Eikenprocessierups en klimaatverandering,

Vergelijkbare documenten
Eikenprocessierups en klimaatverandering,

Windturbines in de groene ruimte

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven,

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven ( )

Milieu-investeringen in de industrie en energiesector,

Aantal auto's per provincie,

Rijksuitgaven aanleg, beheer en onderhoud hoofdinfrastructuur,

Gft-afval verwerkers,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Samenstelling van huishoudelijk restafval,

Hobbyboeren, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Bevolkingsomvang en aantal huishoudens,

Flora van loof- en gemengde bossen,

Aantalsontwikkeling van amfibieën

Bodemgebruik in Nederland,

Flora van naaldbossen,

Ruimte per inwoner,

Woningvoorraad, investeringen en nieuwbouwwoningen,

Huishoudens,

Aantalsontwikkeling van amfibieën,

Huishoudens,

Energieverbruik in de land- en tuinbouw,

Windturbines in de groene ruimte,

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Infrastructuur, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Energieverbruik in de land- en tuinbouw,

Glastuinbouw,

Temperatuur oppervlaktewater,

Werkgelegenheid en verhouding wonen en werken per gemeente, 2013

Aantal motorvoertuigen,

Milieu-investeringen in de industrie en energiesector,

Vliegbewegingen en handelsverkeer op Nederlandse luchthavens,

Gezondheidsklachten binnenmilieu,

Bevolkingsgroei,

Biologische voedingsmiddelen,

Milieu-investeringen in de industrie en energiesector,

Composteer- en vergistingsinstallaties voor gft-afval,

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Fietsgebruik,

Infrastructuur, 2015 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden,

Samenstelling van huishoudelijk restafval,

Bodemgebruik,

Culturele en natuurlijke kernkwaliteiten van het landschap

Belangstelling voor maatschappelijke problemen,

Fietsgebruik,

Openbaarvervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden,

Flora van open moerassen,

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting werkgebieden,

Temperatuur oppervlaktewater,

Bevolkingsgroei,

Watergebruik in de land- en tuinbouw,

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven,

Barrières en versnippering van de Ecologische Hoofdstructuur,

Energieverbruik door de industrie,

Vermesting zoet oppervlaktewater,

Biologische voedingsmiddelen,

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Woningvoorraad naar eigendom,

Gezondheidsklachten binnenmilieu,

Werken binnen bestaand bebouwd gebied,

Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden,

Biologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw,

Draagvlak voor natuur en natuurbeleid, 2017

Algemene fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater KRW, 2009

Energieverbruik per sector,

Openbaar vervoer-, auto- en multimodale ontsluiting woongebieden,

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens,

Rijksuitgaven aanleg, beheer en onderhoud hoofdinfrastructuur,

Verkoopprijs woningen, 2011

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Vlinders van de Habitatrichtlijn,

Vliegbewegingen en handelsverkeer op Nederlandse luchthavens,

Energieverbruik per energiedrager,

Verbruik van hernieuwbare energie voor vervoer,

Verbruik van duurzame energie,

Internationaal belang Nederland voor watervogels

Typische diersoorten van de Habitatrichtlijn,

Bundeling werken in nationale bundelingsgebieden,

Nederlanders wonen op gemiddeld 0,9 kilometer van een huisartsenpraktijk (2008)

Impact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2016

Bouwen in natuurgebieden in de Ecologische Hoofdstructuur,

Woningen in buisleidingstroken,

Regionale economische groei, 2011

Energieverbruik per energiedrager,

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven,

Konijnen en vergrassing en verstruiking duinen

Biologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Afstand tot huisartsenpraktijk, 2012

Bruto toegevoegde waarde en werkgelegenheid,

Ontwikkeling ruimtegebruik in Nationale Landschappen,

Vliegbewegingen en handelsverkeer op Nederlandse luchthavens,

Woningen, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

CO2-uitstoot Nederlandse deelnemers EU ETS

Energieverbruik per bedrijfstak,

Glastuinbouw,

Belangstelling voor maatschappelijke problemen,

Transcriptie:

Indicator 31 januari 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Sinds de eerste waarneming van rupsennesten in het zuiden van Nederland in 1991, breidt de eikenprocessierups zich gestaag uit in noordoostelijke richting. Deze toename wordt toegeschreven aan de warmere zomers in de afgelopen decennia. [figuurgroep] Download figuur [2] Pagina 1 van 5

[/figuurgroep] Download figuur [3] Download data (xls) [4] Gezondheidsprobleem door eikenprocessierups Bomen die zijn aangetast door de eikenprocessierups kunnen soms helemaal worden kaalgevreten, wat voor de bomen op zich geen probleem is. Het probleem wordt veroorzaakt door de brandharen van de rupsen. De rupsen maken nesten waar ze vervellen en lege rupsenhuidjes met circa 1.8 miljoen brandharen per rups achterlaten. Tijdens een plaag zweven de haren door de lucht en veroorzaken huidirritaties bij mens en dier. De haren behouden zes jaar lang hun irriterende werking. Dat betekent dat oude nesten, die in de loop van de tijd uiteenvallen, lange tijd een verspreidingsbron zijn van de brandharen. Piekjaren Pagina 2 van 5

Na de eerste vondst in Nederland in 1991 is de eikenprocessierups in aantal exponentieel toegenomen. Het aantal meldingen verschilt sterk van jaar tot jaar. In de jaren 1996, 2004, 2007 en 2009 bereikte de plaagsoort hoogtepunten. 2004 is tot nu toe het jaar met de meeste meldingen. Vanaf 2007 is het aantal vondsten stabiel hoog. De mate van aantasting is ernstiger geworden van 2007-2010. In 2007 was zo'n 90% licht aangetast. In 2010 is zo'n 90% matig aangetast. Uitbreiding naar noordoosten De eerste waarnemingen kwamen uit Noord-Brabant. Vanaf 2002 manifesteert de eikenprocessierups zich ook boven de grote rivieren en treedt er een langzame verschuiving op, vooral in noordoostelijke richting. In 2010 is de meest noordelijke vindplaats het grensgebied van Drenthe en Groningen. Ook in het westen van het land wordt de eikenprocessierups steeds noordelijker aangetroffen. In 2010 is de rups regelmatig gevonden in de zuidelijke helft van Noord- Holland. De eikenprocessierups is een warmteminnende soort en de geografische uitbreiding ervan wordt toegeschreven aan de effecten van klimaatverandering. Het lijkt aannemelijk dat de eikenprocessierups binnen enkele jaren over geheel Nederland verspreid is. Eikenlanen De eikenprocessierups houdt van warmte en komt oorspronkelijk uit Zuid- en Centraal-Europa. De rupsen geven de voorkeur aan eiken in warme eikenlanen boven de eiken in het koelere bos. Intussen is 2010 alweer het twintigste jaar van de plaag in Nederland. De soort lijkt hier dus volledig ingeburgerd te zijn. Referenties Moraal, L.G.,2003, Eikenprocessierups en klimaatverandering. Sectie C2.3, Natuurcompendium 2003 pagina 158. Moraal, L.G.,2007, Eikenprocessierups niet meer weg te denken [5]. Tuin en Landschap 29 (16): 36-39. Moraal, L.G., 2007, Indicatoren voor 'Convention on Biodiversity 2010' Effecten van klimaatverandering op insectenplagen bij bomen [6]. Werkdocument 53.7b, Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, Wageningen. 26 pp. Moraal L.G., 2008, Insectenplagen op bomen en struiken in bos en landelijk gebied in 2007. [7] Vakblad natuur, bos en landschap nr 7 jaargang 5, pp 22-27. Moraal, L.G. en G.A.J.M. Jagers op Akkerhuis, 2011, Changing patterns in insect pests on trees in The Netherlands since 1946 in relation to human induced habitat changes and climate factors-an analysis of historical data. [8] Forest Ecology and Management 261: 50-61. Oudenhoven A.P.E. van, A.J.H. van Vliet en L.G. Moraal, 2008, Climate change exacerbates the oak processionary caterpillar problem in The Netherlands. [9] Gewasbescherming jaargang 39, nummer 6, pp 236, 237. Reemer, M., L.G. Moraal & D. Wijsman. 2004. Kleine beestjes: sterk in beweging: 0ngewervelde dieren en het klimaat. [10] In: R. Roos (ed.) Opgewarmd Nederland; Stichting Natuur en Milieu / Natuurmedia Utrecht. 224 pp. Relevante informatie Pagina 3 van 5

www.insectenweb.nl [11] Technische toelichting Naam van het gegeven Eikenprocessierups en klimaatverandering, 1991-2010 Omschrijving Jaarlijks aantal waarnemingen van eikenprocessierups: verspreidingspatroon en mate van aantasting Verantwoordelijk instituut Alterra Wageningen UR (Leen Moraal) Berekeningswijze De waarnemingen worden gedaan door landelijke netwerk van terreinbeheerders en andere belangstellenden. De waarnemers geven aan of de aantasting licht, matig of zwaar is. De criteria hiervoor zijn respectievelijk: licht = gemiddeld 1 tennisbalnest per boom; matig = gemiddeld 2-3 tennisbalnesten per boom; zwaar = gemiddeld een of meer voetbalnesten per boom. In principe geldt per uurhok één waarneming maar er kunnen meerdere waarnemingen geteld worden wanneer er verschillen zijn in boomsoort of leeftijd. Geografisch verdeling Landelijk Verschijningsfrequentie Jaarlijks Achtergrondliteratuur Het landelijk netwerk van terreinbeheerders bestaat sinds 1946. Waarnemers geven hun waarnemingen door aan Alterra Wageningen UR in het kader van EL&I-onderzoek naar verschuivingen van inheemse plaaginsecten en nieuwe invasieve soorten. Voor verdere informatie wordt verwezen naar www.insectenweb.nl [12] Betrouwbaarheidscodering B Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is Pagina 4 van 5

Referentie van deze webpagina CBS, PBL, RIVM, WUR (2012). [13] (indicator 1110, versie 05, 31 januari 2012 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen. Bron-URL: https://www.clo.nl/indicatoren/nl111005 Links [1] https://www.clo.nl/indicatoren/nl1110 [2] https://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/1110_002x3_clo_05_nl.gif [3] https://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/1110_001g_clo_05_nl.jpg [4] https://www.clo.nl/sites/default/files/datasets/c-1110-001g-clo-05-nl.xls [5] http://www.tuinenlandschap.nl/pdf/688e839bcbe495fd86626e2a4163674d.pdf [6] http://www.milieuennatuurcompendium.nl/bestanden/nl/http://library.wur.nl/way/bestande n/clc/1859121.pdf [7] http://edepot.wur.nl/114684 [8] http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/s0378112710005566 [9] http://edepot.wur.nl/111512 [10] http://www.opgewarmdnederland.nl/ [11] http://www.insectenweb.nl/ [12] http://www.insectenweb.nl [13] https://www.clo.nl/indicatoren/nl111005 Pagina 5 van 5