PROTOCOL 11. Administratieve overeenstemming met de Oostenrijkse Republiek. Besluit



Vergelijkbare documenten
PROTOCOL 10. Verschillende landen hebben het model van de genoemde bewijzen gewijzigd.

PROTOCOL 21. Erkenning van buiten de Rijnoeverstaten geldende bewijzen

PROTOCOL 3. Instelling en werkwijze van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart CESNI. Besluit

Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR)

47876 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART RV (14) 11 RV/G (14) 26 JWG (14) februari 2014 Or. en fr/de/nl/en. Uniforme technische standaarden

Administratieve Overeenstemming over de Samenwerking voor de Wederzijdse Erkenning van Dienstboekjes

RICHTSNOEREN OVER DE REGLEMENTAIRE WERKZAAMHEDEN VAN DE CCR. Artikel 1. Doel en strekking van het besluit

Verdrag tot afschaffing van het vereiste van legalisatie van buitenlandse openbare akten

- krachtens artikel 16, eerste lid, van verordening (EG) nr. 883/2004; De voor deze overeenkomst bevoegde autoriteiten zijn,

VOORJAARSZITTING 2005 AANGENOMEN BESLUITEN (2005-I)

Als gelijkwaardig erkend vaarbevoegdheidsbewijs

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

Europees Comité voor de opstelling van standaarden in de binnenvaart (CESNI) HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERNE REGELS

Europees Comité voor de opstelling van standaarden in de binnenvaart (CESNI) Huishoudelijk Reglement

CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART REGLEMENT BETREFFENDE DE PATENTEN VOOR DE SCHEEPVAART OP DE RIJN. (Patentreglement Rijn)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25

Internationale technische regelgeving binnenvaart. Wie doet wat?

DIENSTINSTRUCTIE Nr. 5. Opleidingen en documenten voor het veiligheidspersoneel aan boord van passagiersschepen Hoofdstuk 5

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN. het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart

Rijnvarenden: overeenkomst m.b.t. toepasselijke wetgeving

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

PROTOCOL 10. Besluit. op voorstel van haar Comité Sociale zaken, arbeidsomstandigheden en beroepsopleiding,

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PROTOCOL 16. Besluit. ter bespoediging van de inwerkingtreding van de richtlijnen volgens artikel 1.05 van bovengenoemd reglement,

Vaarbewijzen. Vragen:

ANNEX BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Finale voorstel voor een hoofdstuk 19 traditionele vaartuigen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3668/1/03 REV 1 MAR 117 SOC 348 CODEC 1193 OC 575

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

INFORMATIEBLAD OVER DE ES TRIN PROCEDURE VOOR ONTHEFFINGEN EN GELIJKWAARDIGHEDEN VAN DE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VAN VOOR SPECIFIEKE VAARTUIGEN

Inwerkingtreding van het «Afvalstoffenverdrag»

Voorstel voor een. VERORDENING (EG) nr. /.. VAN DE COMMISSIE van [ ]

ANNEX BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad

Toelichting. I. Algemeen. 1. Inleiding

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Onder afhankelijke gezinsleden wordt verstaan:

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

'-,. \ d f-economische Raad

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

7107/15 JVS/jvc DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7107/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0049 (NLE)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 30 april 2009 (OR. en) 5556/09 ADD 1 ACP 22 WTO 19 COAFR 27 RELEX 54

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1993 Nr. 44

Recente ontwikkelingen in het binnenvaartaansprakelijkheidsrecht CLNI Mr. Theresia K. Hacksteiner Secretaris Generaal IVR en EBU

ANNEX BIJLAGE. bij. voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

Richtlijn 2008/126/EG PB L32 gecertificeerd bij L 34 Richtlijn 2009/46/EG PB L 109 Richtlijn 2013/49/EU

(vertaling: nl) Europees Verdrag inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN)

Herziene Rijnvaartakte. van 17 oktober 1868 in de versie van 20 november In werking getreden protocollen

CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART. CLNI/CONF (12) 4 16 juli 2012 Or : de de/fr/nl/en

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Inspectie Verkeer en Waterstaat

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 74

OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

47866 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

4; Patentreglement Rijn. Hfst. 1; Algemene bepalingen

(Voor de EER relevante tekst)

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1965 Nr. 80

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3

8753/1/11 REV 1 yen/pw/rb 1 DRI

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Besluit van. Houdende wijziging van het Rijnvaartpolitiereglement 1995

Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad

7111/15 JVS/mg DGD 1. Raad van de Europese Unie. Brussel, 28 april 2015 (OR. en) 7111/15. Interinstitutioneel dossier: 2015/0048 (NLE)

Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit de Inspectie voor de Gezondheidszorg

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 maart 2002 (18.03) (OR. fr) 7244/02. Interinstitutioneel dossier: 2002/0068 (ACC) LIMITE UD 17

Europees Verdrag ter voorkoming van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing

AB 1996 no.64 KvK 10 MEI 2011 ================================================================

Vaarbewijzen voor de pleziervaart op de Nederlandse binnenwateren na 1 juli 2009

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

TRACTATENBLAD VAN HET

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

SUBSIDIARITEIT. Gelet op artikel 92bis, 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen ;

12. EU-REIZIGERSLIJST voor SCHOOLREIZEN voor NIET-EU SCHOLIEREN

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

e-cmr Protocol Vervoeradres

Transcriptie:

- 55 - PROTOCOL 11 Administratieve overeenstemming met de Oostenrijkse Republiek De Centrale Commissie, Besluit gelet op haar streven de wederzijdse erkenning van de vaarbewijzen te willen bevorderen, onder verwijzing naar het belang dat zij hecht aan een juridisch kader voor de Rijnvaart dat zo eenvoudig, duidelijk en geharmoniseerd mogelijk moet zijn, zoals de lidstaten dat in de Verklaring van Bazel van 16 mei 2006 tot uitdrukking hebben gebracht, handelend overeenkomstig Aanvullend Protocol nr. 7 bij de Akte van Mannheim, gezien het feit dat tot erkenning van het Oostenrijkse vaarbewijs en het radarbevoegdheidsbewijs op de Rijn over kan worden gegaan, beseffende dat het van belang is de erkenning door samenwerking tussen de betrokken overheidsinstanties te begeleiden, beseffende dat het noodzakelijk is de inhoud van de samenwerking in overleg met de bevoegde Oostenrijkse instanties te bepalen, neemt met tevredenheid kennis van de onderhandelingen die het Comité Sociale Zaken, Arbeidsomstandigheden en Beroepsopleiding voor een administratieve overeenstemming met de Oostenrijkse autoriteiten heeft gevoerd, draagt haar Secretaris-Generaal op de bij dit besluit gevoegde en in het Frans, Duits, en Nederlands gestelde administratieve overeenstemming namens de CCR te ondertekenen. Bijlage

- 73 - Administratieve overeenstemming over de samenwerking tussen de Centrale Commissie voor de Rijnvaart en het Ministerie van Verkeer, Innovatie en Technologie van de Republiek Oostenrijk inzake vaarbewijzen en radarbevoegdheidsbewijzen De Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) en het Ministerie van Verkeer, Innovatie en Technologie van de Republiek Oostenrijk, strevend naar een vereenvoudiging van de verplichtingen van het bedrijfsleven en een vergemakkelijking van het vrije verkeer van de bemanningsleden, in aansluiting op de bij de Pan-Europese Conferenties van Rotterdam (2001) en van Boekarest (2006) geuite wens, de Pan-Europese samenwerking voor een vrijere en sterkere binnenvaart te bevorderen, vaststellend dat de wederzijdse erkenning van vaarbewijzen en radarbevoegdheidsbewijzen aan samenwerkingsmechanismen tussen de Rijnvaartautoriteiten en de Oostenrijkse autoriteiten gekoppeld moet worden, in het bijzonder om op middellange termijn de gelijkwaardigheid van de bewijzen te waarborgen, gemeenschappelijke praktijken te ontwikkelen en betrouwbare systemen voor de informatie-uitwisseling tot stand te brengen, komen het volgende overeen: Artikel 1 Wederzijdse erkenning 1. De CCR heeft een besluit aangenomen waarin bepaald is dat het Oostenrijkse Kapiteinspatent vanaf 1 oktober 2011 op de Rijn als geldig wordt erkend, indien aan de volgende aanvullende voorwaarden is voldaan: - de houder dient voor de vaart op het riviergedeelte tussen Iffezheim en het Spijksche Veer een bewijs voor riviergedeelten conform bijlage D3 van het Reglement betreffende het Scheepvaartpersoneel op de Rijn over te leggen, - de houder moet vanaf het bereiken van de leeftijd van 50 jaar een bewijs van lichamelijke en geestelijke geschiktheid conform bijlage B3 van het Reglement betreffende het Scheepvaartpersoneel op de Rijn overleggen, dat volgens de door dat reglement voorgeschreven modaliteiten moet worden verlengd. De bevoegde Oostenrijkse autoriteit erkent de geldigheid van het Grote Patent op alle Oostenrijkse waterwegen, zodra aan de volgende aanvullende voorwaarde is voldaan:

- 74 - - voor de vaart op de riviergedeelten van de Donau die in bijlage 1 vermeld staan, moet door de houder een door de bevoegde Oostenrijkse autoriteit afgegeven bewijs overeenkomstig bijlage 2 worden overgelegd waaruit blijkt dat hij/zij op het desbetreffende riviergedeelte acht vaarten stroomafwaarts en acht stroomopwaarts heeft afgelegd. 2. De CCR heeft een besluit aangenomen waarin bepaald is dat de door de bevoegde Oostenrijkse autoriteit ter bevestiging van de bekwaamheid voor de radarvaart op het Kapiteinspatent ingeschreven aantekening Radar vanaf 1 oktober 2011 op de Rijn als geldig wordt erkend. De bevoegde Oostenrijkse autoriteit erkent de geldigheid van het Rijnvaart-radarpatent op alle Oostenrijkse waterwegen. Artikel 2 Bevoegde autoriteiten 1. De volgende autoriteiten zijn bevoegd het Grote Patent, het bewijs voor kennis van riviergedeelten om te kunnen varen tussen Iffezheim en het Spijksche Veer, en het radarpatent af te geven: Land B CH D F NL Afgevende autoriteit S.P.F. Mobilité et Transports/ F.O.D. Mobiliteit en Vervoer Direction Générale Transport Terrestre/ Directoraat-Generaal Vervoer Te Land City Atrium rue du Progrès 56/City Atrium Vooruitgangstraat 56 B-1210 Brussel Schweizerische Rheinhäfen Direktion, Postfach, CH-4019 Basel Wasser- und Schifffahrtsdirektion West, Cheruskerring 11, D-48147 Münster Wasser- und Schifffahrtsdirektion Süd, Wörthstrasse 19, D-97082 Würzburg Wasser- und Schifffahrtsdirektion Südwest, Bruckner Straße 2, D-55127 Mainz Wasser- und Schifffahrtsdirektion Ost, Gerhard-Hauptmann-Straße 16, D-39108 Magdeburg (uitsluitend bevoegd voor de afgifte van het Radarpatent) Service de la Navigation de Strasbourg, 14 rue du Maréchal Juin, 67084 Strasbourg CCV, afdeling binnenvaart Postbus 1970 2280 DZ Rijswijk

- 75-2. De bevoegde Oostenrijkse autoriteit voor de afgifte van het Kapiteinspatent, het bewijs overeenkomstig bijlage 2 en de aantekening voor de bekwaamheid voor de radarvaart is: Bundesministerium für Verkehr, Innovation und Technologie Oberste Schifffahrtsbehörde Radetzkystraße 2 A-1030 Wenen 3. De partijen informeren elkaar krachtens artikel 6 van deze overeenstemming onverwijld over elke wijziging in de lijst van bevoegde autoriteiten. Artikel 3 Gemeenschappelijke bijeenkomsten Er worden, indien noodzakelijk, gemeenschappelijke bijeenkomsten met de deskundigen van de CCRlidstaten en de Oostenrijkse Republiek georganiseerd. Aan deze bijeenkomsten kunnen ook deskundigen van de landen waarvan de vaarbewijzen en radarbevoegdheidsbewijzen op de Rijn als geldig zijn erkend, evenals deskundigen van landen en internationale organisaties die de status van waarnemer bij de CCR hebben, deelnemen. Het CCR-secretariaat biedt de logistieke ondersteuning die voor de organisatie van de gemeenschappelijke bijeenkomsten nodig is. Met de gezamenlijke bijeenkomsten wordt in het bijzonder het volgende beoogd: - ertoe bijdragen dat de toekomstige ontwikkelingen en noodzakelijke reglementaire aanpassingen in de verschillende regelgevingen uniform plaatsvinden; - overleg plegen over problemen bij de toepassing van de overeenstemming, bij overtredingen en over mogelijke oplossingen; - de controlemechanismen tussen de landen te coördineren; - de examenmodaliteiten van de beroepskennis in de verschillende landen te vergelijken; - bij te dragen aan de uniformering van de bewijzen. Artikel 4 Gemeenschappelijke bijeenkomst van de examencommissies Er worden regelmatig gemeenschappelijke bijeenkomsten van de voor de Rijnvaart en voor de binnenvaart in Oostenrijk bevoegde examencommissies georganiseerd, teneinde ervaringen uit te wisselen, eventuele toepassingsmoeilijkheden te bespreken en de praktijken van de examencommissies nader af te stemmen. Aan deze bijeenkomsten kunnen ook examencommissies van de landen, waarvan de vaarbewijzen en radarbevoegdheidsbewijzen op de Rijn zijn erkend, evenals examencommissies van landen met een waarnemersstatus bij de CCR, deelnemen.

- 76 - Artikel 5 Informatieverstrekking over intrekking en opschorting van bewijzen en over vaarverboden De bevoegde Rijnvaartautoriteiten en voor de scheepvaart bevoegde Oostenrijkse autoriteit informeren elkaar onverwijld over de intrekking of opschortingen van bewijzen of over een vaarverbod. In eerste instantie zal deze informatie door het secretariaat van de CCR worden doorgegeven. Deze informatie zal met verloop van tijd elektronisch kunnen worden medegedeeld. Artikel 6 Informatie- en afstemmingsplicht in geval van wijziging van de regelgeving De partijen informeren elkaar zo snel mogelijk en onafhankelijk van de gemeenschappelijke bijeenkomsten over wijzigingen en ontwikkelingen die hun regelgevingen betreffen. Alvorens over te gaan tot een besluit, vindt er een onderlinge afstemming tussen de partijen plaats om te vermijden dat een wijziging de gelijkwaardigheid van beide regelgevingen in het geding zou brengen. In voorkomend geval brengen de partijen onverwijld de gewijzigde regelgeving ter kennis, met vermelding van de datum van inwerkingtreding. Artikel 7 Einde van de wederzijdse erkenning 1. Wanneer, ten gevolge van een wijziging van een voorschrift één van de partijen van mening is dat de voorwaarden voor het verkrijgen van vaarbewijzen of van radarbevoegdheidsbewijzen niet meer gelijkwaardig zijn, kunnen de partijen bijeenkomen teneinde in overleg een oplossing te zoeken, zodat de wederzijdse erkenning van de betrokken bewijzen kan worden behouden. 2. Mocht na het overleg één van de partijen nog steeds van mening zijn dat de reglementen niet meer gelijkwaardig zijn, kan het besluit ter wederzijdse erkenning van de betrokken bewijzen worden opgeheven. Dat besluit wordt twaalf maanden nadat de andere partij daarvan in kennis is gebracht, van kracht. Artikel 8 Slotbepalingen 1. Deze overeenstemming treedt op 1 oktober 2011 in werking. 2. Elk van de overeenkomstsluitende partijen kan deze overeenstemming door een schriftelijke kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij opzeggen. De opzegging wordt twaalf maanden na ontvangst van de kennisgeving door de andere partij van kracht.

- 77-3. Deze overeenstemming is geen internationaal verdrag of internationale overeenkomst die voor de Republiek Oostenrijk als staat of voor de CCR als internationale organisatie internationale aansprakelijkheid met zich meebrengt. 4. Een originele versie van de overeenstemming, waarvan de Duitse, Franse en Nederlandse tekst gelijkelijk authentiek zijn, wordt bij de Secretaris-Generaal van de CCR en bij het Bondsministerie van Verkeer, Innovatie en Technologie neergelegd. Gedaan te Brussel op 27 mei 2011. Jean-Marie WOEHRLING Secretaris-Generaal Centrale Commissie voor de Rijnvaart Dipl.-Ing. Reinhard VORDERWINKLER Hoge Autoriteit voor de Binnenvaart Ministerie van Verkeer, Innovatie en Technologie van de Republiek Oostenrijk

- 79 - Bijlage 1 Op de Donau Lijst van Oostenrijkse vaarweggedeelten waarvoor specifieke vaarwegkennis vereist is - van Wallsee tot Persenbeug - van Melk tot Altenwörth, - van Wenen-Freudenau tot aan de grens tussen Oostenrijk en Slowakije.

- 80 - Bijlage 2 Model van het Oostenrijkse bewijs van kennis van riviergedeelten GZ. BMVIT-553.068/0009-IV/W1/2011 DVR:0000175 Herrn Max van MUSTERMAN Musterstrasse 37 Rotterdam Betr.: Anerkennung eines Befähigungsausweises gemäß 121 Abs. 1 Schifffahrtsgesetz; Bescheinigung Wien, 1. Jänner 1234 Gebühr entrichtet B e s c h e i n i g u n g über die Anerkennung eines Befähigungsausweises gemäß 121 Abs. 1 des Schifffahrtsgesetzes Das Bundesministerium für Verkehr, Innovation und Technologie, Oberste Schifffahrtsbehörde, bescheinigt hiermit, dass Herr Max van MUSTERMAN, Inhaber eines niederländischen Rheinpatents, die erforderliche Fahrpraxis auf der österreichischen Donau zwischen Strom-km 2223,150 (Passau) und Strom-km 1872,700 (Wolfsthal, Staatsgrenze) absolviert hat und das genannte Rheinpatent daher als Befähigungsausweis für die selbständige Führung von Motorfahrzeugen jeder Art und Größe für die österreichische Donau zwischen Strom-km 2223,150 (Passau) und Strom-km 1872,700 (Wolfsthal, Staatsgrenze) anerkannt wird. Diese Anerkennung ersetzt n i c h t - einen für die österreichisch-slowakische Grenzstrecke (Strom-km 1880,260 bis 1872,700) nach slowakischem Recht erforderlichen Befähigungsnachweis! Für die Bundesministerin: (Name) Amtssignatur Ihr(e) Sachbearbeiter(in): Monika Neuhold Tel.Nr.: +43 (1) 71162 65 5704. E-Mail: monika.neuhold@bmvit.gv.at