Inbouw- en gebruikshandleiding



Vergelijkbare documenten
Inbouw - en gebruiksaanwijzing Art.Nr Handboek Versie 1.0 November 2004

Ombouw MP3020 (Märklin 3389)

Handleiding DCC Functie-Decoder

NEM connectoren en kabelkleuren

Ombouwen van locomotieven

Terugmeld module in combinatie met andere merken 13. Aansluiten van de meldingangen 14. In gebruik nemen en testen van de terugmeld module 16

H-TRONIC pendeltreinautomaat

LokSound V4.0. Inbouw- en gebruiksaanwijzing. 2de uitgave, april LokSound V4.0 LokSound micro V4.0.

NEM, PluX, 21MTC, NEXT18

Digitale decoder voor magneetartikelen. Installatiehandleiding DIGITAL 2. Modellspielwaren GmbH Am Bahnhof 1 D Hatzfeld

Ombouwen van de LGB Stainz van analoog naar digitaal.

SLX815 Draaischijfbesturing Aansluiten en bedienen Eigenschappen:

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik van de s88-n-16/cd terugmeldingsmodule 4. Aansluitingen s-88-n-16/cd 4

Digitaal Modelsporen. Inleiding. Jan Boen, Ing, MSc

De LK100 is een keerlusmodule voor het gebruik in het Digital plus systeem van Lenz. De LK100 wordt gebruikt bij keerlussen in de digitale modelbaan.

LokPilot V4.0. Inbouw- en gebruiksaanwijzing. 8 editie, december LokPilot V4.0 - LokPilot V4.0 DCC - LokPilot micro V4.0

Microstap Stappenmotor Eindtrap HP5056

53451 LokProgrammer. Beknopt overzicht.

Vertaling voor eigen gebruik P.Heinst

Auto adapter voor kleine apparaten 120 W

Opmerking: afhankelijk van uw configuratie is de print voorzien van de benodigde componenten.

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Functie decoder voor DCC systemen 4. Aansluiten van de decoder 4. Gebruik van LED strips 6

Weergave met punten van 4 posities, waarbij het eerste getal van de adres (altijd de 1) ontbreekt bv. voor het wagonadres 10074:

Workshop Digitaal

Pagina 1 van 14. Nederlandse uitgave:

Decoder inbouw. Het ombouwen van een analoge tot een digitale loc. Jan Boen, Ing. voor het Locje Dilbeek

Koploper en MFX-locomotieven

Infrarood lichtmodule SM-IR-16-2 V1.00

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Sein decoder voor DCC systemen 4. Aansluitingen overzicht van de decoder 4. Aansluiten van de decoder 5

Terugmeldmodule 63320

Ombouw Roco NMBS type 210 (reeks 60) naar AC digitaal

Tijdschakelklok. Bestnr.: (groen) (oranje) (transparant) (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Terugmeldingen. Misschien zijn er nog meer detectie mogelijkheden, maar laten we deze maar eens nader bekijken wat de voor- en nadelen zijn!

Bouwbeschrijving. Servo Decoders

Bouwbeschrijving. Servo Decoders

Gebruiksaanwijzing S4-Car Servo Decoder

8-VOUDIGE BEZETMELDER

EcoSBoost Handleiding. ECoSBoost: booster voor ECoS en Märklin Central Station.

Gebruiksaanwijzing S4-Herz Servo Decoder

Digitaal Professional worden! 1. Boosterkringen. RAILWARE, Intellibox, DB-2 Booster, Ringleidingen

Inbouwen verlichting

Montagevoorschriften

Bouwbeschrijving. Functiebouwsteen FB-SW (vanaf maart 2010)

MODELBOUW BOERMAN Uw trein op maat is waar het ons om gaat! SERVO DECODER. Gebruikershandleiding Art. Nr

Technische gegevens 12

De condensator en energie

Gebruiksaanwijzing W4 Servo Decoder

WISSELDECODER. Handleiding

Bestnr VÖLKNER Terugmeldingsmodule

DRC1600 Verlichtingset HANDLEIDING. (bovenstaande foto is niet digital bewerkt)

Digitale remmodule. Installatiehandleiding. Modellspielwaren GmbH Am Bahnhof 1 D Hatzfeld Vertaling: Koen Vaganée 1

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

Handleiding RGB Led Lamp

RFI 1000 / RFI Magnetische sleutellezer INSTRUCTIEHANDLEIDING

Bouwbeschrijving. DC-Car Booster

Dynamische microfoon WH-002A

1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring

Interieurverlichting H0

Bouwbeschrijving. Servo Decoders

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België

DIGITAL 2. Digitale schakeldecoder. Gebruikershandleiding

1 Veiligheidsinstructies

Bestnr mivoc Actieve subwoofer SW 1100 A

Handleiding ECoSLink Terminal

Gebruik in geen geval soldeervet!!!! Dit zal uw print en de componenten beschadigen.

Idee, ontwerp en realisatie : Marc Van den Schoor. PICAXE-18M2+Rotor speed controller V1 Manual.docx pagina 1 van 7

Alle gebruikte merknamen zijn geregistreerde merknamen van de bekende fabrikanten.

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS

DRC2200 Verlichting set NS2200

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

MRDIRECT BOOSTER. Handleiding. Werkt met de volgende systemen: Werkt niet met de volgende systemen: Werkt met de volgende protocollen:

Friedland Draadloze libra zender + 200m ontvanger/bel

Microfoon DMW-916. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

Systeemplanning NED-1

Bestnr TFT LCD kleurenbeeldscherm Module model LM-501

In gebruik nemen en testen. 11. Technische gegevens 13. Bijlage 1 14

Codeslot DCS Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik CAR module 4. Werking van de CAR module 4. Aansluiten van de CAR Module 5. Technische gegevens 10

Inrit Spoor 3. Uitrit Spoor 1

Adapter voor KNX en relais

Universele netvoeding EA-4000 B-3 EA-4000 B-4.5

Voor ieder de juiste

Modeltrein Academie. Modeltreinen, digitaal rijden en schakelen

Opmerking: afhankelijk van uw configuratie is de print voorzien van de benodigde componenten.

Systeem-schakelversterkers REG 1 kanaals Art.Nr Systeem-schakelversterkers REG 2 kanaals Art.Nr

KABELTESTER en DIGITALE MULTIMETER. Turbotech TT1015

SPOOR 1 DRAAISCHIJF. In Nederlands Model

Ombouw NS 1205 (Märklin 3055)

Met de Central Station 3 bevredigt Märklin de meest uiteenlopende behoeften van de modelspoorders. We laten vier voorbeelden zien.

VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN

Belangrijk! Montage- informatie voor het aansluiten van de decoder beslist helemaal doorlezen!

Handleiding KeerPlus3 Keerlusoplossing voor digitale modelspoor

Handleiding decoder RFI 1000

L N L N. Fig.3 L N L N. Fig.4

Bestnr Module SMD- Servotester

Uitschakelen in noodgevallen Doe de touch-key kort in de opening op het bedieningspaneel. Het alarm zal uitgaan.

LocoServo Handleiding

VOLT POT 1K R 220. OPEN FOR 60 Hz STAB. Spanningsregelaars R 220. Installatie en onderhoud

Transcriptie:

Inbouw- en gebruikshandleiding LokSound Voor versie V3.0 2de uitgave, mei 2004

Index 1 Inleiding 3 2 Eigenschappen van de LokSound Decoder 4 3 Inbouw van de LokSound Decoder 5 3.1 Aansluiten van de LokSound Decoder in modellen voor schaal HO, TT, N en O 5 3.1.1 Voorwaarden tot inbouw 5 3.1.2 Locs met NEM adapter 5 3.1.3 Locs zonder adapter 6 3.1.3.1 Aansluiting van een gelijkstroommotor 7 3.1.3.2 Aansluiting van een wisselstroommotor 7 3.1.4 Aansluiting van de luidspreker 7 3.1.5 Aansluiten van extra functies 8 3.1.6 Aansluiting van de wielsensor 8 3.2 Aansluiting van de LokSoundXL Decoder. 9 3.2.1 Algemene tips voor het aansluiten 9 3.2.2 Aansluitschema algemeen 9 3.2.3 Aansluiting van motoren 10 3.2.3.1 Aansluiting aan een gelijkstroom- of klokanker motor 10 3.2.3.2 Aansluiting van een wisselstroommotor (motor met veldspoelen) 10 3.2.4 Inbouw van de luidspreker 13 3.2.5 Functieuitgangen 13 3.2.5.1 Aansluiting van lichtfuncties 13 3.2.5.2 Aansluiting van de extra functies 13 3.2.6 Aansluiting van sensors 14 3.2.6.1 Aansluiting van een wielsensor 14 3.2.6.2 Aansluiting van een reedcontact met magneet 14 3.2.6.3 Aansluiting van een mechanische contact gever 14 3.2.6.4 Aansluiting van een Hall sensor 14 3.2.7 Aansluiting van extra reedcontact ingangen 15 4 In gebruik name van de decoder 15 4.1 Analoge werking 16 4.1.1 Werking met gelijkstroom trafo 16 4.1.2 Werking met Märklin trafo 16 4.2 Digitale werking 16 4.2.1 Met Märklin 6021 16 4.2.2 Met DCC systemen (Lenz, Intellibox, etc) 16 4.3 Terugzetten naar fabriekswaarden 16 5 Aanpassing van de decoderparameters 16 5.1 Concept van CV bij LokSound Decoder 16 5.2 Belangrijke instellingen van de LokSound 17 5.2.1 Lastafhankelijke regeling 17 5.2.2 Snelheidscurve 18 5.2.3 Functieuitgangen 19 5.2.4 Aanpassing aan het gebruik 21 5.2.5 afremstroken 22 5.2.6 Märklin adressen 22 5.3 Aanpassen van de CV waarden 22 5.3.1 Met de LokProgrammer 23 5.3.2 Met DCC systemen 23 5.3.3 Met Märklin 6021 23 6 Veel gestelde vragen (FAQ) 24 7 Lijst van alle ondersteunde CV s 25 7.1 Lijst van de ondersteunde CV s 27 8 Technische gegevens 43 8.1 LokSound Versie 3.0 43 8.2 LokSoundXL Versie 3.0 43 9 Klantendienst - ondersteuning en hulp 44 Copyright 2004 door ESU electronic solutions ulm GmbH & Co KG. vergissingen, veranderingen die de technische vooruitgang dienen, levermogelijkheid en alle verdere rechten voorbehouden. Elektrische en mechanische maat opgaven net zoals afbeeldingen zonder waarborg. Elke aansprakelijkheid voor schade en schade ten gevolge van het gebruik niet conform de bepalingen, niet naleven van de gebruiksaanwijzing, eigengemaakte bouwsels en andere is uitgesloten. Niet geschikt voor kinderen onder 3 jaar wegens inslikbare deeltjes. Bij het onoordeelkundig gebruik bestaat gevaar voor verwonding door functiegebonden kanten en uitstulpingen. Märklin is een gedeponeerde merknaam van de firma Gebr. Märklin und Cie. GmbH, Göppingen. ESU electronic solutions ulm GmbH & Co KG ontwikkelt overeenkomstig zijn politiek de producten voortdurend verder. ESU behoudt zich hierdoor het recht voor zonder voorafgaande aankondiging aan elk van de in de documentatie beschreven producten aanpassingen en verbeteringen door te voeren. 2 Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2

1 Inleiding Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van uw LokSound Decoder! Met LokSound klinken uw locomotieven zoals hun grote voorbeeld. U zal snel merken dat met LokSound uitgeruste rijtuigen altijd in het middelpunt van de belangstelling zullen staan. Zeker als U deze bouwsteen direct zou inbouwen. Nochtans vooraf even dit: Gelieve deze handleiding zorgvuldig door te nemen!!! Alhoewel LokSound Decoders zeer robuust zijn, kan een verkeerde aansluiting de bouwsteen beschadigen. Uw nieuwe LokSound Decoder is van de fabriek uit zo ingesteld, dat hij in de regel zonder wijziging gebruikt kan worden, maar hij biedt bovenop deze fabriekinstellingen een overvloed van instelmogelijkheden, waarmee u de LokSound nog perfecter op de individuele loc kan afstemmen. Gelieve u in eerste instantie vertrouwd te maken met de handleiding vooraleer U de decoder in een loc inbouwt en de instellingen verandert en neem de respectievelijke verwijzingen in acht bij het inbouwen van de decoder Belangrijke waarschuwing De LokSound Decoder mag alleen bij modelbanen gebruikt worden Vermijd stoot- en drukbelastingen op de decoder Beschermen voor vocht en nattigheid De krimpkous rond de decoder niet verwijderen Nooit direct aan de decoder solderen, indien nodig de kabel verlengen Wikkel de decoder nooit in isoleertape, daardoor wordt de warmtegeleiding gehinderd, waardoor oververhitting mogelijk is Bij de inbouw moet de loc steeds zonder stroom zijn Geen kabel mag de metalen delen van de lok raken, ook niet per vergissing! Isoleer niet benodigde kabels aan het einde Let er op bij het terug samenstellen van de loc dat geen kabels gekwetst worden of kortsluitingen ontstaan. Behandel de luidspreker bij het inbouwen uiterst voorzichtig: oefen in geen geval druk uit op de luidspreker en raak de membranen niet aan. Solderen moet snel en voorzichtig gebeuren, alleen op de voorgeschreven plaatsen aan de luidspreker! Let vooral op de aanwijzingen voor het inbouwen van de luidsprekers Het in acht nemen van deze aanwijzingen zullen je een storingsvrij gebruik en een lange levensduur van je LokSound Decoder garanderen. ESU GmbH & Co. KG, maart 2004 Deze handleiding is in verscheidene hoofdstukken ingedeeld die u stapsgewijs tonen wat hoe moet worden uitgevoerd: Hoofdstuk 2 geeft u een overzicht van de eigenschappen van de LokSound en de LokSound XL decoders. In Hoofdstuk 3 wordt de inbouw van de LokSound Decoder uitvoerig beschreven. Daarbij wordt in een eerste deel (3.1) de inbouw van de LokSound voor de sporen HO, O, TT en N en in deel (3.2) de inbouw van de LokSound XL voor grote spoorbreedten (0, 1, II, ) behandeld. De LokSound Decoder is in de meest gangbare stuursystemen inzetbaar. Hoofdstuk 4 geeft u een overzicht, in welke systemen voor digitaal en analoog bedrijf de LokSound ingezet kan worden en welke bijzonderheden in acht genomen moeten worden. Indien u wenst de bedrijfsinstellingen van de decoder voor de rij instellingen of ook van het geluidsgedeelte te veranderen en aan uw loc individueel aan te passen, bevelen wij u aan Hoofdstuk 5 aandachtig te lezen. Daar krijgt u een overzicht van de veelzijdige instelmogelijkheden van de LokSound Decoder en de nauwkeurige verklaring met welke waarden u de instellingen kan veranderen. Daar wordt ook beschreven hoe men de fabriekinstellingen kan terugzetten. Bijzonder eenvoudig is de aanpassing van de LokSound Decoder met de ESU LokProgrammer (Art 52450). In het volgende Hoofdstuk 6 gaan we op veelgestelde vragen van klanten in. Voor de in Hoofdstuk 5 beschreven instellingen vind u in Hoofdstuk 7 een overzichtelijke samenvatting van de verscheidene parameters en hun mogelijke waarden Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2 3

2 Eigenschappen van de LokSound Decoder De LokSound Decoder is een universele elektronica voor het inbouwen in model-locomotieven voor bijna alle spoorbreedten. Voor de spoorbreedten TT, HO en kleine modellen van de schaal 0 bevelen wij de LokSound aan, en voor de modellen van spoorbreedte 0, I, II en G de LokSound XL Decoder. ESU LokSound brengen een revolutie in de authentieke modelbaanbesturing. Ze verenigen op intelligente manier een hoogstaande digitale decoder met een digitale geluidsmodule. Met LokSound kan u uw locomotief lastafhankelijk en met vele bijkomende functies digitaal sturen en tegelijk het originele geluid van uw locomotief zoals bij het voorbeeld horen. Door zijn unieke mogelijkheden geeft de LokSound Decoder u de flexibiliteit en zekerheid die u van digitale decoders mag verwachten. Ook toekomstige standaarden zijn voor de LokSound Decoder geen probleem: door zijn Flash-Technology kan hij eender wanneer op de nieuwste stand gebracht worden. Multiprotokol bedrijf: LokSound Decoder verstaat zowel het verspreide Marklin /Motorola -formaat alsook het op het NMRA/DCC-systeem gebaseerde formaat. Daardoor kan LokSound met bijna alle heden ten dage beschikbare, moderne meertreinen sturingen gebruikt worden. Getest werd LokSound o.a. met: Arnold Digitaal (DCC bedrijf) Lenz Digital Plus Roco digital is cool Märklin 6021 Uhlenbrock Intellibox (DCC + Motorola bedrijf) ZIMO MX-1 (DCC-bedrijf) Fleischmann Twin-Center LGB MZS Sturing Volautomatisch omwisseling van de 4 bedrijfsmodi tijdens het rijden (AC Analoog, DC analoog, DCC Digitaal, Märklin digitaal) Universele motoraansluiting: aan de LokSound kunnen alle, bij modelbanen verspreide, motortypen aangesloten worden: Gelijkstroommotoren (vb. Bühler, Mabuchi) Klokankermotoren (vb. Faulhaber, Maxxon) Wisselstroommotoren Hoge motor klokfrequentie: door de klokfrequentie van 32 khz (!) wordt de motor absoluut voorzichtig aangedreven. Daardoor wordt de motor niet alleen geruisloos (geen zingen van de motor), maar ook de warmteontwikkeling en ook de levensduur worden positief beïnvloed. Zelfs klokankermotoren kunnen probleemloos met de LokSound Decoder aangedreven worden. Motorregeling: De LokSound bezit een lastregeling van de 4 e generatie: Deze kan door u aan de gegevens van de motor aangepast of uitgeschakeld worden. Ze is geschikt voor gelijkstroom- en klokankermotoren. Daardoor zal uw loc een eenmaal gekozen snelheid altijd aanhouden, onafhankelijk van de treinbelasting en of de trein nu bergop of bergaf gaat. 4 Functieuitgangen: bovenop de beide lichtuitgangen staan twee extra functieuitgangen ter beschikking voor vrij gebruik: schakelt u de rookgenerator of de binnenverlichting op afstand of ontkoppelt u via druk op de knop aan uw Central unit. Lichteffecten en lampen die individueel kunnen gedimd worden zorgen voor een nooit gekende speelvreugde en absoluut realistisch uitziende modellen. Afremstroken: LokSound Decoders verstaan, (en reageren) op alle verspreide remsystemen: naast de remgenerator van Lenz wordt ook de Märklin -afremstrook correct ondersteund. Beschermingsfuncties: zowel de motor uitgang alsook alle functieuitgangen zijn tegen kortsluiting doorgedreven beschermd. Let erop dat de maximaal toelaatbare stroom voor de functieuitgangen in geen geval overschreden wordt en vermijd kortsluiting tussen de uitgangen: de LokSound is sterk beveiligd, wanneer nochtans een extreme spanning op de uitgangen van de decoder aangelegd wordt, wordt deze verwoest. Analoog bedrijf: LokSound Decoders kunnen probleemloos op analoge gelijkstroom- en wisselstroombanen gebruikt worden. Eenvoudige programmering: zelfs met de Märklin 6021 kunnen - zonder de loc te moeten openen de meeste instellingen comfortabel veranderd worden. Een digitaal, vierstemmige geluidsmodule met eenvoudige kenmerken. Originele opnamen: geluiden van echte voorbeeld-locomotieven worden met hoogwaardige microfonen opgenomen en digitaal op een opslagbouwsteen vastgelegd. Daardoor klinken uw locs exact zoals het grote voorbeeld! Met vier van elkaar losstaande geluidskanalen werkt uw loc nog realistischer omdat bij het bedrijfsgeluid drie extra geluiden als van pompen, schakelgeluiden of remgedonder gelijktijdig afgespeeld kunnen worden. Bij stoomlocomotieven maakt uw LokSound het mogelijk nu synchroon met het draaien van de wielen en de belasting afwisselend stoomstoten te laten horen. Men kan de loc nu werkelijk horen trekken. Bij diesellocs wordt het effect van afnemend motor toerental bij het bereiken van de ingestelde snelheid gesimuleerd. Bij elektrische locs zijn rij- en luchtuitstoot gescheiden. Bijkomende geluiden zijn via druk op de knop oproepbaar: een druk op een functieknop (toets F1 tot F12) stelt die geluiden in werking! 4 Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2

Toevalsgeluiden: Zowel in stilstand als bij het rijden klinken in toevallige, door u beïnvloedbare intervallen geluiden zoals luchtpompen, waterpompen, het scheppen van kolen, aflaten van persdruk en zo meer 3 Inbouw van de LokSound Decoder 3.1 Aansluiten van LokSound decoders in modellen voor schaal HO, TT, N & O 3.1.1 Voorwaarden tot inbouw De locomotieven moeten zich voor de ombouw in een onberispelijke staat bevinden: alleen een loc met een feilloze mechaniek en een zuivere analoge loop mag gedigitaliseerd worden. Een analoog slecht lopende Loc zal ook bij het gebruik van de beste decoder niet werken naar behoren. Dingen die verslijten zoals motorborstels, wiel kontakten, gloeilampen enz. moeten getest worden en mogelijkerwijze gereinigd ofwel vervangen worden. Alle inbouwwerken moeten principieel aan van het spoor afgenomen stroomloze rijtuigen uitgevoerd worden. Verzeker u ervan dat gedurende de ombouw nooit ook niet per ongeluk een spanning op de loc komt te staan. De LokSound heeft een zekere grootte; let erop dat de decoder genoeg ruimte in het model krijgt, zodat bij het opzetten van de locomotiefkast geen druk op de decoder wordt uitgeoefend en geen kabels gekwetst worden. Bewegende delen zoals aandrijving of draaistellen mogen niet door kabels gehinderd worden. Pak de decoder in geen geval in met piepschuim: de decoder wordt tijdens het gebruik zeer warm en heeft een goede warmtegeleiding nodig. Elektronische componenten zijn zeer gevoelig voor elektrostatische ladingen: let er zeker op dat een toereikende aarding van uw werkplaats en ook van uzelf voorzien is. Gebruik desgevallend een geaarde armband. Pen Beschrijving Kleur 1 Aansluiting motor rechts Oranje 2 Licht achteraan Geel 3 Functie F1 Groen 4 Spooraansluiting 1 Zwart 5 Aansluiting motor links Grijs 6 Licht vooraan Wit 7 Gemeenschappelijke geleider Blauw 8 Aansluiting spoor 2 Rood Fig. 1 Interface naar NEM650/652 Let er bij de inbouw van de decoder angstvallig precies op dat de bouwsteen geen enkel elektrisch geleidend contact met metalen delen binnenin de loc bevat. De firma ESU GmbH CO. KG biedt in samenwerking met bijzonder opgeleide ervaren digitaal ombouwers een inbouwservice aan. 3.1.2 Locs met NEM adapter De LokSound wordt met een digitale adapter volgens NEM650/652 (NMRA S9.1/9.2) geleverd. (Zie Fig. 1) De inbouw in locomotieven met conforme adapter geschiedt daardoor bijzonder eenvoudig: Neem de kast van het rijtuig af. Volg hiervoor nauwkeurig de handleiding van de loc. Trek de in de loc bevindende stekker van het eventuele analoge omschakelrelais uit. Bewaar de stekker/omschakelrelais zorgvuldig. Steek de adapterstekker nu zo in, dat pen 1 van de stekker (dat is de zijde van de decoderstekker met de rood/oranje kabel) aan de meestal met een *,+, of 1 gemarkeerde zijde van de interface bevindt. Let erop dat bij het insteken geen pin ombuigt of afbreekt. Vertrouw er niet op dat de kabels van de stekkers aan een bepaalde zijde moeten weggeleid worden: doorslaggevend is alleen de pin 1 markering op de adapter. De decoder op een geschikte, meest voor de hand liggende plaats, in het model onderbrengen. Bevestig de LokSound met dubbelzijdige kleefband of (zeer weinig) hete lijm. Nu moet nog de luidspreker op een geschikte plaats worden aangebracht. Zie hiervoor naar hoofdstuk 3.2.4 Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2 5

Fig. 2 Aansluiting in locs met geïsoleerde extra functie en gelijkstroom motor Fig. 3 Aansluiting in locs met extra functies tegen de aarding van de behuizing en gelijkstroom motor 3.1.3 Locs zonder adapter Spijtig genoeg bezitten niet alle locs een digitale adapter. Bij deze locs wordt de bekabeling een beetje uitwendig. Trek alle huidige kabelverbindingen binnenin de loc los en let ook op de aansluiting naar de aarding van de locomotiefkast. Deze beide motoraansluitingen moeten zeker zonder potentiaal zijn. Mogen zodus geen verbinding met het chassis of met de wielen/stroom-afnemers hebben. In het bijzonder bij de ombouw van Fleischmann Locs worden deze altijd weer over het hoofd gezien. Gelieve na een succesvolle aansluiting alle verbindingen na te meten met een ohmmeter, zoek speciaal naar kortsluitingen tussen de motor- en de spooraansluitingen. Het vervolg hangt af van hoe de licht- en extra functies in de loc geschakeld zijn. a) De lampen/functies zijn met een gemeenschappelijke aansluiting tegenover het chassis van de loc geïsoleerd (zodus zonder potentiaal) De benodigde aansluiting wordt in Fig. 2 getoond. b) De lampen/functies zijn gemeenschappelijk aan de massa van de loc geschakeld (vb. bijna alle Märklin locomotieven alsook oudere Fleischmann- of Roco locs). Dit geval vindt u in Fig. 3 Laat je a.u.b. niet in de war brengen dat in Fig. 2 als ook Fig. 3 zowel de aansluiting van een gelijkstroom- of klokanker motor wordt getoond. Hoe een wisselstroommotor aangesloten wordt ziet u op Fig. 5 De rode kabel wordt aan de rechtse stroomafnemer (de middengeleider bij wisselstroom modellen) de zwarte kabel aan de linkse stroomafnemer (bij wisselstroom de buitengeleider) aangesloten. De gloeilampen achteraan worden aan de gele draad gekoppeld, de lampen vooraan aan de witte draad. 6 Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2

De groene draad verbinden we met de functie die u met de uitgang AUX-1 wil sturen. De violette kabel wordt verbonden met de functie die u met uitgang AUX-2 wilde sturen. Later kan u bepalen met welke toets de uitgangen AUX-1 en AUX- 2 geschakeld worden Aan beide donkerbruine lussen word de luidspreker aangesloten. Wanneer de lampjes en functies niet met de behuizing verbonden zijn (zie Fig. 2) moet u alle andere aansluitingen van de lampjes en functies gemeenschappelijk aan de blauwe kabel aansluiten. Deze mogen geen contact met de behuizing hebben. 3.1.3.1 Aansluiting van een gelijkstroommotor De oranje kabel wordt met de motoraansluiting verbonden, die tot dusver met het rechtse sleepcontact verbonden was De grijze kabel wordt met de motoraansluiting verbonden, die tot dusver met het linkse sleepcontact verbonden was Het omwisselen van beide kabels verandert de rijrichting Bij veel locs met 5-polige hoogvermogen aandrijving van Märklin kan het zijn dat direct aan de motor in totaal 3 ontstoor condensatoren aangebracht zijn: De beide ontstoorcondensatoren die telkens van de motoraansluiting naar de motorkast gaan moeten zeker weggenomen worden (zie Fig. 4) Fig. 4 5-polige Märklin hoogvermogenmotor 3.1.3.2 Aansluiting van een wisselstroommotor Fig. 5 toont hoe een wisselstroommotor (vb een veldspoelen motor van Märklin ) aan de LokSound Decoder aangesloten wordt Fig. 5 Aansluiting van een Märklin wisselstroom motor De oranje draad wordt met de veldspoel aansluiting verbonden, die was tot dusver verbonden was met de middenste stroomsleper De grijze draad wordt met de veldspoel aansluiting verbonden, die was tot dusver verbonden was aan de buitengeleider/wielgeleider Het omwisselen van beide draden verandert de rijrichting. Soldeer twee smoorspoelen met minstens 3,9µH in beide leidingen naar de veldspoelen. De benodigde smoorspoelen zijn bijvoorbeeld bij Märklin onder bestelnummer 516520 te verkrijgen. De ontstoorspoel hangt met een zijde aan de collectoraansluiting van de motor, de andere zijde wordt aan de blauwe leiding van de decoder gesoldeerd. Tip: van zodra de wisselstroommotor aangesloten is wordt de lastregeling van de LokSound Decoder automatisch gedeactiveerd. Wisselstroommotoren kunnen in principe niet last afhankelijk geregeld worden. 3.1.4 Aansluiting van de luidspreker Voor de LokSound Decoder kunnen alleen de speciale luidsprekers die door ESU aangeboden worden met 100 ohm impedantie gebruikt worden. Het gebruik van andere luidsprekers kan in het ergste geval de LokSound Decoder verstoren. In elk geval zal de klank niet bevredigend zijn. Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2 7

De correcte plaats van inbouw is bepalend voor de kwaliteit van de klank, een luidspreker die zonder goede klankkast zomaar ergens in de loc bevestigd wordt, kan nooit een mooi klankbeeld geven. Wees daarom zorgvuldig in de keuze van de inbouwplaats en het creëren van een resonantie ruimte. De luidspreker moet zodanig in de loc geplaatst worden dat de galm ongehinderd uit de loc kan. Gelieve de luidspreker met de grootste zorg te behandelen. Oefen geen druk uit en raak de membraan niet aan! De magneten van de luidspreker zijn zeer sterk. Houd dus alle metalen voorwerpen uit de buurt en maak de luidspreker vast bij het solderen van de draden, anders zal volgens ons de luidspreker door de soldeerbout aangezogen wordt, en vernield kunnen worden. De luidspreker wordt aan beide donkerbruine lipjes van de LokSound module aangesloten. Let erop dat u uitsluitend aan de nevenstaand aangeduide plaatsen (aan het kleine geleideplaatje buiten) voldoende met een kleine soldeerbout (max 20Watt) de lipjes aan soldeert. De polarisatie is hierbij van geen belang. Voor het verkrijgen van een optimale klank moet de luidspreker ontegensprekelijk in een echokapsel worden ingebouwd. Daardoor wordt de geluidsdruk vergroot en de richting gekanaliseerd. Zonder de inzet van een kunststof klankkast zal de klank mogelijkerwijze niet aan uw eisen voldoen. Een passende luidsprekerbox is voor elke luidspreker voorzien. De luidspreker zou nauwsluitend in de klankkast moeten passen. 3.1.5 Aansluiten van extra functies Je kan met de licht- en functieuitgangen gelijk welke verbruiker schakelen, in zoverre dat de maximale stroomafname niet overschreden wordt (let daarbij op de technische gegevens in het begin van deze handleiding). In elk geval geldt hierbij dat erop gelet moet worden dat de overstroomzekering van de decoder zeer intensief werkt en bij noodgeval alle functies tegelijk uitschakelt. Gebruik daarom enkel gloeilampen van 16V of hoger met een nominale stroom van 50mA. Gloeilampen hebben bij het aanschakelen een zeer hoge stroom nodig die mogelijk de overstroom zekering kan aanspreken. Gebruik bij locs, van dewelke licht en functieuitgangen volgens Fig. 2 geschakeld zijn alleen digitale rookgeneratoren, vb Seuthe Nr11. Andere rookgarnituren hebben te veel stroom nodig. Er zijn rookgeneratoren in de handel die meer dan 250mA stroom opnemen. Locs die als in Fig. 3 geschakeld worden hebben nog altijd een analoge rookgarnituur nodig zoals Seuthe Nr10. Let erop dat de maximaal toelaatbare stroom voor functieuitgangen zeker niet overschreden wordt en vermijdt kortsluitingen tussen de uitgangen. De uitgangen van de LokSound Decoder zijn wel zwaar gezekerd wanneer nochtans een externe spanning aan de uitgangen aangelegd wordt, kunnen de uitgangen vernield worden. 3.1.6 Aansluiting van de wielsensor Om de stoomuitstoten te synchroniseren met het draaien van de wielen kan (moet echter niet) een externe sensor gebruikt worden. De sensoringang wordt in Fig. 6 beschreven. De LokSound Decoder ondersteunt de inzet van reedcontacten of mechanische contactgevers. Indien een reed-contact gebruikt moet worden, moet voor elke stoomstoot een miniatuurmagneet (kit Cr, vraag ernaar bij uw dealer) aan de aandrijfas zo worden aangebracht dat de magneet bij elke wielomwenteling het reedcontact bedient. Als reedcontact hebben de kleine miniatuur reed-contacten hun waarde bewezen, omdat ze prijsgunstig in de elektronica handel te verkrijgen zijn. Algemeen kunnen alle tweepolige (mechanische) contactgevers gebruikt worden die zonder potentiaal (dus niet tegen de collectormassa) schakelen. Eer de wielsensor werkt, moeten nog diverse configuratiewaarden ingesteld worden. Zie hiervoor Hoofdstuk 5.2.4 op bladzijde 21 8 Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2

Fig. 6 Aansluiting van een reedcontact 3.2 Aansluiting van de LokSoundXL Decoder. De LokSoundXL Decoder wordt ten dele als lege printkaart geleverd. De krimpkous mag niet verwijderd worden, omdat anders de garantie eindigt. Zoals elke elektronica eist ook de omgang met de LokSoundXL-bouwsteen enkele voorzorgsmaatregelen die u absoluut moet volgen: Elektronische componenten zijn zeer gevoelig aan elektrostatische ladingen: let er zeker op dat een toereikende aarding van uw werkplaats en ook van uzelf voorzien is. Gebruik desgevallend een geaarde armband. Let er bij de inbouw van de decoder angstvallig precies op dat de bouwsteen geen enkel elektrisch geleidend contact met metalen delen binnenin de loc bevat. Kortsluiting zou het gevolg kunnen zijn. De LokSoundXL bouwsteen heeft in tegenstelling tot conventionele decoders meer aansluitingen die voor de geruisfuncties nodig zijn. LokSoundXL wordt van de fabriek uit met twee robuuste schroefklemmen geleverd, aan dewelke u de reeds voorziene draden van uw loc eenvoudig zonder solderen kan aansluiten. Let a.u.b. op hetgeen volgt bij het aansluiten van de draden aan de klemmen: LokSoundXL Decoders hebben twee schroefklemmen (Nr.1 + Nr. 2) Let erop dat u steeds de juiste klemmen gebruikt Vergewis u ervan dat de kabeldoormeter groot genoeg is voor de klemmen (min 0,20mm²) Vertin de einden van de lussen of gebruik adereindhulzen Let erop dat bij het inbrengen van de draden in de klemmen geen kortsluitingen naar de naastliggende klemmen kunnen optreden Gebruik bij het aandraaien een passende schroevendraaier. Hou de schroefklemmen tijdens het schroeven vast, waardoor de kracht niet op de printplaat overgedragen wordt. Let op een toereikende ontstoring van de motor: een 100nF condensator parallel aan de motoraansluitingen is een absoluut minimum. Let erop dat de wijze van ontstoring bij uw locomotieven verschillend kan zijn: wij bevelen u aan de seriematig voorziene ontstoormiddelen (vb ontstoor capaciteiten) in elk geval in de loc te laten. 3.2.1 Algemene tips voor het aansluiten Bij het digitaal maken van een loc moet je zeker op volgende zaken letten: Let er zorgvuldig op dat geen enkele motoraansluiting direct verbinding maakt met de stroomafnemers; anders kan de decoder bij de eerste ingebruikname vernield of beschadigd worden. Scheid alle verbindingen en let er ook op dat geen verbinding loopt over de collectormassa. De LokSoundXL Decoder heeft een zekere afmeting, let erop dat de decoder genoeg ruimte heeft in het rijtuig, dat bij het opzetten van de kap geen druk wordt uitgeoefend op de decoder en geen kabels beschadigd worden. Verder moet erop gelet worden dat aandrijvingen en draaistellen niet gehinderd worden door kabels. Bevestig de decoder met dubbelzijdige kleeftape, warme lijm of schroeven duurzaam in de loc maar omwikkel hem zeker niet met piepschuim: de decoder wordt gedurende het gebruik zeer warm en heeft goede warmteafvoer nodig. Meet na succesvolle aansluiting van de decoder en voor de ingebruikname alle verbindingen met een ohmmeter nog eens na, zoek in het bijzonder naar kortsluitingen tussen motor- en spooraansluitingen. 3.2.2 Aansluitschema algemeen De fig 8 en 9 tonen het algemene aansluitschema van de LokSoundXL Decoder De linkse klem (Nr. 1) herbergt alle aansluitingen die voor rij- en geluidswerking nodig zijn. De rechtse klem (Nr. 2) is uitsluitend voor functieuitgangen voorzien. Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2 9

Let er zeer goed op dat de beide klemmen niet verwisseld worden en steeds de correcte aansluitingen gebruikt worden. Een verkeerde aansluiting op deze plaats kan ongeacht alle voorzorgsmaatregelen de vernietiging van de bouwsteen tot gevolg hebben. Aan de klem 1-1 wordt de rechtse spoorstaaf, aan de klem 1-2 de linkse spoorstaaf aangesloten. Voor de motor zijn de drie klemmen 1-3, 1-4 en 1-6 voorzien. Bij het aansluiten van een gelijkstroom- of een klokanker motor worden alleen de klemmen 1-3 en 1-6 gebruikt. Voor details kijk naar paragraaf 3.2.3.1 of 3.2.3.2. Aan de klemmen 1-4 en 1-5 kan een wielsensor aangesloten worden. Gedetailleerde informatie vind u hierover in paragraaf 3.2.6.1 De luidspreker wordt aan de klemmen 1-8 en 1-9 aangesloten. De inbouw in de loc zelf wordt in paragraaf 3.2.4 uitgediept. Klem 2 dient enkel en alleen voor de aansluiting van licht- en extra functies. Let er a.u.b. op dat alle uitgangen aan de klem 2-9 (positieve bedrijfspanning) geschakeld worden. Verdere informatie over de functieuitgangen vindt u in paragraaf 3.2.5.2 tot 3.2.5.3 3.2.3 Aansluiting van motoren 3.2.3.1 Aansluiting aan een gelijkstroom- of klokanker motor Conform aan het algemeen aansluitingsschema op bladzijde 11. Let erop dat bij vele modellen eventueel voorziene ontstoorcondensators aan de motortoevoerleidingen behouden moeten blijven. Al naargelang het type van motor (Bühler, Mabuchi, Faulhaber) zijn verscheidene parameters voor de regeling van de last nodig, die overeenkomstig aangepast moeten worden om goede rijeigenschappen te verkrijgen. Zie hoofdstuk 5.2.1 Let op de aansluiting van de motor. Klem 1-3 en 1-6 worden hier gebruikt, daartussen blijven twee klemmen vrij! 3.2.3.2 Aansluiting van een wisselstroommotor (motor met veldspoelen) Om de ombouw van oudere spoor I locs met wisselstroommotor (motor met veldspoelen) te vergemakkelijken kunnen deze motoren direct aan de LokSoundXL Decoder aangesloten worden De veldspoel wordt aan de klemmen 1-3 en ook 1-6 aangesloten. Het onderling verwisselen van de aansluitdraden verandert de rijrichting. De ontstoorcondensator hangt met één zijde aan de collectoraansluiting van de motor, de andere wordt aan klem 1-4 van de decoder aangesloten. Van zodra een wisselstroommotor aangesloten is, wordt de lastregeling van de LokSoundXL Decoder automatisch gedeactiveerd. Wisselstroommotoren kunnen in principe niet last geregeld worden. Fig. 7 Aansluiting aan een Märklin wisselstroommotor 10 Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2

Fig. 8b instelling voor 16 32 ohm Fig. 8a instelling 8 16 ohm Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2 11

Fig. 8 12 Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2

3.2.4 Inbouw van de luidspreker Voor de LokSoundXL Decoder zouden de door ESU Electronic Solutions Ulm Gmbh & Co. KG speciaal aangeboden luidsprekers (1 Watt, 16 tot 32 ohm) gebruikt moeten worden. Deze bieden een harmonisch afgestemd klankbeeld. Het gebruik van luidsprekers, die voor HO-decoders bestemd zijn kunnen wij niet aanbevelen. Het is nochtans mogelijk, luidsprekers tussen 8 en 16ohm impedantie en een vermogens van minstens 1 Watt te gebruiken. Hiervoor moeten alleszins aan de decoder de ruitertjes (jumpers) verstoken worden. Bij gesloten draadverbinding kunnen luidsprekers met 8-16ohm, bij open draadverbinding (werktoestand) kunnen ESU luidsprekers met 16-32ohm gebruikt worden. De afbeeldingen Fig. 8a en b op bladzijde 11 toont men de nauwkeurige plaats van de ruiters. De juiste plaats van inbouw is mede beslissend voor de kwaliteit van de klank; een luidspreker die zonder overeenkomende klankkast zomaar ergens in de loc bevestigd wordt, kan nooit een mooi klakbeeld leveren. Wees daarom zeer zorgvuldig bij de keuze van de plaats van inbouw en creatie van een resonante ruimte. De luidspreker moet binnenin de loc zo geplaatst worden dat het geluid ongehinderd uit de loc kan geraken. Behandel de luidspreker voorzichtig: oefen geen druk op de membraan uit. De magneet van de luidspreker is zeer krachtig, hou alle metalen voorwerpen van de luidspreker verwijderd. De luidspreker wordt aan de beide klemmen 1-8 en 1-9 van de LokSoundXL Decoder aangesloten. Let erop dat u alleen aan de naast staande gekentekende plaatsen toereikend met een klein bolletje tin (max 20Watt) de lipjes soldeert. De polariteit is hierbij onbeduidend. Let er wel op dat geen soldeer resten op het membraan druppelen. Om een optimaal geluid te verkrijgen moet de luidspreker zeker in een klankkast worden ingebouwd. Daardoor wordt de geluidsdruk verhoogd en in richting gekanaliseerd. Zonder de inzet van een overeenkomstige klankkast zal het geluid mogelijkerwijze niet aan uw eisen voldoen. Een passende klankkast is voor elke luidspreker voorzien. De luidspreker zou het best in een nauwsluitende klankkast gepast worden. 3.2.5 Functieuitgangen De LokSoundXL Decoder bezit in totaal 8 functieuitgangen, waarvan er - van de fabriek uit - twee voor de lichtfuncties gebruikt worden. De overige 6 (AUX1 tot AUX6) kunnen door u voor het schakelen van lichteffecten, rookgarnituren, koppelingen, enzovoort gebruikt worden. U moet deze uitgangen nochtans eerst activeren alvorens zij gebruikt kunnen worden. Zie hiervoor paragraaf 5.2.3. De sterkte van de functieuitgangen kan voor elke functieuitgang afzonderlijk in 15 stappen veranderd worden. Elke functieuitgang kan bovendien met diverse knipperlichteffecten voorzien worden. 3.2.5.1 Aansluiting van lichtfuncties De aansluiting van de koplampen wordt zoals in Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. getoond aan de klem 2 voorzien. De licht-uitgangen krijgen normaliter de volle, gelijkgerichte railspanning (zodus tussen 14 en 25volt, afhankelijk van de trafo). U moet daarom gloeilampen in uw locs voorzien die voor deze spanning gemaakt zijn. Bij oudere locs kan het zijn dat de lampjes vast aan de massa van de behuizing geschakeld zijn (vb. bij Märklin). In dit geval mag u de leidingen van de licht peertjes aan klem 2-9 niet aansluiten. Daardoor schakelt de lamp eenvoudig tegen de massa van de behuizing. In veel locs worden lichtdioden of 1,5V lampjes ingezet. Ook deze kunnen met een LokSoundXL Decoder aangedreven worden, alleen niet zonder voorbereidingen: gebruik voor elke lichtuitgang aan dewelke lichtdioden ofwel 1,5V peertjes gehangen zullen worden, een voorweerstand van ongeveer 100Ohm/0,5Watt. Deze wordt tussen de functieuitgang en het lampje gesoldeerd. Daarnaast moet bovendien de helderheid van de betreffende functieuitgang per CV teruggeschroefd worden. Zie hiervoor 5.2.3. Bij het gebruik van 1,5V lampjes is het niet genoeg alleen de sterkte per CV te reduceren: Door het gebruikte pulsbreedtemodulatie mechanisme ligt aan de lampen altijd kortstondig de volledige spanning. De lampen moeten tegen zulke met 19Volt verwisseld worden. 3.2.5.2 Aansluiting van de extra functies De uitgangen AUX1 tot AUX6 van de LokSoundXL Decoder kunnen voor willekeurige doeleinden gebruikt worden zoals bijvoorbeeld voor het schakelen van rookgarnituren, schakelen van een binnenverlichting, Zwitserse lichtwissel, enzovoort. Let er op dat de uitgangen voor het schakelen van Ohmse lasten zoals lampen, rookgarnituren, relais enz. berekend zijn. De directe aansluiting van een motor is door de optredende inductiepulsen niet aan te bevelen. Gebruik hiervoor een relais. Elke uitgang kan zowel aan klem 2-9 of aan de massa van de behuizing vastgemaakt worden. Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2 13

3.2.6 Aansluiting van sensors 3.2.6.1 Aansluiting van een wielsensor Voor de synchronisatie van stoomstoten met de omwenteling van de wielen kan een externe sensor gebruikt worden. De sensoringang staat aan klem 1-7 ter beschikking. De LokSoundXL Decoder ondersteunt de aansluiting van reedcontacten, mechanische contactgevers alsook Hall schakelaars. Veel locs (vb van Bachmann of Märklin ) zijn van de fabriek uit bij stoomversies reeds voorzien van mechanische contactgevers. 3.2.6.2 Aansluiting van een reedcontact met magneet Wanneer een reedcontact gebruikt moet worden moet per dampstoot een miniatuurmagneet (in de vakhandel te verkrijgen: kit Cr) aan de aandrijfas zo aangebracht worden dat de magneet bij elke omwenteling van de wielen het reedcontact bedient. Als reedcontact hebben kleine miniatuur reedcontacten hun waarde bewezen, zoals ze prijsgunstig in de elektronica vakhandel verkrijgbaar zijn. Toepasbare magneten vind u bij de spoorbaanvakhandel (vb mini spoormagneten) Fig. 9a Aansluiting van een reed contact 3.2.6.3 Aansluiting van een mechanische contact gever Een mechanische schakelaar is bij vele locs van de fabriek uit voorzien. Hij wordt net zoals het reedcontact met magneet aan de klemmen 1-4 en 1-7 aangesloten Men kan tweepolig mechanische schakelaars gebruiken en die zonder potentiaal (zodus niet tegen de massa van de behuizing) schakelen. 3.2.6.4 Aansluiting van een Hall sensor Een Hall sensor is een bouwsteen die net zoals een reedcontact op een wisselend magneetveld reageert, nochtans veel exacter. Daardoor zijn Hallsensoren veel makkelijker af te stellen, terwijl de afstand tussen sensor en magneet niet exact gelijk moet gehouden worden. Een zeer veel gebruikte - in de detailhandel gemakkelijk verkrijgbare bouwsteen is de TLE4905 van Siemens/Infineon. De aansluiting VS van de TLE4905 wordt aan klem 1-4 aangesloten, de massa (GND) aan klem 1-5 en de uitgang (output) aan klem 1-7 14 Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2

Fig. 9b Aansluiting van een Hall schakelaar 3.2.7 Aansluiting van extra reedcontact ingangen De LokSoundXL Decoder beschikt vanaf de versie 2.0 over twee bijkomende ingangen, die met de acties opgeroepen kunnen worden: de hoofdbedoeling van deze ingangen is geluiden door middel van een spoormagneet op te roepen. Daarvoor wordt een reed sensor aan deze ingangen aangesloten en op de overeenkomstige plaatsen van de treinbaan spoormagneten geplaatst. Bij elke doorgang van de loc klinken dan bv. geluiden Met behulp van deze ingangen kunnen ook gebruikers van LGB MZS met Locmuis de vele geluiden van de LokSoundXL Decoder oproepen. De beide ingangen REED-IN1 en REED-IN2 delen de klemmen 2-7 evenals 2-8 met de functieuitgangen AUX5 en AUX6. Mocht u beide ingangen gebruiken dan staan AUX5 en AUX6 niet meer ter beschikking. Reed kontakten Weerstand 10K 0,25W 4 In gebruik name van de decoder Fig. 9c Aansluiting van externe reed sensoren Na succesvolle inbouw kan de LokSound in gebruik worden genomen. In hetgeen volgt ervaart u hoe uw inbouw uitgetest kan worden. Paragraaf 4.1 verklaart hoe de decoder bij analoge werking ingezet kan worden. Paragraaf 4.2 verklaart dan de werking met de verscheidene digitale systemen. Indien u van plan bent instellingen van de LokSound Decoder (zoals het locadres of het volume van de geluiden) te veranderen, bevelen wij u aan snel hoofdstuk 5 te lezen. Daar leert u welke parameters de LokSound Decoder aanbiedt en hoe deze met de enkele op de markt verkrijgbare digitale centrales te veranderen. Na de inbouw kan de LokSound Decoder getest worden. Gelieve nog eens alle kabelverbindingen na te gaan met een Ohmmeter. Zijn er kortsluitingen tussen de motoraansluitingen en de stroomafname? Zijn werkelijk alle verbindingen tussen de aansluiting van de motor en de massa van de behuizing gescheiden? Zijn de gloeilampen juist aangesloten en hebben ze geen contact meer met de massa van de behuizing? Is de decoder zo ingebouwd dat hij geen enkel contact met de behuizing meer heeft? Krijgt de LokSound Decoder genoeg koelwind bij het rijden? Kan de LokSound Decoder in het bijzonder de aansluitingskabels bij het opzetten van de behuizing samengedrukt of beschadigd worden? Is de luidspreker zo aangebracht dat de klank ongehinderd uit de loc naar buiten kan? Nadat alle hierboven genoemde punten gecontroleerd werden, kan de stroom nu aan de loc gelegd worden. Wij bevelen u met aandrang aan deze eerste test van de nieuw omgebouwde loc op een tegen overstroom beschermd spoorgedeelte uit te voeren. Elk programeerspoor van een modern digitaal systeem is op die manier beschermd. Ook ons nevenproduct LokProgrammer heeft een zeer betrouwbare bescherming tegen overspanning. Het locadres van de fabriek uit is 03 Rijdt de loc in beide richtingen? Schakelt ze het licht aan: branden de lampen? Als u de LokSound Decoder in een loc met adapter heeft ingebouwd ga dan na of de stekkers juist in elkaar steken. Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2 15

4.1 Analoge werking 4.1.1 Werking met gelijkstroom trafo De werking met een gelijkstroom trafo is zonder problemen mogelijk, maar vertoont echter een beperking tot de werking zonder decoder: de trafo moet ver opengedraaid worden, tot zowat 7-8volt spanning aan het spoor gelegd wordt. Pas dan zal de loc zich in beweging zetten. De volle snelheid wordt zoals gewoonlijk bij volledig opengedraaide regelaar bereikt. Deze onderdrukking is volledig normaal en wordt bepaald door de minimumspanning die de LokSound Decoder voor zijn werking nodig heeft. De geluidsfuncties zijn bij deze manier van werken oproepbaar, de extra functies echter niet. 4.1.2 Werking met Märklin trafo Een werking met Märklin wisselstroom trafo gedraagt zich net zoals we ze van andere rijtuigen kennen: de snelheid van de loc wordt door het opendraaien van de regelaar geregeld. Om de rijrichting te veranderen draait u de regelknop over het nulpunt door naar links Daarbij moet u op het volgende letten: De loc moet volledig stil staan, vooraleer u het bevel tot omschakelen geeft! Nooit een nog rijdende trein omschakelen. 4.2 Digitale werking 4.2.1 Met Märklin 6021 De LokSound Decoder kan met alle Märklin toestellen resp. de compatibele systemen gebruikt worden. De functies F1 tot F4 kunnen nochtans alleen met het zogenaamde nieuwe Motorola formaat gebruikt worden. Om dit te activeren moet aan de 6021 de DIP schakelaar 2 in de bovenste positie ( ON ) gezet worden. 4.2.2 Met DCC systemen (Lenz, Intellibox, etc) Een werking van de LokSound Decoder is met elk conform DCC systeem mogelijk. De automatische herkenning van de snelheidtrap werd met volgende apparaten getest: Roco Lokmaus 2, Uhlenbrock Intellibox, Lenz digital plus V3.0, Zimo MX1. Bij de werking met Lenz digital plus V3.0 functioneert de herkenning niet wanneer u met 14 snelheidstrappen rijdt. Gebruik 28/128 rijtrappen. Altijd wanneer de LokSound Decoder stroom krijgt (na het inschakelen van de treinbaan) en het licht ingeschakeld wordt, zal de decoder proberen het aantal rijtrappen te herkennen. Daardoor moet het licht ingeschakeld en zolang aan de snelheidsregelaar gedraaid worden tot het licht aanhoudend brandt. Schakelt u tijdens het rijden de snelheid om dan moet u de LokSound Decoder kort zonder stroom zetten, waardoor de rijstappen schakeling terug geactiveerd wordt. 4.3 Terugzetten naar fabriekswaarden U kan ten allen tijde de fabrieksinstellingen van de CV s terugzetten. Schrijf hiervoor in CV08 de waarde 08. Een terugzetten van de geluidsgegevens is alleen met de LokProgrammer 53450 mogelijk. 5 Aanpassing van de decoderparameters Hoofdstuk 5 is volledig toegewezen aan het aanpassen van de instellingen van de LokSound Decoder. Neem uw tijd om, de bijwijlen toch zeer complexe verklaringen door te nemen. Na een introductie in de wereld van de instelparameters (CV s genoemd) in paragraaf 5.1 wordt in paragraaf 5.2 verder uitgediept welke CV s het gedrag van de LokSound Decoder beïnvloeden In paragraaf 0 wordt daarna verklaard hoe u de CV s met de verschillende DCC en Märklin Centrales kunt veranderen. Een volledige lijst van alle CV s vind u in paragraaf 7.1 5.1 Concept van CV bij LokSound Decoder De LokSound Decoder is compatibel met de NMRA/DCC standaard. Dit betekent dat alle parameters die het gedrag van de LokSound Decoder beïnvloeden in zogenaamde CV s (Configuration Variables) vastgelegd zijn. De LokSound Decoder ondersteunt in totaal 230 instelwaarden. Deze kolossale hoeveelheid aan CV s geven reeds een eerste aanwijzing van de enorm vele instelmogelijkheden die de LokSound Decoder u biedt. Gezien de rijkdom aan mogelijkheden die onze decoder biedt, bevelen wij dringend aan ter configuratie van de decoder de inzet van ons bijkomend product LokProgrammer, bestelnummer 53450: Daarmee kan u bijzonder eenvoudig en comfortabel de CV s met de computer en zijn software instellen. Let erop dat verkeerd ingestelde CV s het gedrag van de decoder kunnen beperken. Met de LokProgrammer (bestelnummer 50450) kunnen deze decoders niet geprogrammeerd worden. 16 Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2

Wanneer u de LokProgrammer niet wil inzetten is een instelling van de CV s vanzelfsprekend ook met elk conform NMRA/DCC systeem vb met een Märklin 6021 mogelijk. Paragraaf 5.3 legt uit hoe dit precies in zijn werk gaat. In elke CV kan een getalwaarde van 0 tot 255 ingesteld worden. Naargelang welke waarde daar gestockeerd wordt, zal zich het gedrag van de decoder overeenkomstig veranderen.. Wanneer u de lijst van de CV s in paragraaf 7.1 eenmaal bekijkt, zal u opvallen dat de meeste CV s directe getalwaarden bevatten. CV 1 bijvoorbeeld bevat het locadres. Dit kan tussen 1 127 liggen (zie waarde tabel). De fabrieksinstelling bedraagt 3. Ter attentie, niet voor alle CV s zijn fabriekswaarden aangegeven. Enkele CV-waarden zijn voor de verscheidene geluidsvarianten verschillend. Terwijl de meeste CV s getalwaarden verwachten, zijn andere CV s eerder als verzamelplaats te bekijken, die verscheidene functies gemeenschappelijk vervullen (meestal in- of uitschakelen): goede voorbeelden daarvan zijn de CV s 29 en 49: voor zulke CV s moet de voor de CV voorziene waarde zelf berekend worden. Deze hangt van de gewenste instelling af: Bepaal daartoe welke van de opties ingeschakeld of uitgeschakeld moeten worden. In de kolom waarde staat voor elke optie twee getallen. Wanneer de optie uitgeschakeld is bedraagt de overeenkomende waarde 0, voor het overige een getal tussen 1 en 128. Tel alle getalwaarden voor de respectievelijke opties op, dan verkrijgt u de waarde die in de CV ingeschreven moet worden. Voorbeeld 1: Veronderstel, u wil met een Intellibox DCC met 128 rijtrappen rijden, de analoge herkenning moet actief zijn (terwijl u uw loc ook analoog aandrijft). Alle andere opties zijn uitgeschakeld. Daarvoor wordt de CV 29 op de waarde 6 gezet (0 + 2 + 4 + 0 = 6) Voorbeeld 2: U wil de geluidssterkte van de decoder verminderen. Daarvoor zet u de CV 63 op een waarde tussen 1 en 64, vb 25 5.2 Belangrijke instellingen van de LokSound In paragraaf 5.2 eigenen we ons de verduidelijking van de belangrijkste CV s toe die de LokSound Decoder biedt. Bestudeer deze paragraaf zeer nauwkeurig vooraleer u veranderingen van de instelling gaat overwegen. Door het juist, doordacht instellen van verscheidene parameters kan de LokSound Decoder optimaal aan uw rijtuig en uw wensen aangepast worden. 5.2.1 Lastafhankelijke regeling De LokSound Decoder vertoont een lastregeling van de vierde generatie, die bij het inzetten van gelijkstroommotoren ervoor zorgt, dat de loc altijd met constante snelheid rijdt, onafhankelijk van de werkelijke last van de loc. De lastregeling werd geoptimaliseerd en getest met motoren van: Roco, Bachmann (Liliput), BRAWA, Märklin, LGB, Bühler, Mabuchi. De lastregeling kan (wanneer niet gewenst) volledig gedeactiveerd worden. Let erop dat de lastregeling bij het gebruik van een wisselstroommotor altijd uitgeschakeld is, onafhankelijk van de instellingen die gekozen zijn. Wisselstroommotoren (motoren met seriewikkeling) ziin spijtig genoeg principieel niet tot lastregeling geschikt. Inschakelen van de lastregeling Mocht u de lastregeling activeren, dan moet de eerste bit van de CV 49 gezet worden. Verifieer daarna de CV en let op haar waarde: bedraagt de waarde van CV 49 0 of 2 dan is de lastregeling geactiveerd. Tel om hem te activeren een 1 bij de actuele waarde en schrijf deze waarde terug. Voorbeeld: actuele uitleeswaarde van CV 49: 2 voor het inschakelen van de lastregeling: 3 in CV 49 schrijven. Parameter van de lastregeling Het intern gebruikte PI-regelalgoritme van de lastregeling is afhankelijk van drie parameters: in CV 53 wordt de referentiespanning van de regeling aangegeven, terwijl in de CV s 54 en 55 de regelaandelen van de PI-regeling geparameteriseerd worden. Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2 17

Referentiespanning In de CV 53 wordt de spanningswaarde vastgelegd die van de motor terugkomen zou. Deze waarde hangt van de spoorspanning en van de werkingsgraad van de motor af. Bij een werkingsgraad van 75% en een spoorspanning van 16V geeft dit bijvoorbeeld een spanning van 16V * 75% = 12V, welke in CV 53 ingegeven moet worden. De spanningswaarde (vb 12V) kan in stappen van 0,25V ingegeven worden. Dit geeft hierdoor een waarde van 30 (12V * 2,5) voor CV 53. Wanneer u de exacte werkingsgraad van de motor niet kent, kan u de waarde voor CV 53 ook experimenteel bepalen. Test of de loc haar hoogste snelheid ook werkelijk pas bij de laatste snelheidstrap bereikt, of dat er zich bij de hoogste instelling van de snelheidstrap niets meer verandert. In dit laatste geval moet u de waarde voor CV 53 verkleinen, in het eerste geval moet u de waarde verhogen. De interne PI-regeling van de LokSound Decoder kan met beide parameters CV 54 en CV 55 beïnvloed worden. Al naargelang de gebruikte motor moeten mogelijkerwijze de parameters veranderd worden, om een aanvaardbaar rijgedrag mogelijk te maken. LokSound Decoders zijn van de fabriek uit ingesteld op toepassing met ROCO-, Brawa of Katomotoren Met de parameter K, opgeslagen in de CV 54, wordt de sterkte van de lastregeling ingesteld. Des te groter de waarde is, des te sterker zal de lastregeling op aanpassingen reageren. De waarde moet nochtans bedachtzaam veranderd worden, omdat te grote waarden tot een ongelijkmatig hard rijgedrag kan leiden. Geef de voorkeur dus aan een zacht, langzaam rijgedrag, dan kan u indien nodig door stelselmatig verlagen van de waarde een optimaal rijgedrag bereiken. Met de parameter I, opgeslagen in de CV 55, wordt aan de LokSound Decoder een belangrijke informatie over het door u gebruikte motortype medegedeeld: elektromotoren onderscheiden zich van elkaar o.a. door de traagheid waarmee ze toerentalveranderingen omzetten. Des te trager de motor is des te kleiner moet de in CV 55 opgeslagen waarde zijn. De traagheid van een motor is spijtig genoeg niet zonder omgaande te erkennen. Algemeen geldt: des te meer polen een motor bezit, des te groter vliegmassa hij vertoont en des te groter de doormeter van de motor is, des te trager reageert hij en des te kleiner moet de waarde zijn die in CV 55 ingegeven wordt. Voor een optimale instelling gaat u best als volgt te werk: Onderzoek de waarde in CV 53 zoals verder hierboven beschreven. Laat de waarde voor CV 55 ( I ) voor wat hij is en test het rijgedrag. Verander nu telkens de waarde van CV 54 in stappen van 5 naar onder respectievelijk naar boven en volg of het rijgedrag beter wordt. Zou u door het veranderen van CV 54 geen enkele verbetering van het rijgedrag meer kunnen vaststellen, houd dan deze waarde aan en verander aan CV 55 (Regel parameter I) zolang, ook in stappen van 5, tot een optimum bereikt wordt. Let erop dat verkeerd ingestelde waarden het regelgedrag dusdanig verslechteren kunnen dat de motor mogelijkerwijze helemaal niet meer draait. Op onze website onder http://www.locsound.de zijn in de rubriek support enkele door ons berekende parameters voor veel gebruikte motor/aandrijf combinaties te vinden zoals vb.: Parameters voor Fleischmann motoren Locs met een rondmotor (rundmotor) van Fleischmann hebben volgende instelling nodig: CV 54 = ongeveer 14 18 CV 55 = 20 Parameter voor Märklin hoogvermogenmotor De 5-polige hoogvermogenmotor van Märklin (reeks 37xxx) is zeer goed voor de LokSound Decoder geschikt, wanneer u deze parameters instelt: CV 54 = ongeveer 20 25 CV 55 = 38 5.2.2 Snelheidscurve De LokSound Decoder kent intern 256 rijtrappen. Deze kunnen aan de karakteristiek van de locomotief aangepast en aan de ruim ter beschikking zijnde snelheidtrappen (14, 28 of 128) toegevoegd worden. Daarvoor voorziet de NMRA twee mogelijkheden: curve via CV 2, 5 en 6 (Fig. 11) Geef de optrekspanning in CV 2 en de topsnelheid met CV 5 aan. CV 6 komt overeen met de snelheid bij een middelmatige snelheidstrap. U kan daardoor de knik in de curve definiëren. Deze mode is pas actief wanneer ze met behulp van CV 29 ingeschakeld wordt (Zie Hoofdstuk 7.1) 18 Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2

Fig. 10 Snelheidscurve met CV 2, 6, 5 Er kan ook een vrije curve gedefinieerd worden: In de CV s 67 tot 94 kunnen daarvoor willekeurige waarden ingesteld worden. (Vergelijk Fig. 8). Deze 28 waarden worden naar ruime rijstappen omgerekend. Daardoor kan het rijgedrag optimaal naar de loc aangepast worden. Deze mode wordt ook met behulp van CV 29 geactiveerd. Wij bevelen het gebruik van de ESU LokProgrammer met zijn software voor de comfortabele berekening en opgave van gegevens aan Fig. 11 Snelheidscurve met CV 67 90 5.2.3 Functieuitgangen De LokSound Decoder bezit vier fysische functieuitgangen, twee worden voor de belichting gebruikt, twee staan vrij ter beschikking. De LokSoundXL beschikt over in totaal 8 functieuitgangen. Daarbovenop bestaan er nog 16 andere functies die met een druk op de knop diverse geluiden kunnen weergeven. Bovendien bestaan de functies geluidsmodule aan/uit, versnellen bij rangeren aan/uit. Deze laatste functie schakelt de optreken afremvertraging uit en is bijzonder nuttig bij het rangeerbedrijf, waar het erop aankomt dat de loc zo mogelijk direct de commando s volgt. Bij het rangeren wordt de gereden snelheid gehalveerd. Classificatie van de en De uitgangen kunnen aan de ter beschikking staande en toegekend worden. ESU gebruikt hiervoor een veel verrijkte Mapping met dit voordeel dat elke uitgang zonder beperking aan elke toets toegekend kan worden. Hierdoor kan de definitie bij voorwaarts- en achterwaarts rijden verschillend zijn. Verder is het mogelijk met één toets meerdere uitgangen gelijktijdig te schakelen. Hierdoor kan elke toets naast (willekeurige) functieuitgangen ook een van in totaal 16 gebruikers gedefinieerd geluid uitstoten, vb fluit, klok, enz. Elke krijgt in totaal 3 CV s (zogenaamde controle-cv s A,B, C) toebedeeld, waarmee zij het gedrag van de toets kunnen sturen. Fig. 13 op blz. 26 geeft de combinatie mogelijkheden weer. De werktoestand hangt alleszins van de respectievelijke geluidsvariante af en kan licht afwijken. Algemeen geldt: Alle en zijn rijrichtingsafhankelijk. Als u de instelling aanpast gelieve dit dan te doen voor zowel voorwaarts als achterwaarts rijden. Mogelijk staan niet alle en ter beschikking op uw digitaal apparaat. Elk van de fysische functieuitgangen moet niet enkel aan één toets toegekend worden, maar allereerst ingeschakeld worden. Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2 19

Later zullen we enkele voorbeelden bekijken waarmee de exacte benadering duidelijk wordt, toch moeten voordien nog twee andere eigenschappen van de functieuitgangen verklaard worden: Inschakelen van de functieuitgangen Elk van de functieuitgangen kan/moet eerst ingeschakeld worden, voor deze kan gebruikt worden. Bovendien biedt elke uitgang de mogelijkheid één van acht ter beschikking staande lichteffecten in te stellen: Dimmer: een normaal constant ingeschakelde verbruiker Knipperlicht: de uitgang knippert met een instelbare frequentie Invert knipperlicht: de uitgang knippert als daarvoor maar in tegengestelde zin. Hiermee zijn wissel-knipperlichten mogelijk. Stroboscoop Dubbele stroboscoop Random, vuurkist Rook, voor de regeling van de intensiteit van de rookgenerator zoom marslicht gyrolicht Voor elke uitgang staat een CV ter beschikking (CV 113-120), in dewelke de gewenste mode vastgelegd wordt. Onthou dat elke uitgang door de waarde 0 gedeactiveerd kan worden, indien deze niet nodig is. De CV 117-120 staat alleen ter beschikking bij de LokSoundXL Decoder. Van de fabriek uit zijn de lichtuitgangen ingeschakeld en bij stoomloc modellen ook de AUX 1-uitgang die in dit geval met de lichttoets geschakeld wordt. Helderheid van de lampen aanpassen LokSound biedt de mogelijkheid de helderheid van gloeilampen in 15 stappen te dimmen om de lichtintensiteit optimaal aan het model aan te passen. Daarvoor worden de lampen geklokt, dwz zeer snel en zeer veel in- en weer uitgeschakeld. Voor elke uitgang kan de helderheid apart ingesteld worden. De respectievelijke gewenste helderheidswaarde (0 tot 15) moet als waarde in de respectievelijke controle-cv(113-120) aan de waarde toegevoegd worden, dewelke de aard van de functie bepaalt. Knipperfrequentie en duur van de periode Wanneer voor een uitgang de functie knipperlicht respectievelijk omgekeerd knipperlicht wordt uitgekozen, worden de periodeduurtijd (bepaalt de knipperfrequentie) en aan/uitschakelverhouding voor alle overeenkomstige uitgangen tezamen aan de CV 112 ontnomen (zie paragraaf 7.1) De periodeduurtijd kan in 33 stappen ingesteld worden. De periodeduurtijd is altijd een veelvoud van 65,5 milliseconden. De in/uitschakel verhouding kan in 16 stappen van 1/16 tot 16/16 ingesteld worden. Een verhouding van 8/16 bijvoorbeeld beduidt dat de lichtuitgang net zo lang in- als uitgeschakeld blijft. De waarde die in de controle CV113 120 geschreven moet worden, wordt als volgt berekend: Periodeduur (waarde:0-15) * 16 + in/uitschakel verhouding Voorbeeld 1: rookgenerator aan AUX 1 en F5 Veronderstel dat u een rookgenerator op de F5 wil hangen die met de uitgang AUX 1 geschakeld moet worden. Lees aandachtig de aanwijzingen voor de inbouw in hoofdstuk 2.5. de uitgang AUX 1 moet geactiveerd en aan de toets F5 toegewezen worden: Hierna wordt de uitgang geactiveerd en ook al zouden we de dimfunctie gebruiken (de uitgang zal altijd volledig schakelen en niet een beetje knipperen) en de helderheid moet 100% bedragen. Verantwoordelijk voor de uitgang AUX is de CV 115 (zie hoofdstuk 7.1). De waarde die in CV 115 ingegeven moet worden wordt als volgt berekend: 16 (voor dimfunctie) + 15 (voor maximale helderheid in dimwaarde) = 31 Nu moet nog de F5 met de uitgang op AUX verbonden worden: bekijk daarvoor Fig. 12: verantwoordelijk voor de F5-voorwaartstoets is de controle CV 171 (derde kolom). In de CV 171 moet ingegeven worden welke functie(s) de toets F5 schakelen zal. Volgt men in de tabel Fig. 13 de rij voor F5 helemaal naar rechts totdat u kruist met de kolom van de functie AUX 1 dan vindt u in de eerste rij een getal. In ons voorbeeld is dit de 4. Deze waarde moet nu in de CV 171 geschreven worden. Hierna schakelt de toets F5 de uitgang AUX 1. Hierdoor is de functie bij voorwaarts rijden geschakeld. Om de functie ook bij achteruit rijden te schakelen, moet in de CV 174 dezelfde waarde geschreven worden. 20 Gebruikshandleiding LokSound / LokSoundXL V3.2