Preek over Lukas 16:1-17. Broeders en zusters,



Vergelijkbare documenten
Het Nieuwe Testament gebruikt het Griekse woord oikonómos ( oikos = huis en nemoo = beheren). Vandaar de beheerder van het huis.

MAAK ALS KIND VAN HET LICHT VRIENDEN MET MAMMON. 1. kijk hoger dan de wereld 2. kijk verder dan de wereld 3. kijk anders dan de wereld

HC zd. 42 nr. 31. dia 1

Neem nu even tijd om de Heilige Geest te vragen je te helpen bij deze studie en inzicht te geven in zowel het Woord als in je eigen leven.

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Er was een rijk man.rijk in die dagen waren Romeinse landeigenaren,er was een rijk man, die een rentmeester had. Trouw in geldzaken

Omgaan met geld. Laurens Touwen, zondag 11 januari 2015

De gelijkenis van de verloren zoon.

De Bijbel open (30-11)

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

De tien Geboden. Tien belangrijke regels. Aangepaste dienst Zondag 17 april 2016 Ds. Henk Bondt

Waarom doet Hij dat zo? Om de diepste bedoeling van Gods geboden aan te geven. Daar kom ik straks op terug. Hij geeft in de Bergrede de beloften en

8 tips voor een gelukkiger leven. Sint-Niklaas 17/03/13

Bijbel voor Kinderen presenteert DE WIJZE KONING SALOMO

HC zd. 6 nr. 32. dia 1

assie voor het leven Noteer voor jezelf een aantal opmerkingen en kernwoorden Lees de tekst nog eens door en bespreek met elkaar als groep

JEZUS DE GEWELDIGE LERAAR

Welkom in de Open Hof

Samen Bijbellezen Lukas 10:25-37

Ps.103:1,2, 17 en 18 Houten 23 november 2008

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

DE WIJZE KONING SALOMO

Orde III Schrift, zegen en gebed

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

Lucas 10: Mag Jezus jouw naaste zijn?

1-1. 1e Bijeenkomst. Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar... Wij lezen uit Mattheüs 25:14-30

Preek Oogstdienst Eerlijk delen

Gods Economie (Inleiding)

15 Afgeschaft/vervuld

DE HERE VRAAGT VOLLEDIGE TOEWIJDING.

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Zondag 29 gaat over het Heilig Avondmaal (2)

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

Vijf redenen waarom dit waar is

Ik werd verlost (Efeziërs 1:7; Kolossenzen 1:14)

Thema: Vrijheid (3) Johannes 8:32

Gemeente van onze HEER Jezus Christus, gasten, luisteraars,

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

(Deel van) Zijn Lichaam

Ik ben blij dat ik nu voor u lijd Ik ben blij dat ik voor mijn geloof mag lijden Ik ben blij dat ik mag lijden voor de Kerk van Jezus Christus

Kingdom Faith Cursus HEILIG, HEILIG, HEILIG

Wie kwaad smeden, komen zij niet op een dwaalweg? Wie goed doen, oogsten zij geen liefde en trouw?

Jezus zoekt ruzie. en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

Oefenen in gehoorzaamheid

Bijbel voor Kinderen. presenteert DE VROUW BIJ DE PUT

Gemeente. Zijspoortje. De Bijbelse Encyclopedie leert ons dat het woord kerk afgeleid is van het Griekse woord [kuriakè], dat des Heren betekent.

Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Gemeenteviering rond Jesaja 9:5b


De Bijbel open (22-09)

Wat is op deze vragen jullie antwoord? (antwoord)

RUTH: EEN LIEFDES- VERHAAL

Knabbel en Babbeltijd.

Eén ding is nodig. Deze geschiedenis kun je lezen in Lukas 10 :

Genieten van het echte leven

Matteüs 25: Gezinsdienst: Wachten duurt lang!

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Jezus volgen! Echt? Het evangelie naar Johannes 6: dinsdag 2 juni 2015

Formulier om de christelijke doop te bedienen aan de kinderen van de gelovigen (1)

LES6. De wegloper belonen. Sabbat. Zondag Lees Lees 'De wegloper. Teken Teken een gympie en. Leer Begin met het uit je hoofd

Appèldienst 21 mei 2017

Mag ik jou een vraag stellen?

DE RIJKE MAN, DE ARME MAN

In de serie Twee op de kansel. Thema: Wat is ons essentieel?

DOPEN. Th ema s N i e u w L e v e n M a as tri ch t. Geloven = dopen

Bijbelteksten Feest van Genade

DE WONDEREN VAN JEZUS

1. Gods eigendom. Op Toonhoogte 265

Goede buren. Startzondag 13 september 2015 m.m.v. Jeugdkoor Joy uit Streefkerk o.l.v. Vincent van Dam

DE WEEK VOOR WE HET AV0NDMAAL VIEREN

Waarom zou ik geloven?

Deel het leven Johannes 13: maart 2015 Thema 7: Geroepen om te dienen

Romeinen 1:1-5 & 21-31, 6:13-22

Preek Hemelvaartsdag 2019/Wezenzondag 1

30. De koning wordt geboren 31. Blij met Jezus 32. Jezus, de koning die dient 33. Jezus sterft 34. Jezus leeft 35. Jezus en de Heilige Geest

De Bijbel open (29-06)

Heilig Jaar van Barmhartigheid

2. Zegengroet Genade voor u en vrede van God onze Vader in de Heer Jezus Christus. Amen

Geloof Brengt Verandering Toets 1 - antwoorden

Waar is je schat? Daar is je hart! Matt 6 : 19-26

Doopvragen, na alle formulieren zijn deze hetzelfde:

Geef. nooit op! Gods beloften voor jou MIRANDA TOLLENAAR

Iiturgie voor de -12 jeugddienst van zondagmorgen 28 Juni in de Westerkerk te Veenendaal

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

Zondag 12 april 2015 is er om 15 uur een aangepaste gezinsdienst in de Opstandingskerk te Terneuzen. Voorganger: de heer G.A. Slabbekoorn uit Goes

Bonaire Preek Jesaja 58 versie oktober Leef 58

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

Kingdom Faith Cursus Het Woord van God

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf?

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

De bruiloft van Simson

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

Orde voor de viering van het heilig Avondmaal

Getuige zijn geeft de opdracht tot verantwoording, tot verantwoordelijkheid. Jij daar, ja jij, zeg het maar, waarvan ben jij nu getuige?

Transcriptie:

Preek over Lukas 16:1-17 Broeders en zusters, Niet zo n makkelijk verhaal, dat verhaal over die onrechtvaardige rentmeester. Er zitten best een paar scherpe kantjes aan, die niet zo eenvoudig glad te strijken zijn. En misschien is dat ook helemaal niet de bedoeling. Eerst het verhaal van Jezus maar even samenvatten: Het gaat over een rentmeester. In het grieks staat er oikonomon. Oikos is huis, letterlijk betekent oikonomon zoiets als een beheerder over het huis. Ons nederlandse woord econoom is afgeleid van dit woord oikonomon. Het gaat hier over een veel voorkomend gebruik in die tijd. En Jezus laat vaker in zijn gelijkenissen een of meerdere rentmeesters optreden. Denk bijvoorbeeld ook maar aan de gelijkenis van de talenten (Mt.25). Een heer gaat buitenslands en vertrouwt zijn bezit toe aan zijn slaven. Hij stelt ze dus aan als rentmeester. Ook in het Oude Testament (Gen.39) zien we bijvoorbeeld dat Jozef als slaaf over het hele huishouden van Potifar werd gesteld. Hij was ook een rentmeester. In de gelijkenis van vandaag gaat het echter niet om een slaaf. Een slaaf is het eigendom van zijn heer. Deze rentmeester gaat ontslag ontvangen en komt op straat te staan. Hij is dus in dienst genomen door zijn heer. De rijke man wordt in de gelijkenis verschillende keren heer genoemd (3,5). In het Grieks kurios. Dat vertel ik niet om interessant te doen, maar het moeilijke is dat hetzelfde woord kurios ook wordt gebruikt voor de Heer (of Here) Jezus. Vandaar dat het 8 e vers door sommige uitleggers anders is vertaald. In de NBV staat dat de heer in de gelijkenis de rentmeester prees omdat hij slim had gehandeld, maar anderen menen dat de Heer Jezus deze man prees omdat hij slim had gehandeld. In deze visie loopt de gelijkenis dan tot het 7 e vers en begint bij het 8 e vers de toelichting van Jezus. Persoonlijk neig ik ernaar om aan te nemen dat de toelichting van Jezus pas bij het 9 e vers begint. Het 9 e vers begint namelijk met ook ik zeg jullie. In de NBG staat dat nog krachtiger maar ik zeg u. Het lijkt mij logischer dat hier de gelijkenis eindigt en dat Jezus commentaar met deze woorden begint. Even terug naar het verhaal van Jezus. Het kwam de heer ter ore dat de rentmeester zijn bezit verkwistte en daarvoor werd hij ter verantwoording geroepen. Hiervoor werd 1

de rentmeester ontslagen, maar voordat hij op straat kwam te staan moest hij verantwoording afleggen van zijn handelen. Hij moest zijn administratie bijwerken en inzage geven in de boeken. Toen ging de rentmeester aan de slag. Hij realiseerde zich dat, nu hij op straat kwam te staan, zijn toekomst er niet rooskleurig uit kwam te zien. Straks moest hij nog slavenarbeid verrichten: spitten. En dat was hij niet gewend. En om te moeten bedelen dat zou voor hem een grote schande zijn. Toen kreeg de rentmeester een slim plan. Hij liet de schuldenaars één voor één bij hem komen. De man die 100 vaten olijfolie verschuldigd was, werden er 50 kwijtgescholden, de man die 100 balen graan verschuldigd was, werden er 20 kwijtgescholden. Percentage gewijs lijkt het er op dat hij de één meer kwijtscheld dan de ander. Maar volgens onderzoekers is 50 vaten olie evenveel geld waard als de 20 zakken graan. De rentmeester maakt dus geen scheve ogen. Ieder krijgt een aanzienlijke en gelijke gratificatie. En vervolgens lezen we dan dat de heer van de rentmeester hem prijst omdat hij slim gehandeld had. Behalve dat we bij dit vers een vertalingsprobleem hebben - wordt hier nu de heer uit de gelijkenis verteld, of de Heer die de gelijkenis vertelt: Jezus dus - is de betekenis van dit vers ook niet bepaald makkelijk te begrijpen. Het is toch moeilijk voor te stellen dat de heer gaat staan applaudisseren, nu hij zo juist heeft gehoord dat hem 50 vaten olie en 20 zakken graan door de neus zijn geboord. Dat is toch gewoon diefstal! Hij complimenteert een dief toch niet. Nu zijn er uitleggers die menen dat de rentmeester alleen heeft kwijtgescholden wat de schuldenaars aan de rentmeester verschuldigd waren. In deze uitleg had de rentmeester dus het recht om een deel van de inkomsten voor zichzelf op te eisen. Dus de heer kreeg gewoon waar hij recht op had, en de rentmeester kreeg niets meer. Hij gokt er op dat deze kwijtschelding hem verzekert van vrienden en zodoende van voedsel en onderdak. Op zich een mooie verklaring, maar het blijft een beetje wringen. Want in vs. 5 vraagt de rentmeester aan de eerste schuldenaar: hoeveel bent u mijn heer schuldig? Dan lijkt het er toch op dat de schuldenaars het volledige bedrag verschuldigd waren aan de heer van de rentmeester en niet aan de rentmeester. Naar mijn bescheiden mening moeten we er gewoon van uit gaan dat de rentmeester inderdaad zijn heer te kort doet. En als de heer de rentmeester prijst is dat niet vanwege zijn oneerlijkheid, maar omdat hij verder had nagedacht dan zijn neus lang is. Hij heeft geprobeerd zijn toekomst veilig te stellen. Dat is de kern van het verhaal. Hij heeft zijn geld willen gebruiken om te investeren in de toekomst. En voor die slimheid wordt hij nu geprezen door zijn 2

meester. En nu wil ik niet vooruit lopen op de preek van volgende week. Want H. van Dam zal volgende week preken over het volgende bijbelgedeelte, de rijke man en de arme Lazarus. Maar deze twee gelijkenissen staan wel vlak achter elkaar. De ene gelijkenis gaat over een man die wel investeert in de toekomst. Hij gebruikt zijn geld om de toekomst veilig te stellen. En de rijke man, die de arme Lazarus laat wegkwijnen voor z n deur, denk alleen maar aan z n eigen genot. Hij viert dagelijks feest en zijn egoisme wordt hem noodlottig. En omdat hij zijn vermogen niet heeft aangewend om goed te doen, slaat hij zijn ogen op in het dodenrijk, waar hij pijniging heeft te ondergaan. Hij heeft dus niet geïnvesteerd in zijn toekomst. Die twee gelijkenissen staan dus tegenover elkaar. En Jezus roept ons op om te investeren in de toekomst, zoals de onrechtvaardige rentmeester zich vrienden maakt met zijn geld. En natuurlijk worden we niet door Jezus opgeroepen ook op onrechtvaardige wijze om te gaan met geld en goed. Daar is vs. 10 wel heel duidelijk over. Wie betrouwbaar is in het geringe, is ook betrouwbaar als het om veel gaat en wie oneerlijk is in het geringste is ook oneerlijk als het om veel gaat. We moeten de onrechtvaardige rentmeester niet volgen in zijn onrechtvaardig zijn, maar in zijn investering in de toekomst. En dan hebben we het natuurlijk over onze eeuwige toekomst. Kijk maar naar vs. 9. Ook ik zeg jullie: maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is. Die eeuwige tenten verwijzen naar de eeuwige heerlijkheid die God aan zijn kinderen heeft beloofd. Waarschijnlijk zijn de tenten een verwijzing naar het Loofhuttenfeest, als het volk Israel de bevrijding uit Egypte viert en dan tijdens dat feest in hutten of tenten wonen. We worden opgenomen in die eeuwige tenten wanneer de mammon er niet meer is. Waarschijnlijk doelt Jezus hier op het sterven. Als we sterven kunnen we ons geld niet meenemen. Er komt een moment dat we afscheid moeten nemen van onze bezittingen. En daarom is investeren in je eigen welvaart niet verstandig. In onze samenleving wordt het de normaalste zaak gevonden als iemand z n hele leven krom ligt voor een huisje op de hei als je gepensioneerd bent. Je ontziet jezelf een heleboel om later te kunnen genieten. Maar je weet niet zeker of je zo oud wordt, en je weet heel zeker dat je dat huisje op de hei niet kan meenemen naar de nieuwe aarde. Waar investeren we in, dit leven of het toekomende leven? 3

Natuurlijk bedoelt Jezus hier niet te zeggen dat we door geld te geven ons verzekeren van een plekje in de hemel. Die plekjes zijn niet te koop. Die zijn te geef. Jezus heeft je kaartje betaald aan het kruis van Golgotha. Maar Jezus zegt hier wel dat we ons geld en bezit, wat op zich niet slecht is, maar zodra we het aanwenden alleen voor eigen genot een afgod wordt, mogen gebruiken om vrienden te krijgen. Hij doelt hier op het geven aan de armen. Vandaar ook dat die gelijkenis of misschien wel geschiedenis van die arme Lazarus meteen aansluitend wordt verteld. Ik weet niet hoe dat met u of jou is, maar hebt u er wel eens zo over nagedacht. Als ik geld geef aan mijn noodlijdende medemens, dan maak ik daar vrienden mee. Stel u voor dat u, straks op de nieuwe aarde, iemand tegen komt, wiens honger is gestild dankzij uw giften voor stichting Tear bijvoorbeeld. Of stel u voor dat u iemand ontmoet op de nieuwe aarde, die mede dankzij uw giften is afgekickt op de Hoop en daar tot geloof is gekomen. Dan hebt u met uw geld geïnvesteerd in de eeuwigheid en ook vrienden gemaakt voor het leven. Het eeuwige leven zelfs. Geldbesteding en christen-zijn heeft dus alles met elkaar te maken. Let er wel op dat nergens in de Bijbel rijkdom als zodanig veroordeeld wordt. In het Oude Testament wordt rijkdom zelfs vaak gezien als een teken dat iemand door God gezegend wordt vanwege zijn trouw aan God. Denk maar aan mensen als de aartsvaders Abraham, Izaäk en Jacob, aan David en Salomo. Wat wel wordt veroordeeld is het hunkeren naar rijkdom, en het valse vertrouwen dat mensen op rijkdom kunnen stellen. Rijkdom en geld komen dan in de plaats van God. God wil dus niet dat je gericht bent op geld, en dat je je zekerheid ophangt aan geld of bezit of hebzuchtig bent. Integendeel, je hart moet volkomen uitgaan naar God, naar Zijn Koninkrijk. De andere dingen waar mensen zich doorgaans druk over maken, daar moet je helemaal niet mee bezig zijn. God zorgt voor ons. Dat betekent wel een hele omkeer in ons denken. Als Paulus schrijft dat we tevreden moeten zijn met onderhoud en onderdak, en als Jezus zegt dat we niet bezig moeten zijn met kleding en eten, dan staat dat haaks op de huidige cultuur. Die cultuur is immers voortdurend en op allerlei manieren bezig om je andere waarden voor te houden, zoals het belang van geld en van valse zekerheden. De cultuur en de mensen om ons heen spelen eigenlijk voortdurend in op onze verlangens, onze hoogmoed, ons egoïsme en ons egocentrisch zijn. Als je tijdschriften leest, moet je eens opletten hoeveel ruimte in 4

beslag genomen wordt door zaken als uiterlijk, eten en drinken, wonen, vakanties, enz. Dat is de gerichtheid van de wereld. De Bijbel roept op tot een heel andere gerichtheid. Ook al wil je niet gericht zijn op en in beslag genomen worden door geld of goed, je hebt er mee te maken. God heeft ons immers, de één meer dan de ander, wel bezit toevertrouwd. Hoe wil Hij dan dat je daarmee omgaat? Daarover geeft de Bijbel ook duidelijke aanwijzingen, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament. Zie daarvoor o.a. Draag de rijken van deze wereld op niet hoogmoedig te zijn en hun hoop niet in zoiets onzekers te stellen als rijkdom, maar op God, die ons rijkelijk van alles voorziet om ervan te genieten. ( 1 Timotheus 6:17-19) Hoort u dat, Paulus noemt ons bezit onzeker en dat God voorziet is zeker! Dat is werkelijk een andere manier van denken. Je bezit mag je zien als werkkapitaal om anderen mee te dienen; niet als iets om je op te beroemen of om je zekerheden aan te ontlenen. God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf geeft de richtlijn voor ons omgaan met bezit. Hoe zit het met de tienden? God had Zijn volk Israël opgedragen een tiende deel van hun inkomsten af te dragen voor Zijn dienst. We lezen daarover o.a. in Leviticus 27:30-33. De tienden waren bestemd voor de dienst in de tempel, voor het inkomen van de Levieten, en voor de vreemdelingen, de weduwen en de wezen, mensen die door omstandigheden hulp nodig hadden. Deze tienden waren tegelijkertijd een teken dat in feite alles van God was. God was eigenaar van het land (Leviticus 25:23) zowel als van het volk. Het geven van de tienden zou je kunnen vergelijken met de huur of pacht die men de eigenaar van een land betaalt. Zo zijn de eerste opbrengsten en de tienden een teken dat God eigenaar is van alles. Als het volk nalaat een tiende te brengen, dan worden ze ernstig vermaand. Dat wordt door Maleachi stelen van God genoemd! (Maleachi 3:8-12) Opmerkelijk is dat Jezus de Farizeeën berispt omdat ze wel de tienden gaven (zelfs van de keukenkruiden) maar hun hart niet aan God toewijdden (Lucas 11:42). Dat laat het verband zien tussen het brengen van de tienden en de toewijding aan God van het hele leven. In het Nieuwe Testament lezen we geen voorschrift over het brengen van tienden. Nergens wordt het als een wet voorgeschreven aan de gemeente. Maar waar het tiende deel in het Oude Testament een beeld van was, wordt heel duidelijk geleerd in 5

het Nieuwe Testament. Namelijk: alles behoort aan God en dat is de richtlijn in geven voor de dienst van God. Als je zoekt naar een tekst waar dit letterlijk staat, dan zul je die niet vinden. Deze richtlijn geeft echter het principe van de Bijbel weer, dat wij en ons hele leven Gods eigendom zijn. Als we belijden een slaaf van God te zijn, dan zeggen we daarmee ook dat alles wat ons toebehoort, van God is. Een slaaf heeft per definitie geen eigen bezit. God heeft ons gekocht en betaald, we zijn Zijn eigendom, samen met alles wat we bezitten. Ik kan God niet afkopen met 10 % van mijn inkomsten en de rest beheren alsof het alleen van mij is. Als Jezus zegt zoek eerst mijn Koninkrijk dan bepaalt Hij daarmee onze prioriteit, ook wat betreft ons bezit. De heffing van de tienden is dus geen nieuwtestamentisch gebod. Uit praktisch oogpunt is het natuurlijk prima om als richtlijn iedere maand een tiende van je inkomen af te staan voor het werk van God. Dat kan dan het beste op regelmatige basis gebeuren (1 Kor.16:2 elke eerste dag van de week), en op het moment dat het geld binnenkomt. Als je dit doet, zal je ervaren dat God zijn belofte waar maakt, en ervoor zorgt dat je er niet door te kort komt. Het geven van tienden moet echter niet wettisch worden. Heel je bezit is van God, en zo mag je er ook mee omgaan. De onrechtvaardige rentmeester dacht na hoe hij zijn geld kon gebruiken om zijn aardse toekomst veilig te stellen. Op dezelfde manier mogen wij rechtvaardige rentmeesters zijn, maar dan om te investeren in onze eeuwige toekomst. Johannes de Heer 166 zegt het treffend: Niets is hier blijvend, alles hoe schoon ook zal eenmaal vergaan. Maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus Dat houdt zijn waard en zal blijven bestaan! Amen September 2010 G.P. Hartkamp Wapenveld 6