Koning Angst en zijn vazal Boos Ruud Macco
Het wordt tijd, dat we die mensen weer eens laten zien wie de baas is mijn beste Boos, zegt Koning Angst op een dag tegen zijn vazal. Jaaaa, buldert Boos opgetogen en wrijft zich vergenoegd in de handen. Als een klein kind springt hij op en begint rondjes te lopen in de zaal, waar hij met de koning al zo lang alleen gezeten heeft. Wanneer beginnen we en waarmee? Mensen zijn al eeuwen vertrouwd met het werk van Koning Angst en zijn vazal Boos. Toch vrezen we hen tot op de dag van vandaag nog steeds. Veel mensen hopen, dat de Koning wat milder geworden zal zijn. Tenslotte heeft hij al lang niet van zich laten horen. Je mag hopen, dat we die twee hier voorlopig niet zien, zegt Rinus tegen zijn kleinkinderen. Of anders, dat ze net zo zullen zijn geworden als de vertrouwde strijders tegen het kwaad, Don Quichotte en zijn schildknaap Sancho Pancha. Dan kun je ze tenminste zien en horen als ze opduiken. Kan je dan ook zo om ze lachen net als om Don Quichotte, opa? Nee, kinderen. Koning Angst en zijn vazal Boos zijn stiekem. Ze verbergen zich zo goed, dat je ze niet kunt zien, horen, ruiken of voelen. Als ze je te pakken hebben is het te laat. Ze kruipen in het hart en het hoofd van hun slachtoffers, zegt Rinus met een ernstig gezicht. Wat gebeurt er dan, opa? Als je er snel bij bent kunnen hun slachtoffers nog wel eens bevrijd worden. Vaak is het echter te laat en heeft Koning Angst ze al gerekruteerd voor het leger van zijn vazal. Daar kom je zo een, twee, drie niet meer uit. Boos traint zijn rekruten in de leer van Koning Angst om nieuwe slachtoffers te maken. Zo groeit het leger van vazal Boos tot tot het heel groot en machtig is. Dat leger schroomt niet om tijdens hun strafexpedities dood en verderf te zaaien onder de mensen, totdat ze iedereen te pakken hebben. Ons ook? Misschien, kinderen, misschien. Rinus laat zijn blik dwalen naar de verten in de geschiedenis. Slechts enkelen weten te ontsnappen aan de veroveringszucht van Koning Angst. Zij kunnen dan lange tijd nog slechts in hun eigen schaduw leven en dromen van een wereld, die vrij is van het juk van Koning Angst en zijn vazal Boos. We zullen gauw genoeg weten hoe het nu gaat, want ik denk, dat ze weer begonnen zijn met hun veldtochten. Hoe weet je dat, opa? Koning Angst en zijn vazal Boos! 2
Koning Angst moet zijn strategie lang van tevoren hebben uitgestippeld. Veel mensen weet hij aan zich te binden met zoete woorden: Waarom zou je jezelf niet wat meer gunnen? Er zijn genoeg mensen om je het geld, dat je wilt hebben, te geven, fluistert hij hen in het oor. Hebben die mensen je dat verteld, opa? Veel mensen zijn zonder het zich te realiseren al jaren terug ten prooi gevallen aan Koning Angst. Zij hebben toegegeven aan de wens om veel te bezitten. Zij doen alles om meer te krijgen. Hoe, maakt ze niet uit. Excessen zijn dagelijks in het nieuws. Hoe gaat dat dan? willen zijn kleinkinderen weten. Dan vertelt Rinus over het werk van die beide schelmen. Koning Angst zit op zijn troon en lacht zijn rekruten achter hun rug om uit. Hij roept zijn vazal Boos. Ziet hen, ze blijven maar kopen en vreten hun eigen toekomst op. Samen drinken ze een goed glas wijn omdat de eerste veldtochten zoveel succes hebben gehad. Daarna maakt Boos zich weer op om zijn leger verder op te bouwen. Als u het goed vindt, ga ik direct weer aan het werk, zegt Boos, zodra hij zijn glas leeg heeft. Als eerste draait hij de geldkranen dicht en verdiept zo de kredietcrisis nog een beetje. Kijk, kijk, die daar vinden het gek, dat ze niet meer kunnen krijgen wat ze willen, zegt de koning terwijl hij naar een plek op aarde wijst. Dat is een makkie voor je. Boos gaat er direct op af. Sluit je bij mij aan, dan zorg ik, dat je weer kunt krijgen wat je hebben wilt, fluistert Boos hen in het oor. Blindelings sluit de een na de ander zich aan bij Boos. Voor ze het weten zijn ze soldaat in het leger van Koning Angst. Helaas voor hen was hun legerleider Boos geen man van zijn woord. Boos geeft zijn soldaten helemaal niet wat ze hebben willen, zoals hij hen had beloofd. Hij prakkiseert er zelfs niet over. Ze moeten het zelf maar zien te veroveren tijdens hun veelvuldige strooptochten in de wereld. Ga en neem wat je nemen kunt. Als je ontevreden mensen tegenkomt, moet je ze maar overhalen om dienst te nemen. Zo zijn al veel mensen gerekruteerd door Boos om pas veel later te merken dat ze helemaal in de macht zijn van Koning Angst. Koning Angst en zijn vazal Boos! 3
Koning Angst kijkt vanuit zijn residentie tevreden neer op de slaafse mensheid, die hij nu in een ijzeren greep heeft. Hij buldert van plezier en zegt nog nahikkend van het lachen: Moet je ze zien met al hun verlangens, waar ze niet meer aan durven toe te geven. Ha, zie ze nu eens boos zijn op elkaar en elkaar de schuld geven, omdat ze bang zijn, dat hun geld op raakt. Koning Angst maalt niet om de vele slachtoffers, die zijn leger onder aanvoering van zijn vazal Boos tijdens de veldtochten maakt. Zij, die vertrouwen op een markt, waar normaal gesproken altijd wel kopers te vinden zijn, treffen nu ineens een marktplein met uitsluitend verkopers. Velen willen best wel kopen, als ze het geld ervoor maar zouden kunnen bemachtigen. Alleen, ze weten niet meer waar ze dat kunnen halen. Banken geven elkaar de schuld en zijn zelf druk bezig om meer geld bij anderen weg te halen. Het cohort politici in het leger van vazal Boos, waarin ministers en zelfs presidenten van landen zijn opgenomen, voeden de angst van banken om die tot ongekende hoogten op te stuwen. Zij vormen de elite-eenheid van Koning Angst. Zij zijn er in korte tijd in geslaagd de angst van veel mensen in de landen zo op te stuwen, dat die heel boos op elkaar geworden zijn. Toch willen ze wel het vertrouwen van al die bange mensen zien te houden, teneinde bij de elite troepen van Koning Angst te kunnen blijven. Daarom geven ze al die mensen een klein beetje ruimte, die net niet groot genoeg is om uit de wurggreep van Koning Angst te komen. In Europa gaat het goed, Boos, zegt Koning Angst. Daar zijn ze al blij, dat er tenminste nog iets gebeurt, terwijl ze niet in de gaten hebben, dat het ze niet zal helpen. Zorg ervoor, dat het in andere delen van de wereld ook zo wordt. Enthousiast ging Boos weer aan het werk. Die mensen zijn al blij met iedere kruimel, die ze krijgen, schatert de koning. Ze hebben niet eens in de gaten, dat ze door hun angst en boosheid binnen een paar jaar veel zullen kunnen verliezen van hetgeen, waar ze nu voor vechten. Hij veegt tranen van plezier uit zijn ogen en kijkt opnieuw naar de gevolgen van zijn ijzeren greep. Het is tijd om aandacht te besteden aan beleggers, denkt Koning Angst, terwijl hij de tranen uit zijn ogen veegt en zijn blik afwendt van de arme sloebers, die toch al reddeloos verloren zijn. Met voldoening ziet hij, dat zijn vazal al de nodige voorbereidingen heeft getroffen. Alleen de nog veel te riante resultaten van het bedrijfsleven onttrekt zich nog aan zijn controle. De Koning wrijft zich eens onder zijn kin. Wat kan ik dááraan doen? Koning Angst en zijn vazal Boos! 4
Hij roept Boos bij zich voor een spoedoverleg. Zoals de koning gewend is, staat zijn vazal direct tot zijn beschikking. Boos, ik wil graag, dat je de onzekerheden op de financiële markten aanscherpt. Ik wil paniek zien onder de beleggers. Uw wil is mijn bevel, oh Heer van de Angst, slijmt Boos. Koning Angst kijkt zijn vazal eens onderzoekend aan. Waarom zo onderdanig? denkt hij. Ik zal hem in de gaten moeten houden. Het zou me niet verbazen als hij ervan droomt om onze rollen om te draaien en mij de baas te worden. Aan de consequenties daarvan moet zelfs Koning Angst niet denken. Even huivert hij bij de gedachte. Heeft u het koud, heer? zegt Boos Nee nee, Boos, het is niets, ga nu maar. Met een buiging maakt Boos zich uit de voeten om de opdracht van zijn koning uit te voeren. Ondanks zijn zorgen om de mogelijke ambities van zijn vazal, ziet de koning, dat zijn vazal plichtsgetrouw aan het werk is gegaan. Hij merkt, dat er al gauw beroering in zijn elitetroepen ontstaat. Genoeg om hun eens zo eendrachtige optreden om het leven van gewone mensen moeilijk te maken te laten overgaan in gekibbel uit angst voor mogelijk nadelige gevolgen, die hen door elkaars maatregelen zouden kunnen worden berokkend. Het resultaat komt verbluffend snel. Aandelenbeurzen zakken langzaam maar zeker. Steeds als ze weer wat dreigen op te krabbelen, doen die politici iets, waardoor koersen even opveren om direct daarna weer te dalen. Die tactiek van Boos werkt geweldig. Misschien heb ik met toch vergist, denkt de koning. Boos is toch wel een trouwe vazal. Als beloning geeft Koning Angst zijn vazal Boos een ruimer mandaat, zodat hij zonder overleg vooraf naar eigen goeddunken veldtochten mag ondernemen zolang die gericht zijn op de verspreiding van zijn Angst. Dan gebeurt er iets, waardoor Koning Angst opnieuw twijfelt aan de bedoelingen van zijn vazal. Koning Angst en zijn vazal Boos! 5
Op diverse plekken in de wereld staan groepen mensen op tegen de pijlers van zijn rijk. Die beweging noemt zich Occupy. Ze bezetten pleinen en parken in een groot aantal landen met hun tenten en protesteren daarmee tegen de in hun ogen veel te grote macht van banken en beurzen. Hij roept zijn vazal bij zich. Boos, wat doe je nou? Die mensen van dat Occupy zijn alleen maar boos en helemaal niet bang. Het lijkt wel een opstand, zegt de koning. Zijn stem klinkt schril en hij loopt rood aan. Zo heeft Boos hem nog niet eerder gezien. Ik moet voorzichtiger te werk gaan, dacht Boos. Heer, die beweging stelt niets voor, brengt Boos ertegenin. Een aantal van hen zal zich zo gaan misdragen, dat zij niet meer als een serieuze bedreiging zullen worden gezien. U zult zien, dat de beweging vanzelf dooft. Ik hoop het voor je, zegt de koning. Gelukkig maakt hij zich nog niet druk om de opstanden in het Midden Oosten, denkt Boos en wrijft zich vergenoegd in de handen. Dat de mensen daar Koning Angst van zich hadden afgeschud en vooral mijn eigen volgelingen zijn geworden, heeft hij blijkbaar nog niet in de gaten, denkt Boos. Als weinig later blijkt, dat Occupy inderdaad wegkwijnt, kijkt Koning Angst weer tevreden naar de spiralen van angst, die zijn gezaaid. Alleen is het zo langzamerhand wel moeilijk om het doel van de gebruikte middelen te kunnen onderscheiden. Zorgelijk bekijkt hij de fronten van zijn strijd. Hij ontkomt er niet aan om zich af te vragen: Komt die boosheid nou door angst of andersom, zijn die mensen bang door boosheid? Dan wordt Rinus stil en staart weer in de krochten van de geschiedenis, die voor hem tachtig jaar geleden begon. Koning Angst en zijn vazal Boos! 6