Schets niveau basisondersteuning

Vergelijkbare documenten
Ondersteuningsplan

Kwaliteitsaspect Indicator Praktijken Verwijzingen Ja Nee BASISKWALITEIT Toezichtskader Inspectie. TZK Zie Integraal / KH / WMK..

Kwaliteitsaspect Indicator Praktijken Midden oktober 2014 Verwijzingen Ja in % BASISKWALITEIT Toezichtskader TZK Zie Integraal / KH / WMK..

Basisondersteuning Samenwerkingsverband Stromenland

Samenvatting. Totalen

INDICATOREN BASISONDERSTEUNING

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Bijlage 2. Basisondersteuning binnen SWV Groningen Ommelanden

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

CBS De Bargeweide. Schoolondersteuningsprofiel. Schooljaar

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Procesbeschrijving ondersteuning op niveau 1,2,3 en 4. I : Algemeen

NOTITIE BASISONDERSTEUNING

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Basisondersteuning met uitwerking in standaarden

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Schoolondersteuningsprofiel

Uitwerking basisondersteuning (concept)

Schoolondersteuningsprofiel

CBS Kisveld. Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

III extra ondersteuning Niveau 3. Bestuurs systematiek. Monitoren en evalueren minimaal na 3 maanden in am, met AB-er en ouders

Schoolondersteuningsprofiel

OBS De Parel. Schoolondersteuningsprofiel

Basisondersteuningsprofiel OBS de Octopus

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Schoolondersteuningsprofiel

OBS De Dobbelsteen. Schoolondersteuningsprofiel

CBS Het Hoge. Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Samenvatting schoolondersteuningsprofiel Jenaplanschool Hanevoet

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

School Ondersteunings Profiel (SOP)

Schoolondersteuningsprofiel

Locatie Sprang-Capelle Rembrandtlaan ES Sprang-Capelle T Locatie Landgoed Driessen Burgemeester van Casterenstraat GA

Schoolondersteuningsprofiel

Concept Ondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Lea Dasberg. Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Basisondersteuning. Preventieve en licht curatieve ondersteuning. Berséba - PO0001. School Plaats Directeur Datum

OPBRENGSTEN LEERLINGENZORG

Schoolondersteuningsprofiel

OBS Op d n Esch Schoolondersteuningsprofiel

Brinnummer: 04DT AF - afgerond Afspraken op bestuursniveau NVT - niet van toepassing IO AF Bestuur NVT

Montessori kindcentrum de Plotter

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Toezicht in het praktijkonderwijs

De omschrijving en definiëring van basisondersteuning heeft in de praktijk drie functies:

Cbs Sjaloom. Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

SWV PO 2203 PASSEND ONDERWIJS INTERN KWALITEITSONDERZOEK

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Schoolondersteuningsprofiel Schooljaar

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Basisondersteuning SWV VO/VSO de Liemers Mei 2013

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Cosmicus

CDBS Ichthus Baflo 1

Gecomprimeerd schoolondersteuningsprofiel

Transcriptie:

Schets niveau basisondersteuning Versie: 2 Inleiding In het kader van Passend onderwijs dienen samenwerkingsverbanden bestuurlijke afspraken te maken over het niveau van basisondersteuning. Voor u ligt het tweede voorstel van het samenwerkingsverband De Westfriese Knoop. Het definitieve niveau van basisondersteuning dient opgenomen te worden in het ondersteuningsplan van het SWV en de schoolondersteuningsprofielen van scholen. Wettelijk is vastgelegd dat het samenwerkingsverband een niveau van basisondersteuning vaststelt in het ondersteuningsplan. De wet biedt ruimte om een eigen invulling te geven aan de afspraken over het niveau van basisondersteuning. Nadere definiëring is daarom noodzakelijk. Ouders moeten weten wat zij tenminste van iedere school in de regio mogen verwachten als het om onderwijsondersteuning gaat. Daarmee wordt ook duidelijk welke bekwaamheidseisen aan het personeel kunnen worden gesteld. Een verbreding van interventies in de onderwijs- ondersteuningsstructuur binnen de school heeft immers consequenties voor het handelen van professionals. De competenties en bevoegdheden die nodig zijn om meer onderwijsondersteuning binnen de school te organiseren moeten binnen de school (al dan niet met inzet van anderen) beschikbaar zijn. Het is de opdracht voor scholen en schoolbesturen om tot een continuüm van onderwijsondersteuning te komen. Basisondersteuning vormt hiervoor het fundament, zodat vervolgens de gezamenlijke besturen tot een efficiënte en transparante verdeling van onderwijsondersteuningsmiddelen komen. Basisondersteuning kan verschillen per samenwerkingsverband, maar wordt binnen één samenwerkingsverband eenduidig geformuleerd. Het is aan de schoolbesturen en het samenwerkingsverband om het ambitieniveau gezamenlijk te bepalen en in beleid te operationaliseren. We omschrijven basisondersteuning als het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en lichte curatieve interventies die binnen de onderwijsondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met ketenpartners, worden uitgevoerd. Bron: referentiekader Passend Onderwijs Onderscheid basisondersteuning en extra ondersteuning De basisondersteuning beschrijft het niveau dat van alle scholen uit het samenwerkingsverband wordt verwacht. De afspraken over de invulling van de basisondersteuning dienen op het niveau van het samenwerkingsverband te worden vastgesteld en gelden voor alle scholen. De extra ondersteuning beschrijft de ondersteuningsmogelijkheden die verder gaan dan de afspraken die gemaakt zijn over de basisondersteuning. Deze extra ondersteuning kan worden georganiseerd in de vorm van arrangementen.

De basisondersteuning en extra ondersteuning zijn communicerende vaten: naarmate de set van afspraken over de basisondersteuning groter is, wordt de schaal waarbinnen arrangementen voor extra ondersteuning worden opgesteld als vanzelf kleiner. Het niveau van basisondersteuning heeft een aantal functies. In de eerste plaats geeft het antwoord op de vraag welke ondersteuning elke basisschool moet bieden, en welke ondersteuning ouders dus van elke school mogen verwachten. Aan de hand van de basisondersteuning kan een school in algemeenheid aan ouders uitleggen wat de school wel of niet voor hun kind kan betekenen. De basisondersteuning is daarmee - als onderdeel van het schoolondersteuningsprofiel een belangrijk instrument voor de communicatie met ouders. Ten tweede ondersteunt de basisondersteuning het professionaliseringsbeleid van scholen. Mede op basis van de basisondersteuning kan bepaald worden waar de school staat en wat de ontwikkelpunten zijn. Bovendien kan het de ambities van de school in kaart brengen als het gaat om extra ondersteuningsmogelijkheden. Tot slot is het voor het samenwerkingsverband relevant om te weten in hoeverre scholen voldoen aan het afgesproken niveau van basisondersteuning. Dit document is daarmee ook een instrument voor monitoring. Handelingsgericht- en opbrengstgericht werken vormen het fundament De uitgangspunten van handelingsgericht en opbrengstgericht werken vormen het fundament van de basisondersteuning. De uitgangspunten van HGW zijn: 1. Onderwijsbehoeften staan centraal. 2. Het gaat om afstemming en wisselwerking. 3. De leerkracht doet ertoe. 4. Positieve aspecten zijn van groot belang. 5. We werken constructief samen. 6. Ons handelen is doelgericht. 7. De werkwijze is systematisch en transparant. Opbrengstgericht werken is het bewust, systematisch en cyclisch werken aan het verbeteren van het onderwijs. Hierbij gaat het niet alleen om leerprestaties, maar ook om sociaal- emotionele ontwikkeling. Een combinatie van HGW en OGW biedt scholen de kans om de opbrengsten op school-, groeps-, en leerling niveau te verhogen en levert een belangrijke bijdrage aan het bieden van Passend Onderwijs. Opzet schets Voorliggende notitie bestaat uit de drie delen. In Deel A staan de algemene bestuurlijke afspraken. Dit betreffen de basisafspraken die ten grondslag liggen aan de standaarden, en waar alle schoolbesturen van SWV De Westfriese Knoop zich aan conformeren. In Deel B volgen de standaarden basisondersteuning. Deze zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: Handelings- en opbrengstgericht werken in de school Preventieve ondersteuning in de groep Lichte (curatieve)ondersteuning in de groep Speciale ondersteuning in samenwerking met externe partners

Voor elke standaard is een indicatorenset in ontwikkeling, dat is Deel C. Deze set, is bedoeld als werkmateriaal en bestaat uit de afspraken van het SWV die aanvullend zijn op de afspraken uit het Toezichtkader van de inspectie. De afspraken omvatten het niveau van basisondersteuning dat het samenwerkingsverband De Westfriese Knoop beoogt. De schoolbesturen zijn autonoom verantwoordelijk voor de basiskwaliteit. Bij de afspraken omtrent de basisondersteuning gaat het om gedeelde verantwoordelijkheid. Waarbij de schoolbesturen de regie voeren en het samenwerkingsverband een toezichthoudende rol heeft op basis van kengetallen en verantwoording achteraf. Totstandkoming Voor het opstellen van voorliggend document zijn de volgende bronnen geraadpleegd: Toezichtkader PO (Inspectie) Referentiekader Passend onderwijs van de sectorraden (21 februari 2012) Overdrachtsdossier op hoofdlijnen van SWV Westfriese Knoop Opbrengsten directeurendagen SWV De Westfriese Knoop Opbrengsten diverse werkgroepen Checklist kwaliteit zorgteam / ZAT primair onderwijs. Nederlands Jeugd Instituut. IJkpunten voor basiszorg in het primair onderwijs (C. Hoffmans, 20 oktober 2010)

Deel A. Algemene bestuurlijke afspraken Hieronder wordt de basisondersteuning in 17 bestuurlijke afspraken uiteengezet. Aan deze basisafspraken ligt een aantal standaarden en indicatoren ten grondslag waar alle schoolbesturen van De Westfriese Knoop zich aan conformeren. De algemene bestuurlijke afspraken zijn: 1) Alle scholen voldoen aan de basiskwaliteit van de inspectie. 2) De schoolbesturen zijn autonoom verantwoordelijk voor de basiskwaliteit. 3) Alle scholen hebben in 2018 het beschreven niveau van basisondersteuning. 4) Bij de afspraken omtrent de basisondersteuning gaat het om gezamenlijke afspraken. De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het niveau en de kwaliteit van de basisondersteuning. Er wordt aan het samenwerkingsverband verantwoording afgelegd over de besteding van de middelen 5) Monitoring van het niveau van de basisondersteuning is een schoolbestuurlijke verantwoordelijkheid. In de knooppunten vindt de monitoring plaats op basis van dialoog, elkaar ondersteunen en door samenwerking. 6) Het samenwerkingsverband faciliteert de scholen met een budget voor basisondersteuning. Er zijn afspraken gemaakt over de verdeelsleutel. a) Het SWV faciliteert scholen in de basisondersteuning door daar waar nodig specifieke expertise vanuit het CPO beschikbaar te stellen. b) Op elke school functioneert een intern begeleider als spil in de ondersteuningsstructuur. c) Het samenwerkingsverband faciliteert een gedeelte van de inzet van de Intern begeleider. 7) Binnen de ondersteuningsroute heeft elke school een efficiënt en een snel opererend ondersteuningsteam. Het ondersteuningsteam wordt door de school gecoördineerd en de directeur neemt de voorzittersrol op zich. Ouders nemen deel aan het ondersteuningsteam als gelijkwaardige partner. In de basis beschikt ieder ondersteuningsteam naast de vaste partners uit de school over een onderzoeker, een onderwijsondersteuner (een collega uit het S(B)O) en een gezinsondersteuner (de linking pin vanuit het gemeentelijk gebiedsteam 1, SMW). Het ondersteuningsteam is gepland in de jaarkalender van de school en kan daarnaast ad- hoc georganiseerd worden. Alle ondersteuningsteams worden (uiterlijk 2018) gelijk gefaciliteerd. 8) Het Samenwerkingsverband zorgt (in overleg met gemeenten) er voor dat de benodigde specialistische expertise op afroep ( voldoende) in de ondersteuningsteams aanwezig kan zijn. 9) Alle scholen hebben een uniform format voor het ondersteuningsprofiel. Om het jaar vindt er in oktober een update plaats. 10) De 7 principes van Handelingsgericht werken vormen het uitgangspunt. Alle lagen in de organisatie van het Samenwerkingsverband passen deze toe. Deze cultuuraspecten vormen hier een belangrijk scholingsgegeven. 11) Alle scholen werken volgens de ondersteuningsroute (HGW) van het Samenwerkingsverband. Deze werkwijze is cyclisch en bij alle stappen worden ouders betrokken als partner. 12) In de groep kan de leerkracht omgaan met verschillen tussen leerlingen door te differentiëren. Er wordt in niveaus les gegeven met een individuele aanpak daar waar nodig. 1 Nog nader af te spreken met de gemeenten

13) Op elke school werkt een Intern Begeleider (IB er) in het bezit van een relevante opleiding (of in opleiding). 14) We gaan uit van het principe dat we zo veel mogelijk thuis nabij onderwijs realiseren, eventueel met ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband en/of andere externe partners. 15) De scholen hanteren de regionaal vastgestelde afspraken in de schoolkeuzeprocedure PO - VO. (Deze worden jaarlijks door het platform PO/VO herzien en tijdig gecommuniceerd met de scholen.) 16) De scholen hanteren de afspraken uit het dyslexieprotocol. Waarbij het aanbod van niveau 1 en niveau 2 deel uitmaken van de basisondersteuning. 17) Alle leerlingen die gebruik maken van extra ondersteuning hebben een ontwikkelingsperspectief volgens het vastgestelde format vanuit het samenwerkingsverband. Het OPP wordt als bijlage van het groeidocument gehanteerd. Leden ondersteuningsteam Vanuit de school: IB er: inhoudelijk verantwoordelijk. Nodigt de leden van het OT uit. Directeur: technisch voorzitter, budget verantwoordelijk. Leerkracht: inbrenger van de casus Ouders van de leerling Gezinsondersteuner: vaste partner vanuit de jeugdzorg (gebiedsteam - CJG SMW ) Onderzoeker: psychodiagnosticus Op afroep: Onderwijsondersteuner (partner vanuit speciaal (basis) onderwijs) Trajectbegeleider (wanneer de schoolhandelingsverlegen is, begeleidt naar knooppuntniveau) Specialistische expertise (op basis van de casus)

Deel B. Standaarden basisondersteuning Handelings- en opbrengstgericht werken in de school 1. Leerlingen ontwikkelen zich in een veilige schoolomgeving. 2. De school voert een helder beleid op het gebied van leerlingenondersteuning. 3. De school werkt handelingsgericht. 4. De school werkt opbrengstgericht. 5. De school draagt leerlingen zorgvuldig over. Preventieve ondersteuning in de groep 6. De school heeft continu zicht op de ontwikkeling van leerlingen. 7. Ouders (en leerlingen) zijn nauw betrokken bij de school en ondersteuning. 8. Leerkrachten stemmen het onderwijs af op verschillen in ontwikkeling tussen kinderen. Lichte curatieve ondersteuning in de groep 9. De school beschikt over kennis en vaardigheden op het gebied van (lichte) curatieve onderwijsondersteuning. 10. Leerkrachten zijn in staat om lichte curatieve onderwijsondersteuning te bieden in de groep. 11. Voor een leerling die extra ondersteuning nodig heeft stelt de school een ontwikkelingsperspectief op. Speciale ondersteuning in samenwerking met externe partners 12. De school werkt samen met de scholen in het knooppunt. 13. De school werkt samen met relevante partners in en om de school. 14. De school heeft een effectief ondersteuningsteam.

Deel C. Indicatorset basisondersteuning Handelings- en opbrengstgericht werken in de school Toelichting Met Passend onderwijs streven we in het samenwerkingsverband naar een positieve en optimale ontwikkeling van alle kinderen. Daarbij is een positief schoolklimaat en een goede kwaliteit van onderwijs van cruciaal belang. Wij zijn van mening dat we dat kunnen bereiken door het in zetten van handelings- en opbrengstgericht werken op alle niveaus in de school. Dit betekent onder meer dat we denken in mogelijkheden en kansen. We betrekken ouders/verzorgers als vaste partner en als ervaringsdeskundige. We stimuleren een ononderbroken ontwikkelingsproces van leerlingen. Verder zetten we in op sterke doelgerichtheid en een heldere werkwijze. Hierbij werken we volgens de ondersteuningsroute zoals die is vastgesteld door het samenwerkingsverband. Standaard 1. Leerlingen ontwikkelen zich in een veilige schoolomgeving. a. De school heeft een positief pedagogisch klimaat waar leerlingen, ouders/verzorgers, teamleden en externe partners zich welkom voelen. b. De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school (INSP. 4.2). Elke school heeft een instrument om dit te monitoren. c. De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en medewerkers en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen (INSP. 4.4) d. De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten in en om de school (INSP. 4.5). De school hanteert regels voor veiligheid en omgangsvormen. e. De medewerkers van de school zorgen ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan (INSP. 4.7). f. De school beschikt over de volgende beleidsstukken/ protocollen en past deze toe: a. Ouderbeleid b. Verzuimbeleid c. Klachtenprotocol d. Pestprotocol e. Protocol voor medische handelingen f. Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling g. Veiligheidsplan Standaard 2. De school voert een helder beleid op het gebied van leerlingenondersteuning. a. De school heeft haar visie op de onderwijs- ondersteuning van leerlingen beschreven. b. Deze visie wordt gedragen door het hele team. c. De interne ondersteuningsprocedures zijn vastgelegd. d. De school heeft het ondersteuningsprofiel na overleg met het team vastgesteld. e. De MR heeft het advies gegeven over het ondersteuningsprofiel van de school. f. Het ondersteuningsprofiel is onderdeel van het schoolplan en de schoolgids. g. Het ondersteuningsprofiel wordt jaarlijks besproken met het team en de MR.

Standaard 3. De school werkt handelingsgericht. De uitgangspunten van handelingsgericht werken vormen samen met opbrengstgericht werken het fundament van de basisondersteuning. 1. Doelgericht werken en systematisch evalueren 2. Onderwijs/opvoedbehoeften van de leerling staan centraal 3. Wisselwerking en afstemming: Wat werkt? 4. De leerkracht en ouders doen ertoe: Wat zijn hun ondersteuningsbehoeften? 5. Het positieve van de leerling, school en ouders benutten 6. Samenwerking van school, ouders, leerling en professionals 7. Systematisch en transparant werken a. Alle teamleden zijn competent in het zoeken, benoemen en benutten van de sterke kanten en interesses van de leerlingen, de leraren en de ouders/verzorgers. b. Alle teamleden communiceren transparant naar collega s, leerlingen en ouders/verzorgers. Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt. c. Alle teamleden werken en leren individueel en in teamverband aan hun handelingsgerichte vaardigheden. d. Schoolbesturen ondersteunen handelings- en opbrengstgericht werken en stimuleren hun scholen hierin. Standaard 4. De school werkt opbrengstgericht. De school werkt bewust systematisch en cyclisch aan het verbeteren van het onderwijs. Hierbij gaat het niet alleen om leerprestaties, maar ook om sociaal- emotionele ontwikkeling. a. De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingen populatie (INSP. 9.1) b. De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse Taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. (INSP.2.4) c. De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen (INSP. 9.2) d. De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces (INSP. 9.3) e. De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten (INSP. 9.4) f. De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces (INSP. 9.5) g. De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit (INSP. 9.6) h. De school stelt ambitieuze doelen voor te bereiken resultaten. Standaard 5. De school draagt leerlingen zorgvuldig over. a. Voor elke (tussentijdse) aanmelding vindt een gesprek met ouders/verzorgers en eventueel de leerling plaats. Wederzijdse verwachtingen worden in dit gesprek besproken. b. De ontvangende en afleverende school verzorgen samen een actieve en warme overdracht. Wanneer een leerling is aangemeld bij een school, heeft deze de zorgplicht.

c. De school verzorgt een warme overdracht binnen de school tussen leerjaren. d. Ouders worden standaard betrokken bij de schoolkeuze en/ of de overgang naar een andere school (VO- BaO- SBaO- SO), ouders/verzorgers ontvangen een digitale kopie van rapportage zoals een onderwijskundig rapport, een PO/VO- formulier en/of het groeidocument. Ouders/verzorgers ondertekenen deze rapportage. Preventieve ondersteuning in de groep Toelichting Met Passend Onderwijs willen we sterk inzetten op preventie. Dit doen we door onderwijsbehoeften tijdig te signaleren en daadwerkelijk samen te werken met leerlingen en ouders/verzorgers. Ouders/verzorgers zien we als ervaringsdeskundigen en partner. Hun ervaringen, vragen en verwachtingen nemen we serieus. Standaard 6 De school heeft continu zicht op de ontwikkeling van leerlingen. a. Leraren verkennen en benoemen de sterke kanten, interesses en onderwijsbehoeften van leerlingen onder andere door observatie, leerling- en ouder/verzorgergesprekken en het analyseren van toetsen. b. Leraren bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leraar, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en vroegtijdig te signaleren welke ondersteuning kinderen nodig hebben(insp. 8.1) en daarop af te stemmen. c. Leraren kunnen opvoed- en opgroeibehoeften van leerlingen signaleren, krijgen zicht op de sociaal emotionele ontwikkeling en ondernemen de nodige stappen. d. De school registreert en analyseert verzuim van leerlingen. e. De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen (INSP. 7.1) f. De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen (INSP. 7.2), door tenminste tweemaal per jaar de resultaten van de leerlingen te analyseren op school-, groeps-, en individueel niveau. g. De resultaten van leerlingen aan het einde van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerling populatie mag worden verwacht. (INSP. 1.1) h. De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal, rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerling populatie mg worden verwacht (INSP.1.2) i. De school hanteert een volgsysteem voor de sociaal- emotionele ontwikkeling. Standaard 7 Ouders/verzorgers (en leerlingen) zijn nauw betrokken bij de school en de ondersteuning. a. De school betrekt ouders/verzorgers als ervaringsdeskundige en partner bij de ontwikkeling van de leerling. b. Leraren zijn dagelijks beschikbaar voor kortdurende contactmomenten met ouders/verzorgers. c. Leraren en ouders/verzorgers informeren elkaar tijdig en regelmatig (minimaal twee keer per jaar) over de ontwikkeling van de leerling.

d. In ouder/verzorgergesprekken komen ervaringen, vragen en verwachtingen van ouders/verzorgers met betrekking tot de ontwikkeling van de leerling aan bod. e. Leraren maken leerlingen mede- eigenaar van hun ontwikkelingsproces, door het samen formuleren van doelen, hen te betrekken bij analyse van hun leerdoel en het benutten van de ideeën en oplossingen van leerlingen. f. De ouders/verzorgers zijn betrokken bij de school door de activiteiten (op o.a. didactisch, creatief en/of buitenschools gebied) die de school daartoe onderneemt (INSP. 4.1). g. De school maakt samen met de ouders/verzorgers afspraken over de begeleiding en wie waarvoor verantwoordelijk is. Standaard 8 Leraren stemmen het onderwijs af op verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. a. Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen (INSP.2.1) b. De leraren stemmen af op de ontwikkeling van de leerlingen op de volgende gebieden: a. Aangeboden leerinhoud (INSP 6.1) b. Instructie (INSP 6.2) c. Verwerkingsopdrachten (INSP 6.3) d. Onderwijstijd (INSP 6.4) c. De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof (INSP. 5.1) d. De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer (INSP. 5.2 ) e. De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten (INSP. 5.3) f. Leraren zijn competent in het reflecteren op hun eigen handelen en zijn zich bewust van het effect van dat handelen op leerlingen, ouders/verzorgers en collega s. g. Leraren en andere betrokkenen op school zijn zich bewust van hun positie als rolmodel. h. Leraren maken gebruik van collegiale consultatie i. Leraren hebben kennis van leerlijnen (tenminste van de vakken technisch lezen, spellen, begrijpend lezen en rekenen) en passen deze kennis toe. j. Leraren werken planmatig met hoge, reële en SMARTI- doelen voor de vakken technisch lezen, spellen, begrijpend lezen en rekenen waarin ze de doelen en de aanpak voor de groep, sub- groepjes en indien noodzakelijk voor individuele leerlingen beschrijven. Zij evalueren dit en stellen op basis daarvan bij. Lichte ondersteuning in de groep Toelichting Onderstaande standaarden en indicatoren hebben betrekking op de lichte ondersteuning van leerlingen in de groep. De onderwijsbehoeften van de leerling staan daarbij centraal: wat heeft deze leerling, van deze ouders/verzorgers, in deze groep, bij deze leraar, op deze school de komende periode nodig om een bepaald doel te behalen? De onderwijsbehoeften bieden aanknopingspunten voor het handelen van de leraar, de samenwerking met ouders/verzorgers en de inrichting van de leeromgeving. Standaard 9. De school beschikt over kennis en vaardigheden op het gebied van (lichte) onderwijsondersteuning.

a. Alle leraren hebben basiskennis en vaardigheden op het gebied van (lichte) leer- en ontwikkelingsbehoeften, waaronder taal-, lezen- en rekenvragen (zoals dyslexie en dyscalculie), leerlingen met een meer of minder dan gemiddelde intelligentie. b. Alle leraren hebben basiskennis en vaardigheden op het gebied van (lichte) sociaal- emotionele- en gedragsondersteuning, waaronder stil en teruggetrokken gedrag, faalangst, druk en impulsief gedrag, zelfvertrouwen, weerbaarheid en pesten. c. Leraren zijn verantwoordelijk voor het tijdig intern bespreken en in gang zetten van vervolgstappen op leer- en ontwikkelingsbehoefte en sociaal emotionele ontwikkelingsbehoefte van leerlingen. d. Binnen het team zijn specifieke kennis en vaardigheden aanwezig over leer- en ontwikkelingsondersteuning, waaronder taal-, lees- en rekenvragen, leerlingen met een meer of minder dan gemiddelde intelligentie. e. Binnen het team zijn specifieke kennis en vaardigheden aanwezig over sociaal- emotionele- en gedragsondersteuning, waaronder stil en teruggetrokken gedrag, sensomotorische ontwikkeling, faalangst, druk en impulsief gedrag, zelfvertrouwen, weerbaarheid en pesten. f. Het team is verantwoordelijk voor het tijdig informeren van ouders/verzorgers over het in gang zetten van interne/externe begeleiding m.b.t. de onderwijsbehoefte van de leerling. Standaard 10. Leraren zijn in staat om lichte onderwijsondersteuning te bieden in de groep. a. Leraren werken vanuit onderwijsbehoeften. b. De school heeft een aanbod voor leerlingen met dyslexie en werkt volgens het dyslexieprotocol, waarbij in ieder geval niveau 1 en 2 onderdeel uitmaken van de basisondersteuning. c. De school heeft een aanbod voor leerlingen met dyscalculie en werkt volgens het dyscalculie protocol. d. De school heeft een aanbod voor leerlingen met een meer of minder dan gemiddelde intelligentie. e. Leraren bespreken minsten twee keer per jaar hun vragen aangaande het ondersteunen van groepen en individuele leerlingen met de intern begeleider. f. Leraren stellen (incidenteel), als een leerling speciale ondersteuning nodig heeft dat zich niet laat specificeren in een groepsplan, een individueel handelingsplan op. Ouders/verzorgers en eventueel de leerling zijn betrokken bij het opstellen en evalueren van dit plan. g. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. (INSP 1.4) h. De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen ondersteuning nodig hebben (INSP 8.1) i. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de ondersteuning voor de leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. (INSP 8.2) j. De school voert de ondersteuning planmatig uit (INSP 8.3) k. De school evalueert regelmatig de effecten van de ondersteuning (INSP 8.4) Standaard 11. Voor een leerling die gebruik maakt van extra ondersteuning, stelt de school een ontwikkelingsperspectief (OPP) op. a. Het OPP wordt opgesteld volgens het format van het samenwerkingsverband in het digitale groeidocument. b. Het OPP is ingericht volgens een vaste structuur en procedure.

c. Het OPP is actueel, concreet en volledig. d. De school volgt of de leerling zich ontwikkelt conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes. Speciale ondersteuning in samenwerking met externe partners Toelichting Deze standaarden en indicatoren hebben betrekking op de ondersteuningsmogelijkheden die de school biedt in samenwerking met partners. De samenwerking met partners is erop gericht dat leerlingen en hun ouders/verzorgers tijdig passende en samenhangende ondersteuning krijgen bij het leren, opvoeden en opgroeien (één kind, één gezin, één plan). Binnen de ondersteuningsroute heeft elke school een efficiënt en een snel opererend ondersteuningsteam. Het ondersteuningsteam wordt door de school gecoördineerd en de school neemt de voorzittersrol op zich. In de basis beschikt ieder ondersteuningsteam over een onderwijsondersteuner ( vaste partner vanuit S(B)O), een gezinsondersteuner; vaste partner vanuit jeugdzorg (gebiedsteam) en een onderzoeker (psychodiagnosticus). Het streven hierbij is zoveel als mogelijk thuisnabij onderwijs te realiseren. Het samenwerkingsverband zorgt (in overleg met de gemeenten) er voor dat de benodigde expertise voldoende in de ondersteuningsteams aanwezig kan zijn. Het samenwerkingsverband faciliteert scholen in de basisondersteuning door daar waar nodig specifieke expertise beschikbaar te stellen. Standaard 12. De school werkt samen met de scholen in het knooppunt. a. De scholen binnen het knooppunt stellen een gezamenlijke missie en visie op. De knooppunten hebben als opdracht van het samenwerkingsverband om met de daarbinnen gelegen scholen voor een zoveel mogelijk sluitend onderwijsaanbod te zorgen. b. De scholen van een knooppunt hebben een jaarlijks activiteitenplan. c. De scholen van een knooppunt komen met regelmaat bijeen (minimaal 5 keer per jaar), de bijeenkomsten van het knooppunt staan gepland in de jaarkalender van de participerende scholen. d. Binnen een knooppunt wordt waar mogelijk samengewerkt als een lerend netwerk. Expertise en /of leerlingen met een vergelijkbare ondersteuningsvraag worden indien gewenst/haalbaar gekoppeld. Er wordt waar mogelijk gezamenlijke professionalisering georganiseerd. e. De scholen in een knooppunt zijn op de hoogte van de kengetallen van de verwijzing naar de diepteondersteuning. Standaard 13. De school werkt samen met relevante partners in en om de school. a. De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerling niveau haar eigen kerntaak overschrijden (INSP 8.5) b. De school weet waar informatie en advies rondom opvoeden en opgroeien beschikbaar is en maakt hier indien nodig gebruik van. c. De school heeft kennis van de sociale kaart. d. De school weet welke expertise op andere scholen binnen het knooppunt beschikbaar is en kan hier gebruik van maken.

e. De school meldt (langdurig en/of frequent) verzuim van kinderen conform regionale afspraken bij de leerplichtambtenaar en samenwerkingsverband. f. De school verwijst in haar schoolgids en website tenminste naar: I. Het samenwerkingsverband De Westfriese Knoop. II. Samenwerking met het knooppunt. III. Samenwerking met jeugdhulp- en ketenpartners (wijkteams). IV. Verwijsindex. Standaard 14. De school heeft een effectief ondersteuningsteam. a. Elke school heeft een ondersteuningsteam. Daaraan nemen in ieder geval deel: leraar (inbrenger casus), IB- er (inhoudelijk verantwoordelijk, nodigt leden uit), directeur (technisch voorzitter en budget verantwoordelijke), gezinsondersteuner (gebiedsteam) en onderzoeker. b. Het ondersteuningsteam is een standaard onderdeel van de ondersteuningsroute van de school en komt minimaal drie keer per schooljaar bijeen. c. Voor een bespreking in het ondersteuningsteam is het een voorwaarde dat er voor de leerling een groeidocument is ingevuld. d. Ouders/verzorgers - worden actief betrokken bij de aanmelding van hun kind in het ondersteuningsteam. - krijgen vooraf informatie over de inhoud en werkwijze van het ondersteuningsteam - vullen (deels) gezamenlijk met school het groeidocument in. - geven schriftelijke toestemming voor het delen van het dossier met externen. - nemen deel als gelijkwaardige partner. e. In het ondersteuningsteam zijn op afroep relevante partners aanwezig. f. Bij elke casus wordt bepaald of registratie in de Verwijsindex nodig is. g. Voor het inzetten van extra ondersteuning, is het voorwaardelijk dat de leerling is besproken in het ondersteuningsteam.