Referentienummer Datum Kenmerk GM-0101381 24 mei 2013 325142



Vergelijkbare documenten
Notitie flora en fauna

Aanvullend onderzoek natuur BMV kavel Aldenhofpark

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg

Resultaten onderzoek steenuil en kerkuil Hoge Wei te Oosterhout. Kader

Notitie resultaten Aanvullend onderzoek huismus Plangebied: Maria van Bourgondiëlaan 2, 2a en 4, Eindhoven

Nader onderzoek vleermuizen, huismus en gierzwaluw Warmenhuizen Centrum

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Referentienummer Datum Kenmerk GM februari

Notitie Flora en faunawet bestemmingsplan Centrum Best; Locatie ten noorden van begraafplaats

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

/ Stadhuisplein, Veghel

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader

Vleermuisonderzoek Vlietsingel, Medemblik

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Huismus- en vleermuisinventarisatie op planlocatie de Marke III te Hengevelde

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P )

Johan de Wittlaan 2 te Woerden

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna

Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen

Mitigatieplan Kerkuil realisatie Lodesteijn College te Barneveld

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september quick scan flora en fauna

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Locatie Campagne, Medoclaan te Maastricht

Aanvullend ecologisch onderzoek huismus Thornerweg 2, 2a en 4 te Wessem. Gemeente Maasgouw

B i j l a g e : I n v e n t a r i s a t i e H u i s m u s e n v l e e r m u i z e n i n h e t k a d e r v a n d e F l o r a - e n fau n a w e t

Notitie aanvullend onderzoek BIC te Eindhoven

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Hierbij ontvangt u de rapportage betreffende aanvullend onderzoek rond uw plangebied Waterman II te Rijsbergen (zie figuur 1).

Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam

Quickscan flora en fauna in het kader van de realisatie van nieuwbouwwoningen in Wielwijk, deelgebied Parkrand, te Dordrecht

Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk. Notitie. Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam

: Mevrouw M. Snellen : Postbus : 5280 DA Boxtel

Memo Memo. Quickscan vleermuizen project Optimalisatie Watersysteem Lichtenvoorde

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Notitie Quickscan flora en fauna

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren. datum: 22 juni quick scan flora en fauna

Datum : 10 juli 2015 Ons kenmerk : 1502H037/DBI/rap2 Betreft : Resultaten flora- en faunaonderzoek J.P. Gouverneurlaan 20 te Sassenheim

Vleermuis- en broedvogelonderzoek Wherepark, Purmerend

Vleermuizenonderzoek Bergenhuizen 22, Noorbeek

Ecologisch onderzoek huismussen Kerkweg-oost 157, Waddinxveen. Gemeente Waddinxveen

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Notitie aanvullend veldonderzoek vleermuizen en zandhagedis Warande Zeist

Nieuwe bedrijfslocaties

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Aanvullend onderzoek Kempkensberg te Groningen. A&W-notitie 2588kev

6 Flora- en fauna quickscan

Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6. Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Notitie quickscan beschermde soorten Prinsejagt-Driehoeksbos te Eindhoven

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Opdrachtgever: Geveke Bouw & Ontwikkeling projectnummer:

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers

Aanleiding van het onderzoek Wat is een quickscan

B i j l a g e 2 : W e r k p r o t o c o l h u i s m u s

Notitie n.a.v. onderzoek vleermuizen

Quickscan Lankhorsterweg 27 Staphorst. John Mulder

AANVULLEND ECOLOGISCH VELDONDERZOEK PLANGEBIED 'HOOIVORK II' TE DE MOER GEMEENTE LOON OP ZAND

Vleermuizen- & huismusseninventarisatie D n Door

Aanvullend ecologisch onderzoek reconstructie N366 traject Veendam- Stadskanaal A&W-rapport 1939

adviesbureau voor natuur & landschap NOTITIE

Quickscan flora en fauna

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

H.J.V. van den Bijtel Fotografie: H.J.V. van den Bijtel (HB) en Adviesbureau Haver Droeze (HD) Beopublicatie: December 2012

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Logistiek Park Moerdijk

Aanvullend vleermuizenonderzoek bedrijventerrein Rijssen- Enter

memo mitigatieopgave vleermuizen Stationsweg te Wezep.

NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

Bijlage 3. Ecologische beoordeling van herinrichting twee percelen te Bontebok

Aanvullend natuuronderzoek Aldenhofpark

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check

Nader onderzoek huismussen. Herontwikkeling Gasthuisstraat 77 te Kaatsheuvel

Notitie. Aanvullend faunaonderzoek locatie Brusselse Poort te Maastricht

P.W. Pastoor Blauwverversteeg DX Harderwijk. Notitie veldbezoek perceel Blauwverversteeg 3 te Harderwijk

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep

Memo Aanleiding Werkwijze

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Figuur 1: Links: Luchtfoto plangebied (bron: Google Maps, maart 2016). Rechts: foto plangebied (juni 2014).

Notitie quickscan Flora en fauna

Contra expertise. Hoenderop, Paleisweg 205, Ermelo. In het kader van de Flora- en faunawet. In opdracht van: Buro voor Bouwkunde Ermelo

Transcriptie:

Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0101381 24 mei 2013 325142 Betreft Nadere inspectie aanwezigheid jaarrond beschermde leefgebieden De Stegen te Asten 1 Inleiding De gemeente Asten werkt aan de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein, De Stegen. Daartoe moet onder andere een nieuw bestemmingsplan voor het gebied worden opgesteld. In het kader daarvan heeft Grontmij in maart 2013 een quickscan ecologie opgesteld. In dit rapport is, op basis van bestaande informatie en een oriënterend veldbezoek, een inschatting gemaakt van de natuurwaarden van het plangebied en de mogelijke relaties die er liggen met de omgeving. Uit de resultaten van de quickscan natuur door Grontmij, d.d. 29 maart 2013 (kenmerk GM-0096113) is gebleken dat het plangebied en de directe omgeving een geschikt leefgebied vormen voor beschermde soorten fauna. Daarom is een nadere inspectie op de noodzaak voor aanvullend ecologisch onderzoek bepaald en zijn daar voor zover mogelijk, conform de aanwezige soortenstandaarden van het ministerie van EZ ook de benodigde soortgerichte inventarisaties uitgevoerd. Voorliggende notitie beschrijft de uitkomsten van deze nadere inspectie en de uitgevoerde soortgerichte inventarisaties. 2 Doel Doel van deze notitie is het inzichtelijk maken van de verspreiding van beschermde soorten binnen en rondom het plangebied De Stegen dat mogelijk wordt beïnvloed als gevolg van de voorgenomen ingreep, namelijk de realisatie van een bedrijventerrein. Er is hierbij in het bijzonder gekeken naar de verspreiding van vogels met jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen, evenals de aanwezigheid van functionele elementen (verblijfplaatsen, vliegroutes en foerageergebieden) voor vleermuizen. 2.1 Beschrijving plangebied Het plangebied De Stegen ligt ten noordoosten van de kern Asten in Noord-Brabant en heeft een oppervlakte van circa 11,2 hectare. Het ligt op korte afstand van de A67 en wordt begrensd door de Floralaan in het Westen, de N279 in het noorden en het oosten en de weg Stegen in het zuiden. Ten zuidwesten van het plangebied is het bedrijf Primasta, een producent van potgrond gevestigd. In figuur 1 is de ligging van het plangebied weergegeven. Het gebied bestaat grotendeels uit landbouwgrond. Deze gronden worden gebruikt ten behoeve van akkerbouw en als buitenplaats voor paarden. De noordelijke akkers hebben een bol karakter en liggen wat hoger dan de omliggende percelen. Dit is het resultaat van historisch agrarisch gebruik. Centraal in het gebied is een paardenhouderij gevestigd. Hier staan twee boerderijwoningen. Rond de woning aan Stegen 65 is een grasland met daaromheen een houtwal aanwezig. Bij de woning aan Stegen 67 zijn een aantal schuren/loodsen aanwezig die onder andere worden gebruikt als verblijf voor paarden.

GM-0101381 2 van 6 Naast de genoemde houtwal zijn binnen de begrenzing van het gebied nog enkele andere houtopstanden aanwezig. Dit betreft de volgende elementen: Een bosje aan de westzijde van het plangebied, nabij de kruising van de wegen Floralaan en Nobisweg. Dit bosje bestaat geheel uit Zomereiken van naar schatting circa 30 jaar oud met in de ondergroei veel Gewone vlier; Een uitloper van een bosje/houtwal aan de noordzijde van het plangebied. De punt van deze houtwal loopt door tot in het plangebied. De punt van deze houtwal bestaat vooral uit Zomereik (waaronder een vijftal vrij forse exemplaren), Amerikaanse vogelkers, Ruwe berk en in de ondergroei Gewone vlier. De kruidlaag wordt beheerst door Grote brandnetel en braamstruweel. Aan de randen van het gebied zijn greppels aanwezig ten behoeve van de afwatering van de nabijgelegen wegen. Deze greppels zijn in ieder geval tijdelijk waterhoudend. Binnen het plangebied zijn geen andere open wateren aanwezig, behalve een tuinvijver bij Stegen 65 met een doorsnede van circa 1,5 meter. Figuur 1 Ligging plangebied ten noordoosten van Asten in de oksel van de A67 en de N279. 2.2 Geplande werkzaamheden In het plangebied is de realisatie van een bedrijventerrein beoogd. De wijze waarop dit terrein exact wordt vormgegeven, is op dit moment nog niet definitief vastgesteld. In de voorliggende nadere schouw is er vooralsnog van uitgegaan dat alle woningen en de loodsen/schuren binnen het gebied evenals de aanwezige houtopstanden geheel zullen verdwijnen. De ontsluiting van het gebied voor verkeer zal via een te realiseren aansluiting op de Floralaan ter hoogte van de Nobisweg plaatsvinden, waarschijnlijk in de vorm van een rotonde. Aan de zuidzijde wordt via de weg Stegen een calamiteitenroute vanaf het bedrijventerrein aangelegd en is een zone voorzien waar de waterberging van het gebied zal worden gerealiseerd. Momenteel wordt het stedenbouwkundig schetsontwerp voor het plangebied uitgewerkt, maar deze is thans nog niet vastgesteld.

GM-0101381 3 van 6 3 Onderzoeksmethodiek Op basis van de uitkomsten uit de eerdergenoemde quickscan uit maart 2013, is een nadere inschatting gemaakt van te verwachten beschermde soorten binnen het onderzoeksgebied. Indien sterke aanwijzingen voor aanwezigheid zijn geconstateerd, is specifiek onderzoek uitgevoerd naar aanwezigheid. Onderstaand is per soort(groep) de gehanteerde methodiek voor bepaling van aanwezigheid nader toegelicht. 3.1 Vogels met jaarrond beschermde verblijfplaatsen 3.1.1 Uilen De bestaande bebouwing binnen en in de directe omgeving van het plangebied zijn geschikt bevonden als potentieel leefgebied voor uilen. Daarom is besloten om nader onderzoek uit te voeren naar Steen- en Kerkuilen binnen het plangebied en de directe omgeving. Hierbij is onder andere gebruik gemaakt van zogenaamde playbacks. Met playbacks worden vogelgeluiden bedoeld, die middels een Mp3 speler en speaker geproduceerd worden om een territoriale roep van soorten uit te lokken. Er is gebruik gemaakt van playbacks voor het uitlokken van een baltsroep van Steenuil en Kerkuil. Met de gestandaardiseerde methodiek van de STONE (Steenuil Overleg Nederland) en soortenstandaard Kerkuil van het ministerie van EZ, is getracht een respons uit te lokken van beide soorten. Vanaf drie strategisch gekozen locaties zijn gedurende de avondperiode en ochtendschemering playbacks uitgevoerd. Daarnaast is op 4 april 2013 een visuele inspectie van het plangebied uitgevoerd op aanwijzingen van aanwezigheid. Hierbij zijn de woningen, de naastgelegen paardenstallen en opslagruimten, evenals zitposten en aanwezig groen geïnspecteerd op de fysieke aanwezigheid van Steen- en Kerkuilen, achtergelaten sporen zoals braakballen, ruiveren, ontlasting, nestmaterialen of andere aanwijzingen van aanwezigheid. In tabel 1 zijn de veldbezoeken voor de uitvoering van playbacks en sporenonderzoek weergegeven. Tabel 1 Bezoekdata uitvoering uilenonderzoek Bezoekdata Activiteit Weersomstandigheden 04/04/2013 Playbacks Gunstige avond/nacht, droog/helder met temperatuur ca. 2 C 11/04/2013 Playbacks Gunstige avond/nacht, droog/helder met temperatuur ca. 4 C 15/04/2013 Playbacks Gunstige ochtend, droog/helder met temperatuur ca. 8 C 3.1.2 Huismussen Onderzoek naar de aanwezigheid van Huismussen is uitgevoerd conform de soortenstandaard (opgesteld door Dienst Regelingen, ministerie van EZ) van de soort. Hierbij is het plangebied geïnventariseerd op aanwezigheid op 4, 15 en 29 april 2013. In tabel 2 zijn de veldbezoeken en de weersomstandigheden tijdens het onderzoek weergegeven. Tabel 2 Bezoekdata uitvoering huismussenonderzoek Bezoekdata Activiteit Weersomstandigheden 04/04/2013 Onderzoek verblijfplaatsen/foerageergebied Gunstige ochtend, droog/licht bewolkt met temperatuur van ca. 5 C 15/04/2013 Onderzoek verblijfplaatsen/foerageergebied Gunstige ochtend, droog/zonnig met temperatuur ca. 8 C 29/04/2013 Onderzoek verblijfplaatsen/foerageergebied Gunstige ochtend, droog/zonnig met temperatuur ca. 8 C

GM-0101381 4 van 6 3.1.3 Vleermuizen Een nadere inspectie naar de geschiktheid van het plangebied voor vleermuizen is uitgevoerd conform het vleermuisprotocol dat is opgesteld door het Netwerk Groene Bureaus en de Zoogdiervereniging, in overleg met de Dienst Landelijk Gebied en de Gegevensautoriteit Natuur (versie 2013). Het onderzoeksgebied is gecontroleerd op aanwijzingen van de aanwezigheid van vaste verblijfplaatsen van vleermuizen. De bestaande bebouwing binnen het plangebied is gecontroleerd op geschikte invliegmogelijkheden, zoals open daklijsten, stootvoegen naar spouwruimtes of andere typen openingen, evenals de aanwezigheid van sporen van vleermuizen. Daarnaast zijn bomen binnen het onderzoeksgebied met een diameter van tenminste 30 centimeter gecontroleerd op de aanwezigheid van geschikte openingen. Bomen zijn onderzocht op de aanwezigheid van holten, scheuren combinatie met sporen of andere aanwijzingen, die mogelijk als verblijfplaats voor vleermuizen kunnen dienen. Naast potentiële verblijfplaatsen is het onderzoeksgebied geïnspecteerd op de aanwezigheid van lijnvormige structuren (zoals bomenrijen, watergangen of lintbebouwing), die door vleermuizen gebruikt kunnen worden als vlieg- en/of migratieroute en of er effecten op de betreffende structuren te verwachten zijn. Daarnaast is een inschatting gemaakt voor de mogelijke aanwezigheid van vaste foerageergebieden. 3.1.4 Overige beschermde soorten Het plangebied is nader onderzocht op geschiktheid voor beschermde flora, amfibieën en vissen. Uit de nadere inspectie is gebleken dat er zich geen geschikte groeiplaatsen voor zwaar beschermde flora (tabel 2 en 3 Flora- en faunawet) aanwezig zijn en geen nader onderzoek noodzakelijk is. Tevens zijn door het gebrek aan geschikt voortplantingswateren en landbiotoop geen zwaar beschermde amfibieënsoorten te verwachten. De aanwezige watergangen zijn veelal periodiek voorzien van water en liggen in een voedselrijk biotoop. De permanent watervoerende sloten zijn niet geschikt als voortplantingsbiotoop voor amfibieën of geschikt als leefgebied voor beschermde vissen. Naar de betreffende soortgroepen kunnen soortgerichte inventarisaties achterwege worden gelaten. 3.2 Resultaten 3.2.1 Uilenonderzoek Ondanks de beperkte geschiktheid van de bestaande bebouwing binnen het plangebied, is alle bebouwing grondig visueel gecontroleerd op de aanwijzingen van verblijfplaatsen van uilen. Deze zijn echter niet aangetroffen. Tevens blijkt uit het playback onderzoek dat er ook geen aanwijzingen zijn van uilen in de directe omgeving gelet op het achterwege blijven van territoriumindicerend gedrag van beide soorten. Het functionele leefgebied van de Steen- en Kerkuil bestaat hoofdzakelijk uit een kleinschalig karakter, hetgeen herkenbaar is rondom de bewoning aan de zuidzijde van de Stegen. Langs de weg bevinden zich kleine dierenweides met een dichte beplanting van haagbeuken en rommelige bosjes. Het plangebied zelf bestaat uit maïsakkers en intensief begraasd grasland met een sterk monotoon karakter. Deze elementen zijn van marginale kwaliteit in vergelijking met het aantrekkelijke kleinschalige karakter van de omgeving. 3.2.2 Huismussenonderzoek Tijdens het soortgerichte onderzoek zijn er binnen het plangebied een zestal territoria van de Huismus aangetroffen. Hierbij vormen de bestaande tuininrichting met coniferen en de aanwezige klimop aan de zijkant van de boerderij aan de Stegen 67 vaste verblijfplaatsen en vormen de paardenstallen en bosschages rondom de boerderij het bijbehorende foerageergebied. In figuur 2. zijn de verblijfplaatsen en een globale schets van het foerageergebied binnen en rondom het plangebied weergegeven. In het verspreidingsonderzoek is tevens geconstateerd dat er zich ten zuiden van het plangebied langs de Stegen een vijftal

GM-0101381 5 van 6 territoria rondom bewoning aan de Stegen 64 en een tweetal territoria aan de Stegen 66 bevinden. Beiden met bijbehorend leefgebied in en rondom de bestaande bebouwing. Figuur 2. Verspreiding verblijfplaatsen (rode stippen) en indicatie leefgebied (rode omlijning) Huismussen binnen en rondom het plangebied De Stegen. 3.2.3 Vleermuizenonderzoek Uit de inspectie is gebleken dat er zich binnen de bestaande bebouwing en aanwezige bomen geen geschikte verblijfplaatsen van vleermuizen bevinden. Lijnvormige structuren zoals bomenrijen langs het plangebied blijven behouden, waardoor een eventuele vliegroute langs de beplanting niet zal worden verstoord of permanent onderbroken. De functionaliteit blijft dus behouden. Het plangebied zelf biedt geen of in zeer beperkte mate een geschikt foerageergelegenheid voor vleermuizen. Het is niet uit te sluiten dat een algemeen voorkomende soort als de Gewone dwergvleermuis binnen het plangebied foeragerend wordt waargenomen. Het is echter aannemelijk dat de huidige inrichting niet als essentieel foerageergebied voor de soort vigeert. Het plangebied kenmerkt zich door een sterk monotoon agrarisch karakter en een tweetal kleine bosjes met zomereiken met beperkte ondergroei. Gelet op de brede biotoop van de soort zullen er bij een tijdelijke onderbreking van foerageergelegenheid door sloop-/kapwerkzaamheden of de aanlegfase van het bedrijventerrein voldoende uitwijkmogelijkheden in de directe omgeving voorhanden blijven. Als uitwijkmogelijkheden blijven onder andere de moestuinen aan de zuidoost zijde van het plangebied en de bestaande bebouwing langs de Stegen beschikbaar. Na realisatie zullen op het bedrijventerrein weer foerageergelegenheden ontstaan door de aanleg van waterbergingen en bebouwing. De gunstige staat van instandhouding van vleermuizen zal hierdoor niet in het geding

GM-0101381 6 van 6 komen. Gericht onderzoek naar de functionaliteit van het plangebied voor de betreffende soortgroep wordt dan ook niet noodzakelijk geacht. 3.3 Effectbeoordeling Op de Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten van het Ministerie van LNV (augustus 2009) wordt onderscheid gemaakt in verschillende categorieën vogelnesten. Van de meeste vogelsoorten zijn de nesten uitsluitend beschermd wanneer deze tijdens de broed- en nestperiode in gebruik zijn. Het gaat om soorten die jaarlijks nieuwe nesten maken. Van een aantal soorten is het nest, inclusief de functionele leefomgeving, jaarrond beschermd. Dit betreft een aantal roofvogels, koloniebroeders en gebouwbewonende vogelsoorten. Hieronder valt de genoemde Huismus. In het kader van de realisatie van het bedrijventerrein zullen kap- en sloopwerkzaamheden worden uitgevoerd. Deze zullen leiden tot verstoring en het verdwijnen van een zestal verblijfplaatsen met bijbehorend leefgebied van de Huismus. Voor verstoring van de verblijfplaatsen en het leefgebied geldt ontheffingsplicht van de Flora- en faunawet (art. 75 C.). 4 Conclusie en aanbevelingen Er is geen noodzaak voor het uitvoeren van soortgerichte inventarisaties naar de soortgroepen flora, amfibieën, vissen en vleermuizen. Voor de betreffende soortgroepen is bij nadere inspectie geen geschikt biotoop gebleken of kan geconcludeerd worden dat er geen effecten op de gunstige staat van instandhouding van de betreffende soort(groep) te verwachten zijn. Soortgericht onderzoek naar de aanwezigheid van uilen heeft uitgewezen, dat met de voorgenomen ontwikkeling geen negatieve effecten zullen ontstaan op het essentiële leefgebied van uilen. Jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen ontbreken binnen het plangebied en er zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van territoria binnen en in de directe omgeving van het plangebied. Er is geen noodzaak tot uitvoering van vervolgstappen. Vanwege de aanwezigheid van een zestal nestplaatsen van Huismussen en bijbehorend leefgebied dienen echter wel aanvullende maatregelen te worden genomen. In samenspraak met een ter zake deskundige op het gebied van de Huismus dienen zowel tijdelijke als permanente maatregelen te worden getroffen voor de soort. Echter, ondanks deze maatregelen zullen door de sloopwerkzaamheden toch voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de Huismus worden verstoord. Immers, de soort wordt gedwongen om zijn huidige verblijfplaats te verlaten en een alternatief te gaan zoeken. Door deze werkzaamheden wordt het in artikel 11 van de Flora- en faunawet neergelegde verbod op het verstoren van de vaste rust- en verblijfplaats van de Huismus overtreden, zodat voor de sloopwerkzaamheden toch een ontheffing is vereist. Middels een ontheffingsaanvraag en het nemen van passende maatregelen is te verwachten dat de gunstige staat van instandhouding van de Huismus niet in gevaar komt.