Liturgie voor de gezamenlijke dienst op Hemelvaartsdag 30 mei 2019, in de Hervormde Kerk te Den Ham, aanvang 10.00 uur. Voorganger: Ouderling van dienst: Organist: Ds. R.D. van Hornsveld Jan Ruiterkamp Henk Dubbink Welkom en mededelingen Intochtslied: Psalm 145: 1 en 4 1. O Heer, mijn God, Gij koning van 't heelal, ik wil uw naam verheffen boven al. Van dag tot dag roem ik uw majesteit, ik zegen U voor eeuwig en altijd. Groot is de Heer, zijn grootheid zij geprezen, groot is zijn naam, zijn ondoorgrond'lijk wezen. Van mond tot mond gaan uw geduchte daden, van eeuw tot eeuw slaat men uw werken gade. 4. Zij roemen in uw koningschap, o Heer, zij stellen in uw heerlijkheid hun eer. Al wie hen hoort zal weten wie Gij zijt: een vorst, bekleed met macht en majesteit. Uw heerschappij is over alle tijden, ieder geslacht zal zich in U verblijden. Die dreigen te bezwijken wilt Gij schragen en Gij richt op, die zijn terneergeslagen. Stil gebed, Aanvangswoord en groet
Zingen: ELB 142 Majesteit, groot is zijn majesteit; lof zij Jezus en glorie, hulde en eer. Majesteit, God, die de zijnen leidt. Vanaf zijn troon vestigt de Zoon zijn heerschappij. Dus verhoog, maak eeuwig groot de naam van Jezus. Volk van God kom en breng lof aan Jezus de Koning. Majesteit, groot is zijn majesteit; dwars door de dood werd Hij verhoogd, Jezus regeert! Gebed om verlichting met de Heilige Geest Schriftlezing: Lucas 24: 44-53 (NBV) 24 Een paar van ons zijn toen ook naar het graf gegaan en troffen het aan zoals de vrouwen hadden gezegd, maar Jezus zagen ze niet. 25 Toen zei hij tegen hen: Hebt u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in alles wat de profeten gezegd hebben? 26 Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan? 27 Daarna verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de Profeten. 28 Ze naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus deed alsof hij verder wilde reizen. 29 Maar ze drongen er sterk bij hem
op aan om dat niet te doen en zeiden: Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde. Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen. 30 Toen hij met hen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. 31 Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik. 32 Daarop zeiden ze tegen elkaar: Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot? 33 Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen, 34 die tegen hen zeiden: De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simonverschenen! 35 De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood. 36 Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: Vrede zij met jullie. 37 Verbijsterd en door angst overmand, meenden ze een geestverschijning te zien. 38 Maar hij zei tegen hen: Waarom zijn jullie zo ontzet en waarom zijn jullie ten prooi aan twijfel? 39 Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf! Raak me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat ik heb. 40 Daarna toonde hij hun zijn handen en zijn voeten. 41 Omdat ze het van vreugde nog niet konden geloven en stomverbaasd waren, vroeg hij hun: Hebben jullie hier iets te eten? 42 Ze gaven hem een stuk geroosterde vis. 43 Hij nam het aan en at het voor hun ogen op. 44 Hij zei tegen hen: Toen ik nog bij jullie was, heb ik tegen jullie gezegd dat alles wat in de Wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over mij geschreven staat in vervulling moest gaan. 45 Daarop maakte hij hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften. 46 Hij zei tegen hen: Er staat geschreven dat de messias zal lijden en sterven, maar dat hij op de derde dag zal opstaan uit de dood, 47-48 en dat in zijn naam alle volken opgeroepen zullen worden om tot inkeer te komen, opdat hun zonden worden vergeven. Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen, te beginnen in Jeruzalem. 49 Ik zal ervoor zorgen dat de belofte van mijn Vader aan jullie wordt ingelost. Blijf in de stad tot jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed.
50 Hij nam hen mee de stad uit, tot bij Betanië. Daar hief hij zijn handen op en zegende hen. 51 Terwijl hij hen zegende, ging hij van hen heen en werd opgenomen in de hemel. 52 Ze brachten hem hulde en keerden in grote vreugde terug naar Jeruzalem, 53 waar ze voortdurend in de tempel waren en God loofden. Zingen: NL 661 1. Ten hemel opgevaren is, halleluja, Christus, die Heer en koning is, halleluja. 2. Nu zit Hij aan Gods rechterhand, halleluja, heerst over hemel, zee en land, halleluja. 3. Zie nu hoe in vervulling gaat, halleluja, wat in de psalm geschreven staat, halleluja. 4. De Heer verleent zijn majesteit, halleluja, aan Davids Zoon in eeuwigheid, halleluja. 5. Nu stijgt ons loflied op en eert, halleluja, de Here Christus die regeert, halleluja. 6. De heilige Drievuldigheid, halleluja, zij lof en prijs in eeuwigheid, halleluja Uitleg en verkondiging
Zingen: Gezang 235 1. In bidden en in smeken, maak onze harten een. Wij hunk'ren naar een teken, o, laat ons niet alleen. De Heiland is getreden aan 's Vaders rechter hand: wij wachten hier beneden de gaven van zijn hand. 2. Wijd open staan de deuren, nu is de toegang vrij. Voor wie verweesd hier treuren is Jezus' hulp nabij. Al dreigen nog gevaren, al wacht ons kruis en strijd, de Geest zal ons bewaren, de Geest, die troost en leidt. Collecte Dank- en voorbeden Slotlied: NL 871 1. Jezus zal heersen waar de zon gaat om de grote aarde om, de maan zijn lichte banen trekt, zover het verste land zich strekt. 2. Het lied in alle talen zal zijn liefde loven overal, en uit de kindermond ontspringt de lofzang die zijn naam omringt.
3. Zijn rijk is volle zaligheid, wie was gevangen wordt bevrijd, wie moe was komt tot rust voorgoed, wie arm was leeft in overvloed. 4. Laat loven al wat adem heeft de koning die ons alles geeft. O aarde om dit nieuw begin stem met het lied der engelen in. Zegen, gevolgd door gezongen Amen.