(B) november 2018

Vergelijkbare documenten
(B) september 2017

(B) november 2018

(B) oktober 2018

(B) juni Niet-vertrouwelijk

(B) juli Niet-vertrouwelijk

RICHTLIJNEN (R) CDC-1371

(B) september 2018

EINDBESLISSING (B) CDC-1272

EINDBESLISSING (B) CDC-1464

EINDBESLISSING (B) CDC-1251

EINDBESLISSING (B) CDC-1478

(B) oktober 2018

EINDBESLISSING (B) CDC-1273

EINDBESLISSING (B) CDC-1231

EINDBESLISSING (B) CDC-1279

EINDBESLISSING (B) CDC-1282

(B) juli Niet vertrouwelijk

VOORSTEL (C) CDC-1505

(B) juni Artikel 21bis, 4, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

EINDBESLISSING (B) CDC-1563

EINDBESLISSING (B) CDC-1560

(PRD)656G/37 8 oktober te weten

Beslissing over het voorstel van Elia System Operator nv betreffende een wijziging van de regels die de energieoverdracht organiseren

EINDBESLISSING (B) CDC-1550

(B) oktober Artikel 19bis, 4, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

BESLISSING (B) CDC-981

(B)1221E/18 20 april Artikel 20bis, 4, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet vertrouwelijk

EINDBESLISSING (B) CDC-1541

(A) april 2019

(B)1224G/10 26 januari 2017

Aanvraag van groenestroomcertificaten voor elektriciteit uit offshore windenergie

(PRD)nummer Datum. te weten

VERSLAG AAN DE KONING

(B)1220E/18 20 april Artikel 20bis, 4, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet vertrouwelijk

Tekst met geïntegreerd erratum zoals goedgekeurd door het directiecomité van de CREG tijdens zijn vergadering van 26 april 2018

BESLISSING COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

(B)1222E/20 27 oktober Artikel 20bis, 4, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

(B)1225G/17 26 januari 2017

(B)1222G/18 20 april 2017

BESLISSING (B) CDC-1136

BESLISSING (B) CDC-626E/17

(B)1227G/20 27 oktober 2017

(A) december 2018

met betrekking tot (PRD) december 2018

(PRD) juli te weten

BESLISSING (B) CDC-1409E/7

VOORSTEL (C) CDC-1307

ADVIES (A) CDC-607

(A) juni gegeven met toepassing van artikel 6, 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt

(A) november 2017

BESLISSING (B) CDC-1269G/1

BESLISSING (B) CDC-627E/16

BESLISSING (B) CDC-1224G/8

BESLISSING (B) CDC-988

BESLISSING (B) CDC-657G/12

BESLISSING COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

BESLISSING (B) CDC-1227 E/1

BESLISSING (B) CDC-1224 E/1

(A) juli Artikel 23, 2, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

BESLISSING (B) CDC-1323E/7

BESLISSING (B) CDC-1220E/4

ADVIES (A) CDC-1584

ADVIES COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

(PRD) maart over

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 28 oktober 2008

BESLISSING (B) CDC-1227E/5

(B) oktober 2017

BESLISSING (B) CDC-1219E/7

BESLISSING (B) CDC-628E/26

ADVIES DIENST REGULERING

BESLISSING (B) CDC-1220 E/1

(PRD) oktober 2017

van 23 februari 2010

BESLISSING (B) CDC-1269G/2

BESLISSING (B) CDC-637G/16

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 5 januari 2010

ADVIES (A) CDC-779

VOORSTEL (C) CDC-1179

BESLISSING (B) CDC-1220E/12

Vragenlijst met betrekking tot een gewijzigd charter voor goede praktijken voor online prijsvergelijking voor elektriciteit en gas

BESLISSING (B) CDC-658E/37

van 23 februari 2010

Vertegenwoordigd door mevrouw Marie-Pierre Fauconnier, Voorzitster, en de heer Laurent Jacquet, Directeur,

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 29 april 2008

BESLISSING (B) CDC-1220G/4

VOORSTEL (C) CDC-1317

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

BESLISSING (B) CDC-1221G/4

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 20 juli gewijzigd op 24 januari 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 27 april 2006

van 25 september 2009

EINDBESLISSING (B) CDC-1544

VOORSTEL (C) CDC-853

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 maart gewijzigd op 2 maart 2010

BESLISSING (B) CDC-1221 E/1

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 juli gewijzigd op 16 september 2009

BESLISSING (B) CDC-1235

In het Belgisch Staatsblad van 31 december 2012 werd op bladzijde e.v. bovengenoemd besluit gepubliceerd.

BESLISSING (B) CDC-1224 G/1

Transcriptie:

(B)1838 8 november 2018 Beslissing over de vastlegging van de correctiefactor voor de 3 de periode (14.12.2018 13.12.2019) ter bepaling van de minimumprijs voor de groenestroomcertificaten uitgereikt voor de elektriciteit geproduceerd door de installaties in de domeinconcessie van Norther Artikel 14, 1ter/1 van het koninklijk besluit van 14 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen Niet vertrouwelijke versie CREG Nijverheidsstraat 26-38, 1040 Brussel, België T +32 2 289 76 11 F + 32 2 289 76 09 info@creg.be www.creg.be

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 2 1. INLEIDING... 3 2. WETTELIJKE BASIS... 3 3. ANTECEDENTEN... 4 3.1. Algemeen... 4 3.2. Raadpleging... 5 4. ANALYSE VAN HET INGEDIENDE DOSSIER... 6 5. BESLISSING... 7 Niet vertrouwelijke versie 2/7

1. INLEIDING De COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS (CREG) onderzoekt hierna, op basis van artikel 14, 1ter/1 van het koninklijk besluit van 14 juli 2002, of er een verschil is tussen de gecontracteerde verkoopprijs voor elektriciteit en een gemiddelde nominale prijs gelijk aan 90 % van de elektriciteitsprijs. Op basis van haar onderzoek bepaalt de CREG de correctiefactor. Deze beslissing werd door het directiecomité van de CREG goedgekeurd tijdens haar vergadering van 8 november 2018. 2. WETTELIJKE BASIS 1. Artikel 14, 1, 2 de lid, 1 ter van koninklijk besluit van 16 juli 2002 luidt als volgt: 1 ter voor offshore windenergie geproduceerd door installaties die het voorwerp uitmaken van een in artikel 6 van de wet bedoelde domeinconcessie, waarvan de financial close plaatsvindt vanaf 1 mei 2016, wordt een minimumprijs vastgelegd aan de hand van de volgende formule : minimumprijs = LCOE - [(elektriciteitsreferentieprijs x (1 - correctiefactor) + de waarde van de garanties van oorsprong) x (1-netverliesfactor)], waarin : - onverminderd 1quater, de LCOE gelijk is aan : a) 129,80 euro/mwh voor de installaties die het voorwerp uitmaken van een domeinconcessie toegekend aan de NV Rentel, voor de eerste keer bij ministerieel besluit van 4 juni 2009, zoals bepaald door de commissie bij beslissing (B)160719-CDC-1541 van 19 juli 2016; b) 124,00 euro/mwh voor de installaties die het voorwerp uitmaken van een domeinconcessie toegekend aan de NV Norther, voor de eerste keer bij ministerieel besluit van 5 oktober 2009, zoals bepaald door de commissie bij beslissing (B)160901-CDC-1550 van 1 september 2016; c) een bedrag vast te stellen door gemotiveerd besluit van de minister op voorstel van de commissie voor de installaties die het voorwerp uitmaken van een domeinconcessie, niet bedoeld in a) en b), en die hun financial close nog niet hebben gerealiseerd op het tijdstip van de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 9 februari 2017 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen. Het voorstel van de commissie, geformuleerd na overleg met de houder van de betrokken domeinconcessie, is gemotiveerd en houdt rekening met de noodzaak om iedere oversubsidiëring te vermijden en met het belang van de eindconsument; dit voorstel wordt aan de minister bezorgd binnen een termijn die de aangekondigde datum van de financial close van deze houder respecteert. De minister neemt zijn beslissing binnen twintig dagen na ontvangst van het voorstel van de commissie; - onverminderd de mogelijkheid om overeenkomstig 1ter/1 per domeinconcessie een aangepaste waarde vast te stellen, de correctiefactor gelijk is aan 0,10; Niet vertrouwelijke versie 3/7

- de waarde van de garanties van oorsprong overeenkomt met de werkelijke verkoopprijs verkregen door de domeinconcessiehouder voor de garanties van oorsprong die worden uitgereikt voor de geproduceerde elektriciteit; - de netverliesfactor wordt elke maand door de commissie, voor elke concessie, berekend op basis van het verschil tussen de hoeveelheid geproduceerde elektriciteit en de hoeveelheid elektriciteit die in het net is geïnjecteerd 2. Artikel 14, 1ter/1 van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 legt volgende procedure vast voor de aanpassing van de elementen die in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de minimumprijs per domeinconcessie: Voor elke domeinconcessie bedoeld in 1, tweede lid, 1 ter, past de commissie, zonder retroactieve werking, de correctiefactor die in aanmerking wordt genomen voor de bepaling van de minimumprijs, aan. Daartoe maakt de houder van de domeinconcessie op volgende tijdstippen: 1 de eerste maal ten laatste vier maanden voor de voorziene datum van financial close; 2 later, ten laatste vier maanden voor het einde van elke periode van één jaar die ingaat op de datum van de financial close, alle informatie over aan de commissie, per drager met ontvangstbevestiging en elektronisch, met betrekking tot de gecontracteerde verkoop van de door de installaties opgewekte elektriciteit. Binnen één maand na de ontvangst van de gegevens, bevestigt de commissie aan de domeinconcessiehouder de volledigheid van de gegevens of bezorgt zij hem een lijst van bijkomende inlichtingen die hij moet verstrekken. De commissie onderzoekt binnen de 2 maanden na de bevestiging van de volledigheid van de gegevens of er een verschil is tussen de gecontracteerde verkoopprijs voor elektriciteit en een gemiddelde nominale prijs gelijk aan 90% van de elektriciteitsreferentieprijs. Indien de commissie een verschil vaststelt past zij de correctiefactor voor de betrokken domeinconcessie aan. Onverminderd 1sexies berekent de commissie de overeenstemmende nieuwe minimumprijs voor de aankoop van groenestroomcertificaten, door toepassing van de formule in 1, tweede lid, 1 ter. 3. ANTECEDENTEN 3.1. ALGEMEEN 3. Het koninklijk besluit van 16 juli 2002 werd aangepast door het koninklijk besluit van 4 april 2014 houdende de wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen, waarbij een variabel ondersteuningsmechanisme op basis van de LCOE werd ingevoerd voor nieuwe offshore windmolenparken. 4. Op 29 april 2016 heeft Norther een aanvraagdossier ingediend bij de CREG om de waarden vast te leggen die in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de minimumprijs per groenestroomcertificaat, overeenkomstig de bepalingen in artikel 14, 1ter van het koninklijk besluit van 16 juli 2002. Het aanvraagdossier bestaat uit enerzijds een dossier met betrekking tot de Niet vertrouwelijke versie 4/7

exploitatiekosten en anderzijds een dossier met betrekking tot het contract voor de verkoop van de geproduceerde elektriciteit en de bijhorende correctiefactor. 5. In eindbeslissing (B)160901-CDC-1550 over het vastleggen van de elementen ter bepaling van de minimumprijs voor de groenestroomcertificaten uitgereikt voor de elektriciteit geproduceerd door de installaties in de domeinconcessie van Norther heeft de CREG onderzocht of de PPA van Norther marktconform is. Na analyse van de PPA, beslist de CREG dat de correctiefactor wordt vastgelegd op 16,15 % van de elektriciteitsreferentieprijs voor de periode van één jaar vanaf de datum van financial close. 6. Het koninklijk besluit van 16 juli 2002 werd aangepast door het koninklijk besluit van 9 februari 2017 houdende de wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen, waarbij het ondersteuningsmechanisme werd aangepast voor offshore windmolenparken waarvan de financial close plaatsvindt na 1 mei 2016. 7. Met haar brief van 10 juli 2018 (ontvangen op 11 juli 2018) heeft Norther een dossier ingediend bij de CREG voor de goedkeuring van de correctiefactor voor de derde periode (die ingaat op 14 december 2018 en eindigt op 13 december 2019) conform de procedure zoals vastgelegd door het koninklijk besluit van 16 juli 2002. 8. Met haar brief van 19 juli 2018 heeft de CREG bijkomende informatie gevraagd bij de ingediende stukken. De gevraagde informatie werd ontvangen op 28 september 2018 (brief dd. 25.09.2018). 9. Ontwerpbeslissing (B)1838 over de vastlegging van de correctiefactor voor de 3de periode (14.12.2018 13.12.2019) ter bepaling van de minimumprijs voor de groenestroomcertificaten uitgereikt voor de elektriciteit geproduceerd door de installaties in de domeinconcessie van Norther werd goedgekeurd door de CREG tijdens het directiecomité van 11 oktober 2018. 3.2. RAADPLEGING 10. Overeenkomstig artikel 33, 1, van het huishoudelijk reglement van het directiecomité van de CREG 1 moet het directiecomité, alvorens het een beslissing neemt, een openbare raadpleging organiseren, onverminderd de uitzonderingen bedoeld in afdeling 3 van hoofdstuk 4 van het huishoudelijk reglement. Een openbare raadpleging gebeurt door het lanceren van de raadpleging op de website van de CREG. Overeenkomstig artikel 41 van het huishoudelijk reglement kan het directiecomité beslissen om een niet-openbare raadpleging te organiseren indien de beslissing van het directiecomité slechts rechtsgevolgen zal hebben voor één persoon of voor een beperkt aantal identificeerbare personen door de raadpleging te beperken tot de betrokken personen. Het directiecomité van de CREG meende dat de onderhavige beslissing enkel rechtsgevolgen heeft voor de aanvrager, namelijk Norther, en besliste daarom om een niet-openbare raadpleging te houden over deze ontwerpbeslissing en daarbij enkel Norther te raadplegen. 11. Met haar brief van 26 oktober 2018 heeft Norther laten weten dat ze geen opmerkingen heeft bij de ontwerpbeslissing. 1 Huishoudelijk reglement van het Directiecomité van de CREG, gepubliceerd op 14 december 2015 in het Belgisch Staatsblad en gewijzigd op 12 januari 2017. Niet vertrouwelijke versie 5/7

4. ANALYSE VAN HET INGEDIENDE DOSSIER 12. Op 28 september 2018 heeft de CREG de volledige informatie ontvangen voor de goedkeuring van de correctiefactor (11,63 %) voor de derde periode die ingaat op 14 december 2018 en eindigt op 13 december 2019. Norther heeft eveneens alle parameters alsook de berekening van de correctiefactor overgemaakt. 13. De correctiefactor wordt berekend conform clausule 3.2 van het contract voor de verkoop van elektriciteit dat afgesloten werd tussen Norther NV en Electrabel NV: [VERTROUWELIJK] 14. In eindbeslissing (B)160901-CDC-1550 heeft de CREG reeds geoordeeld dat deze PPA marktconform is. De berekening van de correctiefactor is eveneens een onderdeel van dit contract. 15. De CREG controleert hierna of de correctiefactor van 11,63 %, die van toepassing is van 14 december 2018 tot en met 13 december 2019, correct berekend is. De CREG heeft eerst de correctheid van de brongegevens onderzocht. De CREG stelt vast de [VERTROUWELIJK] waarden die Norther heeft gebruikt overeenstemmen met deze gepubliceerd op [VERTROUWELIJK]. Voor de berekening van de [VERTROUWELIJK] stelt de CREG vast dat Norther gebruik heeft gemaakt van de gegevens die gepubliceerd zijn op de website 2 van [VERTROUWELIJK]. Vervolgens heeft de CREG de toepassing van de formule gecheckt. De CREG stelt vast dat de correctiefactor van 11,63 % een correcte weergave is van de toepassing van de formule opgenomen in het contract voor de verkoop van elektriciteit dat afgesloten werd tussen Norther NV en Electrabel NV. 2 [VERTROUWELIJK] Niet vertrouwelijke versie 6/7

5. BESLISSING Gelet op artikel 14, 1ter/1 van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 waarin de procedure wordt bepaald voor de aanpassing van de elementen die in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de minimumprijs per domeinconcessie; Gelet op de rol van de CREG, zoals bepaald in artikel 14, 1ter/1 van het koninklijk besluit van 16 juli 2002, die onderzoekt of er een verschil is tussen de gecontracteerde verkoopprijs voor elektriciteit en een gemiddelde nominale prijs gelijk aan 90 % van de elektriciteitsreferentieprijs; Gelet op het aanvraagdossier van 10 juli 2018 en de bijkomende informatie ontvangen op 28 september 2018; Beslist de CREG dat de correctiefactor wordt vastgelegd op 11,63 % van de elektriciteitsreferentieprijs voor de periode van 14 december 2018 tot met 13 december 2019. Voor de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas: Laurent JACQUET Directeur Koen LOCQUET Wnd. Voorzitter van het Directiecomité Niet vertrouwelijke versie 7/7