Broeikasgasemissies in Nederland,

Vergelijkbare documenten
Broeikasgasemissies in Nederland,

Broeikasgasemissies in Nederland,

Broeikasgasemissies in Nederland per sector,

Broeikasgasemissies in Nederland per sector,

Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw,

Emissie broeikasgassen in Europa,

Emissies broeikasgassen,

Emissies naar lucht door de industrie,

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissie broeikasgassen in Europa (EU-15),

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

Emissies naar lucht door de industrie,

Emissies naar lucht door de land- en tuinbouw,

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC),

CO2-uitstoot Nederlandse deelnemers EU ETS

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

CO2-uitstoot Nederlandse deelnemers EU ETS

Emissies broeikasgassen,

Duurzame elektriciteit,

Belasting van het oppervlaktewater door huishoudens,

Hernieuwbare elektriciteit,

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Emissies door de zeescheepvaart,

Hernieuwbare elektriciteit,

Impact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2016

Emissie per voertuigkilometer voor wegverkeer,

CO2-emissies verklaard,

Hernieuwbare elektriciteit,

Belasting van het rioolstelsel,

Hernieuwbare elektriciteit,

Energieverbruik per sector,

Verbruik van elektriciteit,

Impact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2015

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Hernieuwbare elektriciteit,

Emissies naar lucht door de land- en tuinbouw,

Energiebesparing in Nederland,

Verbruik van duurzame energie,

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Toelichting klimaatbeleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Milieu-investeringen in de industrie en energiesector,

Belasting van het oppervlaktewater door huishoudens,

Atmosferische depositie op binnenwater en op het rioolstelsel,

Windvermogen in Nederland,

Klimaatverandering: beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Verbruik van hernieuwbare energie,

Gft-afval verwerkers,

Energieverbruik per energiedrager,

Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen,

Energieverbruik in de land- en tuinbouw,

Aanbod en verbruik van elektriciteit,

Rijksuitgaven aanleg, beheer en onderhoud hoofdinfrastructuur,

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Energieverbruik per bedrijfstak,

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Energieverbruik per energiedrager,

Aantal motorvoertuigen,

Hernieuwbare elektriciteit,

Belasting van het oppervlaktewater door verkeer en vervoer,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Verbruik van duurzame energie,

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Milieu-investeringen in de industrie en energiesector,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Werkgelegenheid en verhouding wonen en werken per gemeente, 2013

Woningvoorraad, investeringen en nieuwbouwwoningen,

Energieverbruik in de land- en tuinbouw,

Energieverbruik door de industrie,

Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Composteer- en vergistingsinstallaties voor gft-afval,

Aantal auto's per provincie,

Verbruik van duurzame energie,

Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen,

Verbruik van hernieuwbare energie

Samenstelling van huishoudelijk restafval,

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens,

Verkoopprijs woningen, 2012

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering,

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering,

Verkoopprijs woningen, 2011

Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden,

Milieu-investeringen in de industrie en energiesector,

Huishoudens,

Vliegbewegingen en handelsverkeer op Nederlandse luchthavens,

Belasting van het oppervlaktewater door verkeer en vervoer,

Glastuinbouw,

Verbruik van hernieuwbare energie

Hernieuwbare elektriciteit,

Watergebruik in de land- en tuinbouw,

Huishoudens,

Hobbyboeren, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven,

Milieukosten per sector,

Vermesting zoet oppervlaktewater,

Transcriptie:

Indicator 4 juni 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen lag in 2006 bijna drie procent onder het niveau van het basisjaar van het Kyoto Protocol. In de periode 1990-2004 nam de emissie van het broeikasgas koolstofdioxide (CO2) jaarlijks met gemiddeld één procent toe, terwijl de emissies van de andere broeikasgassen afnamen. In 2005 en 2006 daalden de broeikasgasemissies. Download figuur [2] Download data (xls) [3] Emissie van broeikasgassen bijna 3% lager dan in het basisjaar voor het Kyoto Protocol De emissie van broeikasgassen in Nederland volgens de IPCC-methode lag in 2006 bijna 3% onder het niveau van het basisjaar voor het Kyoto-protocol. Nederland moet zijn broeikasgasemissies in 2008-2012 met 6% hebben gereduceerd ten opzichte van het basisjaar. De emissie van broeikasgassen in het basisjaar is de optelling van de emissies van koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4) en lachgas (N2O) in 1990 en die van de fluorhoudende gassen in 1995. In de periode 1990-2004 nam de CO2-emissie jaarlijks met gemiddeld één procent toe door meer elektriciteitsgebruik en een toename van het personen- en goederenvervoer. Tussen 2004 en 2006 nam de emissie echter af. In 2006 zijn de emissies van de andere broeikasgassen; CH4, N2O en de fluorhoudende gassen, met 34% afgenomen ten opzichte van het basisjaar. De emissie van CH4 neemt sinds 1990 af. Belangrijkste reden is de afname van het storten van afval, wat leidt tot minder methaanemissie uit stortplaatsen. Daarnaast nam de CH4 Pagina 1 van 6

emissie vanuit de landbouw af door krimp van de veestapel. De emissie van N2O nam sinds 1995 af doordat minder mest werd toegediend en door minder kunstmestgift. Daarnaast is de N2O-emissie van de industrie gedaald. De emissies van fluorhoudende gassen (HFK's, PFK's, SF6) namen sinds 1998 af. Dit is grotendeels het gevolg van twee maatregelen in de industrie. De emissies lijken zich in de laatste jaren te stabiliseren. Emissie van CO2 en andere broeikasgassen na 2004 gedaald De CO2-emissie in Nederland is tussen 2004 en 2006 met bijna 9 Mton afgenomen. De belangrijkste oorzaken van deze afname zijn: De CO2-emissie van de Industrie- en energiesector nam sinds 2004 met bijna 8 Mton af. Deze afname wordt vooral veroorzaakt door de lagere elektriciteitsproductie in Nederland. Om aan de vraag naar elektriciteit te kunnen voldoen, werd in 2006 22 procent van de verbruikte elektriciteit uit het buitenland geïmporteerd en meer duurzame energiebronnen (biomassa, wind) ingezet bij de Nederlandse elektriciteitsproductie. Daarnaast nam ook de emissie van de overige industrie en raffinaderijen na 2004 af door een lager productieniveau en door verdere energiebesparing. De totale CO2-emissie van de Gebouwde omgeving (huishoudens en de sector Handel Diensten en Overheid) was in 2006 circa 2,5 Mton lager dan in 2004. Deze daling komt vooral door de relatief zachte winters in 2005 en 2006, waardoor er minder aardgas gebruikt werd voor de verwarming van huizen en werkplekken. Verder wordt deze reductie veroorzaakt door een betere isolatie en een toename van het aantal HR-ketels bij huishoudens. De CO2-emissie door Verkeer en vervoer nam toe tussen 2004 en 2006 met ruim 1 Mton. De uitstoot van de overige broeikasgassen (methaan, distikstofoxide en fluorhoudende gassen) is met ongeveer 1,5 Mton gedaald sinds 2004. Of er sprake is van een trendbreuk, is op basis van deze waarnemingen niet te zeggen. Immers, de import van elektriciteit kan behoorlijk fluctueren en de winters van 2005 en 2006 waren relatief mild. [indicator=nl0168] Doelen klimaatbeleid De emissies van de broeikasgassen koolstofdioxide, methaan, lachgas en van de fluorhoudende gassen (HFK's, PFK's en SF6) zijn onderdeel van het Klimaatverdrag en het Kyoto Protocol van de Verenigde Naties. In het Kyoto Protocol zijn afspraken gemaakt over de reductie van de emissies van broeikasgassen, waaronder CO2. [indicator=nl0164] [indicator=nl0163] Broeikasgasemissies herberekend In 2007 heeft een team van experts van het Klimaatverdrag het 'Nationaal systeem broeikasgassen' beoordeeld (review). Het Nationaal systeem wordt gebruikt voor het berekenen van het Nederlandse emissieplafond onder het Kyotoprotocol. Deze review heeft geleid tot een aantal wijzigingen in berekeningsmethoden. De wijzigingen hebben betrekking op de hele emissiereeks (waaronder ook het basisjaar) en zijn in de hier genoemde cijfers verwerkt. De totale broeikasgasemissie in het basisjaar (1990/1995) neemt door de herberekeningen af met 1,4 Mton CO2-equivalenten. De aanpassingen per broeikasgas zijn: Pagina 2 van 6

CO2-emissies van de glasproductie: de emissiefactor is naar beneden bijgesteld op basis van meetgegevens. N2O-emissies van de productie van caprolactam: op basis van betere inzichten in de productie in de periode 1990-2005 en meetgegevens over 2003 en 2004 is de gehele tijdreeks vanaf 1990 gereconstrueerd; N2O-emissies van de elektriciteitsproductie: in overleg tussen deskundigen is de emissiefactor aangepast; Indirecte N2O-emissies vanuit industriële bronnen: deze emissies worden als gevolg van de review niet meer berekend; N2O-emissies van de landbouw: in het verleden werd de NH3-emissie afgetrokken voordat de N2O-emissie werd berekend. Dit bleek niet in overeenstemming met de IPCC-richtlijnen; Emissies van de landbouw (CH4 en N2O) en landbouwstatistieken (dieraantallen) werden afgerond voordat ze werden gerapporteerd aan de Emissieregistratie. Onzekerheden De emissies van broeikasgassen kunnen niet exact worden gemeten of berekend. Onzekerheden zijn daarom onvermijdelijk. Het MNP schat de onzekerheid in de jaarlijkse totale broeikasgasemissie op circa 5%. Dit is geschat op basis van informatie van emissie-experts in een eenvoudige analyse van de onzekerheid (volgens de zogenaamde IPCC-tier 1 methode). De totale emissie van broeikasgassen ligt daarmee met 95% betrouwbaarheid tussen de 197 en 218 Mton CO2-equivalenten. De onzekerheid in de emissietrend tussen het basisjaar (1990/1995) en 2005 word geschat op circa 3%-punt; dat wil zeggen dat de emissietrend met 95% betrouwbaarheid ligt tussen de -6 tot 0%. In het afgesproken boekhoudkundige systeem onder het Kyoto Protocol worden emissies bepaald op een van tevoren afgesproken manier en wordt een Partij daarop uiteindelijk ook afgerekend. Met de hiervoor genoemde onzekerheden in de emissiecijfers wordt in dat boekhoudkundige systeem geen rekening gehouden. [indicator=nl0088] Uitleg verschillende emissiecijfers IPCC-totaal (hier gepresenteerd) - Om internationaal beleid te kunnen voeren met als doel het tegengaan van het versterkt broeikaseffect is door het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) een voorschrift opgesteld, aan de hand waarvan ieder land moet rapporteren (IPCC, 2001). De zo gerapporteerde emissies zijn tussen landen onderling vergelijkbaar en geven daardoor een betrouwbaarder beeld van mondiale emissies. De hier gepresenteerde cijfers zijn exclusief de CO2-emissies van veranderd landgebruik en bosaanplant en -kap (LULUCF), de CO2-emissies van verbranding van biomassa en internationale brandstofbunkers. IPCC-totaal temperatuurgecorrigeerd - Het MNP stelt jaarlijks de Milieubalans op. Voor toetsing van het nationale beleid aan de Kyotodoelstelling wordt daarbij uitgegaan van de IPCC-emissiereeks. Om zicht te krijgen op of het nationale beleid op de goede weg is, worden schommelingen door toevallige temperatuurswisselingen gecorrigeerd. [indicator=nl0170] Referenties Pagina 3 van 6

Emissieregistratie (2008). Website EmissieRegistratie [4]. MNP, Bilthoven; CBS, Voorburg; RIZA, Lelystad; EC-LNV, Den Haag; SenterNovem, Utrecht en TNO-MEP, Apeldoorn. IPCC (2001). Good Practice Guidance and Uncertainty Management in National Greenhouse Gas Inventories [5]. Intergovernmental Panel on Climate Change, Bracknell, UK. Relevante informatie [indicator=nl0164] [indicator=nl0517] [indicator=nl0183] MNP (2007). Milieubalans 2007 [6]. Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven. MNP, 2008. Realisatie Milieudoelen. Voortgangsrapport 2008 [7]. Milieu- en Natuurplanbureau, Bilthoven Ministerie van VROM, 2006. Integrale afweging klimaatbeleid gericht op het halen van Kyoto Kamerbrief van 13 april 2006 [8]. Ministerie van VROM. Dossier Klimaatverandering [9]. In het Klimaatverdrag en Kyoto Protocol heeft Nederland zich verplicht tot reductie van de uitstoot van broeikasgassen. Daartoe worden een aantal maatregelen uitgevoerd. Internationaal zijn ook eisen gesteld met betrekking tot monitoring en rapportage. De website www.broeikasgassen.nl [10] geeft aan hoe Nederland de monitoring invult en geeft toegang tot de relevante rapporten. ECN, 2007. Energiebesparing 1995-2005. Update op basis van het Protocol Monitoring Energiebesparing [11]. ECN, Petten SenterNovem, 2007. Meerjarenafspraken energie-efficiency - Resultaten 2006 [12]. SenterNovem, Utrecht. Technische toelichting Naam van het gegeven Omschrijving Nederlandse emissies van broeikasgassen (kooldioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide (N2O) en fluorhoudende gassen (HFK's, PFK's en SF6). Verantwoordelijk instituut Milieu- en Natuurplanbureau Berekeningswijze De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-methode. Voor een uitgebreide beschrijving van de berekeningsmethoden wordt verwezen naar de methodebeschrijvingen op de website www.broeikasgassen.nl [10] en Emissieregistratie [4] Pagina 4 van 6

Basistabel Alle data zijn opvraagbaar op of via de website van de Emissieregistratie [4]. De hier gepresenteerde cijfers zijn de definitieve emissiecijfers voor de periode 1990-2006, zoals vrijgegeven door de Emissieregistratie in maart 2008. De cijfers zijn echter nu nog niet beschikbaar op de website. Geografisch verdeling Nederland Verschijningsfrequentie In mei definitieve cijfers t-2; in september voorlopige cijfers t-1 Achtergrondliteratuur Methoden: op de website van Emissieregistratie [4] achter Overzicht documenten en begrippen: op de website van Emissieregistratie achter Begrippenlijst Opmerking De emissiecijfers voor de broeikasgassen zijn berekend volgens de IPCC-methode. Zie [indicator=nl0170], voor een toelichting op de IPCC-emissies. Betrouwbaarheid Zie paragraaf in de hoofdtekst en Onzekerheden emissies naar lucht Referentie van deze webpagina CBS, PBL, RIVM, WUR (2008). [13] (indicator 0165, versie 12, 4 juni 2008 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen. Bron-URL: https://www.clo.nl/indicatoren/nl016512 Links [1] https://www.clo.nl/indicatoren/nl0165 [2] https://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/0165_001g_clo_12_nl.jpg [3] https://www.clo.nl/sites/default/files/datasets/c-0165-001g-clo-12-nl.xls [4] http://www.emissieregistratie.nl/ [5] http://www.ipcc-nggip.iges.or.jp/public/gp/english/ [6] http://www.mnp.nl/nl/publicaties/2007/milieubalans2007.html [7] http://www.mnp.nl/nl/publicaties/2008/realisatiemilieudoelen-voortgangsrapport2008.html [8] http://www.vrom.nl/get.asp?file=docs/kamerstukken/thu13apr20061659240200/kvi2006247406.doc [9] http://www.vrom.nl/pagina.html?id=4178 [10] http://www.broeikasgassen.nl/ [11] http://www.ecn.nl/publicaties/default.aspx?nr=ecn-e--07-103 [12] http://www.senternovem.nl/mja/publicaties/brochures/resultaten_meerjarenafspraken_energie_e fficiency_resultatenbrochures.asp Pagina 5 van 6

[13] https://www.clo.nl/indicatoren/nl016512 Pagina 6 van 6