Campus Lagewei. nota inspraak en overleg. 25 jaar adviseurs ruimtelijke ordening



Vergelijkbare documenten
Moerdijk. Woonwijken Zevenbergen. nota zienswijzen drs. W. Kraaijeveld. auteur(s):

Moerdijk. Woonwijken Zevenbergen. nota zienswijzen drs. W. Kraaijeveld. auteur(s):

Midden-Delfland. Hoornse Kade. nota inspraak en overleg ir. L. Snel. projectleider:

Alblasserdam. Bedrijventerrein Jonker. nota zienswijzen identificatiecode:

Nota van beantwoording behorende bij ontwerp Facetbestemmingsplan Klazienaveen, Bedrijventerrein Pollux II en III (externe veiligheid).

Verantwoording van het groepsrisico

Nota overlegreacties en. staat van wijzigingen. Wijzigingsplan Nabij Anthony Lionweg 19

NOTA INSPRAAK EN VOOROVERLEG VOORONTWERPBESTEMMINGSPLAN HOF EN SINGEL GEMEENTE ALBLASSERDAM

gemeente Krimpen aan den IJssel

NOTA VAN INSPRAAK en WETTELIJK VOOROVERLEG Bestemmingsplan Grotestraat 403 en Waalwijk DEEL 1: INLEIDING

Goedereede. Oudeland en Oude Nieuwland nota Inspraak en Overleg

c RBOI-Rotterdam bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan door de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van

REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3

Nota inspraak en vooroverleg Voorontwerpbestemmingsplan Sint Geertruid. Gemeente Eijsden-Margraten

Nota overlegreacties bestemmingsplan Hoefweg

NOTA INSPRAAK EN VOOROVERLEG. Projectbesluit ex artikel 3.10 Wro 37 woningen en winkelruimte locatie Westeind-Schooldwarsstraat

Partiële herziening zone industrielawaai Molendijk-Industrieweg. ontwerpbestemmingsplan. rboi. 25 jaar adviseurs ruimtelijke ordening

Inspraakverslag en verslag vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Stadsrandgebied Almelo Noord-Oost

Inspraak- en overlegnota. Voorontwerp bestemmingsplan Paulusschool Castricum

COMMENTAARNOTA OVERLEGREACTIES KERN RAALTE

B i j l a g e 6 : R e a c t i e n o t a O v e r l e g e n I n s p r a a k

Rho adviseurs voor leefruimte

Nota inspraak en overleg Bestemmingsplan Schansen e.o.

Inspraakverslag. Hieronder zal een samenvatting van de reacties en een standpunt daarop worden gegeven.

Nota vooroverleg Concept - Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein Aan de Fremme Gemeente Eijsden-Margraten

Nota overleg en staat van wijzigingen uitwerkingsplan Westpolder/Bolwerk 2012, deelplan 5, fase1

Nota Inspraak/overleg bestemmingsplan Kortevliet Ontwerp

Antwoordnota Voorontwerp-bestemmingsplan Business Park Friesland

Nota van Beantwoording Overlegreacties ex artikel Bro. Concept- ontwerpbestemmingsplan Stadscentrum / Dorpsstraat

VERSLAG VAN INSPRAAK EN VOOROVERLEG BESTEMMINGSPLAN LINDEPLEIN E.O. GEMEENTE BRUNSSUM

ZOETERMEER Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Voorontwerpbestemmingsplan Kleine open plekken Houten- Zuid

Midden-Delfland. 4 e Partiële herziening uitwerkingsplan Harnaschpolder-Noord, fase 1. uitwerkingsplan concept voorontwerp

Rapportage inspraak en vooroverleg Voorontwerp bestemmingsplan Ballemanseweg

Zoetermeer. Innovatiefabriek. Kwantitatieve risicoanalyse concept. ir. R.A. Sips. ing. J. Lauf

BESTEMMINGSPLAN UITBREIDING PARKEERTERREIN BOSRIJK EINDVERSLAG VOOROVERLEG EN INSPRAAK

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum

Reactienota. Voorontwerp-bestemmingsplan Park A4. Gemeentelijke reactie op opmerkingen uit het bestuurlijk vooroverleg.

Inhoudsopgave. Bijlage bij toelichting 3. Gemeente Roermond. Bijlage 1 Verslag inspraak en vooroverleg 4

Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F

Nota van zienswijzen ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan MFA Zuid

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen N388 Bestemmingsplan Kalkovens en vissershuisje Zoutkamp

Verslag inspraak- en overlegreacties Bestemmingsplan Buitengebied 2 e herziening

Externe Veiligheid bestemmingsplan Tolboomweg 9 en 16 te Terschuur

Raadsinformatiebrief Nr. :

BIJLAGE 7 RISICOANALYSE EXTERNE VEILIGHEID KEMA

Reimerswaal. grootschalige bedrijventerreinen. kwantitatieve risicoanalyse ing. B. van Vliet.

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013

GEMEENTE SLIEDRECHT. Bestemmingsplan Westwijk II Vastgesteld door de raad van de gemeente Sliedrecht op 29 september 2008

6 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Externe veiligheidsrisico's

Planlocatie Nuland Oost te Nuland

Verslag vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan Zuidentree

Voorontwerp bestemmingsplan. Hoog Dalem, herziening zuidelijke eilanden. Commentaarnota Wettelijk Vooroverleg

Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleidingen Z en Z

NOTA VAN INSPRAAK EN VOOROVERLEG BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN MIDDENWEG EN GIESSENBURG

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Reimerswaal. Kwantitatieve risicoanalyse. Kwantitatieve risicoanalyse buisleidingen Gasunie t.b.v. bestemmingsplannen Kruiningen en Waarde

RBMII-berekeningen weg en spoor t.b.v. bp Bedrijventerrein Duurkenakker

Voorontwerpbestemmingsplan De Griend. Nota vooroverleg en inspraak. Hoofdstuk 1: Reacties artikel Bro Hoofdstuk 2: Lijst ambtelijke wijzigingen

Quickscan Externe Veiligheid N240

Nota van inspraak en vooroverleg voorontwerp-bestemmingsplan Julianastraat 36 Waspik

Nota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen bestemmingsplan Centrum Bleiswijk

Nota Overleg bestemmingsplan Oosterhage voormalige NAMlocatie

V A L K E N S WA A R. D

Externe Veiligheid. Bedrijventerrein Laarberg. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen. december 2013 concept

Bijlage 3 Advies Steunpunt Externe Veiligheid

Madewater en Westmade te Monster externe veiligheid. Concept

Raadsvergadering. 6juli 2015

Inspraakverslag Dommelseweg , behorende bij besluit 21 maart 2017

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21

Nota beantwoording zienswijzen en Nota van wijzigingen. Ontwerpbestemmingsplan Van den Woudestraat 1a, Warmond

Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 01/11/ /III IIII IIIII IIII IIIIII IIIII IIIII IIIII IIIII IIII IIII 116.

Reactienota zienswijzen. Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord mei 2017

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum

EINDVERSLAG voorontwerpbestemmingsplan Middelland en Honthorst OVERLEG. Ingekomen overlegreacties

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Graafstroom. Dorpskernen. nota beantwoording overlegreacties mr. S. Lamkadmi. projectleider:

: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk

Nota Vooroverleg Bestemmingsplan Hotel Van der Valk Best

Nota van Beantwoording Zienswijzen Sloterdijk IV

Notitie. Betreft : Berekening plaatsgebonden risico en groepsrisico hogedruk aardgasleiding t.b.v. bestemmingsplan Landgoed Heideburgh te Rucphen

Oegstgeest Bestemmingsplan Poelgeest

Bijlage 1. NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN Uitwerkingsplan Zevenhuizen-Zuid, fase 1

Nota Inspraak Bestemmingsplan Iepenlaan deelgebied 7. Gemeente Uithoorn Augustus 2016

Omgevingsvergunning Grassavanne Ong.

NOTA VAN INSPRAAK EN VOOROVERLEG BESTEMMINGSPLAN BOVENEIND ZZ 7B BENSCHOP

Kwantitatieve Risicoanalyse Hoogegeest Akersloot

Nota overlegreacties bestemmingsplan Kerkstraat 31 - Bleiswijk

Verslag inspraak en vooroverleg. Voorontwerpbestemmingsplan. Bedrijventerreinzone Roerstreek

Advies Externe Veiligheid Van Rogier van Kalken bij ruimtelijke plannen Datum 19 oktober 2007

Externe veiligheidsrisico's hogedruk aardgasleidingen

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding

Landelijk gebied, 1e herziening. nota zienswijzen. rboi. 25 jaar adviseurs ruimtelijke ordening

Provincie Noord-Brabant. 3 oktober Contactpersoon. N. van Rooij. Beleidsmedewerkster EV. Cluster. Natuur en Milieu. .

Nota van Inspraak en vooroverleg. Bestemmingsplan Uitweg Uitbreiding 2

Nota zienswijzen. bestemmingsplan School Ringbaan

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel

BIJLAGE 5. Nota van Inspraak en Vooroverleg

IJsselstein. Tweede partiële herziening bestemmingsplan IJsselstein zuidoost, Hoge Dijk. Nota inspraak en overleg februari 2014

Transcriptie:

Barendrecht Campus Lagewei nota inspraak en overleg 25 jaar adviseurs ruimtelijke ordening

RBOI - Rotterdam/Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van RBOI - Rotterdam/Middelburg bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd.

Barendrecht Campus Lagewei nota inspraak en overleg identificatie planstatus projectnummer: datum: 148.14714.00 04-05-2010 opdrachtleider: opdrachtgever: ir. L.C. Snel gemeente Barendrecht R.008/03 gecertificeerd door Lloyd s conform ISO 9001: 2000 aangesloten bij: RBOI - Rotterdam bv Delftsestraat 17 a Postbus 150 3000 AD Rotterdam telefoon (010) 413 06 20 E-mail: info@rboi.nl

Inhoud 1. Inspraak en overleg blz. 3 1.1. Inleiding 3 1.2. Inspraak 3 1.3. Overleg ex artikel 3.1.1 Bro 6 Bijlage: 1. Brieven overlegpartners. Adviesbureau RBOI 148.14714.00

2 Inhoud 148.14714.00 Adviesbureau RBOI

1. Inspraak en overleg 3 1.1. Inleiding In het kader van inspraak en vooroverleg op het voorontwerpbestemmingsplan Campus Lagewei zijn diverse reacties ontvangen. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen (van 13 januari t/m 25 februari 2010). Verder heeft op 28 januari 2010 een inloopavond plaatsgevonden in de aula van het Dalton College Lagewei. Daarnaast is op grond van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) het voorontwerpbestemmingsplan Campus Lagewei toegezonden aan diverse overleginstanties met het verzoek te reageren voor 25 februari 2010 in het kader van het vooroverleg. Omdat van een aantal instanties geen reactie is ontvangen gedurende deze periode is hierover overleg gevoerd. Hierbij is vervolgens afgesproken dat de termijn voor het vooroverleg t/m 19 maart 2010 is verlengd. De binnengekomen inspraakreacties en de reacties uit het vooroverleg zijn samengevat en van een gemeentelijke reactie voorzien. Daarbij is tevens aangegeven of de reactie leidt tot aanpassing of aanvulling van het bestemmingsplan. 1.2. Inspraak Algemeen Het voorontwerpbestemmingsplan Campus Lagewei heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn van terinzagelegging is eenieder in de gelegenheid gesteld een inspraakreactie in te dienen. Binnen de gestelde termijn zijn 4 inspraakreacties ontvangen. De ingediende inspraakreacties worden hieronder samengevat weergegeven en voorzien van een gemeentelijke reactie. Tevens is naar aanleiding van de ingediende inspraakreacties overleg gevoerd met de Gereformeerde Gemeente Barendrecht, de Bewonerscommissie Weide Poort en met bewoners van een woning aan de Tramwei. Volgnummer : 1 Samenvatting inspraakreactie In de brief worden zorgen geuit ten aanzien van de capaciteit/veiligheid van de fietspaden, mede gelet op de toename van het leerlingenaantal. Gevraagd wordt om te onderzoeken of ter hoogte van de Baanvakwei twee eenrichtingsfietspaden te realiseren zijn, zodat tegenliggende fietsers elkaar niet hinderen. Dit is vooral van belang voor de kleinere kinderen uit de wijk die ook de fietspaden gebruiken. Reactie gemeente Onderkend wordt dat sprake is van een groot aanbod aan fietsers. Daarom is, terwijl er sprake is van 30 km/h-wegen, toch gekozen voor vrijliggende fietspaden. Groot voordeel van een fietspad met twee richtingen is dat fietsers een directere route kunnen kiezen naar bij- Adviesbureau RBOI 148.14714.00

4 Inspraak en overleg voorbeeld de school. Het is veiliger omdat fietsers niet tweemaal een oversteek nodig hebben naar de school. Verder ligt in bijna heel Barendrecht een fijnmazige tweerichtingsfietspaden structuur. Deze structuur sluit goed aan op elkaar en zorgt vooral voor een goede fietsbereikbaarheid van de wijken onderling. In de huidige situatie ligt aan de noordzijde van de Baanvakwei een tijdelijk tweerichtingsfietspad. Dit noordelijke fietspad verdwijnt zodra aan de zuidzijde van de Baanvakwei een nieuw breder fietspad aangelegd wordt. Uit stedenbouwkundig oogpunt wordt de ruimte die aan de noordzijde overblijft als groen ingericht. Hier past geen parallelle fietsstrook meer naast. Binnen het huidige (ondergrondse) profiel kan het aanleggen van een fietsstrook alleen als dit ten koste gaat van de rijbaan voor het auto- en busverkeer. Dit is niet gewenst vanwege het groot aantal fietsers dat van en naar de school fietst in combinatie met het autoverkeer. Verder past het aan twee zijden aanleggen van vrijliggende tweerichtingsfietsstroken/paden ook niet in de stedenbouwkundige uitgangspunten voor de Baanvakwei. Daarom is ook in Lagewei gekozen voor die opzet. Ten slotte wordt opgemerkt dat de parallelwegen (de woonstraten) ook gewoon bruikbaar zijn voor fietsers. Actie: geen aanpassingen noodzakelijk. Volgnummer : 2 Samenvatting inspraakreactie a. In de brief worden de afspraken die zijn gemaakt bij de bouw van de kerk ten aanzien van parkeren, fietsenstalling en activiteiten in de sporthal aangehaald. Verzocht wordt om deze afspraken ook bij de nu voorliggende plannen te respecteren. b. Door de nieuwbouw van het Dalton kan ongewenste inkijk in de kerk bij bijvoorbeeld rouw- of trouwdiensten ontstaan. Verzocht wordt om bij het ontwerp van de zuidgevel hiermee rekening te houden. c. De mogelijke komst van een jongerencentrum naar de campus heeft absoluut niet de voorkeur van reclamant. d. Het nieuw te realiseren fietspad tussen de kerk en de sporthal betekent dat meer fietsers langs de kerk zullen rijden met mogelijke gevolgen zoals vandalisme. e. Verzocht wordt om in de periode van bouw aandacht te hebben voor de bereikbaarheid van de kerk en de beschikbaarheid van parkeergelegenheid en fietsenstalling. f. Aangegeven wordt dat het plan uit lijkt te gaan van één ontsluiting voor autoverkeer. g. Externe veiligheid wordt genoemd als mogelijk vertragende factor, mede in relatie tot de CO 2 -plannen van het Rijk. Reactie gemeente a. Het bestemmingsplan voorziet in een vrij globale regeling voor bebouwing en inrichting van het openbare gebied. Binnen die regeling zal worden voorzien in een adequate oplossing voor het parkeren uitgaande van normen en de daarbij aansluitende eerder gemaakte afspraken. In de plantoelichting wordt hier ook aandacht aan besteed. De afspraken over gebruik van parkeergelegenheid en van de fietsenstalling zijn niet vastgelegd in het bestemmingsplan. Dit is ook niet mogelijk. Er is geen reden om aan te nemen dat in de nieuwe situatie niet wederom vergelijkbare afspraken kunnen worden gemaakt. Het bestemmingsplan treedt ook niet in eerder gemaakte afspraken over het gebruik van de sporthal. b. De afstand tussen de school en de kerk wordt in de toekomstige situatie meer dan 30 m. Bij deze afstand zal nauwelijks sprake kunnen zijn van hinderlijke inkijk. Het ligt niet voor de hand om juist bij lokalen aan de zuidzijde te kiezen voor een gesloten gevel of een hoge borstwering. Bij de inrichting van de buitenruimte zal bekeken worden of 148.14714.00 Adviesbureau RBOI

Inspraak en overleg 5 het mogelijk is om (bladhoudende) bomen te plaatsen in de plantstrook tussen de weg en het parkeerterrein van de kerk. c. De campus wordt bestemd ten behoeve van maatschappelijke functies, waarbinnen ook voorzieningen voor jongeren een plaats kunnen hebben. Zoals bekend wordt gezocht naar een passende locatie voor een jongerencentrum, waarbij nog diverse opties juist ook elders in Barendrecht in beeld zijn. d. Het fietspad zal op enige afstand van de kerk worden gerealiseerd. Het fietspad zal langs de Kilweg aan de overzijde van het water komen te liggen. Hierdoor zullen negatieve effecten voor de kerk zoveel mogelijk worden voorkomen. Eventueel kan door specifieke inrichting van tussenliggend groen nog een extra barrière worden gecreëerd. e. De gemeente is er zich terdege van bewust dat tijdens de bouw zowel het kerkbezoek als schoolbezoek op een veilige wijze moet kunnen plaatsvinden. Daarom zal de ontwikkeling ook gefaseerd moeten plaatsvinden en zullen regelmatig tijdelijke oplossingen voor bijvoorbeeld parkeren en separate bouwwegen moeten worden gerealiseerd. Veiligheid staat daarbij voorop. Incidenteel zal wel een iets grotere afstand tot voorzieningen moeten worden geaccepteerd en/of sprake zijn van een iets beperktere bereikbaarheid. De gemeente heeft overigens de bevoegdheid om met de ontwikkelaars/bouwers hierover dwingende afspraken te maken. f. Binnen de globale bestemmingsregeling is een tweede auto-ontsluiting voor de campus realiseerbaar. Naar verwachting zal deze nabij de rotonde worden gerealiseerd. Het exacte tracé van deze ontsluiting zal nog nader worden bepaald in relatie tot het ontwerp van de bebouwing en de inrichting van het openbaar gebied, inclusief het parkeren. g. Over de effecten van de aanwezige leiding en de huidige functie daarvan heeft overleg plaatsgevonden met de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR). Eventueel ander gebruik ten behoeve van bijvoorbeeld CO 2 is daarbij niet aan de orde en vergt andere besluitvorming. Actie: geen aanpassingen noodzakelijk. Volgnummer : 3 Samenvatting inspraakreactie Het bezwaar richt zich op vier punten: 1. het weghalen van het hekwerk tussen het schoolplein en het grasveld; 2. realisering van een jongerencentrum; 3. parkeerproblemen bij de flat en in de wijk; 4. verzoek tot regulier overleg en tijdschema. Reactie gemeente a. De campus krijgt niet alleen een functie voor de scholen, maar ook voor de omliggende wijk. Door een groot schoolterrein te maken wordt juist, beter dan met hekken, gestimuleerd dat de jeugd op het campusterrein blijft. Het bestemmingsplan maakt overigens hekken niet onmogelijk. De openbare toegankelijkheid, juist buiten de schooluren is uitgangspunt, maar ook niet verder vastgelegd in de regeling. b. De campus wordt bestemd ten behoeve van maatschappelijke functies, waarbinnen ook voorzieningen voor jongeren een plaats kunnen hebben. Zoals bekend wordt gezocht naar een passende locatie voor een jongerencentrum, waarbij nog diverse opties, juist ook elders in Barendrecht, in beeld zijn. c. Op de campus zal, uitgaande van landelijk toegepaste en geaccepteerde normen, worden voorzien in parkeergelegenheid. Daarnaast zal worden bezien of delen van de ver- Adviesbureau RBOI 148.14714.00

6 Inspraak en overleg harde pleinen bij bijzondere gelegenheden zoals ouderavonden ook kunnen worden ingezet als tijdelijke parkeergelegenheid. De gemeente is er zich terdege van bewust dat tijdens de bouw de parkeerdruk zal toenemen. Daarom zal de ontwikkeling ook gefaseerd moeten plaatsvinden en zullen regelmatig tijdelijke oplossingen voor parkeren en bouwwegen moeten worden gerealiseerd. De gemeente is overigens bevoegd om met de ontwikkelaars/aannemers hierover dwingende afspraken te maken. d. Bij de inrichting van de buitenruimte zal bekeken worden in welke vorm omwonenden en gebruikers van het plangebied betrokken kunnen worden. Met betrekking tot het tijdschema heeft de gemeente tijdens de inloopavond een tijdpad gepresenteerd. Vooralsnog zal op 18 mei 2010 het ontwerpbestemmingsplan Campus Lagewei worden behandeld in de raadscommissie Ruimte. Na instemming door de raadscommissie Ruimte wordt het ontwerpbestemmingsplan gedurende een termijn van zes weken ter inzage gelegd. Hiervan wordt onder andere melding gedaan in de gemeentekrant Blik op Barendrecht. Actie: geen aanpassingen noodzakelijk. Volgnummer : 4 Samenvatting inspraakreactie Inspreker vraagt of er in het plangebied rekening is gehouden met een kunstwerk en wat de procedure is? Reactie gemeente Eventuele kunstwerken zijn op grond van het bestemmingsplan mogelijk. Eventueel te realiseren kunstwerken worden in de aanbesteding van de bouw meegenomen. Actie: geen aanpassing noodzakelijk. 1.3. Overleg ex artikel 3.1.1 Bro Algemeen Het voorontwerpbestemmingsplan Campus Lagewei is in het kader van vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro aan de volgende instantie toegezonden: - waterschap Hollandse Delta; - Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam; - provincie Zuid-Holland; - DCMR Milieudienst Rijnmond; - Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.; - N.V. Nederlandse Gasunie; - VROM-Inspectie Zuid-West; - Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland. Van de navolgende instanties zijn reacties ontvangen: - waterschap Hollandse Delta; - Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam; - provincie Zuid-Holland; - DCMR Milieudienst Rijnmond; - Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.; - N.V. Nederlandse Gasunie. 148.14714.00 Adviesbureau RBOI

Inspraak en overleg 7 De ontvangen vooroverlegreacties zijn hieronder samengevat en van een gemeentelijke reactie voorzien. De ingezonden brieven (met uitzondering van de e-mails die toegezonden zijn) van de overlegpartners zijn in bijlage 1 opgenomen. Volgnummer : 1 Naam/adres : waterschap Hollandse Delta, Postbus 4103, 2980 GC Ridderkerk Samenvatting reactie - Het waterschap geeft aan dat haar beleid is opgenomen in het waterbeheerplan. De in de toelichting aangegeven 'beslisboom' vervalt daarmee. - Verder verzoekt het waterschap om de hoofdwatergangen en bijbehorende beschermingszone te voorzien van een dubbelbestemming. Reactie gemeente - De toelichting zal hierop worden aangepast. - De verbeelding (regels en plankaart) worden zoals gevraagd aangepast. Actie: de toelichting, plankaart en regels worden aangepast. Volgnummer : 2 Naam/adres : Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam, Postbus 6633, 3002 AP Rotterdam Samenvatting reactie Het Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam van gemeentewerken Rotterdam (BOOR) heeft gekeken naar de noodzaak van archeologisch (voor)onderzoek in het kader van het bestemmingsplan Campus Lagewei. In verband met reeds eerder uitgevoerd archeologisch onderzoek (Lelivelt, R.A. 2004 Barendrecht Vrouwenpolder, Een archeologische inventarisatie door middel van grondboringen, BOOR-rapporten 212-Rotterdam) zijn verdere archeologische inspanningen in het kader van dit project niet noodzakelijk. Wel dient rekening te worden gehouden met eventuele toevalsvondsten. Reactie gemeente De reactie wordt ter kennisneming aangenomen. Actie: naar aanleiding van het overleg dat nadien heeft plaatsgevonden tussen de gemeente en het BOOR vindt aanpassing van de verbeelding (plankaart en regels) en de toelichting plaats waarbij aan een deel van het plangebied een dubbelbestemming wordt toegekend. Volgnummer : 3 Naam/adres : provincie Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag Samenvatting reactie a. De provincie Zuid-Holland geeft aan dat het plangebied zeer waarschijnlijk is gelegen binnen het invloedsgebied van de inrichting Kijfhoek. Alhoewel de ontwikkelingen in het plangebied, gezien de afstand tot Kijfhoek, niet zullen leiden tot een toename van het groepsrisico (GR), dient in het kader van de verantwoording van het GR wel te worden nagegaan of maatregelen nodig zijn. Daarbij dient de VRR om advies te worden gevraagd. Adviesbureau RBOI 148.14714.00

8 Inspraak en overleg b. Een deel van het plangebied is gelegen binnen het invloedsgebied van het lpg-tankstation. Als gevolg van het plan neemt het GR toe van ruim onder de 0,1 maal de oriëntatiewaarde naar boven de 0,1 maal de oriëntatiewaarde. De toename van het GR dient inzichtelijk te worden gemaakt en het GR dient te worden verantwoord waarbij de VRR om advies dient te worden gevraagd. c. Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen dient in de onderbouwing te worden aangeven op basis waarvan de conclusie wordt getrokken dat er geen sprake is van risico's in de omgeving. d. De vraag is of het onderzoek van DCMR uit 2006 nog up-to-date is. e. De provincie stelt vast dat er geprojecteerde kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten zijn gelegen binnen de PR 10-6 -contour van de natgasleiding van de NAM. Tevens neemt het GR toe tot circa 8 maal de oriënterende waarde. De gemeente dient een duidelijke keuze te maken met welke risicoreducerende maatregelen het plaatsgebonden risico (PR) en het GR worden teruggedrongen tot onder de grens- en richtwaarden voor het PR en de oriëntatiewaarde voor het GR. Deze maatregelen dienen te zijn uitgevoerd voordat het bestemmingsplan wordt vastgesteld. Gezien het feit dat (een deel van) het plangebied binnen het invloedsgebied van de leiding is gelegen dient het GR te worden verantwoord waarbij het advies van de VRR moet worden betrokken. Reactie gemeente a. Na ontvangst van de overlegreactie heeft de gemeente telefonisch contact gehad met de afdeling Ruimte en Wonen van de provincie. In dat overleg zijn met name afspraken gemaakt over het aspect externe veiligheid in relatie tot het plan. Ten behoeve van de herinrichting van museumboerderij de Kleine Duiker is door de VRR recent advies uitgebracht met betrekking tot externe veiligheid. In dat advies wordt verwezen naar een QRA die is opgesteld voor spoorwegemplacement Kijfhoek. Uit deze QRA volgt dat de oriënterende waarde voor het GR niet wordt overschreden. De PR 10-6 en PR 10-8 -contour van het spoorwegemplacement vormen geen belemmering voor de ontwikkeling van het gebied. Met de provincie is besproken dat deze conclusie ook geldt voor het bestemmingsplan Campus Lagewei. b. In het telefonisch overleg volgend op de overlegreactie is vastgesteld dat het lpg-tankstation inderdaad op een dermate grote afstand van het plangebied is gelegen dat er geen sprake is van invloed op de hoogte van het GR. De provincie is per abuis uitgegaan van een groter plangebied. c. De conclusies over externe veiligheidsrisico's als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn gebaseerd op een onderzoek van DCMR uit 2006. Nadien hebben zich in Barendrecht geen nieuwe bedrijven gevestigd die voor een toename van het aantal transportbewegingen van gevaarlijke stoffen zouden kunnen zorgen. Het is niet aannemelijk dat het aantal lpg-transporten is toegenomen, gezien de landelijke daling in de doorzet bij lpg-tankstations. In overleg met de provincie wordt geconcludeerd dat nieuw onderzoek op dit punt niet noodzakelijk is. d. In het telefonisch overleg met de provincie is gesproken over externe veiligheidsrisico's rond de natgasleiding. In verband met het treffen van maatregelen is contact gezocht met de leidingbeheerder, de NAM. De NAM geeft aan dat het treffen van maatregelen niet noodzakelijk is. Uit de risicoberekening die de NAM heeft laten uitvoeren door KEMA blijkt namelijk dat er geen knelpunt is met betrekking tot het PR en het GR rond de leiding. Deze risicoberekening is door KEMA uitgevoerd door met behulp van het rekenprogramma Pipesafe. De NAM geeft aan de risico's die zijn berekend door DCMR onjuist zijn omdat DCMR heeft gerekend met het programma SAFETI-NL. Dat programma is volgens de NAM niet geschikt voor een pijpleiding Kwantitatieve Risico Analyse (QRA). Dit zou blijken uit een onderzoek uit juli 2009 dat is uitgevoerd door het RIVM en de Gasunie. Met de NAM en de DCMR heeft nader overleg plaatsgevonden over de risico 148.14714.00 Adviesbureau RBOI

Inspraak en overleg 9 berekening die als uitgangspunt voor de onderbouwing van het plan is gehanteerd waarna de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) om advies is gevraagd. De VRR adviseert om enkele voorzieningen te realiseren teneinde de zelfredzaamheid en de mogelijkheden voor hulpverlening te vergroten. Het advies van de VRR is verwerkt in een verantwoording van het GR. Deze verantwoording wordt als bijlage opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Met de provincie zal nader overleg plaatsvinden over het tijdstip waarop eventuele risicoreducerende maatregelen moeten zijn uitgevoerd in relatie tot de vaststelling van het bestemmingsplan. Actie: het bestemmingsplan wordt aangevuld en aangepast conform het bovenstaande. Volgnummer : 4 Naam/adres : DCMR Milieudienst Rijnmond, Postbus 843, 3100 AV Schiedam Samenvatting reactie a. DCMR verzoekt om in paragraaf 4.3 de opmerking te verwijderen dat de voorkeursgrenswaarde van 48 db beperkt wordt overschreden. b. In paragraaf 4.6 dient te worden ingegaan op het ontwerp van het Besluit externe veiligheid transportroutes en het ontwerp van het Besluit externe veiligheid buisleidingen. Er hoeft niet langer te worden ingegaan op bebouwings- en toetsingsafstanden, deze informatie kan worden weggelaten. c. DCMR doet een tekstvoorstel voor de beschrijving van externe veiligheid rond de waterstofleiding ten zuiden van het plangebied. d. Voor de situatie waarin rekening wordt gehouden met een verlegging van de natgasleiding naar de zuidzijde van de Kilweg dient opnieuw het GR te worden berekend. Gelet op de afstand tot de beoogde bebouwing wordt in die situatie aan de norm voor het PR voldaan. Reactie gemeente a. De paragraaf wegverkeerslawaai wordt aangepast aan het geactualiseerde geluidsonderzoek. b. Het beleidskader voor externe veiligheid rond buisleiding zal worden geactualiseerd aangezien het voorontwerp van het plan is ingehaald door de wijziging van de circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen. c. Het tekstvoorstel wordt overgenomen. d. In verband met het treffen van maatregelen is contact gezocht met de leidingbeheerder, de NAM. De NAM geeft aan dat het treffen van maatregelen niet noodzakelijk is. Uit de risicoberekening die de NAM heeft laten uitvoeren door KEMA blijkt namelijk dat er geen knelpunt is met betrekking tot het PR en het GR rond de leiding. Deze risicoberekening is door KEMA uitgevoerd door met behulp van het rekenprogramma Pipesafe. De NAM geeft aan de risico's die zijn berekend door DCMR onjuist zijn omdat DCMR heeft gerekend met het programma SAFETI-NL. Dat programma is volgens de NAM niet geschikt voor een pijpleiding Kwantitatieve Risico Analyse (QRA). Dit zou blijken uit een onderzoek uit juli 2009 dat is uitgevoerd door het RIVM en de Gasunie. Met de NAM en de DCMR heeft nader overleg plaatsgevonden over de risicoberekening die als uitgangspunt voor de onderbouwing van het plan is gehanteerd waarna de VRR om advies is gevraagd. De VRR adviseert om enkele voorzieningen te realiseren teneinde de zelfredzaamheid en de mogelijkheden voor hulpverlening te vergroten. Het advies van de VRR is verwerkt in een verantwoording van het GR. Deze verantwoording wordt als bijlage opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Met de provincie zal nader overleg plaats- Adviesbureau RBOI 148.14714.00

10 Inspraak en overleg vinden over het tijdstip waarop eventuele risicoreducerende maatregelen moeen zijn uitgevoerd in relatie tot de vaststelling van het bestemmingsplan. Actie: het bestemmingsplan wordt aangevuld en aangepast conform het bovenstaande. Volgnummer : 5 Naam/adres : Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V., Postbus 33, 3125 BK Schiedam Samenvatting reactie De Nederlandse Aardolie Maatschappij geeft in haar reactie aan dat de betreffende natgasleiding ten zuiden van het plangebied (12 inch PGL-415100) is doorgerekend met het rekenprogramma Pipesafe waarbij rekening is gehouden met diepteligging, wanddikte en materiaalafhankelijke faalkansen (Gasunie faalkansen) zonder additionele reductie. De NAM is nog in gesprek met de overheid over mogelijke additionele reductiefactoren. Uit dat onderzoek blijkt dat er geen PR 10-6 -contour is en dat de effectafstand 210 m bedraagt. Het verschil met de berekeningen van de DCMR, die zijn gebaseerd op de handleiding risicoberekeningen Bevi, ligt in het feit dat in die berekeningen hogere faalkansen zijn gehanteerd. Na bevestiging van de gehanteerde faalkansen door de Gasunie zal uit de berekening van de NAM blijken dat er geen sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR. Een reductiefactor van 5 is namelijk voldoende om het GR beneden de oriëntatiewaarde te krijgen. Hoewel de leiding reeds langere tijd opereert op drukken die significant beneden de ontwerpdruk zijn gelegen wenst de NAM, vanwege toekomstige ontwikkelingen, de huidige ontwerpdruk te handhaven. Reactie gemeente De gemeente neemt kennis van de risicoberekeningen van de NAM die zijn uitgevoerd met het programma Pipesafe en heeft overleg gevoerd met de DCMR en de VRR over onderbouwing van het aspect externe veiligheid rond de natgasleiding. De NAM is als leidingbeheerder van de uitkomsten van dit overleg op de hoogte gesteld. De onderbouwing die wordt opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan is gebaseerd op het externe veiligheidsonderzoek van de DCMR. Dat onderzoek is gebaseerd op het huidige beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid. Ook het advies van de VRR, dat is verwerkt in de verantwoording van het groepsrisico, is op het onderzoek van de DCMR gebaseerd. Actie: het bestemmingsplan wordt aangevuld en aangepast conform het bovenstaande. Volgnummer : 6 Naam/adres : N.V. Nederlandse Gasunie, Postbus 19, 9700 MA Groningen Samenvatting reactie De Gasunie N.V. geeft in haar reactie aan dat het plangebied buiten de 1%-letaliteitsgrens van de meest nabijgelegen aardgastransportleiding is gelegen. Deze leiding is niet van invloed op de ontwikkelingen in het plangebied. Reactie gemeente De reactie wordt ter kennisneming aangenomen. Actie: geen aanpassing noodzakelijk. 148.14714.00 Adviesbureau RBOI

Bijlage 1 Brieven overlegpartners 1 Adviesbureau RBOI 148.14714.00

2 Bijlage 1 148.14714.00 Adviesbureau RBOI

Adviesbureau RBOI 148.14714.00

4 Bijlage 1 148.14714.00 Adviesbureau RBOI

Adviesbureau RBOI 148.14714.00

6 Bijlage 1 148.14714.00 Adviesbureau RBOI

Adviesbureau RBOI 148.14714.00