Strafrechtelijk convenant Stop huiselijk geweld in Amsterdam april 2004
Hoofdstuk Strafrechtelijk convenant Stop huiselijk geweld in Amsterdam april 2004 Gemeente Amsterdam Regiopolitie Amsterdam-Amstelland Openbaar Ministerie Amsterdam Reclassering Amsterdam De Waag (Centrum voor Ambulante Forensische Psychiatrie) Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 1
Hoofdstuk Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 2
Hoofdstuk Inleiding Huiselijk geweld is de meest voorkomende vorm van geweld in onze samenleving. Bij geen enkele andere vorm van geweld vallen zoveel slachtoffers. Een substantiële afname van het geweld in onze samenleving kan alleen gerealiseerd worden als geweld in de privé-sfeer krachtig wordt aangepakt. In Nederland is meer dan een kwart van de bevolking 1 (in een bepaalde periode of in meerdere periodes van zijn/haar leven) wekelijks of dagelijks slachtoffer (geweest) van geweld dat werd gepleegd door iemand uit de huiselijke kring. Slachtoffer en pleger maken deel uit van elkaars leefomgeving. Dit is een van de redenen dat de recidive zo hoog ligt. Huiselijk geweld komt voor in alle maatschappelijke milieus en in alle culturen. Kinderen die opgroeien in een sfeer van huiselijk geweld hebben aanmerkelijk vaker problemen of vertonen aanzienlijk vaker probleemgedrag. Ook vertonen zij eerder gewelddadig en crimineel gedrag en lopen zij een groot risico om als volwassene pleger of slachtoffer te worden. Huiselijk geweld is echter niet alleen een veiligheidsprobleem. Het gaat vaak om geweld in duurzame relaties waarbij slachtoffers willen dat het geweld stopt, maar in veel gevallen kunnen of willen zij de relatie of het contact niet opgeven. Het aanpakken van geweld in huiselijke kring betekent niet alleen het doorbreken van geweldspatronen maar ook het onderkennen en vroegtijdig signaleren van dit geweld alsmede het bieden van hulp aan slachtoffers, aan eventuele kinderen die getuigen zijn en, zo mogelijk, aan de plegers. Daarmee is de aanpak van huiselijk geweld tevens een onderdeel van het volksgezondheidsbeleid. Een keten van preventie, hulp, opvang, behandeling en nazorg maakt de kans groter dat ingrijpen ook op de langere termijn effectief is. Een dergelijke keten stelt hoge eisen aan de onderlinge afstemming tussen en samenwerking van lokale en regionale zorg- en welzijnsinstellingen. Begripsomschrijving Onder huiselijk geweld wordt begrepen: Aantasting van de persoonlijke integriteit van slachtoffers door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Daaronder vallen (ex-) partners, gezins- of familieleden en huisvrienden. Onder de term geweld worden zowel geestelijke, lichamelijke als seksuele vormen van geweld begrepen. Uit deze formulering blijkt dat huiselijk geweld wordt gedefinieerd door de aard van de relatie van pleger en slachtoffer en niet de locatie waar het geweld plaatsvindt. Huiselijk geweld betreft (ernstig) strafbare feiten. Uit diverse landelijke onderzoeken blijkt dat huiselijk geweld op grote schaal voorkomt. Slechts in een gering aantal gevallen wordt aangifte gedaan. Een deel van de slachtoffers durft geen aangifte te doen, of verkeert in de veronderstelling dat politie en justitie daar geen gevolg aan zullen geven. Ook speelt loyaliteit aan de dader en zijn/haar familie een grote rol. Deze aspecten vragen om een specifiek strafrechtelijke aanpak. Sinds 2001 bestaat in Amsterdam de Coördinatiegroep Huiselijk Geweld, die bezig is om de integrale aanpak van huiselijk geweld in Amsterdam te bevorderen. In dat kader is een aantal werkgroepen in het leven geroepen, waaronder de Werkgroep Strafrechtelijk optreden politie en justitie/daderbehandeling. Deze werkgroep heeft onder andere tot doel om de interne protocollen van politie, justitie, reclassering en De Waag met betrekking tot de werkwijze bij zaken van huiselijk geweld op te stellen en zodanig op elkaar af te stemmen, dat een effectieve aanpak van huiselijk geweld wordt bevorderd. 1 Het Ministerie van Justitie, de nota Privé geweld, publieke zaak Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 3
Hoofdstuk De partijen die de gezamenlijke aanpak vastleggen middels ondertekening van dit convenant zijn: Gemeente Amsterdam; Regiopolitie Amsterdam-Amstelland; Het Openbaar Ministerie; Reclassering Nederland; De Waag (Centrum voor ambulante forensische psychiatrie). Deze partijen overwegen: dat huiselijk geweld een groot maatschappelijk probleem is dat zorg behoeft en (strafrechtelijk) aangepakt moet worden; dat het noodzakelijk is dat de daderhulpverlening in een zo vroeg mogelijk stadium wordt geïntegreerd in de strafrechtelijke aanpak van huiselijk geweld; dat daderhulpverlening effectief is, indien op korte termijn acuut geweld stopt en recidive wordt voorkomen; dat samenwerking tussen partijen noodzakelijk is voor de bestrijding van huiselijk geweld. Partijen komen overeen: dat zij, ieder vanuit de eigen deskundigheid, in het samenwerkingsverband participeren: Gemeente Amsterdam op het gebied van regie en coördinatie middels het aanstellen van een projectleider; Regiopolitie Amsterdam-Amstelland op het gebied van opsporing, signalering en verwijzing van gevallen van huiselijk geweld; Openbaar Ministerie op het gebied van opsporing, vervolging en het initiëren van (justitiële) hulpverlening; Reclassering Nederland op het gebied van onderzoek, diagnose en (advies)rapportage, begeleiding in een justitieel kader (toeleiding zorg, toezicht, training en reïntegratieprogramma s) en het afhandelen van taakstraffen (werk-/leerstraffen); De Waag op het gebied van gespecialiseerde daderhulpverlening. dat zij zich zullen inzetten om de aanpak van geweld in huiselijke kring te laten verlopen overeenkomstig de uitgangspunten, die in bijgaande protocollen per organisatie nader zijn uitgewerkt; dat zij eenmaal per jaar de bij dit convenant behorende protocollen zullen evalueren en desgewenst, bij gezamenlijk besluit, bijstellen. Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 4
Hoofdstuk De gemeente Amsterdam, Namens deze de Burgemeester van Amsterdam Regiopolitie Amsterdam-Amstelland, Namens deze de Hoofdcommissaris van politie Arrondissementsparket Amsterdam, Namens deze de Hoofdofficier van justitie Reclassering Nederland, Namens deze de waarnemend directeur Arrondissement Amsterdam De Waag, Namens deze de voorzitter van de Raad van Bestuur van de Dr. Henri van der Hoeven Stichting Bijlage 1 Protocol Regiopolitie Amsterdam-Amstelland inzake huiselijk geweld Bijlage 2 Protocol Arrondissementsparket Amsterdam inzake huiselijk geweld Bijlage 3 Protocol Reclassering Nederland Arrondissement Amsterdam inzake huiselijk geweld Bijlage 4 Protocol De Waag inzake huiselijk geweld Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 5
Hoofdstuk Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 6
Bijlage 1 Bijlage 1 Protocol regiopolitie Amsterdam-Amstelland inzake huiselijk geweld Inleiding In aansluiting op de Aanwijzing Huiselijk Geweld van 1 april 2003, waarin alle richtlijnen zijn neergelegd van OM en politie met betrekking tot de opsporing en vervolging van daders en de bejegening van slachtoffers van huiselijk geweld, wordt in dit protocol voornamelijk het proces beschreven betreffende de werkwijze van de politie die daders van huiselijk geweld in aanmerking doen komen voor daderbehandeling. 1 Verwijzing voor daderbehandeling Indien geen aangifte wordt gedaan en geen aanleiding bestaat tot een ambtshalve vervolging, wordt de verdachte van huiselijk geweld door een medewerker van de politie benaderd en geïnformeerd over daderhulpverlening. Deze medewerker is bij voorkeur een buurtregisseur, maar dit kan ook worden overgenomen door een andere politiemedewerker. Van dit gesprek wordt melding gemaakt in het politieregistratiesysteem. Indien wel aangifte wordt gedaan kan de verdachte van huiselijk geweld door de specialist van Bureau Ondersteuning worden geïnformeerd over daderbehandeling. Daar de Buurtregisseur beter zicht heeft op eventuele recidive is het voor het verloop van het proces wenselijker dat de Buurtregisseur de verdachte informeert over een daderbehandeling. Om de verdachte aan te melden voor daderbehandeling, wordt van dit informerend gesprek een gespreksbevestiging opgemaakt en vervolgens naar De Waag gefaxt. De gespreksbevestiging is tevens aanmeldingsformulier. Hierop dient ook te worden aangegeven of het gaat om een aangifte of om een melding. Op dit formulier kan ook worden aangegeven of er andere instanties bij de zaak betrokken zijn (Reclassering Nederland, Jellinek, Raad van de Kinderbescherming) en of er bepaalde afspraken zijn gemaakt rond de eventuele schorsing uit hechtenis na inverzekeringstelling. Ondertekening van deze gespreksbevestiging betekent tevens, dat de dader toestemming verleent om relevante informatie uit het proces verbaal naar De Waag mee te sturen. Tevens stemt de dader er mee in dat de politie op de hoogte wordt gehouden van het verdere verloop van de contacten met De Waag. Noodzakelijke gegevens met betrekking tot de toedracht van het geweld zoals relevante informatie uit het proces-verbaal worden naar De Waag gefaxt of gemaild, indien de verdachte hiermee ingestemd heeft door ondertekening van de gespreksbevestiging. 2 Verdachten van huiselijk geweld Verdachten van huiselijk geweld worden: in geval van heterdaad: terstond aangehouden in geval van buiten heterdaad: ten spoedigste aangehouden, gesignaleerd of ontboden. Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 7
Bijlage 1 3 Inverzekeringstelling De hulpofficier van justitie vermeldt op het computerformulier van de inverzekeringstelling onder bijzonderheden de tekst GRIP of DADERBEHANDELING HG, zodat de reclasseringsambtenaar de verdachten zoveel mogelijk binnen 24 uur (48 uur in de weekends) kan bezoeken op het politiebureau. Tijdens de inverzekeringstelling van een verdachte van huiselijk geweld voert de hulpofficier van justitie overleg met de teamofficier of de verdachte moet worden voorgeleid aan de rechtercommissaris of moet worden heengezonden met een dagvaarding. 4 Heenzending Indien de verdachte wordt heengezonden met een dagvaarding, bespreekt de politie de zaak met de politie-parketsecretaris (Hopper). 5 Proces-verbaal en inzending Er wordt zorg gedragen voor een volledig en kwalitatief goed dossier, indien relevant voorzien van foto s, medische en getuigenverklaringen (buren, vrienden e.d.). (Zie Aanwijzing Huiselijk Geweld.) De omslag van dit complete dossier wordt door middel van het rode stempel voorzien van de tekst Huiselijk Geweld als zodanig geoormerkt en binnen 4 weken naar Justitie gezonden. 6 Voorgeleiding, voorlopige hechtenis en bijzondere voorwaarden Indien de verdachte wordt voorgeleid aan de rechter-commissaris, stelt de officier van justitie de politie desgevraagd op de hoogte of de bewaring wordt toegewezen, afgewezen of geschorst (met eventueel bijzondere voorwaarden). Indien de voorlopige hechtenis wordt geschorst, vergezeld van schorsingsvoorwaarden, dan stelt het parket de politie zo spoedig mogelijk op de hoogte van deze schorsingsvoorwaarden. Bij schorsing van de voorlopige hechtenis houdt de politie toezicht op de naleving van de gestelde schorsingsvoorwaarden. Bij overtreding van de gestelde schorsingsvoorwaarden wordt onverwijld de teamofficier van justitie ingelicht. 7 Inlichten slachtoffer Het slachtoffer wordt op de hoogte gesteld van de te volgen strafrechtelijke aanpak. 8 Terugkoppeling De Waag Indien De Waag aan de verwijzer (de Buurtregisseur of de specialist van Bureau Ondersteuning) bericht dat de behandeling is gestopt, noteert deze dit als incident in het politieregistratiesysteem. 9 Registratie Alle incidenten betreffende huiselijk geweld, worden in het politieregistratiesysteem genoteerd onder vermelding van de projectcode HG. Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 8
Bijlage 1 10 Informatie van politie aan ketenpartners Per drie maanden verstrekt de politie aan de ketenpartners informatie met betrekking tot het aantal meldingen aangiften aangehouden en verhoorde verdachten inverzekeringstellingen recidives. Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 9
Bijlage 2 Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 10
Bijlage 2 Bijlage 2 Protocol Openbaar Ministerie Amsterdam inzake huiselijk geweld Het Arrondissementsparket Amsterdam zal handelen conform de Aanwijzing Huiselijk Geweld (Staatscourant 2003, 61). 1 De contactfunctionaris Het Arrondissementsparket Amsterdam (hierna: het parket) heeft een contactfunctionaris aangewezen die in samenwerking met de reclassering de mogelijkheden inventariseert van daderhulpverlening in (of buiten) het arrondissement. Daar waar een tekort is wordt gezocht naar de totstandkoming van een toereikend aanbod. De contactfunctionaris neemt deel aan een stuurgroep met de samenwerkingspartners voor het begeleiden van de uitvoering van de lokale afspraken. De contactfunctionaris ziet toe op de uniforme en parketbrede voortvarende afdoening van zaken van huiselijk geweld, conform de Aanwijzing Huiselijk Geweld. De contactfunctionaris onderhoudt contacten met de gemeente over het onder haar regie gevoerde integrale beleid inzake de aanpak van huiselijk geweld, signaleert belangrijke ontwikkelingen en brengt eventuele knelpunten in het driehoeksoverleg. 2 Kennis binnen het parket De parketleiding ziet erop toe dat er sprake is van een adequaat kennisniveau onder medewerkers die belast zijn met de afdoening van huiselijk geweldzaken. Het parket ziet erop toe dat haar medewerkers op de hoogte zijn van de inhoud van het protocol en de daaruit voortkomende verplichtingen. 3 Registratie Het parket registreert de zaken als huiselijk geweldzaken via de evenementenindicator in COMPAS. Het parket voorziet een aanvraag voor een reclasseringsrapport van een proces-verbaal met daarop de aantekening: huiselijk geweld. 4 Sepot Wanneer er naar aanleiding van een aangifte/klacht/melding sprake is van een bewijsbaar strafbaar feit, vindt in beginsel vervolging plaats en wordt er slechts in uitzonderlijke gevallen na overleg met een officier van justitie een beleidssepot of een voorwaardelijk sepot toegepast. Bij de afdoening van huiselijk geweldzaken zal zo min mogelijk worden gekozen voor een transactie. Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 11
Bijlage 2 5 Ambtshalve vervolging Als het slachtoffer uitdrukkelijk aangeeft geen aangifte te willen doen of die niet langer wenst te handhaven, zal het parket overgaan tot ambtshalve vervolging als er sprake is van een bewijsbaar strafbaar feit als: de geestelijke en/of lichamelijke integriteit van het slachtoffer ernstig wordt bedreigd, gelet op de aard van het letsel en of de frequentie van het geweld, en/of het slachtoffer zich bevindt in een evidente afhankelijkheidspositie. Dit geldt in alle gevallen voor minderjarige slachtoffers. 6 Voorgeleidingen Het parket meldt een verdachte bij de Reclassering, indien de verdachte op het politiebureau in de vroeghulp niet is bezocht. Dit geschiedt via het Servicepunt op het parket. Bij voorgeleidingen ziet de (piket) officier van justitie erop toe dat een reclasseringsrapport wordt aangevraagd, met daarbij gevoegd een proces-verbaal met daarop de aantekening huiselijk geweld. De aanvraag wordt verstrekt aan de rechter-commissaris en de advocaat. 7 6-uur zaken In 6-uurszaken wordt door de parketsecretaris bekeken of de zaak is beoordeeld door een hulpofficier van justitie en de inverzekeringstelling is besproken met een (piket) officier van justitie. In iedere zaak die in aanmerking komt voor een dagvaarding wordt geoormerkt een reclasseringsrapport aangevraagd met het verzoek of de verdachte in aanmerking komt voor daderhulpverlening. De zitting vindt in principe binnen drie maanden na het uitreiken van de dagvaarding plaats. 8 Schorsing voorlopige hechtenis Het parket verzet zich tegen een schorsing indien nog geen reclasseringsrapport voorhanden is. Na schorsing van de voorlopige hechtenis ziet het parket erop toe dat de zaak binnen zes maanden op zitting komt. Bij een schorsing van de voorlopige hechtenis bevordert het parket zoveel mogelijk bijzondere voorwaarden, zoals deelname aan de daderhulpverlening of reclasseringsbegeleiding en/of een straatverbod of contactverbod. Bij overtreding van de voorwaarden zal de officier van justitie de aanhouding van de verdachte bevelen en de opheffing van de schorsing bij de rechtbank vorderen. 9 Het slachtoffer De zaaksofficier van justitie en/of parketsecretaris informeert desgevraagd het slachtoffer en/of de politie over het tijdstip en de voorwaarden waaronder de verdachte in vrijheid wordt gesteld. Het slachtoffer wordt conform de Aanwijzing Slachtofferzorg en de Wet Terwee op de hoogte gesteld van het verloop van de procedure. In ernstige gevallen van huiselijk geweld wordt het slachtoffer schriftelijk gevraagd of er behoefte is aan een slachtoffergesprek met de behandelend officier van justitie voorafgaand aan de behandeling ter zitting. Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 12
Bijlage 2 10 Voorwaardelijk sepot met bijzondere voorwaarde In die zaken waarin door de parketsecretaris een dagvaarding is uitgereikt gaat de officier van justitie na of de ernst van het feit en/of de inhoud van het reclasseringsrapport aanleiding geven de zaak in te trekken en voorwaardelijk te seponeren met een proeftijd. Daarbij kan als bijzondere voorwaarde worden gesteld dat verdachte deelneemt aan daderhulpverlening of reclasseringsbegeleiding. 11 Voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarde Indien de verdachte al deelneemt aan daderhulpverlening, of bereid is daaraan mee te werken, kan een (deels) voorwaardelijke straf worden geëist met een proeftijd en de bijzondere voorwaarde van verdere deelname aan de daderhulpverlening en/of begeleiding van de reclassering. Tevens kan gevorderd worden dat verdachte zich moet houden aan een straat of contactverbod. 12 Niet naleven van bijzondere voorwaarde(n) Indien blijkt dat een verdachte zich niet houdt aan bijzondere voorwaarden, wordt de zaak onverwijld op zitting aangebracht voor inhoudelijke behandeling of voor tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk deel van een straf. 13 Informatie van OM aan politie Per drie maanden verstrekt het OM de politie informatie met betrekking tot (het aantal) sepots voorgeleidingen behandelde zaken veroordelingen/vonnissen. Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 13
Hoofdstuk Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 14
Bijlage 4 Bijlage 3 Protocol Reclassering Nederland Arrondissement Amsterdam inzake huiselijk geweld Inleiding In dit protocol is vastgelegd welke activiteiten Reclassering Nederland, arrondissement Amsterdam, onderneemt bij de strafrechtelijke afhandeling van huiselijk geweldzaken. Het protocol is bedoeld om binnen de strafrechtsketen de taken van de reclassering beter aan te laten sluiten op de aanpak van de politie Amsterdam-Amstelland en het OM Amsterdam. De activiteiten van de ketenpartners en de onderlinge afstemming zijn in hoofdlijnen vastgelegd in de landelijke aanwijzing voor het OM die per 1 april 2003 van kracht is geworden. De Reclassering Nederland neemt deel aan de coördinatiegroep die in Amsterdam onder regie van de gemeente zorgdraagt voor de totstandkoming van de integrale aanpak en die is vastgelegd in het plan van aanpak Stop Huiselijk Geweld in Amsterdam. Het uiteindelijke doel van de gezamenlijke aanpak is gericht op het acuut stoppen van huiselijk geweld en het voorkomen van recidive door middel van gerichte interventies, het herstellen van de geschonden norm en het vergroten van de aangiftebereidheid van slachtoffers. Een goede strafrechtelijke afhandeling moet aan dit doel bijdragen waarbij de inspanning van de reclassering is gericht op het verrichten van onderzoek, het adviseren van de staande en zittende magistratuur, realiseren van daderbehandeling middels toeleiden naar de zorg en het houden van toezicht op de bijzondere voorwaarden in het vonnis of bij een schorsing van de voorlopige hechtenis. Taken van de reclassering 1 Vroeghulp De politie meldt de HG inverzekeringstelling geoormerkt aan bij de reclassering. De reclassering verleent op het politiebureau voorrang aan de verdachten in huiselijk geweldzaken, doet onderzoek naar de mogelijkheden en adviseert het OM. Zodra wordt geconstateerd dat er sprake is van storend middelengebruik/afhankelijkheid, vindt overdracht plaats naar de Justitiële Verslavingszorg. Indien de verdachte op het politiebureau geen vroeghulpbezoek heeft gehad, maar wel wordt voorgeleid, initieert het OM een melding aan de Reclassering Nederland via het Servicepunt. Deze personen worden s ochtends op het Parket alsnog bezocht in het kader van de vroeghulp. 2 Vroeghulpinterventie/adviesrapportage Voor alle personen die worden voorgeleid, wordt aansluitend op het vroeghulpgesprek een vroeghulpinterventie of een adviesrapport geschreven aan het OM. Deze voorgeleidingen vinden s middags plaats. Het onderzoek van de reclassering resulteert in een schriftelijke rapportage aan het OM. Het bevat een advies met betrekking tot het voortzetten van de voorlopige hechtenis (VHI) of anderszins (AR) en de mogelijkheden met betrekking tot de afhandeling van de strafzaak. De reclassering kan in deze zaken rechtstreeks contact opnemen met de opvang Officier van Justitie van het betrokken team (op te vragen via het Servicepunt). Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 15
Bijlage 3 3 Voorlichtingsrapportage Het OM verzoekt vervolgens de reclassering om voorlichtingsrapportage. Het OM heeft zich in de aanwijzing tot taak gesteld om in alle gevallen van huiselijk geweld voorlichtingsrapportage aan te vragen. Indien de reclassering de personen op het politiebureau heeft gemist, nodigt de reclassering ze alsnog uit. De reclassering heeft zich in de aanwijzing bereid verklaard om de verzoeken tot rapportage in huiselijk geweldzaken te honoreren. In deze rapportage voor de rechtbank of het OM ten behoeve van de afhandeling van de strafzaak wordt informatie verstrekt over de persoonlijke omstandigheden van de dader, de achtergronden van het delict en de mogelijkheden voor behandeling of begeleiding. 4 Begeleiding in een justitieel kader Indien in het voorlichtingsrapport behandeling of begeleiding wordt geadviseerd, dient dit te gebeuren in een justitieel kader. De reclassering verzorgt de toeleiding tot de zorg en houdt toezicht op de uitvoering van de bijzondere voorwaarden in het vonnis of bij een schorsing van de voorlopige hechtenis. Tevens rapporteert de reclassering de bevindingen aan het OM. Er bestaan individuele of groepsgerichte mogelijkheden voor daderhulpverlening die zowel door de reclassering als door GGZ-instellingen kunnen worden uitgevoerd. In Amsterdam heeft de reclassering goedlopende afspraken met De Waag, Centrum voor ambulante forensische psychiatrie. De behandelingen kunnen worden opgelegd in het kader van een voorwaardelijk sepot, een schorsing voorlopige hechtenis onder voorwaarde en bij een voorwaardelijke veroordeling met een bijzondere voorwaarde. De reclassering heeft een controlerende taak, ze houdt in deze zaken toezicht op de naleving en rapporteert de bevindingen aan justitie. 5 Informatie van Reclassering Nederland aan ketenpartners Per drie maanden verstrekt de reclassering aan de ketenpartners informatie met betrekking tot het aantal vroeghulpbezoeken politie vroeghulp verzoeken na voorgeleiding Officier van Justitie daderhulpverleningen door de reclassering, GGZ of De Waag. N.B. Voor alle producten die de reclassering inzet ten behoeve van de afhandeling van huiselijk geweldzaken, geldt het voorbehoud dat het ministerie van justitie voldoende producten moet inkopen. De reclassering kan deze taken verrichten zolang de organisatie en de middelen dit toestaan. Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 16
Hoofdstuk Bijlage 4 Protocol De Waag inzake huiselijk geweld Inleiding Sinds 1998 werkt De Waag, Centrum voor ambulante forensische psychiatrie, nauw samen met de regiopolitie van onder andere Utrecht, Den Haag, Haarlem en Amsterdam in het kader van de aanpak van huiselijk geweld. Binnen deze samenwerking heeft De Waag een gevarieerd en modulair opgebouwd behandelaanbod kunnen ontwikkelen, dat gericht is op het doen stoppen en voorkomen van verder geweld. Behandeling vindt plaats zowel op basis van vrijwilligheid als ook binnen een gedwongen, justitieel kader. De Waag is gespecialiseerd in daderhulpverlening en zal, binnen de kaders van het convenant, de behandeling van plegers van huiselijk geweld op zich nemen. Daartoe wordt het volgende overeengekomen: 1 Vrijwillig kader (6-uurszaken en andere niet-vervolgbare zaken) In geval van melding van huiselijk geweld bij de regiopolitie Amsterdam-Amstelland en een gesprek met de dader verwijst de politie de dader naar De Waag. Om een dader aan te melden voor behandeling wordt een gespreksbevestiging opgesteld en ondertekend door de dader en de betrokken politieambtenaar. De gespreksbevestiging is tevens aanmeldingsformulier. Na ontvangst van het aanmeldingsformulier zal de dader op zo kort mogelijke termijn en in ieder geval binnen twee weken worden uitgenodigd voor een intakegesprek. De politie ontvangt een kopie van de uitnodiging. In het eerstvolgende intake-overleg na het intakegesprek wordt besproken of de dader in aanmerking komt voor behandeling bij De Waag. De politie wordt van de uitslag van dit overleg schriftelijk in kennis gesteld. Indien de dader na twee uitnodigingen niet heeft gereageerd wordt de aanmeldingsprocedure gestopt. De politie wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld. De Waag houdt zich het recht voor zelf te bepalen voor welke behandelgroep de dader geïndiceerd is. Na afloop van de behandeling wordt de politie schriftelijk op de hoogte gesteld van het verloop van de behandeling. Ook als de behandeling op initiatief van de dader eerder wordt afgebroken dan aanvankelijk overeengekomen, zal de politie worden geïnformeerd. 2 Justitieel kader Het betreft hier voornamelijk cliënten, die door de rechtbank een behandeling opgelegd hebben gekregen, veelal als schorsende voorwaarde of als bijzondere voorwaarde bij het vonnis. Voor algemene afspraken tussen De Waag en de Reclassering Nederland/Amsterdam wordt verwezen naar de bestaande samenwerkingsovereenkomst tussen deze instanties. Aanmelding/verwijzing geschiedt door de reclassering. De Waag is hier de behandelende instantie. De reclassering begeleidt, motiveert, houdt toezicht, controleert en rapporteert. Via tussentijdse rapportages wordt de reclassering op de hoogte gehouden van het verloop van de behandeling. Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 17
Bijlage 4 3 Informatie van De Waag aan ketenpartners Per drie maanden verstrekt De Waag aan de ketenpartners informatie met betrekking tot het aantal aanmeldingen niet verschenen personen op intakegesprek wel verschenen personen waarvoor geen behandeling mogelijk is behandeling afgebroken behandeling afgerond. Convenant 2004 Stop huiselijk geweld in Amsterdam 18