AX Gebruiksaanwijzing

Vergelijkbare documenten
HANDLEIDING MULTIMETER MET AUTOMATISCHE BEREIKKEUZE MODEL TT 201

KABELTESTER en DIGITALE MULTIMETER. Turbotech TT1015

Digitale multimeter 700b

DVM830L -- Digitale Mini Multimeter

Digitale multimeter van handpalmformaat Model: A / A / A

DVM345DI -- DIGITALE MULTIMETER

DCM97K -- Digitale Multimeter (DMM) met afneembare AC Stroomtang

DCM267 DIGITALE STROOMTANG

GEBRUIKSAANWIJZING ZELFINSTELLENDE MULTIMETER HU201

Digitale multimeter handpalmformaat Model: A/ A/ A

LCR METER. Turbotech TT9930

AX-160IP - DIGITALE MULTIMETER MET TOUCHSCREEN - GEBRUIKSAANWIJZING

Digitale multimeter Model: en

GEBRUIKSAANWIJZING Pen Multimeter PCE-TT 3

GEBRUIKSAANWIJZING LAN-tester PCE-LT 2

Deze multimeter werd ontworpen onder de IEC voorschriften betreffende elektronische meetinstrumenten volgens CAT II en pollution 2.

2 in 1: Kabeldetector & Multimeter. Model: Turbotech TT1014

DIGITALE STROOMTANG - KEW SNAP MODEL 2017/2027RMS voor het meten van wisselstroom. Klauwen. Klauwopener. Bereikkeuzeschakelaar. Veiligheidsarmband

Digitale Multimeter / Digital Multimeter NI80. Handleiding / Manual

DIGITALE AARDINGSWEERSTANDMETER HANDLEIDING MODEL TURBOTECH DT5300

Gebruikershandleiding. 400A AC/DC Stroomtang. Model MA220

ISOLATIEMETER. Turbotech TT5503 VEILIGHEIDSINFORMATIE

INSULATION TESTER UT501A

AX-595 Digitale meter - Gebruiksaanwijzing

AX-7020 Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Digitale Stroomtang UT203/204

Digitale Multimeter / Digital Multimeter NI 63. Handleiding / Manual

DVM 68 LCD Auto Range Digital Multimeter

AX-C Inleiding. 2. Veiligheidsinformatie

DVM1090 DIGITALE MULTIMETER

Digitale stroomtang Model: &

GEBRUIKSAANWIJZING AC/DC Ampèretang PCE-DC 41

Gebruiksaanwijzing. 2in1 LAN Tester & Multimeter. Model: LA-1011

Digitale stroomtang Model:

DIGITALE MULTIMETER. TURBOTECH TT234B Handleiding CE CAT II 600V

TT 965 DIGITALE POCKET MULTIMETER TRMS HANDLEIDING

DIGITALE AC STROOMTANG KEWTECH KT200. Data Hold schakelaar. COM aansluitklem

DC+AC TRMS WATTMETER-STROOMTANG TURBOTECH TT3348

DVM841 HANDLEIDING DIGITALE MULTIMETER COUNTS CAT. II 500 V / CAT. III 300 V

TT918 COMPACTE DIGITALE MULTIMETER MET AUTO RANGING. Handleiding

Gebruikershandleiding Digitale Stroomtang UT201/202

Gebruikershandleiding. Mini digitale multimeter Model MN15

Inhoudsopgave handleiding Kyoritsu 1009

73 Series III Multimeter

HANDLEIDING DIGITALE AUTORANGING MULTIMETER MODEL TURBOTECH TT9915

AX-C Inleiding. 2. Veiligheidsinformatie

Gebruikershandleiding Digitale Stroomtang UT200A/B

HANDLEIDING AUTORANGING MULTIMETER TURBOTECH TT9912

+31 (0) E:

GEBRUIKSAANWIJZING Multimeter PCE- 123

Digitale multimeter. Inhoud: INLEIDING. Beschrijving van het product

Digitale bench-multimeter Model:

Gebruikershandleiding Compacte Digitale Hobby Multimeter UT33B/C/D

True RMS Digitale Multimeter Model:

LCD Multifunctionele Spanningstester Model VT30

HANDLEIDING STROOMTANG FINEST 121

Gebruikershandleiding. Mini multimeter met Contactloze Voltage Detector. Model EX330

Gebruiksaanwijzing ITC-455 Pagina 1

GEBRUIKSAANWIJZING Multimeter PCE- DC 1

TT361 AC DIGITALE STROOMTANG Handleiding

TT362 AC/DC DIGITALE STROOMTANG Handleiding

77/75/23/21 Series III Multimeter

GEBRUIKSAANWIJZING DIGITALE MULTIMETER PCE-EM

DIGITALE MULTIMETER MET AC/DC STROOMTANG

TT363 COMPACTE DIGITALE TRMS AC/DC STROOMTANG Handleiding

ELEKTRISCHE TESTER APPA A7. Controleer bij levering of de verpakking volledig is, t.t.z.

GEBRUIKSAANWIJZING Ampèremeter PCE-CM 4

Fluke 170-serie True-RMS digitale multimeters

ProfiScale MULTI Multimeter

Gebruikershandleiding Moderne 4½ Digit Multimeter UT50E

+31 (0) E:

ongeveer. 500g (incl. batterij en holster) Nauwkeurigheid is ± (% van uitlezing + nummer in laatste cijfer) bij 23 ± 5 C, < 75 % RH

HANDLEIDING True RMS MULTIMETER MET AUTOMATISCHE BEREIKKEUZE TURBOTECH TT9922

HANDLEIDING KYORITSU MULTIMETER MODEL 1110

Kabeltester en digitale multimeter

Gebruikershandleiding. Mini multimeter met Contactloze Voltage Detector. Model EX310 EXTECH INSTRUMENTEN

Gebruikershandleiding. Fasevolgordetester. Model

AC/DC TRMS STROOMTANG TURBOTECH Model TT3368

Digitale zakmultimeter C.A 703 NEDERLANDS. Gebruiksaanwijzing

Gebruiksaanwijzing RCD-tester PCE-RCD 1

GEBRUIKSAANWIJZING DIGITALE MULTIMETER PCE-EM 886

Gebruiksaanwijzing Mini - Ampèretang PCE-DC3

1. BESCHRIJVING spanningsindicator. voedingsschakelaar. AC uitgangs stopcontact krokodilleklemmen. ventilator 2. VERBINDINGEN

Hoe een multimeter. Leer om een multimeter gebruiken om te testen voltage, weerstand en continuïteit. Geschreven door: Jeff Suovanen

Gebruikershandleiding. Mini multimeter met Contactloze Voltage Detector. Model EX310

Gebruiksaanwijzing PCE-123

T: +31 (0) E:

+31 (0) E:

n i e u w g a m m a Meetapparatuur Electriciteit Turbotech

2500V Digital Insulation Resistance Tester Model:

Gebruikershandleiding. Automatische mini multimeter Model MN16

HANDLEIDING DIGITALE MULTIMETER MET AUTOMATISCHE BEREIKKEUZE. Model 1009 KYORITSU ELECTRICAL INSTRUMENTS WORKS, LTD.

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE WAARSCHUWING

Gebruikershandleiding Standaard Elektronica Multimeters UT39A/B/C

400A AC KLEM METER Model MA200. Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing voor de intelligente digitale tachometer - AX-2236C

DIGITALE STROOMTANG van KYORITSU model 2431

2-in-1 LAN-testapparaat en multimeter Model:

GEBRUIKSAANWIJZING Isolatietester PCE-IT55

op het toestel verwijst de gebruiker naar het overeenkomstig hoofdstuk in de handleiding. Lees alle richtlijnen waar dit symbool

Transcriptie:

1. AX-102 - Gebruiksaanwijzing

2. INLEIDING Gefeliciteerd met de aankoop van de digitale multimeter met handmatige en automatische bereikinstelling AX-102. De toestellen van deze serie werden speciaal ontworpen om een zeer stabiele, betrouwbare en duurzame digitale 3 1/2 multimeter te vervaardigen, uitgerust met een 20 mm LCD-display, waar de meetresultaten gemakkelijk op afgelezen kunnen worden. Deze meters zijn uitgerust met een dubbele A/Domvormer en een circuit dat beschermt tegen overbelasting, waardoor het ideale en duurzame toestellen zijn. Met deze meters kan men de AC/DC-spanning, AC/DC-stroom en weerstand meten, een diodetest en een continuïteitstest uitvoeren, de temperatuur meten, de batterij testen en een contactloze spanningsdetectie uitvoeren. Een correct gebruik en onderhoud van het toestel garanderen jarenlang gebruiksgenot. Om optimaal te profiteren van deze meter, bewaar de handleiding op een gemakkelijk toegankelijke plaats. Maximale meting // 2000 Basisnauwkeurigheid // 0,5% Bereik DC-spanning // 200mV-600V Bereik AC-spanning // 2V-600V Bereik DC-stroom // 200µA-10A Bereik AC-stroom // 200µA-10A Weerstand (W) // 200W-20MW Temperatuur ( ) // -20-750 Temperatuur ( F)// -4 F-1382 F Uitgang van de rechthoek // - NCV (Contactloze spanningsdetectie // Ja LINE (Detectie netwerkkabel) // Ja Diodetest // Ja Continuïteitstest // Ja Verlichting // Ja Resultaat vasthouden op scherm // Ja Automatische uitschakeling voeding // Ja Handmatige bereikaanpassing // - Automatische bereikaanpassing // Ja Voeding // 1.5V x 2 3. VEILIGHEID Deze meters zijn ontworpen volgens de norm IEC1010 voor elektronische meettoestellen, meetcategorie CAT III 600V en vervuilingsgraad 2.

Dit symbool betekent dat men de handleiding moet raadplegen om lichamelijk letsel of schade aan de meter te voorkomen. Aardleiding Hoge spanning Dubbele isolatie Inschakelen voeding OPMERKINGEN: Onjuist gebruik van de meter kan schade aan de meter, elektrocutie, lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig alvorens de meter in gebruik te nemen. Altijd eerst de meetkabels loskoppelen vóór het vervangen van de batterijen of zekeringen. Vóór aanvang van de werkzaamheden controleren of de meetsnoeren en de meter niet beschadigd zijn. Meet geen spanning van meer dan 1000V ten opzichte van de aarding. Wees bijzonder voorzichtig tijdens het uitvoeren van metingen indien de spanning hoger is dan 30V AC RMS of 60V DC. Spanningen hoger dan deze kunnen tot elektrocutie leiden. Vóór de diodetest, continuïteitstest of meting van de weerstand, moeten steeds alle condensatoren ontladen worden en moet de voeding van het circuit afgesloten worden. Om schade aan de meter te voorkomen, overschrijd de maximale ingangswaarden vermeld in de specificaties niet. Gaat u tijdens een lange periode het apparaat niet gebruiken, dan moet u de batterijen eruit halen, om te voorkomen dat deze leegraken.

4. BESCHRIJVING VAN HET FRONTPANEEL 1. LCD-scherm 2. Functie-toets (om een keuze te maken tussen de functies AC-of DC-stroommeting; temperatuur; diodeen continuïteitstest). 3. Toets bereikaanpassing (Schakelen tussen automatische/handmatige bereikaanpassing)

4. Draaiknop 5. 10A-aansluitingen 6. NCV-/lijnindicator 7. Toets voor verlichting 8. Toets om het meetresultaat te stoppen 9. COM-aansluiting 10. VΩmA-aansluiting Opmerking: De steun en de batterijhouder bevinden zich aan de achterkant van de meter. 5. TECHNISCHE SPECIFICATIES 5.1. Algemene specificaties Maximale weergegeven waarde: 2000 Beveiliging tegen overbelasting, bescherming volledig bereik LCD-scherm met verlichting Automatische uitschakeling van de voeding Werktemperatuur: 0 ~40 (32 F~104 F) Omgevingsvochtigheid: <80% RH Opslagtemperatuur: -10 ~60 (14 F~122 F) Opslagvochtigheid: <70% RH Voeding: 2 x 1.5V batterij Afmetingen: 144 x 70 x 32mm Gewicht: circa 200g (inclusief batterij) Accessoires: gebruiksaanwijzing, meetsnoeren, doos, temperatuursonde 5.2. Meetspecificaties 5.2.1. Nauwkeurigheid ±(% van de uitlezing + het aantal digits), garantie: 12 maanden Omgevingstemperatuur: 18 ~28 ; vochtigheid: 80% 5.2.2. DC-spanning Bereik//Resolutie/Nauwkeurigheid 200mV//100mV//±(0.5% van de uitlezing + 2 digits) 2V//1mV//±(0.5% van de uitlezing + 3 digits) 20V//10mV//±(0.8% van de uitlezing + 3 digits)

200V//100mV// 500V//1V//±(0.8% van de uitlezing + 5 digits) Bescherming tegen overbelasting: Bereik 200mV - 250V DC of 250V AC RMS Andere bereiken - 600V DC of 600V AC RMS 5.2.3. AC-spanning Bereik//Resolutie/Nauwkeurigheid 2V//1mV//±(1.0% van de uitlezing + 10 digits) 120V//10mV//±(1.0% van de uitlezing + 10 digits) 200V//0.1V//±(1.0% van de uitlezing + 10 digits) 500V//1V//±(1.0% van de uitlezing + 10 digits) 600V//1V//±(1.0% van de uitlezing + 10 digits) Bescherming tegen overbelasting: 600V DC of 600V AC RMS Frequentiebereik: 40~400Hz 5.2.4. DC-stroom Bereik//Resolutie/Nauwkeurigheid 200µA//0.1µA//±(1.0% van de uitlezing + 5 digits) 2mA//1µA//±(1.0% van de uitlezing + 5 digits) 20mA//10µA//±(1.0% van de uitlezing + 5 digits) 200mA//100µA//±(2.0% van de uitlezing + 5 digits) 2A//1mA//±(3.0% van de uitlezing + 5 digits) 10A//10mA//±(3.0% van de uitlezing + 5 digits) Bescherming tegen overbelasting: zekering F200mA/250V Geen zekering voor 10A-bereik 5.2.5. AC-stroom Bereik//Resolutie/Nauwkeurigheid 200µA//0.1µA//±(1.8% van de uitlezing + 5 digits) 2mA//1µA//±(1.8% van de uitlezing + 5 digits) 20mA//10µA//±(1.8% van de uitlezing + 5 digits) 200mA//100µA//±(2.5% van de uitlezing + 5 digits) 2A//1mA//±(3.0% van de uitlezing + 5 digits) 10A//10mA//±(3.0% van de uitlezing + 5 digits) Bescherming tegen overbelasting: zekering F200mA/250V Geen zekering voor 10A-bereik

5.2.6. Weerstand Bereik//Resolutie/Nauwkeurigheid 200Ω//0.1Ω//±(1.0% van de uitlezing + 2 digits) 2kΩ//0.001kΩ//±(1.0% van de uitlezing + 2 digits) 20kΩ//0.01kΩ//±(1.0% van de uitlezing + 2 digits) 200kΩ//0.1kΩ//±(1.0% van de uitlezing + 2 digits) 2MΩ//0.001MkΩ//±(1.0% van de uitlezing + 2 digits) 20MΩ//0.01MΩ//±(1.0% van de uitlezing + 2 digits) Bescherming tegen overbelasting: 250V DC of 250V AC RMS Maximale nullastspanning: <3.2V 5.2.7. Diode- en continuïteitstest Bereik//Functie // Geeft de geschatte spanningsval over de diode in doorlaatrichting weer // De geïntegreerde zoemer gaat af wanneer de weerstand kleiner is dan 70Ω±30Ω 5.2.8. Temperatuur Bereik//Resolutie/Nauwkeurigheid -20 ~ 750 //1 //±(1.0% van de uitlezing + 2 digits) -4 F ~ 1832 F//1 F//±(1.0% van de uitlezing + 2 digits) Bescherming tegen overbelasting: 250V DC of 250V AC RMS 6. INSTRUCTIES M.B.T. HET UITVOEREN VAN METINGEN 6.1. Meting van AC- en DC-spanning Elektrocutiegevaar. Hoogspanningscircuits, zowel AC als DC, zijn zeer gevaarlijk en alle metingen binnen deze circuits moeten met uiterste voorzichtigheid worden uitgevoerd. Om elektrocutie en/of beschadiging van het toestel te voorkomen, mogen geen metingen worden uitgevoerd van spanningen boven de 600V DC. Om elektrocutie en/of beschadiging van het toestel te voorkomen, mag er geen waarde van meer dan 600V DC tussen de gemeenschappelijke aansluiting en de aarding worden opgegeven. 1) Zet de draaiknop op de positie van de spanningsmeting (V / V~) 2) Sluit de banaanplug van het zwarte meetsnoer aan op de negatieve COM-aansluiting en de banaanplug van het rode meetsnoer op de positieve V/ΩmA-aansluiting. 3) Plaats de meetpunt van het zwarte meetsnoer tegen de negatieve kant van het circuit en de meetpunt

van het rode meetsnoer tegen de positieve kant van het circuit. 4) Lees het meetresultaat van de spanning van het LCD-scherm af. De polarisatie van het rode meetsnoer wordt aangeduid samen met het meetresultaat van de DC-spanning. LET OP: Het display kan instabiel zijn, vooral bij lage spanningen, zelfs wanneer de meetsnoeren niet aan de meetaansluitingen werden verbonden. Als u vermoedt dat het resultaat van de meting niet correct is, kortsluit de V/ΩmA- en COM-aansluitingen, en vergewis u ervan dat er op het LCD-scherm een nulwaarde verschijnt. 6.2. Stroommetingen Om beschadiging van de meter te voorkomen, controleer de zekering alvorens te beginnen met de stroommeting. Gebruik voor alle stroommetingen de juiste aansluitingen, functies en het juiste bereik. Laat nooit toe dat er aan de ingang een potentieel van meer dan 250V ten opzichte van de aarding verschijnt. Sluit de meetsnoeren niet parallel aan op het circuit of het element wanneer de meetsnoeren aangesloten zijn aan de stroommeetaansluitingen. 1) Sluit de voeding van het gemeten circuit af en ontlaad alle zich erin bevindende condensatoren, zet vervolgens de draaiknop op de positie stroommeting. 2) Sluit de banaanplug van het zwarte meetsnoer aan op de negatieve COM-aansluiting en sluit, voor stroommetingen met een waarde tot 200mA, de banaanplug van het rode meetsnoer op de positieve aansluiting ma aan of sluit, voor stroommetingen met een waarde van 200mA tot 10A, de banaanplug van het rode meetsnoer aan op de positieve aansluiting 10A. 3) Sluit het gemeten circuit af en sluit het zwarte meetsnoer aan op de negatieve kant van het circuit en het rode meetsnoer op de positieve kant van het circuit. 4) Zet de voeding van het gemeten circuit aan en lees het meetresultaat van het LCD-scherm af. Indien het symbool OL op het scherm verschijnt, betekent dit dat het meetbereik werd overschreden en een hoger bereik gekozen moet worden. 5) Sluit de voeding van het gemeten circuit af en ontlaad alle condensatoren. Koppel vervolgens de meetinstrumenten van het circuit af en sluit het circuit aan zodat deze in zijn oorspronkelijke staat gebracht wordt. 6) Zet de draaiknop op de positie A~, om een meting uit te voeren van de AC-stroom. 6.3. Diode- en continuïteitstest

Om elektrocutie te voorkomen, sluit de voeding van het gemeten circuit af en ontlaad alle condensatoren alvorens te beginnen met de diodetest. 1) Zet de draaiknop in de positie 2) Sluit de banaanplug van het zwarte meetsnoer aan op de negatieve COM-aansluiting en de banaanplug van het rode meetsnoer op de positieve V/ΩmA-aansluiting. Voor de serie HK48, druk op de toets SEL, om te schakelen tussen diodetest/continuïteitstest. 3) Sluit het rode meetsnoer aan op de anode van de diode en het zwarte meetsnoer op de cathode van de diode. Op het scherm verschijnt de geschatte spanningsval over de diode in de doorlaatrichting, de omgekeerde meting zou op de OL moeten verschijnen. 4) Plaats de meetpunten tegen het gemeten circuit of de gemeten kabel, waarvan u de continuïteit wenst te meten. De maximale waarde van de gemeten weerstand wordt op het scherm weergegeven. Indien de weerstand minder dan 70Ω±30Ω bedraagt, maakt de meter een geluid. LET OP: Om een diode te testen in het circuit, moet deze de spanningsval aangeven; bij metingen in sperrichting kan dit echter verschillende resultaten opleveren afhankelijk van de weerstand van de andere netwerken tussen de meetpunten. Om elektrocutie te voorkomen, mag men nooit een continuïteitstest uitvoeren in een circuit onder spanning. 6.4. Meting van de weerstand Om elektrocutie te voorkomen, sluit de voeding van het gemeten circuit af en ontlaad alle condensatoren alvorens te beginnen met de weerstandsmeting. Verwijder alle batterijen en sluit de stroomkabels af. 1) Zet de draaiknop op het gewenste bereik voor de weerstandsmeting. 2) Sluit de banaanplug van het zwarte meetsnoer aan op de negatieve COM-aansluiting en de banaanplug van het rode meetsnoer op de positieve V/ΩmA-aansluiting. 3) Plaats de meetpunten parallel tegen het gemeten circuit of element. Het is aanbevolen één uiteinde van het gemeten component van het circuit los te koppelen, zodat het overgebleven deel van het circuit geen invloed zal hebben op het resultaat van de weerstandsmeting. 4) Lees het meetresultaat van de weerstand van het LCD-scherm af. LET OP: De gemeten waarde van de weerstand die zich in het circuit bevindt zal over het algemeen verschillend zijn van de nominale waarde van de weerstand, aangezien de meetstroom van de meter door alle mogelijke verbindingen tussen de meetpunten stroomt. Om de hoogste nauwkeurigheid te garanderen bij metingen van kleine weerstanden, moet men de meetpunten kortsluiten vóór het uitvoeren van de juiste meting. De gemeten waarde van de weerstand van de meetsnoeren moet hiervan worden afgetrokken.

Bij het meten van grote weerstanden kan het enkele seconden duren alvorens de resultaatweergave stabiliseert. Indien de meetsnoeren aan geen enkel circuit aangesloten zijn, zal de meter OL aangeven, wat duidt op een overschrijden van het meetbereik. 6.5. Temperatuurmeting Om elektrocutie te voorkomen, mogen geen temperatuurmetingen worden uitgevoerd indien de waarde van de spanning aan de ingang meer bedraagt dan 36V DC of 36V AC RMS. 1) Zet de draaiknop op de positie F, op het LCD-scherm verschijnt de waarde van de omgevingstemperatuur. 2) Sluit de temperatuursonde aan op de ingangsaansluiting, sluit de rode plug van de temperatuursonde aan op de aansluiting Ω F en de zwarte plug van de temperatuursonde op de COM-aansluiting, waarbij u let op het behoud van de juiste polarisatie. 3) Plaats het uiteinde van de meetsonde tegen het element waarvan u de temperatuur wenst te meten en houd het op die plaats totdat de resultaatweergave op het scherm stabiliseert. 4) Lees het meetresultaat van het LCD-scherm af. 5) Druk op de toets SEL, om meeteenheid of F te kiezen 6.6. NCV (Contactloze spanningsdetectie) Door externe verstorende bronnen kan deze functie verkeerde resultaten m.b.t. gemeten spanningen genereren, deze resultaten moet men als louter informatief beschouwen. Zet de draaiknop op de positie NCV en plaats het bovenste deel van de meter tegen het gemeten circuit, het LED-lichtje begint te knipperen en er zal een geluidssignaal hoorbaar zijn. LET OP: Het resultaat van de contactloze meting van de spanning is louter informatief, men dient zich niet ENKEL daarop te baseren bij het meten van de spanning. Door externe verstorende bronnen kan deze functie verkeerde resultaten m.b.t. gemeten spanningen genereren, deze resultaten moet men als louter informatief beschouwen. Zet de draaiknop op de positie NCV en plaats het bovenste deel van de meter tegen het gemeten circuit, het LED-lichtje begint te knipperen en er zal een geluidssignaal hoorbaar zijn. LET OP: Het resultaat van de contactloze meting van de spanning is louter informatief, men dient zich niet ENKEL daarop te baseren bij het meten van de spanning. Het meten van de spanning kan verstoord worden door de constructie van de aansluiting, de dikte van de

isolatie en andere variabele omstandigheden. Externe verstorende bronnen zoals zaklampen, motoren etc. kunnen leiden tot verkeerde meetresultaten van de spanning. 6.7. Test LINE (Kabels onder spanning herkennen) Zet de draaiknop op de positie LINE, sluit het zwarte meetsnoer aan op de COM-aansluiting en het rode meetsnoer op de aansluiting VΩmA, houd het geïsoleerde deel van het zwarte meetsnoer vast en raak het gemeten circuit niet aan; plaats het rode meetsnoer tegen de kabel onder spanning, de zoemer van de meter zal afgaan en een rood LED-lichtje zal beginnen knipperen. Na het aansluiten van het zwarte meetsnoer op de aarding, zal de zoemer niet meer afgaan en het LED-lichtje niet knipperen. LET OP: Indien er in het circuit een grote lekstroom is (boven de circa 15V), zal zelfs indien het rode meetsnoer tegen de ader van de aarding geplaatst wordt, de zoemer van de meter afgaan en het LED-lichtje knipperen. 6.8. Verlichting van het scherm Druk de toets gedurende 1 à 2 seconden in om de verlichting van het scherm aan of uit te zetten. Na 10 seconden gaat de verlichting automatisch uit. 7. ONDERHOUD 7.1. Om elektrocutie te voorkomen, sluit de meetsnoeren af van alle spanningsbronnen alvorens het achterste deksel van de batterijhouder en de zekering te verwijderen. Om elektrocutie te voorkomen, gebruik de meter niet wanneer het deksel van de batterijhouder en de zekering verwijderd of niet aangeschroefd zijn. 7.2. Installatie van de batterij Om verkeerde metingen te voorkomen, vervang de batterij onmiddellijk wanneer op het scherm het batterijsymbool verschijnt. 1) Sluit de voeding van de meter af en koppel de meetsnoeren af. 2) Open met behulp van een schroevendraaier het deksel van de batterijhouder dat zich achteraan de meter bevindt.

3) Plaats de batterij in de aansluitend, lettend op de juiste poralisatie. 4) Plaats het deksel van de batterijhouder terug en draai het vast met een schroevendraaier. 7.3. Vervangen van de zekering 1) Sluit de voeding van de meter af en koppel de meetsnoeren af. 2) Haal het deksel van de batterijhouder eraf en verwijder de batterijen uit de meter. 3) Draai de schroeven aan de achterkant van de meter los. 4) Verwijder voorzichtig de oude zekering en monteer de nieuwe zekering in de aansluiting. Monteer de achterkant van de meter, de batterijen en het deksel van de batterijhouder en schroef vast.