Inhoud Brief aan de ouders 1 Het wordt licht 2 De hemel 4 De aarde 6 Zon, maan en sterren: wauw! 8 Gespetter en gekwetter 10 Naar Gods beeld 12 Uitrusten 14 De sluwe slang 16 Veilig in de storm 18 Beloofd is beloofd 20 Jakobs reis 22 Jozefs jaloerse broers 24 Naar de gevangenis 26 De droom van farao 28 Een baby in de rivier 30 Een brandende struik 32 Laat Gods volk gaan! 34 Een hoge muur stort in 36 Een nieuw begin 38 Luisteren naar Gods stem 40 David en Goliat 42 Een grote vis 44 Koel in de oven 46 Hongerige leeuwen 48 Een bijzondere boodschap 50 In een voederbak 52 De Redder is geboren! 54 Een nieuwe ster, een nieuwe koning 56 Waar is Jezus? 58 Een speciaal Iemand 60 Mensen vissen! 62
Door het dak 64 Vertrouwen van een soldaat 66 Geen storm meer 68 Vertrouw maar op Jezus 70 De grote maaltijd 72 Een wandeling over het water 74 Een verdwaald schaapje 76 Blijf zoeken 78 Een goede naaste 80 Jezus houdt van kinderen 82 In een boom 84 Trippel-trappel 86 Wie gaf het meest? 88 Het kruis 90 Hij leeft! 92 Tot ziens, Jezus! 94 De heilige Geest komt 96 Het felle licht 98 Een nieuw begin 100 Om te onthouden 102
Beste ouders en verzorgers, Ik heb ervan genoten om deze Doe maar mee Bijbel voor u en uw kinderen te schrijven. In Psalm 78 lezen we dat we het verhaal van God moeten doorvertellen aan onze kinderen. Ik hoop dat dit boek u hierbij zal helpen. Ik weet dat veel ouders moeite hebben met dat idee. Zij denken dat ze niet genoeg bijbelkennis hebben. Ze zijn bang dat als ze het verhaal op een verkeerde of saaie manier vertellen, ze meer kwaad dan goed zullen doen. Ik heb een vriendin die in het jeugdwerk van de kerk zit. Toen zij tiener was, paste ze op een paar kinderen in een christelijk gezin. Er werd haar gezegd dat ze de kinderen pas een gewoon verhaal mocht voorlezen als ze eerst een bijbelverhaal vertelde! Dat maakt het probleem meteen duidelijk. Ik hoop dat ik deze vijftig bijbelverhalen op zo n manier heb verteld dat het in feite al gewone verhalen zijn. Ik heb er allerlei dingen bijgezet die u en uw kinderen kunnen doen terwijl u het verhaal voorleest. Zo kunnen jullie samen veel plezier hebben tijdens het lezen! Het enige wat u hoeft te doen, is een zin lezen en dan aan uw kinderen vragen om de beweging te doen of de woordjes samen met u te zeggen. Zo simpel is het. U kunt het eerst even voordoen, zodat de kinderen weten wat ze moeten doen. En het helpt als u er zelf ook lol in hebt. Want het is tenslotte een Doe maar mee Bijbel. Bijna dertig jaar verhalen vertellen heeft mij ervan overtuigd dat als wij op een spelende manier voorlezen, in plaats van stilzittend en serieus kijkend, de kinderen meer ontvankelijk zijn om wat mooi, goed en waar is te ontdekken. Vaak wordt gezegd dat als kinderen van jongs af worden voorgelezen, de liefde voor taal en woorden wordt gewekt. Maar ik denk dat het méér doet. Op schoot, voor bedtijd, op school of wanneer u hier ook maar de tijd voor neemt: voorlezen brengt uw kinderen niet alleen dichter bij de taal en de woorden, maar ook dichter bij uzelf! En als het verhaal over God gaat, brengt het hen dus ook dichter bij Hem. Beter kan niet! U en uw kind en uw hemelse Vader, allemaal samen bij elkaar, aan het spelen. Doe dus maar mee met dit mooie verhaal! Bob Hartman
Het wordt licht Genesis 1:1-5 Helemaal in het begin was het overal donker. Je zag helemaal niks. (Doe je handen voor je ogen. Doe ze stijf dicht.) Toen zei God: Licht! (Zeg: Licht! ) En het was niet meer donker, het was helder licht! (Doe je ogen open.) God noemde het licht dag (Roep: Dag! ) en het donker nacht. (Fluister: Nacht. ) Toen was de eerste dag voorbij. (Roep: Hoera! ) 3
4
De hemel Genesis 1:6-8 Toen zei God: Water. (Maak een golvende beweging met je handen.) Hij maakte het water beneden (Wijs naar beneden.) en de lucht daarboven. (Wijs naar boven en teken een wolk met je vinger.) Dat was de tweede dag. (Roep: Hoera! ) 5
6
De aarde Genesis 1:9-13 Daarna zei God: Zee, en het water stroomde naar elkaar toe. (Doe alsof je zwemt.) Toen zei Hij: Aarde, en tussen de zeeën kwamen bergen omhoog (Maak met je handen de vorm van bergen.) en weilanden (Doe alsof je met platte hand over het gras voelt) en woestijnen. (Zeg: Ik heb dorst! ) En bomen en gras en planten kwamen omhoog uit de aarde. (Wiebel met je vingers en tenen.) Toen zei God: Fruit. En er groeiden bloemen uit de steeltjes, (Doe alsof je bloemen ruikt.) en er groeide fruit aan wuivende boomtakken. (Doe alsof je een hapje van het fruit neemt.) Dat was de derde dag. (Roep: Hoera! ) 7
8
Zon, maan en sterren: wauw! Genesis 1:14-19 Daarna zei God: Zon. (Trek een breedlachend gezicht.) Toen zei Hij: Maan. (Zeg vol verwondering: Maaaaan! ) En ten slotte plaatste Hij in de nacht allemaal schitterende sterren aan de hemel. (Zing: Twinkel, twinkel, kleine ster. ) Dat was de vierde dag. (Roep: Hoera! ) 9