VAKANTIEREGELING EN OVERIGE VERLOFAANSPRAKEN

Vergelijkbare documenten
Gelet op Hoofdstuk 6 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR/UWO);

6 VAKANTIE, VAKANTIETOELAGE EN (ZWANGERSCHAPS- EN BEVALLINGS)VERLOF/

Medewerkers, die volgens rooster in onregelmatige en/of consignatie dienst werken, komen in aanmerking voor 14,40 uur extra verlof per jaar.

Regeling Studiefaciliteiten gemeente Oldambt

nummer 10 van 2005 Vaststelling Regeling opleiding en ontwikkeling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

: Werk- en diensttijdenverordening politie ==================================================================== 1. Algemene bepalingen.

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Verordening sollicitatieplicht en outplacement politieke ambtsdragers Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

gelet op de bereikte overeenstemming met het (bijzonder) Georganiseerd Overleg;

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand gemeente Scherpenzeel 2015

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden

==================================================================== I. Definities. Artikel 1

Artikel 17:1:1:1 Voorwaarden pagina 1 van 3

GEMEENTEBLAD. Nr Gemeente Raalte Regeling attenties. 21 mei Officiële uitgave van gemeente Raalte.

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) b e s l u i t :

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Ledenbrief 15/052 CvA/LOGA 15/10, d.d. 23 juni 2015 inzake wijzigingen CAR-UWO i.v.m. wijzigingen Wet arbeid en zorg Eijsden-Margraten

Citeertitel: Landsverordening bijzondere rechtspositionele bepalingen Kustwachtpersoneel. Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

IKAP-Regeling rijkspersoneel

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Agendapunt het Dagelijks Bestuur van de BWB 12. CAR-UWO deel 1 jaar december 2014 Wijzigingen CAR-UWO en salarismaatregelen

3 Salaris per uur: 1/156 van het salaris bij een volledige werktijd.

GEMEENTEBLAD. Officiële uitgave van de gemeente Maassluis. Nummer: 76 Datum bekendmaking: 24 december 2014

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 november 2014;

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging

Onderw erp ARGA WIJZIGINGEN BETREFFENDE TECHNISCHE WIJZIGINGEN CAR-UWO.

Wijziging CAR-LAR als gevolg van circulaire CVA/U en CVA/U per 1 april 2012

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121

SURINAME HOOFDSTUK IV VAKANTIEWET

gezien het advies van de Algemene raadscommissie van 15 september 2011

A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden:

vast te stellen de 19e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt:

Regeling Studiefaciliteiten. (Ter uitvoering van hoofdstuk 17 van de Uitwerkingsovereenkomst (UWO)

B. De toelichting op artikel 6:4:1a wordt gewijzigd en komt te luiden:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Behandelend ambtenaar E.J. Maring-van der Ploeg, (t.a.v. E.J. Maring-van der Ploeg)

Regeling Bijzondere gebeurtenissen 2014

Besluit voorzieningen burgemeester, gemeentesecretaris en raadsgriffier

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling generatiepact gemeente Veere 2019

Wijzigingen in de CAR/UWO, Wet arbeid en zorg. Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten,

vast te stellen de 6e wijziging van de Rechtspositieregeling Brandweer Brabant Noord als volgt:

Gemeente Den Haag. - mede gelet op het gestelde in artikel 125 Ambtenarenwet juncto artikel 160 Gemeentewet,

Bijlage gemeente Houten: IS

Wijziging van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en de Arbeidsovereenkomstenverordening inzake seniorenbeleid.

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

Gelet op de artikelen 95 tot en met 99 van de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

HOOFDSTUK 5 - VAKANTIE

Bekendmaking Belastingsamenwerking West-Brabant wijzigingen arbeidsvoorwaarden GR BWB CAR UWO

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging CAR-UWO en salarismaatregelen BWB

op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2019

Hoofdstuk 17 wordt inclusief koptekst gewijzigd en komt als volgt te luiden

circulaire Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 A

Regeling opleiding en ontwikkeling

KOOPS FURNESS NV. Centrale Buitenlandregeling

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Verordening rechtspositie wethouders Dordrecht

4",..,,,.' B .C-. E R N H EZ E. gezien het bijbehorende voorstel van burgemeester en wethouders van 15 april 2014;

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden De raad van de gemeente Maasdriel;

Bijlage 1 bij U Bijlage CAR teksten. A. De toelichting op artikel 6:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Buitengewoon verlof.

Het college van burgemeester en wethouders,

ARBEIDSDUUR. Keuzemogelijkheden voor militairen BURGERS PAGINA 6. T wee uren langer of korter werken

Verordening bezoldiging, vergoedingen en tegemoetkomingen waterschapsbestuurders waterschap Noorderzijlvest 2015

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer heeft op 27 november 2018 besloten:

Regeling Georganiseerd Overleg (GO)- en vakbondsfaciliteiten 1998

Wijziging Ambtenarenreglement, Vakantie- en Verlofregeling en Verordening Van werk naar werk-aanpak en voorzieningen bij werkloosheid

Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013.

Werktijdenregeling provincie Gelderland

Medewerkers, die volgens rooster in onregelmatige en/of consignatie dienst werken, komen in aanmerking voor 14,40 uur extra verlof per jaar.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

CVDR. Nr. CVDR330171_2

Voorbeeld Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand versie per 1 januari 2018

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gemeente Spijkenisse: Bijlage 2a Regeling Flexibele Werktijden en Verlof

vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Bronckhorst 2019

Regeling Buitengewoon verlof 2007

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

gezien de circulaires van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten d.d. 17 mei 2006 (MARZ/CvA/U ) en 7 juli 2006 (MARZ/CvA/u );

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordening rechtspositie wethouders, raadsen commissieleden gemeente Kerkrade 2014

gemeente Eindhoven Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

Wijzigingen arbeidsvoorwaardenregeling als gevolg van circulaire ECWGO/U van LOGA

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,

- 1 - gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

3 Vakantie en feestdagen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Transcriptie:

1

VAKANTIEREGELING EN OVERIGE VERLOFAANSPRAKEN vastgesteld door B&W op 4 februari 1997 2

Inhoudsopgave Pagina Vakantieregeling en overige verlofaanspraken... 3 1. Vakantieregeling... 3 Artikel 1. Aantal vakantiedagen... 3 Artikel 2. Verhoging aantal vakantiedagen... 3 Artikel 3. Verhoging aantal vakantiedagen voor minderjarige ambtenaren... 3 Artikel 4. Garantie personeel vóór 1 januari 1997... 3 Artikel 6. Slotbepalingen... 3 2. Sterdag... 3 3. Buitengewoon verlof in verband met sluiting gemeentelijke diensten... 4 4.. Buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging... 4 4.1. Buitengewoon verlof ten behoeve van adoptie... 4 4.2. Regeling buitengewoon verlof jeugd- en jongerenwerk... 4 4.3. Regeling buitengewoon verlof ontwikkelingshulp... 6 3

Vakantieregeling en overige verlofaanspraken 1. Vakantieregeling Artikel 1. Aantal vakantiedagen De duur van de vakantie van de ambtenaar met een volledige betrekking bedraagt ten minste 158,4 uren per kalenderjaar. Artikel 2. Verhoging aantal vakantiedagen Het in artikel 1 genoemde aantal dagen wordt verhoogd: a. Met ingang van het kalenderjaar, waarin de ambtenaar een diensttijd van vijftien jaar dan wel de leeftijd van vijfendertig jaar bereikt, met 7,2 uur; b. Met ingang van het kalenderjaar, waarin de ambtenaar een diensttijd van vijfentwintig jaar dan wel de leeftijd van vijfenveertig jaar bereikt, met 14,4 uur; c. Met ingang van het kalenderjaar, waarin de ambtenaar een diensttijd van vijfendertig jaar dan wel de leeftijd van vijfenvijftig jaar bereikt, met 28.8 uur. Artikel 3. Verhoging aantal vakantiedagen voor minderjarige ambtenaren Het in artikel 1 genoemde aantal uren wordt verhoogd voor de minderjarige ambtenaar over het kalenderjaar, waarin hij een school voor dagonderwijs heeft verlaten, alsmede over het daaropvolgende kalenderjaar met 14,4 uur en vervolgens over de kalenderjaren, waarin hij nog niet de leeftijd van eenentwintig jaar bereikt, met 7,2 uur. Artikel 4. Garantie personeel vóór 1 januari 1997 Voor de ambtenaar die reeds in dienst was vóór 1 januari 1997 en aanspraak op leeftijds- of diensttijdverlof ontleende aan de Vakantieregeling zoals die luidde vóór de inwerkingtreding van deze regeling, blijven de bepalingen van de Vakantieregeling, zoals die luidde tot 1 januari 1997 van toepassing. 1 Artikel 6. Slotbepalingen Deze regeling treedt heden in werking en werkt terug tot 1 januari 1997. Met ingang van deze datum vervalt de Vakantieregeling voor personeel in dienst van de gemeente Heerenveen, zoals deze is vastgesteld met ingang van 1 oktober 1996. 2. Sterdag Buiten het normale verlof wordt aan iedere ambtenaar een zogenaamde sterdag op toegekend. Een sterdag is een dag buitengewoon verlof die - na toestemming van de leidinggevende - naar willekeur kan worden opgenomen voor een evenement of activiteit die door de gemeente of onder de vlag van de personeelsvereniging wordt georganiseerd. 1 De aanspraken die tot 1 januari 1997 golden waren als volgt: a. met ingang van het kalenderjaar, waarin de ambtenaar een diensttijd van vijftien jaar dan wel de leeftijd van vijfendertig jaar bereikt, twee werkdagen; b. met ingang van het kalenderjaar, waarin de ambtenaar een diensttijd van vijfentwintig jaar dan wel de leeftijd van vijfenveertig jaar bereikt, vier werkdagen; c. met ingang van het kalenderjaar, waarin de ambtenaar een diensttijd van vijfendertig jaar dan wel de leeftijd van vijfenvijftig jaar bereikt, zes dagen. 4

3. Buitengewoon verlof in verband met sluiting gemeentelijke diensten Als dagen waarop de gemeentelijke diensten zijn gesloten en waarop de gemeenteambtenaren verlof met behoud van bezoldiging wordt verleend zijn aangewezen Goede Vrijdag en Bevrijdingsdag (5 mei). 4.. Buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging Op grond van artikel 6:4:5, eerste lid van de CAR/UWO heeft het college geregeld dat in bepaalde gevallen buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging mogelijk is. Het gaat daarbij om de volgende regelingen: 4.1. Buitengewoon verlof ten behoeve van adoptie Het college besluit in voorkomende gevallen als richtlijn te hanteren de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken van 4 juli 1977, nr. AB 77/U300 betreffende buitengewoon verlof ten behoeve van adoptie. Inhoud circulaire Het adopteren van een kind zal voor de adoptiefouders de noodzaak met zich kunnen meebrengen tot het doen van bepaalde verrichten buiten hun normale vrije tijd. In de praktijk blijkt, dat als het gaat om (al dan niet) verlenen van buitengewoon verlof, op uiteenlopende wijze wordt gehandeld. Het is wenselijk, dat aan de behoefte aan extra verlof in verband met de adoptie van een kind zoveel mogelijk wordt tegemoet gekomen. Het is eveneens wenselijk, dat in het algemeen eenzelfde gedragslijn wordt gehanteerd. Daarom is besloten, tenzij het dienstbelang zich ertegen verzet, met toepassing van artikel 33e van het Algemeen Rijksambtenarenreglement of artikel 30g van het Arbeidsovereenkomstenbesluit aan de ambtenaar of arbeidscontractant voor het verrichten van bezigheden hier te lande, die verband houden met de adoptie van een kind, op verzoek buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging zal worden verleend tot een maximum van 5 dienstdagen per geval. Indien het dienstbelang het toelaat zal bovendien, in geval van adoptie van een buitenlands kind, met toepassing van evengenoemde bepalingen desgevraagd buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging worden verleend, wanneer verlof noodzakelijk is om betrokkene in staat te stellen in het betreffende land het nodige te verrichten. Dit verlof kan per geval van adoptie éénmaal worden verleend voor de duur van de noodzakelijk reis- en verblijftijd met een maximum van een maand. 4.2. Regeling buitengewoon verlof jeugd- en jongerenwerk Het college besluit in voorkomende gevallen de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken van 10 maart 1982, nr. AB 82/U18 betreffende buitengewoon verlof voor jeugd- en jongerenwerk in voorkomende gevallen als richtlijn te hanteren. Inhoud circulaire (verkort) De ontwikkelingen op het gebied van het jeugdbeleid (in ruime zin) maken het wenselijk de voor het burgerlijk rijkspersoneel geldende regeling voor het verlenen van buitengewoon verlof ten behoeve van jeugdwerk aan te passen. De behoefte groeit de begeleiding bij jeugdkampen en kindervakantie-activiteiten te intensiveren. Naast recreatieve aspecten worden thans ook meer educatieve elementen ingebracht. Het is voor de kwaliteit van de begeleiding en de uitvoering van het programma noodzakelijk meer vrijwillig medewerkenden bij kampen en kindervakantie-activiteiten te betrekken. In het verleden werd slechts verlof gevraagd voor het assisteren van de leiding bij zomerkampen die een week of langer duurden. Steeds vaker wordt echter verlof gevraagd voor kampen die tijdens herfst-, kerst-, Paas- en 5

Pinkstervakantie worden georganiseerd. Ook kindervakantie-activiteiten vinden vaker dan voorheen in deze vakanties plaats. De tot nu toe voor deze activiteiten gestelde minimumduur is met genoemde ontwikkeling niet meer in overeenstemming. De terminologie in de nieuwe regeling is geactualiseerd. In plaats van "jeugdwerk" wordt gesproken over "jeugd- en jongerenwerk". Het begrip "jeugdleider" is vervangen door vrijwillig medewerkende. In verband met vorenstaande is besloten de oude regeling met ingang van 1 januari 1982 te vervangen door de hierna volgende regeling buitengewoon verlof ten behoeve van het jeugd- en jongerenwerk. 1. Aan rijksambtenaren/-werknemers kan, tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten, met toepassing van artikel 33e van het Algemeen Rijksambtenarenreglement/artikel 30g van het Arbeidsovereenkomstenbesluit, buitengewoon verlof van korte duur met behoud van bezoldiging worden verleend voor: a. Het leiden of volgen van een cursus, gericht op vrijwilligers die zich met jeugd- en jongerenwerk bezighouden; b. Het leiden van een jeugdkamp of kindervakantie-activiteit als hoofdleider (leidercoördinator); c. Het assisteren van de hoofdleider van een jeugdkamp/kindervakantie-activiteit op basis van één vrijwillig medewerkende op elke 15 deelnemers, en één vrijwillig medewerkende op elke 3 deelnemers wanneer het een kamp/vakantie-activiteit betreft voor lichamelijk of geestelijk gehandicapte jeugd. Voor de onder c bedoelde gevallen kan alleen buitengewoon verlof worden verleend indien de aanwezigheid voor het welslagen van een jeugdkamp/kindervakantie-activiteit dringend gewenst is en geen andere persoon beschikbaar is. 2. Een cursus als bedoeld onder 1.a. moet uitgaan van een landelijke of een provinciale organisatie voor jeugd- en jongerenwerk of van een landelijke of provinciale jeugdafdeling van een sportorganisatie, dan wel door een van deze organisaties worden aanbevolen als belangrijk voor de vorming van de vrijwilliger. De cursus moet ten minste drie achtereenvolgende dagen duren. 3. Een jeugdkamp of kindervakantie-activiteit bedoeld onder 1.b. of 1.c. moet uitgaan van een landelijk werkende jeugd- of sportorganisatie dan wel van een plaatselijk, regionaal of provinciaal werkende jeugdof sportorganisatie, of worden georganiseerd door een instelling die geheel of gedeeltelijk ten behoeve van de jeugd werkzaam is. Een jeugdkamp of kindervakantie-activiteit met minder dan tien deelnemers valt niet onder deze regeling. 4. Onder een jeugdkamp wordt verstaan het kamperen (hetzij in tenten, hetzij in een ander daarvoor geschikt verblijf) van jongeren in groepsverband. De leiding van een jeugdkamp moet geheel of voornamelijk bestaan uit vrijwillig medewerkenden. Gezinskampen vallen niet onder deze regeling. Onder een jeugdkamp wordt mede verstaan een jeugd-sportkamp voor zover de leiding geheel of voornamelijk berust bij vrijwillig medewerkenden. Uitgesloten zijn wedstrijdkampen, sporttoernooien en sportwervings- of selectiekampen. Kampen kunnen zowel in Nederland als in het buitenland worden gehouden. Een kamp moet ten minste vier achtereenvolgende dagen duren. 5. Onder een kindervakantie-activiteit wordt verstaan een door een plaatselijk of regionaal werkende jeugdorganisatie of gemeentelijk instantie georganiseerde vakantie-activiteit voor jeugd en jongeren. Een kindervakantie-activiteit moet ten minste drie achtereenvolgende dagen duren. 6. Onder vrijwillig medewerkende wordt in deze regeling verstaan iemand die gedurende het hele jaar zonder vaste vergoeding (onkostenvergoeding uitgezonderd) in zijn of haar vrije tijd in enig organisatorisch verband (mede) leiding geeft aan een groep of aan groepen jongeren. 7. Het buitengewoon verlof bedraagt voor de onder 1.a. tot en met 1.c. bedoelde gevallen telkens ten hoogste vijf dagen, met dien verstande dat per kalenderjaar in totaal niet meer dan tien dagen kunnen worden toegekend. 6

8. Deze regeling is niet van toepassing op onderwijsgevenden. Procedure Een aanvraag om buitengewoon verlof moet ten minste twee maanden voordat het kamp/de activiteit een aanvang neemt, worden ingediend. Indiening dient namens de werknemer te geschieden: 1. door het bestuur van: a. de landelijke organisatie voor jeugd- en jongerenwerk die de cursus organiseert; b. de landelijke instelling die kampen organiseert voor jeugd en jongeren; c. de landelijke sportorganisatie (of de jeugdafdeling daarvan) als het kamp/de kindervakantie-activiteit uitgaat van een van deze landelijke organisaties, of van een plaatselijke afdeling daarvan; 2. door een provinciaal, regionaal of plaatselijk werkende instelling voor jeugd- en jongerenwerk, als het betreft niet landelijk georganiseerde jeugd- en jongerenwerk of kindervakantie-activiteiten. Bij het ontbreken van een dergelijke instelling dienen de aanvragen via de gemeentesecretarie of de provinciale jeugdraad te worden ingediend. De aanvragen voor buitengewoon verlof moeten worden ingediend via de Afdeling Jeugdzaken van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en worden, voorzien van een advies van het hoofd van deze afdeling, doorgezonden aan de betrokken werkgever. 4.3. Regeling buitengewoon verlof ontwikkelingshulp Het college besluit in voorkomende gevallen de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken van 22 augustus 1969, nr. AB 69/1322 betreffende verlofverlening ten behoeve van ontwikkelingshulp als richtlijn te hanteren. Inhoud circulaire Zoals u bekend zal zijn - in de jongste troonrede werd hierop gewezen - geniet de samenwerking met de ontwikkelingslanden bij de regering hoge prioriteit. Dit brengt onder meer met zich mede, dat het bevorderen van uitzendingen van Nederlandse deskundigen naar ontwikkelingslanden een belangrijk onderdeel van het regeringsbeleid terzake vormt. In verband hiermede moge ik uw aandacht vestigen op het volgende. Ten aanzien van rijksambtenaren wordt de gedragslijn gevolgd dat hun in verband met de uitoefening van een functie in het kader van de Nederlandse technische hulp aan ontwikkelingslanden buitengewoon verlof van lange duur zonder behoud van bezoldiging kan worden verleend met de verplichting hun eigen pensioenpremieaandeel (10%) gedurende dat verlof aan het rijk te vergoeden, terwijl hun herplaatsing in de dienst na afloop van het verlof zoveel mogelijk wordt verzekerd. Gezien het belang van de ontwikkelingshulp doe ik gaarne mede namens de Minister zonder portefeuille, belast met de aangelegenheden betreffende de hulp aan ontwikkelingslanden, een beroep op u om ten aanzien van de uitzending van in uw dienst zijnde ambtenaren -voor zover zulks niet reeds geschiedt- eenzelfde gedragslijn te volgen. Aldus vastgesteld door het college van Burgemeester en wethouders op 4 februari 1997. De secretaris, De burgemeester, 7