Inspectierapport K.D.V. Pinokkio de Scharmhof (BSO) Scharmbarg 1 9407EA ASSEN Registratienummer 228939793 Toezichthouder: GGD Drenthe In opdracht van gemeente: Assen Datum inspectie: 08-06-2015 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Concept
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 5 Inspectie-items... 6 Gegevens voorziening... 8 Gegevens toezicht... 8 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 9 2 van 9
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens deze inspectie zijn alle voorwaarden die op deze locatie van toepassing zijn onderzocht. Beschouwing Op 8 juni 2015 heeft er een onaangekondigd bezoek plaats gevonden bij BSO de Scharmhof. De BSO maakt onderdeel uit van KDV Pinokkio. De BSO is gevestigd in Kindcentrum Scharmhof. Dit bezoek stond in het teken van de jaarlijkse inspectie. De toezichthouder is vriendelijk te woord gestaan door de beroepskracht die op dat moment aan het werk was. Zij toonde een open houding naar de kinderen. Tijdens de inspectie is geconstateerd dat de getoetste voorwaarden voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 9
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Inleiding: Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Pedagogische praktijk De kinderen komen net bij de BSO binnen. Op BSO de Scharmhof wordt opvang geboden aan kinderen in de leeftijd van 4 tot 6 jaar. De opvang vindt plaats in de basisschool in 1 groot lokaal. 1 beroepskracht is aanwezig met 10 kinderen. De andere beroepskracht is nog kinderen van school aan het halen voor een andere BSO locatie. De kinderen wassen hun handen en gaan aan de tafel zitten, dit doen ze zonder dat de beroepskracht erom vraagt. De kinderen zitten aan 1 grote tafel terwijl de beroepskracht het drinken klaar maakt. De beroepskracht vraagt wie de crackers wil smeren, meerdere kinderen willen dat wel, zij kiest er 1 uit en die mag aan het hoofd van de tafel zitten en begint de kinderen 1 voor 1 te vragen wat ze willen eten en met welk beleg. Ondertussen zegt de beroepskracht tegen de kinderen" deze mevrouw is van de GGD en zij komt kijken wat wij allemaal op de BSO doen". De tweede beroepskracht komt ook binnen, zij neemt plaats aan de andere kant van de tafel. Aan tafel zegt een kind tegen de beroepskracht dat een ander kind iets onaardigs tegen hem zei. De beroepskracht vraagt aan het jongetje wat hij dan kan doen en het jongetje zegt dat hij dat al gedaan heeft. "stop hou op" zegt een ander kind als voorbeeld. De beroepskracht vraagt de kinderen wie er aan de avondvierdaagse heeft meegedaan, dat hebben een aantal kinderen en een paar willen er graag over vertellen. De beroepskracht legt op een rustige manier uit dat er zo meteen een mevrouw komt om dans te geven, de kinderen reageren hier enthousiast op. Voor die tijd mogen ze nog even naar buiten. Beroepskracht noemt de kinderen bij twee tallen bij naam om bij de deur klaar te gaan staan om naar buiten te gaan. Als de kinderen buiten zijn komen er toch nog een paar kinderen terug om toch hun jas te halen, de beroepskracht geeft hen een compliment dat ze toch de jas komen. De toezichthouder concludeert uit bovenstaande bevindingen dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de vier pedagogische basisdoelen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht) Observaties (8-6-2015) Pedagogisch beleidsplan (18-3-2015) Pedagogisch werkplan (8-10-2014) 4 van 9
Personeel en groepen Inleiding Binnen dit domein zijn zowel de beroepskrachten als het kantoorpersoneel steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). De beroepskracht-kindratio (BKR) en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, plaatsingslijsten en presentielijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de steekproef op 23 april 2015 op het bedrijfsbureau van KDV Pinokkio zijn bovenstaande voorwaarden gecontroleerd. De VOG's van alle invalkrachten en twee vaste medewerkers zijn gecontroleerd. Hier zijn geen onrechtmatigheden aangetroffen. Passende beroepskwalificatie Tijdens de steekproef op 23 april 2015 op het bedrijfsbureau van KDV Pinokkio zijn bovenstaande voorwaarden gecontroleerd. De beroepskwalificaties van alle invalkrachten en twee vaste medewerkers zijn gecontroleerd. Hier zijn geen onrechtmatigheden aangetroffen. Opvang in groepen Er zijn twee tafelgroepen met maximaal 20 kinderen in deze ruimte. Beroepskracht-kindratio Uit zowel de observatie op de groep als uit de documenten blijkt dat aan het beroepskrachtkindratio wordt voldaan. De aanwezigheidslijsten en het personeelsrooster van de weken 22 en 23 en maandag 8 juni (de dag van de observatie) zijn beoordeeld. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskracht) Observaties (8-6-2015) Verklaringen omtrent het gedrag (23-4-2015) Diploma's beroepskrachten (23-4-2015) Plaatsingslijsten (weken 22,23 en 8 juni) Presentielijsten (weken 22,23 en 8 juni) Personeelsrooster (weken 22,23 en 8 juni) 5 van 9
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 6 van 9
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 9
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : K.D.V. Pinokkio de Scharmhof Website : http://www.pinokkio.nu Aantal kindplaatsen : 40 Gegevens houder Naam houder : K.D.V. Pinokkio Pittelo B.V. Adres houder : Maasstraat 21 Postcode en plaats : 9406RA ASSEN Website : www.pinokkio.nu KvK nummer : 04059227 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Drenthe Adres : Postbus 144 Postcode en plaats : 9400AC ASSEN Telefoonnummer : 0592-306300 Onderzoek uitgevoerd door : S. van Nimwegen Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Assen Adres : Postbus 30018 Postcode en plaats : 9400RA ASSEN Planning Datum inspectie : 08-06-2015 Opstellen concept inspectierapport : 02-07-2015 Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : 8 van 9
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 9 van 9