1 In het begin. In het begin leefde alleen God. De Heere God is er altijd geweest. En Hij maakte de hemel en de aarde.

Naam: Mariska v/d Boomen. Klas: TG2C. Datum: 25 Juni. Docent: Van Rijt. Schrijfverslag.

Van eitje tot vlinder

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT

Sprookjes. groep 5. les 15. Bijlage 1: Het lelijke jonge eendje. 3 de leerjaar. Het lelijke jonge eendje (Afbeelding 1)

Je mag stralen je mag huilen je mag dwalen je mag schuilen je mag vragen je mag dromen je mag klagen je mag komen Hij wacht op jou

Weilandberichten - Een vijfling!

2004 De Flamingo's in het Zwillbröcker Venn

DE WOLF. Huilend roofdier

Niet in slaap vallen hoor!

5.9. Keuzeopdracht door een scholier 1425 woorden 31 mei keer beoordeeld. Inhoud

Vlinder en Neushoorn

Verteld door Schulp en Tuffer

Vraag 1. Waarom moet je goed voor de rupsen zorgen als je vlinders wilt hebben?

TOEN GOD ALLES MAAKTE

Eind april veel spreeuwenactiviteiten. Nesten worden gesloopt (en door ons weer vastgeplakt) en uit de kasten geduwd.

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Meer over onze slechtvalken. Even voorstellen. Echte natuur

!!!!! !!!!!!!!!!!! Uit: Glazen Speelgoed (Tennesse Williams)! (zacht) Hallo. (Ze schraapt haar keel)! Hoe voel je je nu? Beter?!

Vogelexpresse. Orgaan van de Speciaalclub van Insecten- en Vruchtenetende vogels. Jaargang nr 3. PostNL Port betaald Port payé Pays-Bas

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

't gummybeertje le journal D' Hoge School redactie: Tom & Senne jaargang 3 nr. 7 frankieweyns@hotmail.

Voorbereiding post 3. Vogels op reis Groep 1-3

Limburgs Landschap. natuurboekje van

De kleine beestjesclub

Rode bosmier SOORTEN MIEREN

Transcriptie:

Maandblad van Natuur- en Vogelvrienden Oktober 2015 Opgericht 25 januari 1947

Bestuur van de Natuur- en Vogelvrienden: Voorzitter: John Vergouwen / Stoopstraat 72, Roosendaal / 06-29 10 86 39 Secretaris: Toon van Bekhoven / Bredaseweg 129, Roosendaal / 0165-55 76 59 Penningmeester: Peter Koopman / Bernhardstraat 18, Halsteren / 06-51 89 88 97 Ringencommissaris: A. Dierks / Edisonstraat 110, Roosendaal / 06-20 40 52 56 Bestuurslid: Cor Ros / Mussendonk 25, St. Willebrord / 06-51 69 59 33 Ereleden: J. Maas, Chr. Doggen, M. Suijkerbuijk, S. van Staay. Redactie maandblad: John Vergouwen / Stoopstraat 72 / 06-29 10 86 39 info@natuur-vogelvrienden.nl Contributie: U kunt uw contributie voldoen: 35 euro / jeugd 17,5 euro, door deze over te maken op IBAN nr. NL91INGB0002405631, t.n.v. Natuur- en Vogelvrienden Roosendaal. Vergeet niet uw eigen naam te vermelden. Ook kunt u natuurlijk op de vergadering uw contributie voldoen. Voor kwaliteit en perfecte service naar Gastelseweg *Wij komen geheel vrijblijvend met stalen bij u aan huis. Gastelseweg 36 tel. 0165-55 75 58 4702 TB Roosendaal Fax 0165-55 82 64 www.tapijtdrive-in.nl 2

U i t n o d i g i n g Hierbij nodigen wij u uit voor de maandelijkse ledenvergadering op maandagavond 5 oktober 2015 a.s. in Huis ten Halve, Kruisstraat 60 te Roosendaal. Aanvang van de vergadering is 19.30 uur. AGENDA Opening 1. Notulen door dhr. van Bekhoven 2. In- en uitgaande stukken 3. Nieuw vraagprogramma 2015-2019 4. Pauze met lotenverkoop 5. Algemeen vogelpraatje 6. Verloting 7. Rondvraag 8. Sluiting 9. V o o r w o o r d Allereerst wil ik u allen er op wijzen dat mijn vaste telefoonlijn opgeheven is. U kunt mij alleen nog bereiken onder nummer 06 29 10 86 39. De presentatie van Jan Konings is intussen ook achter de rug. Een vol zaaltje met vogelliefhebbers, waarvan de meeste voor het eerst kennis maakte met chlorella en rode palmolie als aanvulling op onze vogelvoeding. Intussen is ons nieuwe vraagprogramma ook binnen gekomen. Hier hebben we al op in moeten spelen. Voor vele was de vraag spelen we per groep of hoofdgroep. De meeste verenigingen kiezen er voor om per groep te spelen. Ook wij zullen dit jaar spelen per groep, in afwachting van wat dit sportief en financieel ons brengt. Na de tentoonstelling zullen we alles goed evalueren. Intussen rommelt het flink binnen het Distrikt en zijn er weer volop nieuwe ontwikkelingen betreffende de ver gaande samenwerking tussen beide Nederlandse vogelbonden. Wij proberen u zoveel mogelijk op de hoogte te houden. John Vergouwen. 3

N o t u l e n Ledenvergadering 8 juni 2015-19.30 uur Afwezig met kennisgeving: M. de Bruyn, S. Swaneveld, J. Maas, H. Rijpers, C. Haast, P. Koopman, C. Coppens. Aanwezig: 17 leden. 1. Opening door de voorzitter die allen hartelijk welkom heet. Er zijn de nodige afmeldngen, maar is des te blijer met de mensen welke wel zijn gekomen. We gaan vanavond het laatste stukje van de film De Nieuwe Wereld bekijken en een kort praatje doen over de kweek en we laten Christ van Meer aan het woord over zijn bezoek aan het vogelpark op Tenerife. 2. Notulen van de vorige vergadering worden onveranderd goedgekeurd. 3. Ingekomen stukken: Op de nieuwsbrief van de bond staat dat het mandaat om tot samenwerking te komen met de algemene bond is goed gekeurd. Ook heeft bij onze voorzitter zich een nieuw lid aangemeld, de heer Kees van Geel, welke vanaf 1 juli lid wordt van onze vereniging. 4. Nu laten we Christ van Meer aan het woord over zijn bezoek aan het vogelpark in Tenerife. Er is aan het park weer veel verbouwd en dus veel verbeteringen aangebracht. Allerlei soorten welke Christ bijna allemaal bij naam kent, in prachtige kooien en alles zo natuurlijk mogelijk. Wat onder meer opviel is dat er in de kooien dikke touwen hangen, dat wil Christ thuis ook uit proberen. Zo kun je daar meerdere ideeën op doen, net als in andere dierentuinen. Toen Christ na het bezoek aan het park in het hotel kwam was hij moe maar voldaan, maar ja, dan nog even een week vakantie vieren en de plannen hoe dat we de kooi maken thuis overdenken. 5. Kort kweekpraatje: John Vergouwen steekt af, met hoe het gaat op de kooi van mevrouw Aanraad. De meeste vogels doen het goed en de eerste bastaarden zijn er ook weer. Ook kanaries en parkieten hebben er al jongen, al gaat niet alles perfect. M. Suykerbuyk heeft de vogels net bij elkaar gezet en die zitten nu te broeden. Ad van Dijk heeft 125 jonge vogels. Dit jaar heeft Ad de eieren geteld die gelegd zijn, het waren 300 stuks. Sommige denken er over volgend jaar ook de eieren te tellen, dan zie je toch dat elk ei geen jong is. Jan Dirven heeft 15 nieuwe koppels gezet. Bij de heer Vissers zijn er jonge zebravinken en de kanarie zit te broeden. Ook komt er een interessante discussie op gang over het rapen van eieren, daar kwamen we deze avond niet aan uit. 6. Nog even het laatste stukje van de film De Nieuwe Wereld. We zien het eind van de winter in beeld, die veel slachtoffers maakt. Maar zodra de lente begint zie je alles weer opfleuren. De kracht van de natuur wordt prachtig in beeld gebracht en voor je het weet staat alles weer in bloei en reageren de dieren door weer aan de voortplanting te beginnen. 4

7. Voor de fietstocht zijn 14 fietsers opgegeven en 23 eters. 8. Rondvraag: geen vragen, waarna verloting welke deze keer 41 euro opbracht. 9. Sluiting door de voorzitter met een ieder wel thuis en tot de volgende vergadering in september, welke een open vergadering is verzorgd door Jan Konings en collega. Toon van Bekhoven. Uitslag puzzel september De puzzel van september werd door meerdere personen juist ingevuld. De iris-cheque ging naar mevrouw J. van Bekhoven. Van harte gefeliciteerd! w w w. n a t u u r - v o g e l v r i e n d e n. n l 3 oktober J. Mol W i j f e l i c i t e r e n 7 oktober K. Roosenboom 10 oktober H.J.D.G. Stroop 12 oktober G. Schouw 22 oktober J. v.d. Maagdenberg 28 oktober J.F.P.M. Veraart 5

Kalsdonksestraat 146 Tel.: 0165-53 75 34 4702 ZJ Roosendaal info@janwagemakers.nl SINDS 1967 EEn begrip in Roosendaal! Gespecialiseerd op duiven- en vogelgebied. Wij bieden U optimale kwaliteit tegen concurrerende prijzen. Ook hebben wij voor U de mogelijkheid om uw aankopen thuis te laten bezorgen. Dit kan op woensdagmiddag en zaterdagmiddag, wel voor 12.00 uur bestelling doorgeven. Uiteraard is dit geheel gratis. Maak ook gebruik van onze spaarkaart, vraag naar de voorwaarden. Let op onze openingstijden: Maandag gesloten. Dinsdag t/m donderdag 8.30-17.30 uur. Vrijdag 8.30-19.00 uur. Zaterdag 8.30-17.00 uur. 6

B a t e l e u r - Terathopius ecaudatus - Bateleur De Bateleur behoort tot de groep der adelaars en havikken. Hij is afkomstig uit Afrika, waar hij in een groot gebied rond de evenaar voorkomt. Hij leeft overdag voornamelijk in de lucht waar hij, met snelheden tot 80 km/h achter zijn prooi aan jaagt. Deze prooi kan van alles zijn, maar zijn voorkeur ligt toch wel bij de kleinere soorten knaagdieren als konijnen en ratten. Zit er echter op de grond een vogel te broeden, dan neemt hij die gewoon even mee in zijn maaltijd. Wat ook een lekkernij voor hem is, is een slang. Of deze nou giftig is of niet dat maakt hem niet uit. Een slang benadert hij namelijk met zijn kop omhoog en de vleugels wijd uit. Hierdoor kan de slang alleen zijn veren of zijn, tegen giftige beten beschermende, poten pakken. Vocht haalt een bateleur uit diverse soorten prooien, hierdoor hoeft hij bijna nooit extra te drinken Per dag bestrijkt de vogel door de lucht soms wel een gebied van ruim 600 vierkante kilometer om te zoeken naar prooien. In de broedperiode legt een pop maar 1 ei. Dit ei wordt gedurende 2 maanden bebroed, voordat het jong uitkomt. Een jonge bateleur krijgt pas na een maand of 3 de eerste veren en wordt ook daarna nog een maand of 4 door de ouders bijgevoerd. Jonge bateleurs zijn kwetsbaar, slecht 2% wordt volwassen. Zijn ze echter volwassen, dan kunnen ze nog zo n 20 tot 25 jaar leven. 7

M i j n k w e e k m e t d e i j s v o g e l - Alcedo Atthis - King fisher De ijsvogel is ongeveer 17 cm groot waarvan de snavel 3,5 cm groot is en hij weegt ongeveer 40 gram. Een volwassen man heeft een zwarte snavel, het vrouwtje heeft aan de basis van de ondersnavel oranje/rood. De kop, rug en vleugels zijn kobalt blauw zijn stuit is ijsblauw, daar heeft onze ijsvogel zijn Nederlandse naam aan te danken. De borst is oranje tot bordeaux rood. De pootjes zijn kort en fel rood met zwarte nageltjes. Huisvesting: Mijn ijsvogels hebben een volière van 4 m lang 1,5 m breed en 2,5 m hoog waarvan de zijkanten blind zijn en het dak is half dicht. De volière is op te splitsen in 2 volières van 75 cm breed. (waarom leest u later in dit verslag). Een ijsvogel heeft altijd schoon helder en enigszins stromend water nodig, dit is makkelijk en goedkoop te realiseren door een plastic bak van 90 liter een klein vijverpompje en een uv lampje van 7 watt. IJsvogels graven hun nesthol in de natuur in steile oevers of in wortelkluiten van omgevallen bomen, deze is 80 tot 100 cm lang met aan het einde een holletje van 10 cm doorsnede. Dit heb ik na gebootst door 2 gaten in een plaat hout van 50 cm bij 60 cm te boren met een diameter van 5 cm. Hier steek je een pvc pijp van 80 cm lang met een diameter van 5 cm in. Aan het einde van de pvc pijp komt een nest kast van 20 cm breed, 20 cm hoog en 15 cm diep. De pvc pijp en de nest kast worden gevuld met zand. Aan de voorkant van de houten plaat heb ik purr schuim gespoten en fijn zand er op gelijmd. De ijsvogels zullen 1 van de gaten uitkiezen en uitgraven. In de nestkast zullen ze een holletje graven waar ze de eitjes leggen. Het voedsel van de ijsvogel in de natuur bestaat voor 90 procent uit visjes en 10 procent uit insecten. Het eten van ijsvogels in gevangenschap: Als basis voedsel krijgen mijn ijsvogels visjes met een maximale grote van ongeveer 8 cm. Dit is afhankelijk van de soort vis. Je moet niet alleen naar de lengte kijken maar ook naar de hoogte van de vis (een winde is slanker dan een goudvis). Er worden ongeveer 20 visjes per vogel per dag gegeten. Daarnaast krijgen ze bij mij Morio wormen Meelwormen, wasmot larven en af en toe sprinkhanen. Een van de belangrijkste dingen die je moet weten van ijsvogels is! Dat ze buiten de broedperiode geen soortgenoten verdragen. Dit komt omdat het voedsel concurrenten van elkaar zijn. 8

In de maanden april tot en met september is er voedsel in overvloed. Maar in de maanden oktober tot en met maart kunnen ze maar net genoeg voedsel bemachtigen om zelf in leven te blijven. Dus op het moment dat de rui begint moeten ze apart van elkaar gehuisvest worden.zo niet dan vallen er doden! De bals: Als de bals begint zul je je ijsvogels veel horen, dit zijn hele hoge piep geluiden. Op een gegeven moment zul je zien dat het mannetje met een visje in zijn bek zit, met de kop van het visje naar voren, dit doet hij alleen als hij het vrouwtje wil voeren of als er jongen zijn natuurlijk. Vanaf dit moment kun je ze weer bij elkaar plaatsen (bij mij wordt dan de tussen wand weg gehaald zo hoeft er niemand aan een nieuwe volière te wennen). Na een paar dagen zal het vrouwtje een visje aannemen en zijn ze voor dat broedseizoen weer aan elkaar gepaard. Na een week gaan ze graven in een van de broedpijpen, soms in beide. Het mannetje blijft steeds visjes aanbieden, nu mag hij elke keer na het aannemen van het visje paren. Als het nest helemaal uitgegraven is zullen de eieren gelegd worden. Mijn popje gaat bij het 4e ei zitten broeden en meestal legt ze er dan nog 2 eieren bij. Het broeden duurt ongeveer 21 dagen. Zorg er voor dat je voordat de eieren uitkomen echte kleine visjes hebt, ter 9

grote van een halve tot max. 1 cm. Deze visjes worden de eerste 3 tot 4 dagen gevoerd daarna kun je weer normale visjes voeren. Na ongeveer 5 dagen worden de jongen geringd met 3,5 mm ringen. Dit is VOOR dat de ogen open gaan! Na ongeveer 3 weken zitten ze in de veren en in die week zullen de jonge ijsvogels uitvliegen. Zodra je ziet dat ze zelf een visje vangen moet je ze bij de ouders weg halen. Als de jongen weg zijn zullen de ouders snel weer een ronde gaan broeden,maar let wel op zodra er geruid wordt moeten de ijsvogels weer gescheiden worden van elkaar anders gebeuren er ongelukken. Ook de jongen zullen aan het einde van de zomer ieder een aparte volière moeten hebben. Als je je aan de regels van dit kweekverslag kunt houden dan kun je heel veel plezier beleven aan het kweken met de mooiste vogel die er in Nederland rond vliegt. Ik wens je veel kweek plezier. Jacco Vermeulen 10

J a n K o n i n g s Op 7 september 2015 kwam de heer Jan Konings en collega een uiteenzetting doen over rode palmolie en chlorella. Echter de avond daarvoor werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt. Blijkt toch dat verschillende bezoekers de dierenarts Jan Konings uit Agtmaal voor ogen hadden. Sterker: onze Belg Jan Konings kende ze helemaal niet. Er waren 30 vogelliefhebbers aanwezig, waarvan 15 leden van onze vereniging. De presentatie ging dan ook hoofdzakelijk over rode palmolie en chlorella. Alle gegevens over chlorella werden tevoorschijn getoverd en aangevuld met die van rode palmolie. Beide supplementen vullen elkaar aan was de boodschap. Jan staat al langer bekend als iemand welke voorop loopt qua kennis over voeding en supplementen. Hij staat ook nooit stil en blijft zoeken naar kennis over de verzorging van onze vogels. Voer mijn vogels beide supplementen al een paar maanden en heb de indruk dat ik tot nu toe weinig uitval heb op mijn gekweekte vogels. Natuurlijk word er afgerekend tijdens het tentoonstellingsseizoen, wanneer iedereen kan beoordelen of die vogels er wel zo goed zijn of goed uit zien. John Vergouwen 11

S u c c e s v o l l e k w e e k m e t d e b l a u w e e k s t e r Inleiding Zijn het de mooie kleuren, de sierlijke en elegante manier van vliegen of misschien de intelligentie en de aparte geluiden die de blauwe ekster zo aantrekkelijk maken? Waarschijnlijk is het een combinatie van factoren. Ik houd momenteel wel een stuk of twintig mooie en interessante soorten vogels in mijn volières, maar mijn favoriet is toch wel de blauwe ekster. Als de zon op zijn veren schijnt en hij vliegt speels heen en weer, dan kan ik mijn ogen er nauwelijks van afhouden. Natuurlijk weet ik dat eksters in het algemeen niet zo n goede naam hebben en daarom misschien niet de eerste keus zijn van een volièrevogelliefhebber. Maar de blauwe ekster is eigenlijk nauwelijks te vergelijken met onze inheemse ekster. Hij is een stuk kleiner, mooi gekleurd en ook erg verdraagzaam tegenover andere soorten vogels. In de winter van 2006 ben ik gestart met het houden van blauwe eksters. In eerste instantie de Aziatische soort (Cyanopica c.cyana) en later ook de Europese of Iberische soort (Cyanopica cooki). Het eerste seizoen was geen groot succes, de Europese eksters bleken twee mannen en de Aziatische blauwe eksters aten hun legsels op. In het najaar van 2006 en de winter van 2007 lukte het mij om aan poppen van de Europese soort te komen en in hetzelfde jaar slaagde ik er in enkele van deze laatste soort te kweken in mijn volière. Uiterlijk en voorkomen De Europese blauwe ekster is in alle opzichten een prachtig schepsel: het lichaam heeft min of meer de kleur van een Turkse tortel, zacht beige, met een zweem van roze erdoorheen, de kop draagt een glanzend zwarte kap met witte wangen en het allermooiste zijn de vleugels en de staart: azuurblauw. Vandaar ook hun naam in het Engels: Azurewinged Magpie. De poten en snavel zijn gitzwart. De eksters maken allerlei aparte geluiden. Ze kunnen zelfs een heel zacht bescheiden liedje ten gehore brengen. Maar meestal hoor je de alarmkreten, waarbij duidelijk twee soorten geluid kunnen worden onderscheiden. De wat schrille krijsende roep, die klinkt als het gevaar in het blikveld verschijnt, maar nog ver weg is, en de heldere, bijna fluitende roep die klinkt als het gevaar, bijvoorbeeld een sperwer, dichtbij langs komt vliegen of op een volière gaat zitten. In het laatste geval hoor je zoiets als oewiep, oewiep. Het zijn levendige vogels die graag en veel vliegen. Als de volière ruim genoeg is maken ze zelfs korte glijvluchten en zweven ze als het ware naar de zitstokken. Ze zijn ook acrobatisch en schromen niet om op hun kop aan de bovenkant van de volière te gaan hangen om een 12

papiertje of blaadje door het gaas heen te trekken. Ze zijn ongeveer 35 cm. lang, maar de helft daarvan wordt door de lange staart ingenomen. Er is nauwelijks verschil tussen mannen en poppen. Over het algemeen zijn de mannen wat forser gebouwd en hebben ze een iets langere staart. Maar er zijn natuurlijk ook grote poppen en kleine mannen. Het land van herkomst is het Iberisch schiereiland. Heel ver daar vandaan leeft de nauw verwante Aziatische blauwe ekster, die tot voor kort tot dezelfde soort werd gerekend als de bovenomschreven vogel, maar nu als aparte soort wordt beschouwd, ná DNA onderzoek en de vondst van fossiele resten in een grot op Gibraltar (nota bene naast de overblijfselen van Neanderthalers). De Europese soort komt uitsluitend voor in Spanje en Portugal en men kan deze aantreffen in zogenaamde halfopen landschappen. Dus langs bosranden, akkers omringd door bossen, grote tuinen, boomgaarden, campings en natuurgebieden (bijv. Extremadura), waar veel afwisseling bestaat van bossen en open vlaktes. Het zijn sociale vogels, die bijna altijd in groepjes worden waargenomen. Buiten de broedtijd kunnen die groepjes soms grote zwermen van meer dan 100 vogels vormen. Vaak wordt er dan een bepaalde slaapplek opgezocht en brengen de vogels de nacht daar gezamenlijk door. Ook in de broedtijd vertonen de vogels koloniaal gedrag. Ze nestelen in losse kolonies in bij elkaar staande bomen, waarbij er meestal 13

één nest per boom wordt aangetroffen. Soms zijn er zogenaamde helpers : ongepaarde vogels die een ouderkoppel assisteren met de opfok van de jongen. De vogels zijn echte alleseters, die vooral insecten en fruit op het menu hebben staan. Maar ook afval en aas worden niet versmaad. Waar de vogels door mensen worden gevoerd en niet worden vervolgd, kunnen ze behoorlijk tam worden. De plaatsen waar deze vogels zich dan van dichtbij laten zien zijn bijvoorbeeld campings en picknickplaatsen in of bij natuurgebieden. In de volière In 2006 startte ik met het houden van Europese blauwe eksters. Helaas bleken de eerste twee vogels beide mannen, zodat ik in het najaar op zoek ging naar poppen. Ik kocht in Duitsland twee jonge poppen uit het kweekjaar 2006 en in dezelfde periode kreeg ik nog een mail uit België van iemand die mijn eerdere artikel over de blauwe ekster gelezen had en mij drie vogels aanbood uit 2004. Het zouden één man en twee poppen zijn en de man voerde beide poppen. Eén van de poppen was licht gehandicapt, want ze miste een poot. Ik kocht ook deze vogels en had nu dus in totaal drie mannen en vier poppen. Ik besloot alle vogels bij elkaar te houden. Volgens de literatuur broeden de vogels in het wild ook in kolonieverband, dus wellicht ging dat ook goed in de volière. De dieren kregen flink de ruimte: een vlucht van 6 x 6 en 2.35 m. hoog met eraan vast een lange vlucht van ruim 20 m. lang en 1,50 m. breed. Inderdaad bleken het heel sociale vogels die zonder al te veel schermutselingen bij elkaar in één volière konden leven. De zeven eksters kwamen de winter goed door op een dieet van hondenbrokjes (Arion adult petit 26/12). Ik stopte deze in een voerautomaat, waar ongeveer een kilo voer in gaat. Behalve dit kregen de vogels regelmatig fruit in de vorm van halve appels en soms wat druiven, bessen of pruimen. Vrijwel iedere dag kregen ze ook een paar handen meelwormen, waar ze dol op waren. Ik had s winters al enkele rieten manden geprepareerd. Daar had ik zijwandjes van multiplex in gemaakt en een schuin aflopend dakje van hetzelfde materiaal. Die zijkanten waren om te voorkomen dat de andere eksters te gemakkelijk in het nest konden loeren. Een jaar eerder had ik leergeld betaald met mijn Aziatische blauwe eksters die de eieren uit de open manden haalden. In de loop van de winter ontspon zich een interessant gebeuren. De eksters bleken er een heel complex sociaal leven op na te houden. Mannen probeerden in het gevlei bij een pop te komen door haar geschenken, in de vorm van lekkere hapjes of takjes, aan te bieden. Sommige vogels kenden ook een vorm van koppie krauw, wat we vooral kennen van papegaaien en parkieten. Ook vonden er achtervolgingen plaats, waarbij de hele 14

groep achter één individu aanjakkerde, overigens zonder echt gewelddadig te worden. Je zou een boek kunnen schrijven over de sociale gedragingen van deze vogels. Het nest Tegen het einde van de winter bleken zich paren te hebben gevormd en eind maart was het eerste nest gereed. Eén van de koppels had een keurig nest van gedroogd gras, veertjes en mos in een van de manden gebouwd. Direct na het leggen van het eerste ei ging de pop op haar nest zitten zonder er nog vaak vanaf te komen. Maar het ging niet om echt broeden, zo bleek later, toen alle eieren ongeveer gelijktijdig uitkwamen. Waarschijnlijk is het ter bescherming van haar ei dat de pop direct vanaf dag één op het nest blijft, want ik bespeur hetzelfde gedrag bij de Aziatische soort. De man voerde de pop regelmatig op het nest, zodat deze niet of nauwelijks van haar ei af hoefde. Iedere dag werd er een mooi beige eitje met bruine spikkels gelegd, tot er zes eieren lagen. De grootte van het ei van een blauwe ekster is vergelijkbaar met dat van een merel, dus vrij klein als we naar het formaat van de vogels kijken. Ook verscheidene andere blauwe eksters begonnen intussen met nestelmateriaal rond te vliegen en nesten te bouwen. Dit beloofde wel een héél voorspoedig kweekseizoen te worden. Ik kreeg al visioenen van volières vol blauwe eksters. Maar, zoals zo vaak, dit soort vogels in grote aantallen kweken lukt zelden. Ik dacht over 3 mannen en 4 poppen te beschikken, maar in de loop van het broedseizoen kreeg ik steeds sterker de indruk dat er een man overschoot. Eén vogel probeerde alsmaar een pop voor zich te winnen en zorgde daarmee voor erg veel onrust in de groep. Maar hoe verging het het eerste nest? Het koppel trok zich weinig aan van alle achtervolgingen, conflicten en nestelpogingen van andere eksters. De pop zette zich begin april vast op de eieren en de man kwam haar ieder uur een lekker hapje brengen. De aanvangsdatum - begin april - kwam mooi overeen met de start van het broedseizoen in Spanje en Portugal. Na 15 dagen broeden kwamen 4 van de 5 eieren uit. Eén ei was na een dikke week broeden verdwenen. Ik denk dat de eksters dit ei per ongeluk zelf kapot gemaakt hadden door de diepte van de nestmand. Hierdoor moesten ze als het ware van een kleine hoogte op de eieren springen. De uitgekomen jongen waren erg klein en zeer donker gekleurd. Het was een prachtig gezicht de man met voer in de bek in het gezichtsveld van de pop te zien verschijnen. De vogels riepen dan wat tegen elkaar en het volgende moment verscheen de man op de nestrand. De pop ging na enig aandringen een beetje opzij en allebei zaten ze dan met de staart omhoog vlak naast elkaar de jongen te voeren. Zoals gezegd had ik een wat te diepe mand aan de vogels gegeven om daar hun nest in te bouwen, want ik kon duidelijk waarnemen dat de ouders eigenlijk liever van de rand van het nest wilde voeren. 15

De maand april was uitzonderlijk zonnig. Hoewel de blauwe eksters uit de hete binnenlanden van Spanje en Portugal afkomstig zijn en dus wel wat gewend zijn als het om zonnestraling en hitte gaat, kon ik toch merken dat de dieren deze zonneschijn en de ermee gepaard gaande warmte niet echt konden waarderen, want op het heetst van de dag werden ze wat rusteloos. Ondertussen gaf ik de eksters grote hoeveelheden levende en diepvriesinsecten zoals vleesmaden, treksprinkhanen, meelwormen en buffalo s en verder iedere dag een eendagskuiken. Het leek allemaal goed te gaan, de jongen groeiden voorspoedig en ik zag pa regelmatig met voer in de bek naar het nest gaan. Na enkele dagen bemerkte ik echter een toenemende onrust bij de ouders. Het nest zag er niet zo best uit. Er lag een weldoorvoed, puntgaaf, maar wel dood jong in en verder een heel klein achtergebleven jong, een middelmatig gegroeid jong en een groot jong. Ik verwijderde het dode jong en besloot tevens het hele kleine en het iets grotere jong weg te nemen. Het grootste jong bleef dus achter. Naar de reden van de dood van één der jongen kon ik slechts raden. Was het de abnormale temperatuur en dus vochtgebrek geweest? Maar waarom zag hij er dan niet uitgedroogd uit? Binnen in huis schakelden de twee nog kale jongen moeiteloos over op handopfok, maar al na een dag besloot ik om het beste jong van de twee gewoon weer terug te leggen in het eksternest. Ik kon geen afwijkingen aan de achtergebleven jonge blauwe ekster ontdekken en de ouders voerden gewoon goed. Ik probeer handopfok als het even kan altijd te vermijden. Niet alleen omdat ik het veel mooier vind om de ouders hun jongen te zien grootbrengen in de volière, maar ook omdat handopfok nu eenmaal enorm tijdrovend is. Het kleine niet groeiende jong heb ik nog een paar dagen gevoerd en hoewel hij goed bleef eten en ook geen afwijkende ontlasting produceerde, groeide het diertje geen millimeter. Ik besloot het uiteindelijk dan ook maar uit zijn lijden te verlossen. Het verdere verloop Het teruggeplaatste en het grotere jong deden het vervolgens uitstekend en groeiden als kool. Op een leeftijd van een dag of acht besloot ik ze te ringen. Officieel wordt geadviseerd blauwe eksters met 6.0 of zelfs 6.5 mm. te ringen, maar dit blijkt veel te ruim. De ring gaat er op volwassen leeftijd dan wel niet meer vanaf, maar bungelt hinderlijk ruim om het loopbeen van de vogel. Ik ringde ditmaal met 5.4 mm., wat mijns inziens nog wat te groot is. Vandaar ook dat ik zo laat nog kon ringen. Beter lijkt mij dan ook om 4. 5 mm. voor de Europese blauwe ekster te gebruiken en 5.0 mm. voor de iets grotere Aziatische blauwe ekster. Het ringen gaf geen enkel probleem en ik hoefde zelfs de ringen niet te camoufleren. Iedere dag ging ik even op een krukje staan en keek met behulp 16

van een spiegeltje in het nest. Met de dag zag je de jonge eksters groeien. Op een leeftijd van 10 dagen zaten ze al behoorlijk in de veren en verschillende collega vogelhouders raadden mij aan de jonge eksters verder met de hand groot te brengen. Ik besloot dat niet te doen want de oudervogels kweten zich uitstekend van hun taak en ik wilde het hele broedproces meemaken. Op een leeftijd van 14 dagen stonden de jonge eksters op uitvliegen en het gekke was dat de pop ineens weer continu bij de jongen zat. En dat, terwijl ze in de dagen ervoor veel rondvloog en evenals de man regelmatig voer aandroeg. U raadt het al: ze was weer begonnen met leggen. Om het nieuwe legsel heel te houden plaatste ik de jongen in een lege mand die vlak bij het nest hing. Dit gaf geen enkel probleem. Pa voerde de pop op het nest en en passant ook de jongen in de nabijgelegen mand. Op een leeftijd van 16 dagen vlogen de jonge eksters definitief uit en verstopten zich direct in het struikgewas, met name in een dicht bebladerde laurierkers. Pa vond de jongen feilloos en bracht ze regelmatig voer. Het aangebrachte voedsel bestond in deze tijd voornamelijk uit bepoederde meelwormen. Buffalo s en vleesmaden werden maar zeer mondjesmaat aan de jongen doorgegeven. In de eerste dagen kostte het soms moeite om de jonge vogels terug te vinden. Urenlang konden ze stil zitten op een verborgen plek in de begroeiing. Op een gegeven moment kreeg ik in de gaten dat iedere vogel min of meer zijn eigen schuil- of favoriete plek had en ik kon dus makkelijker zien of alles goed ging met de jongen. Ondertussen leek het er op dat het met de andere koppels blauwe eksters weinig ging worden. Er werd volop gesleept met nestelmateriaal en er werden met veel ijver verschillende nesten gebouwd, die helaas keer op keer net zo ijverig weer werden afgebroken. Ook werd er regelmatig onderling veel nestelmateriaal gestolen. Er was duidelijk iets mis. Eindeloos werd er heen en weer gevlogen, gekibbeld, geknuffeld, achtervolgd en gebaltst. Ook werden er af en toe veren bij een vogel uitgetrokken die dan vrolijk als nestmateriaal aangeboden werden aan een ander exemplaar om daarmee een nest van binnen te bekleden. Omdat ik geen kleurringen bij de vogels had aangebracht was het me op een gegeven moment volstrekt onduidelijk wie bij wie hoorde. Pas aan het eind van het seizoen kwam de oplossing van het raadsel. Ik had iedereen van kleurringen voorzien en de gesekste vogels nogmaals laten seksen. Wat ik dacht bleek waar: de zogenaamde 1-2 uit België bleken 2-1 te zijn. Hierdoor had ik in het broedseizoen dus vier mannen en drie poppen bij elkaar zitten. De overtollige man zorgde alsmaar voor onrust. Als ik dat geweten had en bijvoorbeeld drie koppels bij elkaar had gehad, dan zou de afloop een stuk beter zijn geweest. De vogels waren immers allemaal in conditie en wilden maar al te graag. Een week of twee na het uitvliegen waren de jonge blauwe eksters min of meer zelfstandig. Ze werden af en 17

toe nog bijgevoerd door de eksterman, maar ik zag ze ook regelmatig zelf eten. Ondertussen waren ook de eieren van de tweede ronde uitgekomen. De vier piepkleine pasgeboren jongen leefden niet lang. Zodra pa blauwe ekster met voer aan kwam zetten, verschenen de vrijwel zelfstandige jongen van het eerste nest en bedelden net zo lang tot zij het voer toegestopt kregen. Voor ik het allemaal goed en wel in de gaten kreeg en kon ingrijpen waren de kleine jongen al uit het nest verdwenen! Aan het eind van het broedseizoen werd de stemming onder de eksters grimmiger. Er werd zo nu en dan ook gevochten en het verenplukken nam steeds ernstiger vormen aan. Toen één van de vogels ook nog eens bijna een oog verloor (nooit meer helemaal goed gekomen), besloot ik dat het tijd werd de grootste lastpost te separeren en was het seizoen voorbij. Besluit Ik eindigde het seizoen met slechts twee jongen op stok. Na DNA-analyse van hun veren bleken het een man en een pop te zijn. Geen indrukwekkend aantal natuurlijk, maar voor mij een heel bevredigend resultaat. Ik heb ook goede hoop voor het volgende seizoen, want ik heb de indruk dat het kweken van deze soort, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, niet al te moeilijk is. Voor het komende seizoen zet ik trouwens één koppel apart en twee koppels bij elkaar in één vlucht om eens te zien wat beter fokt. Eerlijk gezegd denk ik dat het mogelijk moet zijn de vogels in een groep te kweken, maar de toekomst zal dat moeten gaan uitwijzen. Ik ben er wel achter gekomen dat het sociale gedrag van deze soort behoorlijk ingewikkeld in elkaar steekt. Als je bijvoorbeeld twee gekoppelde vogels uit elkaar haalt, en ze een tijdje in gescheiden vluchten plaatst, ze vervolgens weer bij elkaar zet, dan herkennen de voormalige partners elkaar ogenschijnlijk niet. Geen blij weerzien, maar boze achtervolgingen en schermutselingen volgen. Dit duurt meestal niet langer dan een half uur. Ook vindt er vrij gemakkelijk wisseling van partner plaats. Bepaald geen huwelijk voor het leven zoals ook in verschillende boeken te lezen is. Al met al een zeer interessante volièrevogel die door zijn intelligentie, fraaie uiterlijk en enorm scala aan geluiden en gedragingen, een aanwinst voor de avicultuur genoemd mag worden. Op het ogenblik zijn er maar weinig mensen in Nederland en België, die deze soort in hun volières houden en het is dan ook te hopen dat er in de nabije toekomst wat meer liefhebbers/ kwekers bijkomen. Voor vragen en/of opmerkingen: r.p.naeff@planet.nl Robert Paul Naeff 18

K w e e k m e t B r a z i l i a a n s e b l a u w e b i s s c h o p Eind 2009 ben ik in het bezit gekomen van een koppel Braziliaanse blauwe bisschoppen. De man was ongeringd en de pop was van 2006. De vogels krijgen bij mij een kant-en-klare kardinalen zaadmengeling, aangevuld met eivoer, zo af en toe groenvoer (soepgroente) en dagelijks insecten. Zoals wasmot poppen, pinky s, meelwormen en moriowormen. Deze werden in een broedkooi gezet van 300x50x50 die opgedeeld werd in 2 kooien van 150x50x50. De man en pop werden dus apart gezet omdat de man nogal agressief kon zijn tegen de pop. Het opdelen gebeurde dmv een wand met 4 gaten (25mm) er in ter hoogte van de zitstokken. Dit werd gedaan op advies van de kweker waar de vogels vandaan kwamen. Deze gaten zouden er voor zorgen dat de man en pop elkaar wel konden zien maar dat de pop zich toch kon verschuilen voor de man. Toen begin januari de pop balts gedrag begon te vertonen tegenover de man heb ik besloten de kanarie broedmandjes aan de frontjes te hangen en nestmateriaal te verstrekken. De man werd er iedere ochtend en avond een half uurtje bij gelaten. Van nestbouw kam niet veel terecht en als ze bij elkaar zaten werd er nogal eens een keer gevochten. Na dit een aantal weken te hebben aangekeken heb ik het tussenwandje met de gaten vervangen door een wandje met een voorfrontje 19

er in zodat het koppel elkaar kon zien. Nu werd er al iets meer aan nestbouw gedaan maar nog niet echt overdreven veel. Na contact te hebben gehad met een andere kweker kwam ik er achter dat ook mijn licht hiervan de oorzaak kon zijn dit stond namelijk op 15 uur maar bij deze vogels was het raadzaam om dit op 16 uur te zetten. Het licht werd opgevoerd naar 16 uur en 2 maanden verstreken zonder dat er veel aan nestbouw gedaan werd. Zo nu en dan belande er een pluk cocosvezel in het mandje wat er na 2 dagen weer uit lag. Omdat het koppel steeds meer aan elkaar begon te wennen heb ik ze voorzichtig en onder toezicht bij elkaar gelaten. Het ging er soms nogal heftig aan toe, maar de pop wist de man goed van zich af te houden. Toen ik na een paar dagen nog steeds geen beschadigingen aan de pop zag, was ik er van overtuigd dat het wel goed zat. Het koppel zat nu dus continu bij elkaar en na enige tijd werd er een nest gebouwd. Het popje legt gemiddeld 2 tot 3 eitjes per legsel. De eitjes worden geraapt en als het derde ei gelegd is worden ze terug gelegd en de man word weer apart gezet. Na 13 dagen broeden komen de eieren uit. Het eerste legsel werd slecht gevoerd of nauwelijks gevoerd. Jacco heeft nog geprobeerd om de 3 jongen dmv handopfok groot te krijgen maar dit was te vergeefs. Binnen 2 weken was het tweede legsel een feit. Maar dit keer werden de jongen helemaal niet gevoerd en na 2 dagen gingen ook deze jongen weer dood. Weer binnen 2 weken was ook het derde legsel weer gereed en heb ik miereneitjes aan hun menu toegevoegd. De vogels waren er werkelijk gek op. Ik heb ook nog bladluizen geprobeerd maar die lieten ze liggen. Na 13 dagen waren er 3 jongen uitgekomen en die werden, vooral de eerste dagen, gevoerd met miereneitjes en soms een wasmot. De jongen groeide nu super en werden de 3e en 4e dag geringd met 3,2 mm. Na 9 dagen vloog het eerste jong uit en de andere 2 de dag daarna. Ze konden nauwelijks vlieg maar na een dag of 3 lukt ze dit aardig en heb ik dus het nestmandje weg gehaald. Toen de jongen een week waren uitgevlogen heb ik de nestjes weer terug aan de kooi gehangen. De pop begon meteen weer met bouwen en voerde tussendoor ook de jongen nog. Op een leeftijd van 25 dagen zijn de jongen zelfstandig en heb ik ze dmv een wandje met een broedkooifrontje erin zodat de man weer bij de pop gelaten kon worden. Het blijft echter wel uitkijken met de man want deze heeft zelfs door de tralie bij 1 jong de kop kapot gepikt. Maar gelukkig was ik er op tijd bij en heb ik alle 3 de jongen in een andere kooi gezet. Ik ben erg blij dat ik ondanks de eerste tegenslagen toch nog 3 mooie jongen op stok heb weten te krijgen. De mannen komen alleen het 2e jaar pas mooi op kleur. Willem-Jan Eestermans 20

P u z z e l o k t o b e r 2 0 1 5 Inzendingen in te leveren bij John Vergouwen. Onder de goede inzenders wordt volgende maand een iris-cheque van 5 euro verloot. 21

Swaans ijzerhandel Zevenbergen Uw adres voor: Professionele hand en elektrische gereedschappen. Hang & Sluitwerk. Lijmen & kitten. Graveerwerk, belettering en naamborden. Inbraakbeveiligingen en tevens montage. Bevestigings materialen. Goede service & vakkennis. Voor particulier en bedrijf. Eigen bezorgdienst voor bedrijven. Regio center voor dewalt elektrisch gereedschap. Swaans ijzerhandel langenoordstraat 103 Zevenbergen Tel. 0168-323439 fax. 0168-325627 22

23

Eindelijk is de witte goudvink gearriveerd in mutatieland! De pop is sneeuwwit met twee rode rugveertjes; de man is eveneens wit met een rode borst en hij heeft gelukkig geen rode ogen. De jonge poppen uit dat nest waren zalmkleurig en sommige daarvan waren overgoten met een wit waas. De mannen waren blauw met een lichtrode keel; de snavels en de nagels waren bont. Wat verder gedaan? K w e e k m e t d e w i t t e g o u d v i n k Het was ongeveer 1995 toen ik het idee kreeg om de pastelfactor in de blauwe goudvink te fokken. Ik paarde een mooie pastelman aan een eigen kweek blauwe pop. Dit resulteerde in twaalf jongen, waarvan één jong wit was met op de vleugel en staartpennen een lichte pasteltekening. Op aanraden van collega kwekers heb ik de witte vogel (een pop) gekoppeld aan een onverwante wildkleurige man. Het oude koppel liet ik bij elkaar zitten en bij de overige jongen koppelde ik broer aan zus. Eindelijk begon het broedseizoen en het witte popje bouwde een keurig nestje. Al snel kwam het eerste eitje. Dat was meteen ook het laatste want het was een windei. Enkele dagen daarna was mijn 24

witte popje dood. Het was dan wel geen sterke vogel, maar het was toch wel heel onplezierig. De andere koppels deden het voorbeeldig: mooie nesten, veel eieren maar helaas was er maar één van de 150 bevrucht. Het jong was na uitkomst spierwit maar ging na de rui dood. Het oude koppel kreeg weer twaalf jongen, maar er zat geen witte meer bij. Van al deze jongen heb ik nog wel een mooie film en foto s. Later hoorde ik van andere kwekers dat er meer mensen deze combinatie geprobeerd hebben, maar tot een vruchtbare F2 is het nooit meer gekomen. Het is mij wel gelukt om na een paar jaar dapper doorzetten een enkele nazaat van deze combinatie te fokken, maar een witte zat er ook hier niet meer bij. De vogels zijn opgegaan in mijn kweekstam en zo blijven zweven tot er enkele jaren later ineens twee witte poppen te voorschijn kwamen met een heel lichtgrijze aanslag op het rugdek. Doordat het twee poppen waren was ik in de veronderstelling dat het een geslachtsgebonden vererving was. Zo heb ik de vader op een dochter gezet en dit resulteerde in witte jongen (mannen en poppen) en wildkleur. De andere pop had ik op een broer gezet; deze man had een wit nageltje. Hieruit kwamen ook witte mannen en poppen, dus de man was split.ook had ik nog een broer en zus van de witte gepaard. Je weet immers maar nooit. Hieruit kwamen ook witte mannen en poppen, dus de vererving is recessief. Het seizoen erna heb ik gebruikt om zoveel mogelijk vers bloed in de witte stam te fokken. Ook de kanssplit vogels heb ik uitgetest en de fundering van de witte werd steeds breder. Het volgende seizoen (2007) ging ik van start met goede, gezonde, onverwante koppels. Ik heb toen voor het eerst een lichtbonte man aan een lichtbonte pop gepaard en dit resulteerde in de eerste sneeuwwitte vogels, zowel mannen als poppen. Dit was circa 25%, de overige vogels waren nog iets bont, maar de kwaliteit werd al beter en de gezondheid was optimaal. Ik heb enkele van deze jongen naar diverse tentoonstellingen gestuurd en de resultaten waren bemoedigend. Ik kuur NIET, ook niet preventief. Ik ben van mening dat je de vogels naar de knoppen helpt, aangezien ze zelf geen antistoffen op kunnen bouwen. Én we maken de parasieten langzaam resistent. In seizoen 2007 kweekte ik zonder medicijnen 219 jonge vogels, waaronder goudvinken, major putters en Amerikaanse sijzen. Inmiddels zijn de eerste witte naar andere kwekers verhuisd, zodat het veredelingsproces kan beginnen.ik heb voor 2008 wat koppels samengesteld van geel x wit en wit x geel. Op deze manier kunnen we ook de echte gele goudvink kweken, een witte vogel met een kanariegele borst. De gele die we nu kennen is niet mooi geel en dit komt door het donkere onderdons. Bij de witte is dit onderdons wit en het geel toont dan ook echt geel. 25

Als het meezit is dit in ongeveer drie jaar te realiseren. Ik kweek mijn goudvinken in kooien van 70 br. x 40 h. x 40 d. en ook in vluchtjes van 120 br.x 90 d. x 100 h. en dit werkt prima.van poppen die te vroeg van hun jongen afgaan heb ik tot nu toe gelukkig geen last. Voor mijn nesten gebruik ik gewone kanarienesten en bijbehorende kokosnesten en al mijn poppen bouwen mooie nesten, beter dan wanneer ze in grote badkuipen zitten. Verder kweek ik nog met zwarte sijzen, treursijzen en major putters. Mijn volières zijn beveiligd met een modern en goed werkend alarmsysteem, zodat ook de mensen die s nachts mijn vogels willen bekijken met open armen ontvangen worden. Bertus Hovius 26

Zorg en aandacht voor uw dier Dierenartsen: B. Mangnus, H. van de Looij en M. van den Bosch Gastelseweg 45, 4702 SZ Roosendaal 0165-557500 www.gezelschapsdierenkliniekroosendaal.nl 27