Advies. Organisatie BKO en afstemming buitenschoolse activiteiten. Brussel, 1 april 2019

Vergelijkbare documenten
Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Bisconceptnota. Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Advies. Conceptnota tripartite overlegstructuur voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid. Brussel, 26 mei 2015

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen krijgt samen vorm. David Vits Kind en Gezin Ann Lobijn VVSG

Advies. Voorontwerp decreet lokaal sociaal beleid. Brussel, 10 april 2017

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen kleurt lokaal. Samen voor een lokaal gezinsbeleid maart 2017

Advies. Conceptnota opvang van schoolkinderen. Brussel, 12 oktober 2015

Advies. Voorontwerp van decreet betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg. Brussel, 15 oktober 2018

Advies. Brussel, 30 augustus 2018

Advies. BVR kwaliteits- en registratiemodel. Brussel, 1 april 2019

Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen. Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014

Advies bij de conceptnota Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Advies. Voorontwerp van decreet kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR

Advies BVR EVC-GKK. Brussel, 5 maart 2019

Vlaamse Regering keurt voorontwerp decreet Kinderopvang goed

Advies. Voorontwerp van Brusseldecreet. Brussel, 17 september 2018

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

Advies. Onderwijsinspectie 2.0. Brussel, 26 juni 2017

Advies. Onderwijsdecreet XXVII - Volwassenenonderwijs. Brussel, 25 januari 2017

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk

Advies. Voorontwerp decreet geestelijk gezondheid. Brussel, 15 oktober 2018

Decreet van 3 mei 2019 houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten

Over de Conceptnota Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang en vrije tijd van schoolkinderen

Adviesvraag: voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en van de Vlaamse Codex

Advies. Zesde Staatshervorming & diverse bepalingen WSE. Brussel, 27 februari 2017

Advies. Uitrol Duaal Leren. Brussel, 29 mei 2017

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Advies. Regierol gemeenten lokale sociale economie. Brussel, 14 september 2015

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Laat kinderopvang scoren door sport. 6 december 2018 '360 rond Sportparticipatie en Buurtsport Ellen Wendelen

Advies. Implementatie zesde staatshervorming. Brussel, 29 augustus 2016

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

werkveld interview STEFAN DEWICKERE

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie

Sterk door overleg. Adviesfunctie

Contactpersoon Team vergunningen en erkenningen Telefoon Bijlagen 3

Beleidsvisie Sociaal Werk

VVSG #TREFDAGSOCIAAL. De kinderopvang van schoolgaande kinderen kleurt lokaal Ann Lobijn

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Advies. Actieplan droogte en overstromingen. Brussel, 18 februari 2019

Advies. Wijzigingen HBO en hoger onderwijs. Brussel, 12 juni 2017

Advies. EVA Toegankelijk Vlaanderen. Brussel, 29 januari 2018

Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang. Titel I. Algemene bepalingen

Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus

Advies. Reparatiedecreet Vlaamse Codex Fiscaliteit. Brussel, 22 april 2015

Tweede adviesnota. van het STEM-PLATFORM. aan de stuurgroep. donderdag, 12 december Brussel, Koning Albert II - Laan.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Advies. REG stimuleren in woningen. Brussel, 19 oktober 2015

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie.

2 De organisatie geeft aan welke actuele maatschappelijke ontwikkelingen relevant zijn in relatie tot haar missie en visie.

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

Advies. Wijzigingsbesluit strategisch basisonderzoek en FWO-Vlaanderen. Brussel, 29 januari 2018

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Advies. Ervaringsfonds - aanvraagprocedures. Brussel, 6 juli 2015

Krachtlijnen voor opvang en vrije tijd van kinderen

Advies. Modernisering secundair onderwijs: maatregelen basisonderwijs en eerste graad. Brussel, 21 september 2016

over het voorontwerp van decreet betreffende het niet-dringend liggend ziekenvervoer

Advies. Decreet Vlaamse bestuursrechtcolleges. Brussel, 17 juni 2013

Advies. Proefproject LZV s. Brussel, 24 juni Mobiliteitsraad

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht

Advies. Aanwervingsstimulans: perspectief voor langdurig werkzoekenden. Brussel, 12 december 2016

Advies. Actieplan Ondernemend Onderwijs Brussel, 15 februari 2016

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan

Sylvia Walravens. Stafmedewerker Kennisontwikkeling en beleidsondersteuning

Advies. Aanpassing decreten aan Algemene Verordening Gegevensbescherming. Brussel, 12 februari 2018

Advies. Decreet ondersteuning sociale economie. Brussel, 28 september SERV_ADV_ _ondersteuning_soc_economie

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Brussel, 12 november _Advies_wijzigingsdecreet_VLM. Advies. Wijzigingsdecreet VLM

Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING,

Advies. Uitvoeringsbesluiten Rekendecreet

Advies. Activeringsstage. Brussel, 16 januari 2017

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

Advies. Uitbouw hoger beroepsonderwijs. Brussel, 23 mei 2016

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 10 juli 2018;

Advies. Oprichting EVA toelagen gezinsbeleid en vergunning private actoren. Brussel, 30 januari 2017

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING,

Advies. Transitiepremie van werkzoekenden naar ondernemerschap. Brussel, 2 januari 2018

Beoordelingscriteria en procedure voor uitbreidingsronden Kinderopvang Baby s en Peuters Trap 2 subsidies

Advies. Uitbreiding van het tijdelijk project Schoolbank op de werkplek. Brussel, 3 mei 2017

Advies. Ontbinding IWT. Brussel, 19 oktober 2015

Beleidsplanning in Geel. Welke plaats heeft gezondheid in dit geheel?

Advies. Duaal leren in volwassenenonderwijs. Brussel, 21 december 2018

Oproep en aanvraagformulier tot erkenning en subsidiëring als mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode

Over het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod

VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID

VR DOC.1496/1BIS

Briefadvies. Complex Project Tussennota Complex Project Havengebied Antwerpen. Brussel, 24 juli 2018

Beoordelingscriteria en procedure voor uitbreidingsronden Kinderopvang Baby s en Peuters Trap 1 subsidies

Kinderopvang = instrument in strijd tegen kinderarmoede

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC)

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

Advies. Diverse regelingen voor het HBO en het volwassenenonderwijs VR DOC.1134/5. Brussel, 15 september 2016

De werking van het gemeentebestuur vanaf 01/01/2013

Groeipakket, de nieuwe, Vlaamse kinderbijslag

organisatie kan hier bepalen en toelichten of en in welke mate ze een werking ontplooit in een internationale context.

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Transcriptie:

Advies Organisatie BKO en afstemming buitenschoolse activiteiten Brussel, 1 april 2019 SERV_20190401_decreet_organisatie_BKO_en_afstemming_activiteiten_ADV.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be www.serv.be

Voorstel van decreet houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten Advies op eigen initiatief Decretale opdracht: SERV-decreet 7 mei 2004 art. 11 (overlegfunctie) Goedkeuring raad: 1 april 2019 Contactpersoon: Kristel Bogaerts - kbogaerts@serv.be 2

De heer Jo VANDEURZEN Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Ellipsgebouw Koning Albert II-laan 35 bus 90 1030 BRUSSEL contactpersoon ons kenmerk Brussel Kristel Bogaerts SERV_BR_20190401_buitenschoolse_opvang_en_activiteiten 1 april 2019 kbogaerts@serv.be Organisatie van de buitenschoolse opvang en afstemming tussen buitenschoolse activiteiten Mijnheer de minister Het voorliggende voorstel van decreet over de organisatie van de buitenschoolse kinderopvang en de afstemming tussen de buitenschoolse activiteiten heeft de grote ambitie om het diverse veld van buitenschoolse opvang en vrijetijdsactiviteiten beter op elkaar af te stemmen en te laten samenwerken onder regie van de lokale besturen. De SERV reflecteert en adviseert over dit voorstel van decreet op eigen initiatief en gaat vooral in op de verdere operationalisering van dit kaderdecreet. Zijn eerdere advisering over de conceptnota over de krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang en vrije tijd van kinderen werd als basis gebruikt. De SERV vindt het een sterke keuze om pedagogische, sociale en economische doelstellingen met elkaar te verenigen voor alle kinderen. De doelgroep is nu breed en inclusief gedefinieerd met verwijzing naar kwetsbare groepen. Op het vlak van kwaliteitsgaranties in het aanbod en de werking en operationalisering van de lokale regie en de lokale samenwerking geeft de SERV in dit advies bijkomende aandachtspunten en inspiratie. SERV_20190401_decreet_organisatie_BKO_en_afstemming_activiteiten_ADV.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be www.serv.be

Hoogachtend Pieter Kerremans administrateur-generaal Caroline Copers voorzitter 4

Inhoud Inhoud... 5 Krachtlijnen... 6 Advies... 7 1 Situering... 7 2 Kaderdecreet met lokale ambities... 7 3 Kwaliteit voor iedereen, iedereen voor kwaliteit... 9 4 Regiefunctie volgens de regels van de kunst... 10 5 Inspireren is goud waard... 12 5

Krachtlijnen Het voorstel van decreet over de organisatie van de buitenschoolse kinderopvang en de afstemming tussen de buitenschoolse activiteiten heeft de grote ambitie om het diverse veld van buitenschoolse opvang en vrijetijdsactiviteiten beter op elkaar af te stemmen en te laten samenwerken onder regie van de lokale besturen. De SERV reflecteert en adviseert over dit voorstel van decreet op eigen initiatief en gaat vooral in op de verdere operationalisering van dit kaderdecreet. Dit kaderdecreet is duidelijk over de afbakening van de doelstellingen en de doelgroep. Het is een sterke keuze om pedagogische, sociale en economische doelstellingen met elkaar te verenigen voor alle kinderen. De doelgroep is breed en inclusief gedefinieerd met de verwijzing naar kwetsbare groepen. De operationalisering van de kaderdecreet in uitvoeringsbesluiten en op het terrein vraagt evenwel nog een verdere fijnstelling rond de afbakening van de opvang en vrijetijdsinitiatieven. Dat moet duidelijkheid scheppen over deelname aan en de rol in het lokaal samenwerkingsverband en de financiering of subsidiëring van de lokale actoren. De SERV vraagt om op het vlak van kwaliteit verder te gaan dan enkel een kwaliteitslabel voor de kleuteropvang en binnen een regelluwe context minimale en gedifferentieerde kwaliteitsdoelstellingen op te nemen. De kwaliteitsdoelstellingen in het referentiekader worden gedifferentieerd naar de beoogde doelgroep en de functie (nest versus web) die het opvang- of vrijetijdsinitiatief vervult. Voor de uitwerking van de regiefunctie kan verdere inspiratie gehaald worden uit het Decreet Lokaal Sociaal Beleid, waarin belangrijke principes als transparante communicatie, systematisch overleg en democratische inspraak en controle naar voor worden geschoven. Toch zal dat niet voldoende zijn om op het terrein goed maatwerk neer te zetten. De SERV vraagt om een sterk lokaal overlegmodel neer te zetten, met echte inspraak en dialoog en gelijkwaardige gesprekpartners in het lokaal samenwerkingsverband. Om de regierol verder te ondersteunen zijn er ook beroepsprocedures nodig om beslissingen die ingaan tegen de ontwikkelde beleidsdoelstellingen aan te kaarten. De SERV vraagt ook om in te zetten op monitoring en evaluatie op lokaal niveau om het lokaal beleid te onderbouwen en als nodig bij te sturen. De SERV meent dat het belangrijk is om de lokale besturen en de lokale samenwerkingsverbanden op velerlei vlakken te inspireren en te ondersteunen. De raad denkt daar onder andere aan het verder promoten van het concept van de Brede School, het behouden van tewerkstellingskansen voor kortgeschoolden, het verbreden van jobs via samenwerking tussen sectoren en actoren, het inzetten op diversiteit en een sterk lokaal overlegmodel o.a. via participatieve trajecten. Rekening houdend met de timing van dit kaderdecreet stuurt de SERV er op aan om snel werk te maken van de verdere uitrol en uitvoering van dit decreet om zo duidelijkheid te scheppen aan de lokale besturen en de aanbieders van opvang en andere buitenschoolse activiteiten. Daarbij hoort ook duidelijkheid over het nodige en aangekondigde groeipad en de verdeling van de middelen. 6

Advies 1 Situering De voorbereidende Staten-Generaal Opvang en Vrije Tijd van Schoolkinderen met slotcolloquium op 24 april 2014 bracht de basis aan voor de conceptnota over de krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang en vrije tijd van kinderen. Die conceptnota werd op 18 december 2015 goedgekeurd door de Vlaamse Regering. De SERV bracht over een eerdere versie van deze conceptnota advies 1 uit op 15 oktober 2015. Na hoorzittingen in de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van het Vlaams Parlement en de adviezen van de strategische adviesraden, wordt nu een voorstel van decreet houdende de organisatie van de buitenschoolse kinderopvang en de afstemming tussen de buitenschoolse activiteiten voorgelegd aan het Vlaams Parlement. De SERV reflecteert en adviseert over dit voorstel van decreet op eigen initiatief. Dit decreetgevend initiatief gaat uit van het Vlaams Parlement. Als gevolg worden de strategische adviesraden niet automatisch om advies gevraagd. De SERV gaat in dit advies vooral in op de verdere operationalisering van dit kaderdecreet. 2 Kaderdecreet met lokale ambities Het voorliggende voorstel van decreet over de organisatie van de buitenschoolse kinderopvang en de afstemming tussen de buitenschoolse activiteiten heeft de grote ambitie om het diverse veld van buitenschoolse opvang en vrijetijdsactiviteiten beter op elkaar af te stemmen en te laten samenwerken onder regie van de lokale besturen. Doelstellingen zijn duidelijk, praktijk moet bevestigen Het voorstel van decreet is duidelijk wat de doelstellingen betreft. Die doelstellingen bevinden zich op het niveau van het kind (pedagogisch), van de gezinnen (economisch) en van de ruimere samenleving (sociaal). Het is een sterke keuze om deze drie doelstellingen met elkaar te verenigen. Het lokale aanbod van opvanginitiatieven en buitenschoolse activiteiten zal evenwel bepalen in welke mate deze doelstellingen ook effectief gerealiseerd geraken. Het zal een belangrijke taak zijn van de lokale besturen om de lokale actoren op het veld te laten samenwerken, het aanbod te monitoren en evalueren en waar nodig bijkomend aanbod aan te trekken of zelf te organiseren, het bereik bij te sturen of de onderlinge afstemming en de kwaliteit te bewaken. Doelgroep is breed en inclusief De doelgroep van kinderen en hun ouders of opvoedingsverantwoordelijken wordt ruim en open omschreven. Alle kinderen vanaf de leeftijd waarop ze naar de kleuterschool kunnen gaan, worden door dit voorstel van decreet gevat. De SERV vindt het belangrijk dat alle kinderen vanaf 1 http://www.serv.be/serv/publicatie/advies-conceptnota-opvang-en-vrije-tijd-schoolkinderen 7

2,5 of 3 jaar en zonder specifieke bovengrens tot de doelgroep van een geïntegreerd aanbod voor de opvang en vrijetijdsbesteding behoren. Het aanbod moet inclusief uitgebouwd worden, gebiedsdekkend zijn en toereikend voor de verschillende doelgroepen (kleuters, kinderen uit lagere of middelbare school, adolescenten, kinderen uit kwetsbare gezinnen, kinderen met werkzoekende ouders, kinderen met werkende ouders, zieke kinderen, kinderen met een beperking ) 2. Het aanbod moet ook inclusief zijn ten aanzien van co-ouderschap of echtscheiding (bv. geen uitsluiting van opvang in geval van domicilie bij de andere ouder). Afbakenen actoren verder fijn te stellen Dit voorstel van decreet brengt, ten opzichte van de conceptnota, meer duidelijkheid over de opvang- en vrijetijdsinitiatieven die al dan niet binnen het kader van dit decreet en de regie van de lokale besturen vallen. Onder een bredere koepel van buitenschoolse activiteiten worden deelverzamelingen van kleuteropvang en opvang lager onderwijs geplaatst. Activiteiten van het jeugdwerk en sportverenigingen en het deeltijds kunstonderwijs worden expliciet uitgesloten van de opvangfunctie, maar vallen wel onder de koepel van buitenschoolse activiteiten. De SERV meent dat op dat punt en in functie van de operationalisering van het decreet nog een verdere fijnstelling nodig zal zijn om af te bakenen waar opvang stopt en waar vrijetijdsactiviteiten starten. De Raad denkt bijvoorbeeld aan de specifieke indeling van vakantieopvang of initiatieven in het kader van Brede School. De indeling van de initiatieven heeft immers een belangrijke implicatie op hun plaats in het lokaal samenwerkingsverband. Er moet ook gedefinieerd worden of en hoe activiteiten zonder een specifieke lokale verankering (cfr. sport- of speelkampen die via een regionale koepel georganiseerd worden) een plaats krijgen in de bepaling van het lokale aanbod en in het lokaal samenwerkingsverband. Lokale verantwoordelijkheid mits duidelijke rolscheiding Zoals reeds aangekondigd in de conceptnota komt de beleidsverantwoordelijkheid in grote mate in handen van de lokale besturen, net zoals dat ook reeds het geval was voor het jeugdwerk. De SERV vindt dit vanuit subsidiariteitsoogpunt een verantwoorde keuze. Het zijn immers de lokale besturen die het dichtst bij de burgers staan en die in een korte lijn verbinding hebben of kunnen maken met de opvanginitiatieven en de aanbieders van buitenschoolse activiteiten. Aan deze keuze verbindt de SERV een aantal cruciale randvoorwaarden die de regiefunctie vorm geven en een duidelijke rolscheiding moeten garanderen (zie Regiefunctie volgens de regels van de kunst ). Bij de centrale overheid ligt bij de verantwoordelijkheid om het kader voor deze regiefunctie duidelijk en sluitend te omschrijven en om de nodige middelen over te dragen aan de lokale besturen. Het kaderdecreet kondigt hiervoor een groeipad aan, maar de nodige becijferingen daarvoor ontbreken. De SERV uit hierover een grote ongerustheid. Zonder de nodige middelen kunnen de lokale besturen de doelstellingen van dit kaderdecreet niet realiseren. De omvang en evolutie van het budget waar de lokale besturen op zullen kunnen rekenen voor de uitvoering van het decreet en voor het voeren van een effectieve lokale regie blijft een grote onbekende in het verhaal. De SERV rekent op een duidelijke en realistische budgettering voor de uitvoering van dit decreet. Het is van groot belang dat de lokale besturen hier snel uitsluitsel over krijgen. Pas vanaf 2 http://www.serv.be/serv/publicatie/advies-conceptnota-opvang-en-vrije-tijd-schoolkinderen 8

dat moment zullen ze kunnen starten met het aanpassen van hun beleidsplannen en meerjarenplannen en het effectief voorbereiden van de regiefunctie. Timing uitrol is niet optimaal Vanuit organisatorisch oogpunt vindt de SERV het een gemiste kans dat deze belangrijke hervorming te laat komt voor de net opgestarte lokale beleidscyclus 2019-2024 en niet meer ingepast kan worden in de nieuwe meerjarenplannen 2020-2025, waarvan de voorbereidingen nu al lopen. Het voornemen om de middelen voor deze regiefunctie te verdelen op basis van een aantal objectieve parameters (aantal kinderen tussen 3 en 12 jaar / aantal kinderen schoollopend in de gemeente / kansarmoede-indicator) is een positieve evolutie, maar kan evenwel een belangrijke impact hebben op de middelen die het lokaal bestuur ontvangt. Om de meerjarenplannen te kunnen opmaken hebben de lokale besturen duidelijkheid nodig over de middelen die hen worden toegewezen voor deze regiefunctie. In combinatie met de lange (en noodzakelijk zorgzame) overgangsperiode van maximaal 6 jaar kan dat er voor zorgen dat de regiefunctie en de samenwerkingsstructuren pas vanaf 2027 op volle kracht draaien, dus in de hierop volgende lokale beleidscyclus. De noden van de gezinnen en kinderen zijn er echter ook vandaag al. De SERV stuurt er daarom op aan snel werk te maken van de verdere uitrol en uitvoering van dit decreet om zo duidelijkheid te scheppen aan de lokale besturen en de aanbieders van opvang en andere buitenschoolse activiteiten. Van zodra de lokale regie uitgerold kan worden, dringt de SERV er bij de lokale besturen en de aanbieders op aan om eveneens tijdig de nodige stappen te zetten om de lokale regie, de samenwerking en de eventuele transformatie van aanbieders aan te vatten en vooruitgang te maken naar de volledige uitrol ervan. Het voorliggende voorstel van decreet is een kaderdecreet en legt een aantal belangrijke contouren vast. Tegelijk is er ook nog veel ruimte voor interpretatie en concrete invulling (delegaties aan de Vlaamse Regering). In dit advies op eigen initiatief kleurt de SERV de vrije ruimte verder in op het vlak van het kwaliteitskader, de regiefunctie en het inspiratiekader voor de lokale besturen. 3 Kwaliteit voor iedereen, iedereen voor kwaliteit De lokale besturen krijgen veel vrijheidsgraden in het al dan niet hanteren van een kwaliteitskader. Enkel wat betreft de kleuteropvang wordt er expliciet gewerkt met een kwaliteitslabel dat zal toegekend worden door het toekomstige Agentschap Opgroeien. Het behalen van dit kwaliteitslabel is geen voorwaarde om kleuteropvang te mogen bieden, maar zorgt enkel voor een gegarandeerde subsidiëring van de gelabelde opvangverstrekkers. Voor de overige activiteiten voorziet de decreetgever in een inspiratiekader. Kwaliteitsvol nest is nodig De SERV vraagt om hier verder in te gaan en in het referentiekader binnen een regelluwe context minimale en gedifferentieerde kwaliteitsdoelstellingen op te nemen. De kwaliteitsdoelstellingen in het referentiekader worden dan gedifferentieerd naar de beoogde doelgroep en de functie die het opvang- of vrijetijdsinitiatief vervult. Bij de nestfunctie, zoals in de buitenschoolse opvang, is een veilig klimaat belangrijk, waarin kinderen zich goed voelen, dat hen toelaat verschillende aspecten van hun identiteit 9

te ontwikkelen en vriendschappen met anderen aan te gaan. Voor deze initiatieven is voor de SERV zowel voor de opvang van kleuters als van lagere school kinderen een minimaal bindend Vlaams kwaliteitskader nodig op het gebied van pedagogisch kader, begeleider/kind ratio, een veilige speelomgeving, voedsel- en brandveiligheid, (sociale) tarifering en omkadering. Voor de initiatieven met de webfunctie 3 kan een afwijkend normerend kader gehanteerd worden dat verwijst naar andere toepasselijke wetgeving voor die sector (bv voor jeugdwerk of sportverenigingen). Op lokaal niveau biedt een dergelijk kader de nodige flexibiliteit. De minimale kwaliteitsdoelstellingen zijn afdwingbaar en moeten gecontroleerd en geëvalueerd worden vanuit van een centraal Vlaams normeringskader. Waar het lokaal bestuur dat wil, kan het beroep doen op zijn lokale autonomie, en op een positieve manier invulling geven aan bijkomende kwaliteitsdoelstellingen. Gelijk speelveld realiseren Het minimale bindend kwaliteitskader moet niet alleen een coherent en continu aanbod en een gelijk speelveld op lokaal niveau garanderen of aan de gebruikers de garantie bieden dat ze gebruik maken of aansluiten bij een kwaliteitsvol initiatief en maar het getuigt ook van zorgzaamheid ten aanzien van de draagkracht van het personeel en de begeleiders. De SERV vraagt met het oog op een operationalisering van dit kaderdecreet daarom verder overleg met de betrokken sectoren en actoren om te garanderen dat het referentiekader met minimale en gedifferentieerde kwaliteitsdoelstellingen en het centraal Vlaams beoordelingskader een breed draagvlak heeft op het terrein. 4 Regiefunctie volgens de regels van de kunst Vanuit subsidiariteitsoogpunt is het een verantwoorde keuze om de lokale besturen de regie te laten voeren bij de buitenschoolse kinderopvang en de afstemming met buitenschoolse activiteiten. Zij staan het dichtst bij de burgers en hebben in een korte lijn verbinding met de opvanginitiatieven en de aanbieders van buitenschoolse activiteiten. Voor de operationalisering van de regisseursrol zijn voor de SERV volgende elementen van groot belang die in dit kaderdecreet of de verdere operationalisering verder uitgewerkt dienen te worden. Inspiratie uit het decreet lokaal sociaal beleid gebruiken Om rolconflicten bij het lokaal bestuur te vermijden verwijst de SERV naar de bepalingen die daarrond opgenomen zijn in het decreet Lokaal Sociaal Beleid als goed voorbeeld. Deze bepalingen sluiten aan bij het advies van de SERV over het decreet Lokaal Sociaal Beleid 4 om de principes van corporate governance toe te passen. Het gebruik van transparante 3 In het aanbod met een webfunctie streeft men in hoofdzaak naar een gevarieerd keuzeaanbod van vrijetijdsactiviteiten voor kinderen, in samenwerking met partners uit de buurt. Men zorgt ervoor dat kinderen kunnen inpikken op het aanbod dat er in de buurt is. Door het aanbod onderling te verbinden, wordt het toegankelijker. 4 http://www.serv.be/serv/publicatie/advies-voorontwerp-decreet-lokaal-sociaal-beleid 10

communicatie, systematisch overleg en democratische inspraak en controle zijn daarin onder andere belangrijke principes. Naast een regisseursfunctie kan het lokaal bestuur ook als actor optreden. Een dubbele rol - regisseur en actor - kan leiden tot situaties waarin de lokale besturen tegelijk rechter en partij zijn en onvoldoende objectief kunnen oordelen, bijvoorbeeld doordat de behoefte aan bijkomend aanbod in conflict komt met het criterium van complementariteit en supplementariteit t.o.v. het bestaande lokale aanbod (bv. probleem van mogelijke concurrentie). De rolconflicten die hieruit kunnen ontstaan moeten via een corporate governance beheersmodel vermeden worden. Sterk lokaal overlegmodel uitbouwen Het kaderdecreet geeft de opdracht aan het lokaal bestuur om het lokaal beleid rond opvang en buitenschoolse activiteiten vorm te geven en te beslissen over de besteding en de verdeling van de beschikbare middelen. Het lokaal bestuur hoort dat volgens het kaderdecreet te doen in samenspraak met de relevante actoren. Concrete regels hierrond werden nog niet ontwikkeld. De SERV wil hier de nadruk leggen op het belang van een sterk lokaal overlegmodel waar ook het lokaal samenwerkingsverband deel van uitmaakt. Een sterk overlegmodel betrekt de vraagén de aanbodszijde, heeft een voldoende schaalgrootte en kritische massa, zorgt voor een evenwichtige afdekking van de actoren op het terrein en organiseert voor een volwaardig overleg waarin de verschillende actoren en partners gelijkwaardig kunnen participeren. Klachten- en beroepsprocedures instellen De betrokken lokale actoren moeten, met het oog op het tegengaan van belangenvermenging door het lokale bestuur, kunnen beschikken over procedures om beslissingen over het lokale aanbod of beslissingen die ingaan tegen de ontwikkelde beleidsdoelstellingen aan te kaarten. De uitvoeringsbesluiten moeten dus ook een coherent kader voor klachten- en beroepsprocedures bevatten. Het lokaal bestuur beslist immers over de besteding en de verdeling van de beschikbare financiële, personele, logistieke en infrastructurele middelen. Het lokaal samenwerkingsverband kan nu enkel niet-bindend adviseren. Monitoring en evaluatie verankeren In de verdere uitvoering van dit kaderdecreet mag het belang van monitoring en een evaluatief kader niet vergeten worden. Monitoring en evaluatie is er minstens nodig ten aanzien van de regiefunctie, de besteding van middelen (input), het behalen van doelstellingen door en de rol van de actoren op het terrein (output), de werking van het samenwerkingsverband en gebruikerstevredenheid. De doelstellingen van buitenschoolse opvang en vrijetijdsactiviteiten worden in dit kaderdecreet centraal opgelegd maar de lokale besturen krijgen via de regiefunctie de mogelijkheid om maatwerk af te leveren, afgestemd op de lokale vraag en het aanwezige of potentiële aanbod. Er moet van de lokale besturen verwacht worden dat ze zichzelf en de lokale actoren kunnen responsabiliseren door het realiseren van de doelstellingen te monitoren en te evalueren. Dat moet ook toelaten het beleid of de verdeling van middelen waar nodig bij te sturen. Monitoring en evaluatie hebben ook een functie bij de disseminatie van goede praktijken. 11

5 Inspireren is goud waard De SERV meent dat het belangrijk is om de lokale besturen en de lokale samenwerkingsverbanden op velerlei vlakken te inspireren en ondersteunen. Die inspiratie kan vervat worden in inspiratiekaders, vormingen, regionale platformen, Het concept van Brede Scholen is complementair Het concept van een Brede School is een inspirerend model om te promoten in het kader van de organisatie van de buitenschoolse opvang en de afstemming met andere buitenschoolse activiteiten is. Een Brede School heeft als doelstellingen om (1) een brede leer- en leefomgeving in de vrije tijd en op school te creëren waarin kinderen ervaringen kunnen opdoen, (2) een duurzaam netwerk tussen organisaties en overheden op te zetten en verschillende sectoren samen te brengen en (3) in wisselende verhouding een aantal functies te vervullen ten aanzien van het kind, de ouders of de buurt/samenleving, afhankelijk van het profiel van de school, de kinderen en de buurt, de beschikbare infrastructuur en het verenigingsaanbod. Brede Scholen kunnen functies vervullen rond het wegwerken van onderwijsachterstand, de ervaringen van kinderen verrijken, zorgtaken opnemen, opvang organiseren of verbinding met de buurt maken. Op die manier wordt er ook gewerkt aan maximale ontwikkelingskansen voor kinderen en jongeren. Dit complementeert de doelstellingen van dit decreet over de buitenschoolse opvang en de afstemming met vrijetijdsactiviteiten. De lokale besturen kunnen mee een visie uitwerken ten aanzien van Brede Scholen en een faciliterende en coördinerende rol opnemen, ondersteund door het lokaal samenwerkingsverband. Kansen voor kortgeschoolden behouden Werkgevers- en werknemersorganisaties die verbonden zijn met de kinderopvangsector wijzen op het belang van een lage instap voor kortgeschoolden om deze groepen toegang te laten vinden op de arbeidsmarkt. Daarmee hangt ook de vraag naar een aangepast vormings-, trainings- en opleidingsbeleid samen, met specifieke en bijkomende omkadering ter ondersteuning van kortgeschoolde begeleiders in een leer- of opleidingstraject. De SERV vraagt dat de lokale besturen ook aandacht hebben aan het blijven creëren van kansen voor kortgeschoolden, door bijvoorbeeld voldoende mogelijkheden voor de combinatie leren en werken open te houden. Verbreding van jobs is een verrijking In de opvangsectoren wordt er veel deeltijds gewerkt, vaak ook met gesplitste uren en taken. Dat is niet altijd de voorkeur van de betrokken medewerkers of organisaties zelf, maar is vooral een logisch gevolg van de aard van de taken. Dit decreet, met het instellen van het lokaal samenwerkingsverband, biedt mogelijkheden om medewerkers in te zetten in een breder netwerk, over meerdere organisaties of sectoren heen door uren en taken te verbreden. De SERV meent dat op dit punt ook inspiratie en goede praktijken onder de lokale besturen verspreid moet worden. Een diversiteitsbril opzetten is waardevol De SERV vindt het zeer waardevol om kinderen met diverse achtergronden samen te brengen, hen op te vangen, te laten spelen of te laten sporten. Het brengt hen op een actieve manier in contact met diversiteit en leert hen van bij de start met die diversiteit om te gaan. Dit sluit aan bij 12

de pedagogische en sociale doelstellingen die in dit decreet geformuleerd worden. De lokale besturen kunnen deze doelstelling in de praktijk realiseren door actief brede en heterogene doelgroepen van ouders én kinderen/jongeren te laten participeren bij het definiëren van lokale noden aan opvang en buitenschoolse activiteiten en het identificeren van drempels die de toegang tot het aanbod beperken of verhinderen. Deze participatie is voor het lokaal bestuur dan de basis voor de uitbouw van een divers en toegankelijk laagdrempelig en betaalbaar aanbod. Overleg volwaardig invullen Een van de grote uitdagingen voor de lokale regisseur en het samenwerkingsverband is om echt te gaan samenwerken en een lokaal overlegmodel te realiseren dat zorgt voor dialoog, samenspraak en afstemming (zie ook Sterk lokaal overlegmodel uitbouwen ). De belangen van de lokale besturen en de individuele aanbieders van opvang en vrijetijdsinitiatieven onderling zijn niet noodzakelijk van bij de start op elkaar afgestemd. Op het terrein hebben heel wat lokale besturen al positieve expertise opgebouwd in het samenbrengen van verschillende stakeholders en in het realiseren van een coherente visie en aanbod via een participatief traject. Anderen staan echter nog aan de start. De SERV meent dat het zinvol is om in het inspiratiekader stevig in te zetten op het belang van echte samenwerking en daarvoor een brede waaier aan goede praktijken op te nemen ter inspiratie. 13