Einddoelen Latijn ( vwo ) Latijn havo/vwo bovenbouw = SE = CE en SE Taalsysteem Vaksubkernen Inhouden vwo exameneenheden Vocabulaire Betekenis van woorden is een optelsom van basisbetekenis, woordkenmerken en context een passage Morfologie Kenmerken van het Latijn op woordniveau: woorden zijn opgebouwd uit betekenisdragende eenheden volgens een vast systeem een passage morfemen, woordb ouw, relatie vormb etekenis, casus, declinaties, paradigmata, tempus, modus, genus, deponens Syntaxis Kenmerken van het Latijn op zinsniveau: zinnen zijn opgebouwd volgens vaste regels. Een werkwoord heeft een vast aantal open plaatsen die in een zin worden ingevuld. Het predicaat bepaalt de zinskern een passage conjuncties, interpunctie, frame van het werkwoord, verplichte aanvulling, valentie, participiumconstructie, infinitivusconstructie Pragmatiek Kenmerken van het Latijn als communicatiemiddel een passage communicatieve intenties, relatie modushouding van de spreker, negaties, partikels Taalsystemen Uniformiteit en diversiteit in taal en communicatie: taal is gemeenschappelijk aan de mens. Een taal behoort tot een taalfamilie en talen ontwikkelen zich en beïnvloeden elkaar talige middelen, leenwoord Teksten en literatuur Vaksubkernen Inhouden vwo exameneenheden Tekststructuur Tekststructurerende en talige middelen, waarmee de auteur of verteller de informatie doseert en structureert. De auteur of verteller stemt zijn boodschap af op het beoogde publiek. De lezer anticipeert op het te verwachten vervolg
klassieke, vertaalde demonstreren door een passage te vertalen cultuurhistorisch perspectief een passage Stilistische middelen Stilistische middelen, waarmee de auteur afwijkt van de standaardformulering of woordvolgorde om de aandacht te richten van de lezer. Metaforisch taalgebruik heeft een letterlijke en figuurlijke betekenis. De tempus, kandidaat partikels, kan zijn signaalwoorden, begrip van Latijnse en klassieke, structuurwoorden, vertaalde tussenwerpsels, demonstreren conjuncties, door: referentiële een passage uitdrukkingen, te vertalen; close reading, leesstrategieën, een passage te vertaalstrategieën analyseren en interpreteren een passage stilistisch effect, close reading Metriek Metrum is een kenmerk van het episch genre en afwisseling van dactylus - spondee hebben effect op de inhoud een dactylische hexameter of pentameter scanderen; effect van de afwisseling dactylus-spondee op de inhoud toelichten. Narratologische middelen Narratologische middelen, waarmee de verteller of auteur zijn verhaal vertelt en structureert een passage story, plot, verhaalkenmerken, stijl- en genrekenmerken, verhaalstructuur, scripts, rol verteller, afstemming met b eoogd pub liek, close reading Argumentatieve middelen Argumentatieve middelen, waarmee de spreker of auteur zijn publiek overtuigt een passage retorica, close reading Genre, stijl en tekstsoort Genre, genrekenmerken, literaire thema's, taaleigen en stijl die kenmerkend zijn voor een auteur, dragen bij aan de betekenis van een tekst. Keuze voor tekstsoort draagt bij aan de betekenis van een tekstpassage een passage story, plot, verhaalstructuur, genrekenmerken, stijlkenmerken, scripts, close reading, leesstrategieën, vertaalstrategieën Interpretaties Gangbare interpretaties en literaire vertalingen van een specifieke tekst
een passage en andere cultuuruitingen (uit de Oudheid en latere tijden) standplaatsgeb ondenheid, letterlijke, vrije, metrische & prozavertaling, doeltaal-b rontaal, close reading Cultuur en geschiedenis Vaksubkernen Inhouden vwo onder andere met behulp van een woordenboe;k exameneenheden Vorm- en beeldtaal antieke kunst Het beeld dat de Romeinse oudheid oproept, wordt sterk bepaald door Romeinse gebouwen, sculptuur, fresco's en anderssoortige cultuuruitingen. De gebruik kandidaat maken kan: van verschillende ICTtoepassingen antieke cultuuruitingen bij LTC; van verschillende cultuurdomeinen adequaat schriftelijk, plaatsen mondeling hun historische en digitaal in en het culturele publieke context domein en met communiceren elkaar in verband over onderwerpen uit het desbetreffende vakgebied. standplaatsgeb ondenheid, letterlijke, vrije, metrische zuilenordes, & prozavertaling, b ouwelementen doeltaal-b van de rontaal, close Romeinse reading en Griekse tempel Antiek verhalengoed Antiek verhalengoed wordt gekenmerkt door antieke mythologische en historische figuren en hun herkenningsattributen. Mythen hebben didactische en vormende waarde in de oudheid en later aitiologische mythe Antiek gedachtengoed Belangrijke personen staan aan de basis van de ontwikkeling van het Romeinse gedachtengoed. De Romeinse godsienst heeft een vanzelfsprekende plaats in het persoonlijke, maatschappelijke en politieke leven van de Romein. De Romeinse maatschappij was plurif Romeinse geschiedenis en topografie Individuen en plaatsen die belangrijke historische gebeurtenissen en ontwikkelingen markeren chronologie, tijdsb esef, causaliteit, continuïteit en verandering, b ronoverlevering Cultuuruiting als bron Een (literaire) tekst, gebruiksvoorwerp of kunstobject, verhalengoed, culturele en historische concepten maken deel uit van de cultuurhistorische en maatschappelijke context waarin ze hebben gefunctioneerd. Deze zijn zowel onderdeel van een cultuur als e een passage en andere cultuuruitingen (uit de Oudheid LA/V/Domein C Zelfstandige oordeelsvorming kijkanalyse, werkingsmechanismen, standplaatsgeb ondenheid, b ronoverlevering Een (literaire) tekst, gebruiksvoorwerp of kunstobject, verhalengoed,
culturele en historische concepten maken deel uit van de cultuurhistorische en maatschappelijke context waarin hij heeft gefunctioneerd. Een cultuuruiting is zowel onderdeel van een cu De kandidaat kan cultuuruitingen uit de latere Europese cultuur vergelijken met antieke cultuuruitingen en daarover een beargumenteerd oordeel geven. onder andere met behulp van een woordenboek; gebruik maken van verschillende ICTtoepassingen bij LTC; kijkanalyse, werkingsmechanismen, standplaatsgeb ondenheid, b ronoverlevering Betekenisgeving Vaksubkernen Inhouden vwo exameneenheden Receptie De Romeinse cultuur bestaat niet op zichzelf, maar heeft zich ontwikkeld temidden van de Eruskische, Griekse, Egyptische en Oosterse wereld. De Romeinse cultuur werkt door in latere tijden een passage Cultuurdomeinen plaatsen in hun historische en De kandidaat kan door de bestudering van de Latijnse en klassieke, vertaalde tegen de achtergrond van de antieke cultuur: onderwerpen actualiseren die voortvloeien uit een confrontatie tussen deze en de eigen ontwikkeling; de eigentijdse cultuur plaatsen in het perspectief van de klassieke traditie waarin Europa staat. voorbeelden uit de receptiegeschiedenis herkennen, deze plaatsen in de context van de betreffende periode in de Europese cultuur en de van toepassing zijnde werkingsmechanisme noemen; cultuuruitingen uit latere Europese cultuur vergelijken met antieke cultuuruitingen. en andere cultuuruitingen (uit de Oudheid De Romeinse cultuur bestaat niet op zichzelf, maar heeft zich ontwikkeld temidden van de Eruskische, Griekse, Egyptische en Oosterse wereld. De Romeinse cultuur werkt door in latere tijden. onder andere met behulp van een woordenboek; gebruik maken van verschillende ICTtoepassingen bij LTC;
Actualisatie Antieke cultuuruitingen bevatten maatschappelijke processen, morele dilemma's en / of actuele thema's die bijdragen aan een eigentijdse betekenisgeving van de Romeinse cultuur klassieke, vertaalde demonstreren door een passage te vertalen cultuurhistorisch perspectief een passage De kandidaat kan door de bestudering van de Latijnse en klassieke, vertaalde tegen de achtergrond van de antieke cultuur: onderwerpen actualiseren die voortvloeien uit een confrontatie tussen deze en de eigen ontwikkeling; de eigentijdse cultuur plaatsen in het perspectief van de klassieke traditie waarin Europa staat. voorbeelden uit de receptiegeschiedenis herkennen, deze plaatsen in de context van de betreffende periode in de Europese cultuur en de van toepassing zijnde werkingsmechanisme noemen; cultuuruitingen uit latere Europese cultuur vergelijken met antieke cultuuruitingen. en andere cultuuruitingen (uit de Oudheid LA/V/Domein B Reflectie op relaties tussen de antieke cultuur en de latere Europese cultuur Antieke cultuuruitingen bevatten maatschappelijke processen, morele dilemma's en / of actuele thema's die bijdragen aan een eigentijdse betekenisgeving van de Romeinse cultuur. onder andere met behulp van een woordenboek; gebruik maken van verschillende ICTtoepassingen bij LTC; Persoonlijke vorming De betekenis van een Romeinse cultuuruiting krijgt vorm in wisselwerking met de ontvanger (de leerling)
Persoonlijke Vorming De betekenis van een Romeinse cultuuruiting krijgt vorm in wisselwerking met de ontvanger (de leerling) klassieke, vertaalde demonstreren door een passage te vertalen cultuurhistorisch perspectief een passage De kandidaat kan cultuurdomeinen plaatsen in hun historische en culturele doelgericht context informatie en met elkaar en bronnenmateriaal in verband brengen onder antieke andere cultuuruitingen met behulp onderzoeken van een woordenboek; zijn bevindingen (verworven) formuleren. informatie verwerken en daaruit beredeneerde Reflectie op relaties conclusies tussen trekken; de antieke cultuur en de gebruik latere Europese maken van cultuur verschillende ICTtoepassingen De kandidaat kan bij LTC; door de bestudering van de Latijnse adequaat en klassieke, schriftelijk, vertaalde mondeling en digitaal tegen inde achtergrond het publieke van domein de antieke communiceren cultuur over onderwerpen uit actualiseren het desbetreffende die voortvloeien vakgebied; uit een bij confrontatie het verwerven tussen van vakkennis deze en en de eigen ontwikkeling belangstelling, de eigentijdse motivatie cultuur plaatsen leerproces. in het perspectief van de klassieke traditie waarin Europa persoonlijke staat (creatieve) reactie De kandidaat kan voorbeelden uit de receptiegeschiedenis herkennen, deze plaatsen in de context van de betreffende periode in de Europese cultuur en de van toepassing zijnde werkingsmechanisme noemen cultuuruitingen uit latere Europese cultuur vergelijken met antieke cultuuruitingen. en andere cultuuruitingen (uit de Oudheid persoonlijke (creatieve) reactie