Videovergadersysteem



Vergelijkbare documenten
CAP1300 Beknopte installatiehandleiding

Gebruikershandleiding Polycom IP321 en IP331

Gebruiksaanwijzing. OV-BaseCore7(Z)

Gebruikershandleiding Polycom IP650

HD IP Conferentie Toestel

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

xxter Mobotix T24 configuratie

Gebruikershandleiding. Wi-Fi Versterker

Het lokale netwerk configureren

DRAADLOZE 11N 300MBPS BREEDBAND ROUTER

Remote Powercontrol for TCP/IP networks

Ga voor registratie van uw product en ondersteuning naar TCP320/00. Gebruiksaanwijzing

A B C D E F. F: LED voor LAN-poort 4 G: Aansluitpunt voor netvoeding H: LAN-poort 4 I: LAN-poort 3 J: LAN-poort 2

Getting Started. AOX-319 PBX Versie 2.0

Belangrijke veiligheidsinstructies

RELAY G30 Pilotenhandboek

INSTALLATIE HANDLEIDING

TAQ-10192G DUTCH / NEDERLANDS

Er zijn diverse andere software platformen en providers die werken met SIP, maar in dit voorbeeld gaan we uit van de volgende software:

Voor je met de installatie begint controleer of alle benodigde onderdelen aanwezig zijn. In de verpakking dient aanwezig te zijn:

EW-7416APn v2 & EW-7415PDn Macintosh Installatiegids

Vigor 2850 serie Dual PPPoA/PVC - RoutIT

Getting Started. AOX-319 PBX Versie 2.0

Handleiding configuratie Linksys router BEFSR41v4 t.b.v. SSHN-complex Orion. Resetten van de router

Het installeren van de software.

Installatie. NETGEAR ac Wireless Access Point WAC120. Inhoud van de verpakking

Stap Sluit de kabel vanaf uw modem aan op de Modem-aansluiting van uw router. (u herkent het juiste poortje aan de blauwe kleur)

Nederlandse versie. Inleiding. Inhoud van de verpakking. IP004 Sweex Wireless Internet Phone

Forum IPhone 3020 Installatiehandleiding

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

DTRONIC WR01 Wireless-N Wifi repeater

Raspberry Pi met de mediasoftware XBMC

TAQ DUTCH / NEDERLANDS

TAQ-10172MK3 DUTCH / NEDERLANDS

Hoofdstuk 2 Problemen oplossen

BIPAC-7100S / ADSL Modem/Router. Snelle Start Gids

Wijzigen Standaard Wachtwoord (Siemens 5400/5450/SE565)

Hier kunt u alle schijven en mappen afscannen op audio bestanden die ondersteund worden door de MP (mp3 en wma).

Gebruikershandleiding

Professionele IP-telefoon

Technote. EnGenius Senao EOM Mesh Layer 2 configuratie Transparant netwerk

Softphone Installatie Handleiding

USER MANUAL VOORZICHTIG RISICO OP ELEKTRISCHE SCHOKKENNIET OPENEN THE SOUND AND LIGHT TIME MACHINE

Er zijn diverse andere software platformen die werken met SIP, maar in dit voorbeeld gaan we uit van de volgende software:

TAD-90032MK2 DUTCH / NEDERLANDS

BENQ_ESG103QG_DU.book Page i Tuesday, July 30, :05 PM. Inhoudsopgave

EN Versie: 1.0. H.264 Handleiding

Installatie Handleiding AP 1120 op HiPath 3000

GEAVANCEERDE NETWERK BEWAKING- EN KOEPELCAMERA

Handleiding Hulp bij verbindingsinstellingen. Versie

TW100-S4W1CA Breedband Router (met 4-Poort Schakelaar) Snelle Installatie Gids

Magic Remote GEBRUIKERSHANDLEIDING

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

HD-CVI Verkorte handleiding

Firmware Upgrade. Upgrade Utility (Router Tools)

INSTALLATIE HANDLEIDING Nauticwifi USB Router in combinatie met de Nauticwifi USB buitenantenne

Handleiding configuratie Linksys router BEFSR41v4 t.b.v. SSHN-complex Orion. Resetten van de router

PLL ALARM CLOCK RADIO Model : FRA252

Internethandleiding Voor het verbinden met internet vanuit een SSHN-complex

Software-installatiehandleiding

Voor je aan de installatie van je decoder begint

aê~~çäçòé=rsnm=fm=ab`qjíéäéñççå

Firmware Upgrade. Upgrade Utility (Router Tools)

Installatie How-to Kodak Scanstation 100 t.b.v. Factuurscanning TBlox

BIPAC 7100SG/7100G g ADSL Router. Snelle Start Gids

Voor het insteken van de camera s is het nodig eerst de antenne aan te sluiten. Doet U dit niet dan gaat de camera stuk.

BIPAC 5102 / 5102S / 5102G

Optibel Breedband Telefonie Installatie- en Gebruikershandleiding SPA-2102

Installatiehandleiding software

AR280P Clockradio handleiding

Firmware Upgrade Utility

Beknopte handleiding PowerLINE WiFi 1000 Modellen PL1000 en PLW1000

DTRONIC AC01 750M Wireless-AC MiNi Router

AAN DE SLAG MET HERCULES DJCONTROLWAVE EN DJUCED DJW

EnGenius Snelle Installatie Gids

BIPAC 7100SV VoIP ADSL Modem/Router

150 MBIT DRAADLOZE ACCESS POINT ROUTER

Edimax Gemini Upgradepakket Wi-Fi-roaming voor thuis RE11 Snelstartgids

SP-1101W/SP-2101W Quick Installation Guide

DF Digitale fotolijst Handleiding

INSTALLATIE HANDLEIDING

TAQ-10352KBLUE/PINK. DUTCH / NEDERLANDS

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

BIPAC-711C2 / 710C2. ADSL Modem / Router. Snelle Start Gids

Handleiding Plextalk PTN1. Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1

IDPF-700 HANDLEIDING

myguard 7202 / 7202G (802.11g) Security ADSL2+ Router Snelle Start Gids

Quick Installation Guide Installatie handleiding Guide d installation rapide Kurzanleitung Installation

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

Leather keyboard case for Ipad Air 2

BUITEN IR-NETWERKCAMERA Serie

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Vigor 2860 serie Multi PVC/EVC - RoutIT

TAD DUTCH / NEDERLANDS

Sweex Broadband Router + 4 poorts 10/100 Switch

Een Net2 Entry Monitor configureren

Transcriptie:

GEBRUIKERSHANDLEIDING Videovergadersysteem Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het apparaat in gebruik neemt en bewaar de handleiding voor later. MODEL RVF1000 1206 (V2.2)

2 Veiligheidsinformatie 1 Veiligheidsinformatie 1 Veiligheidsinformatie PAS OP SCHOKGEVAAR NIET OPENEN PAS OP: OM HET GEVAAR VAN EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN DEKSEL (OF ACHTERZIJDE) NIET OPENEN! GEEN ONDERDELEN AANWEZIG DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN DIENEN TE WORDEN. ONDERHOUD DIENT ALLEEN DOOR DESKUNDIGE MONTEURS PLAATS TE VINDEN. Deze bliksemschicht met pijl in een gelijkzijdige driehoek wijst u op de aanwezigheid van ongeïsoleerde, gevaarlijke elektrische spanning in de kast van het product. Deze spanning is voldoende sterk om een risico voor personen te vormen op elektrische schokken. Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek wijst u op belangrijke informatie over de bediening en het onderhoud (service) in de documentatie die u bij dit product hebt ontvangen. FCC WAARSCHUWING: Deze apparatuur kan radiofrequente energie opwekken of gebruiken. Wijzigingen of aanpassingen aan deze apparatuur kunnen schadelijke storingen veroorzaken, tenzij de aanpassingen nadrukkelijk in de bijbehorende handleiding zijn toegestaan. Wanneer u ongeoorloofde wijzigingen of aanpassingen aanbrengt, bent u niet langer bevoegd tot het bedienen van deze apparatuur. OFFICIËLE INFORMATIE: FCC Deel 15 Door het testen van deze apparatuur is vastgesteld dat deze volgens Deel 15 van de FCC Regels beantwoordt aan de beperkingen voor digitale apparaten van Klasse A. Deze beperkingen zijn ingesteld als redelijke bescherming tegen schadelijke storing wanneer de apparatuur in een bedrijfsomgeving wordt gebruikt. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequente energie en kan deze ook uitstralen en hinderlijke storingen van radioverbindingen veroorzaken wanneer de apparatuur niet volgens de handleiding wordt geïnstalleerd en gebruikt. Door het inschakelen van deze apparatuur in woongebieden kan hinderlijke storing worden veroorzaakt. De gebruiker is dan verplicht de storing op eigen kosten te verhelpen. U bent als gebruiker verplicht de kabelingangen van dit apparaat te voorzien van passende leidinginvoeren, leidinguitgangen en drukringen. PAS OP: Er bestaat explosiegevaar als u de batterij door een verkeerd type vervangt. Batterijen mogen alleen worden vervangen door eenzelfde type, of een door de fabrikant geadviseerd equivalent. Verwijder gebruikte batterijen alleen volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Openingen in metaal waardoor geïsoleerde kabels worden geleid moeten een zachte, afgeronde oppervlaktestructuur hebben of van kabelgeleiders worden voorzien. Waarschuwing: Installeer deze apparatuur niet in een gesloten ruimte zoals een boekenkast of een vergelijkbaar meubel. Waarschuwing: De bedrading en de aansluitingen moeten voldoen aan de National Electric Code, ANSI/NFPA 70, evenals aan de plaatselijke voorschriften voor elektrische installaties. Waarschuwing: Dit is een klasse A product. Dit product kan in een woonomgeving radiostoring veroorzaken. U kunt dan verplicht worden passende maatregelen te nemen. Waarschuwing: Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om het risico van brand en elektrische schokken te vermijden. Pas op: Het apparaat moet door een deskundige monteur volgens de plaatselijke voorschriften en richtlijnen worden geïnstalleerd. Pas op: Om elektrische schokken te voorkomen, dient u de kast niet te openen. Laat het onderhoud en eventuele reparaties over aan deskundige technici. Pas op: Het apparaat mag niet aan water (druppels of spetters) worden blootgesteld en op het apparaat mogen geen voorwerpen met vloeistof erin, zoals vazen, worden geplaatst. Als u het apparaat wilt loskoppelen van de stroomvoorziening, trekt u de stekker uit het stopcontact. Zorg ervoor dat de stekker altijd gemakkelijk bereikbaar is als u het product installeert. LG Electronics verklaart dat dit/deze product(en) overeenstemmen met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van Richtlijn 2004/108/EC, 2006/95/EC, en 2009/125/EC. Europees Normencentrum: Krijgsman 1, 1186 DM Amstelveen The Netherlands.

Veiligheidsinformatie Oude apparaten verwijderen 1. Wanneer een product is voorzien van het label met een doorgekruiste vuilniscontainer, betekent dit dat het product valt onder de Europese richtlijn 2002/96/EC. 2. Alle elektrische en elektronische producten moeten gescheiden van het huishoudelijk afval worden afgevoerd via speciale inzamelpunten die door de overheid of lokale overheid zijn aangewezen voor de verwerking van dergelijke producten.. Door uw oude apparaten naar behoren te verwijderen, helpt u mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid te voorkomen. 4. Bel voor meer informatie over het verwijderen van uw oude apparaten het gemeentehuis van uw woonplaats, het dichtstbijzijnde erkende inleveradres of de winkel waar u het product hebt gekocht. Veilige manier om de batterij uit het apparaat te verwijderen: Volg voor het verwijderen van de oude batterij of accu de stappen voor plaatsing in omgekeerde volgorde. Om milieuverontreiniging en mogelijk gevaar voor de gezondheid van mens en dier te voorkomen, dient u de oude batterij of accu in de juiste container bij het aangewezen innamepunt te doen. Gooi oude batterijen en accu s nooit samen met het gewone huisvuil weg. U wordt aangeraden om gebruik te maken van lokale, gratis innamestations voor batterijen en accu s. De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige warmtebronnen zoals zonlicht, vuur of iets dergelijks. Afgewerkte batterijen/acc s wegdoen 1. Wanneer dit symbool van een doorgestreepte afvalbak op wielen op (de verpakking van) het door gebruikte product is afgebeeld, wil dat zeggen dat het product valt onder de Europese Richtlijn 2006/66/EC. 2. Dit symbool kan samen met de chemische symbolen voor kwik (Hg), cadmium (Cd) en lood (Pb) worden gebruikt als de batterij of de accu meer dan 0,0005% kwik, 0,002% cadmium of 0,004% lood bevat.. Batterijen en accu s moeten altijd gescheiden van het gemeentelijke huisvuil worden weggedaan via speciale inzameladressen die door de landelijke of de plaatselijke overheid zijn aangewezen. 4. Door afgewerkte batterijen en accu s op de juiste manier weg te doen helpt u mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid van mens en dier te voorkomen. 5. Bel voor meer informatie over het opruimen van afgewerkte batterijen en accu s de afdeling Milieudienst van het gemeentehuis van uw woonplaats, het dichtstbijzijnde erkende inleveradres of de winkel waar u het product hebt gekocht. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES 1. Lees deze aanwijzingen aandachtig. 2. Bewaar deze instructies op een veilige plaats.. Neem alle waarschuwingen in acht. 4. Volg alle aanwijzingen op. 5. Installeer dit apparaat niet in de nabijheid van water. 6. Gebruik voor het reinigen uitsluitend een droge doek. 7. Blokkeer de ventilatieopeningen niet. Installeer volgens de instructies van de fabrikant. 8. Installeer het product niet dicht bij een warmtebron zoals een verwarmingsradiator, verwarmingsrooster, kachel of andere apparaten (inclusief versterkers) die warmte afgeven. 9. Maak de beveiligingsconstructie van een gepolariseerde of geaarde stekker niet onklaar. Een gepolariseerde stekker heeft twee stekkerpennen waarvan de ene breder is dan de andere. Een geaarde stekker heeft twee stekkerpennen en een derde aardingspen. De brede pen en de derde aardingspen zijn aangebracht voor uw veiligheid. Als de stekker van de netkabel van het apparaat niet in de contactdoos past, laat de verouderde contactdoos dan door een elektricien vervangen. 10. Zorg ervoor dat de netkabel niet wordt belopen of afgeklemd, vooral niet bij stekkers, contactdozen en het punt waar ze uit het apparaat komen. 11. Gebruik uitsluitend randapparaten en accessoires die door de fabrikant worden geadviseerd. 12. Gebruik uitsluitend met de kar, voet, driepoot, steun of tafel die de fabrikant adviseert of die bij het apparaat zijn verkocht. Wees bij het verplaatsen van apparatuur met een wagen voorzichtig om verwondingen door kantelen te voorkomen. 1. Trek de stekker van het apparaat tijdens onweer uit de contactdoos. 14. Laat onderhoud over aan deskundige monteurs. Onderhoud is noodzakelijk indien het apparaat op welke manier dan ook beschadigd is, zoals een beschadiging aan de netkabel of stekker, wanneer er vloeistof of voorwerpen in het apparaat zijn gevallen, het apparaat is blootgesteld aan vocht of regen, niet normaal functioneert of is gevallen. 1 Veiligheidsinformatie

4 Veiligheidsinformatie Veiligheidswaarschuwingen 1 Veiligheidsinformatie De hierna volgende tekst bevat waarschuwingen voor de veiligheid van de gebruiker en voor het voorkomen van beschadigingen aan eigendommen. Lees de hierna volgende tekst zorgvuldig door. WAARSCHUWING Zet het systeem uit voordat u het installeert. Sluit niet meerdere elektrische apparaten aan op dezelfde contactdoos. Dit kan oververhitting, brand of elektrische schokken veroorzaken. Plaats geen bekers met vloeistoffen zoals water, koffie of andere dranken op het systeem. Als er vloeistof in het systeem valt, kan dat defecten aan het systeem of brand veroorzaken. Zorg ervoor dat het netsnoer niet scherp wordt gebogen of dat er door een zwaar object druk op komt te staan. Dit kan brand veroorzaken. Stof het systeem regelmatig af. Gebruik voor het reinigen van het systeem altijd een droge doek. Gebruik geen natte doek of andere organische oplossingen. Dit kan het oppervlak van het systeem beschadigen en systeemdefecten of elektrische schokken veroorzaken. Plaats het systeem niet in de omgeving van vocht, stof of vuil. Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken. Trek het netsnoer voorzichtig uit de contactdoos. Raak de stekker niet aan met natte handen en steek de stekker niet in contactdozen met te wijde gaten. Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken. Probeer het systeem niet zelf te demonteren, repareren of modificeren. Dit is erg gevaarlijk vanwege de hoge spanningen die in het systeem aanwezig zijn. Het kan brand, elektrische schokken of ernstige verwondingen veroorzaken. Let op gevaarlijke situaties zoals natte vloeren, een loszittend of beschadigd netsnoer of een onstabiele ondergrond. Vraag uw dealer om assistentie als u problemen ondervindt. Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken. Houd op z n minst 15 cm afstand van de achterkant van het systeem tot de muur vrij, anders kunnen de op het systeem aangesloten kabels verbogen, beschadigd of ingesneden raken. Dit kan brand, elektrische schokken of verwondingen veroorzaken. Installeer het systeem op een koele plaats zonder direct zonlicht en houd die plaats altijd op kamertemperatuur. Gebruik geen kaarsen en warmte genererende apparaten zoals verwarmingen. Plaats het systeem niet op plaatsen waar veel mensen passeren. Dit kan brand veroorzaken. Plaats het systeem op een vlakke ondergrond met voldoende ventilatie. Plaats het systeem niet op een verhoogde ondergrond. Dit kan defecten aan het systeem of ernstige verwondingen veroorzaken. De contactdoos moet op de grond liggen en het spanningsbereik moet binnen de 10 % van de vereiste spanningswaarde liggen. Gebruik niet dezelfde contactdoos waarop föhns, strijkijzers, koelkasten of verwarmingsapparaten staan aangesloten. Dit kan oververhitting, brand of elektrische schokken veroorzaken.

Veiligheidsinformatie 5 PAS OP Neem voor installatie van het videovergadersysteem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Plaats het product niet op een plaats waar het in contact kan komen met vocht, stof of vuil. Plaats het apparaat niet in direct zonlicht of naast verwarmingsapparaten. Houd het product weg bij elektrische ontstekingen of magnetische stoffen. Vermijd extreme temperaturen (aanbevolen bedrijfstemperatuur ligt tussen de 0 C - 40 C). Steek geen geleidende materialen door het ventilatierooster. Laat het systeem uit staan voor installatie. Zorg voor voldoende ruimte voor de kabelaansluitingen. Plaats het systeem op een vlakke ondergrond met voldoende ventilatie. Vermijd een ondergrond die trilt. Plaatsing van het systeem naast elektronische apparaten zoals radio s kan defecten veroorzaken aan het product. Demonteer het apparaat niet zonder assistentie van LG Electronics. Plaats het systeem niet op een verhoogde ondergrond. Voorkom dat er welke stof dan ook in het systeem wordt gedaan. Dit kan defecten aan het systeem veroorzaken. Installeer het systeem op een plaats met voldoende ventilatie. Houd op z n minst 15 cm afstand van de achterkant van het systeem tot de muur vrij. Plaats het systeem niet op een plaats waar apparaten staan met sterke magnetische velden, elektrische golven of draadloze apparaten zoals radio s. Plaats het systeem niet op een plaats waar magnetische objecten, elektrische frequenties of vibraties voorkomen. Plaats het systeem niet op een verhoogde ondergrond. Dit kan defecten aan het systeem veroorzaken. Plaats het systeem op een stabiele, rechte ondergrond. Hierdoor zou het systeem onjuist kunnen werken. Plaats het systeem op een plaats met geschikte vocht- en temperatuurniveaus. Plaats het systeem niet op een plaats met hoge (meer dan 40 C) of lage (minder dan 0 C) temperaturen. Het systeem kan beschadigd raken door harde stoten of trillingen. Gooi geen voorwerpen in de omgeving van het systeem. Vermijd direct zonlicht of verwarmingsapparaten van enig soort. Aanbevolen bedrijfstemperatuur is meer dan 0 C (2 F). Ventileer de lucht in de ruimte van het systeem en sluit het deksel van het systeem stevig. Defecten aan het systeem kunnen veroorzaakt worden door een ongeschikte omgeving. U wordt aangeraden om een AVR (automatische spanningsstabilisator) te gebruiken voor een stabiele spanningsvoorziening. U wordt aangeraden om kabels te gebruiken met een kern van ferriet en met een mantel om elektromagnetische interferentie te voorkomen. De contactdoos moet op de grond worden geplaatst. Als u een vreemd geluid of vreemde geur waarneemt, trek dan direct het netsnoer uit de contactdoos en neem contact op met het servicecentrum. Dit kan brand of elektrische schokken veroorzaken. Laat uw systeem regelmatig controleren bij het servicecentrum zodat het systeem stabiel kan blijven draaien. LG Electronics kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor defecten aan het systeem die voortkomen uit een slechte behandeling door de gebruiker. Er bestaat explosiegevaar als u de batterij ofwel accu door een verkeerd type vervangt. Verwijder gebruikte batterijen volgens de instructies. Draai het product tijdens gebruik niet om. 1 Veiligheidsinformatie

6 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Veiligheidsinformatie BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES 4 Veiligheidswaarschuwingen 2 Voorbereiding 8 Inleiding 8 Wat is een videovergadersysteem? 8 Functies 9 Uitpakken 10 Overzicht codec-unit 11 Overzicht HD-camera 11 Afstandsbediening 11 Batterijen installeren 12 Functies van de afstandsbediening 1 Aansluitingen 1 Voorzorgsmaatregelen 1 Overzicht aansluitingen 14 HDMI aansluiten 15 HD-camera aansluiten 16 PC aansluiten 17 Verbinden met een netwerk 18 Hoofdtelefoon aansluiten 18 Microfoon aansluiten 19 Spanningskabel aansluiten 19 Systeemverbinding controleren 20 Begininstellingen 2 Overzicht hoofdscherm 24 Configuratiemenu systeem 25 Gebruikersinstellingen 25 General (Algemeen) 26 Audio 27 Video 28 Date Time (Datum & tijd) 29 Systeembeheerdersinstellingen 29 Gespreksinstellingen Netwerkinstellingen

Inhoudsopgave 7 7 Systeeminstellingen 8 Systeeminformatie 8 System Status (Systeemstatus) 8 Audio/Video 9 Network Utility (Netwerkhulprogramma) 9 Server Status 4 Gebruik 40 Voordat u het systeem gebruikt 40 Een gesprek beginnen 40 Handmatig een gesprek beginnen 41 Een gesprek beginnen vanuit Call History (Geschiedenis). 41 Een gesprek beginnen vanuit de Contactpersonenlijst 42 Een gesprek beginnen met de Snelkiesfunctie 42 Een gesprek aannemen of weigeren 42 Een gesprek beheren 42 Een gesprek beëindigen 42 Verberg of toon elementen van de gebruikersinterface 42 Audio beheren 4 Video-indeling beheren 4 Content delen 4 Gespreksinformatie bekijken 44 Maak een snapshot 44 Contactpersonen beheren 44 Een ingang toevoegen aan de contactpersonenlijst 45 Een ingang uit de contactpersonenlijst bewerken of verwijderen 46 Een ingang uit de Geschiedenis kopiëren 46 Een ingang uit de Bedrijfscontacten kopiëren 46 Een ingang uit de Geschiedenis verwijderen 47 Sorteren en zoeken 47 Een gesprek beginnen als het apparaat is geregistreerd in een gatekeeper-server 47 Een gesprek beginnen als het apparaat geregistreerd is in een SIP-server. 47 De camera op afstand bedienen 48 Voorkeursinstellingen van de camera op afstand gebruiken 48 SnapShot gebruiken 48 De Webservice gebruiken 48 Aanmelden voor de Webservice 49 Uw systeemsoftware upgraden 49 Het certificatiebestand uploaden 49 Een adresboek importeren of exporteren 5 Bijlage 1 2 4 5 50 Problemen oplossen 52 Medeling over open source software 5 Technische gegevens

8 Voorbereiding 2 Voorbereiding 2 Voorbereiding Inleiding Wat is een videovergadersysteem? Het LG videovergadersysteem is ontworpen voor videovergaderingen. Het stelt mensen op verschillende plaatsen in staat om te vergaderen doordat ze elkaar op een scherm kunnen zien en met en naar elkaar kunnen spreken en luisteren. Met dit apparaat kunnen directeuren of leidinggevenden niet alleen in realtime een vergadering houden en communiceren met klanten, onderaannemers en collega s, maar ook besluiten nemen en virtueel en direct informatie uitwisselen, om zo reistijd, kosten en energie te besparen. Videovergadersysteem Netwerk Videovergadersysteem Functies Handige en eenvoudige grafische gebruikersinterface H.2/SIP-netwerk Internation Standard codec HD videokwaliteit 1280 X 720 (0 fps) Bewerkbare schermindelingen Grafische presentatie die gebruikmaakt van een techniek om content te delen (delen van documenten/audio/video) Beheerderswachtwoord en H.25-codec (geavanceerde encryptiestandaard) voor beveiliging Bellen met één toetsdruk dankzij snelkiesfunctie U kunt een contactpersonenlijst aanmaken met snapshots en u kunt groepen specificeren Eenvoudige zoekfunctie voor telefoonboek 720p HD-camera Natuurlijk klinkend gesprek dankzij volledige duplexmodus Ingebouwde speaker Elektreet-condensormicrofoon

Voorbereiding 9 Uitpakken Controleer of de doos de volgende onderdelen bevat. Neem contact op met de lokale handelaar waar u het product hebt gekocht als u iets mist. De afbeeldingen in deze handleiding kunnen verschillen met het eigenlijke product en onderdeel. 2 Voorbereiding Codec-unit HD-camera Afstandsbediening en batterijen Video Conference System V5500 Quick Setup Guide DC 12 V 6 1 CAMERA CABLE 2 HDMI CABLE Optional D-sub CABLE HDMI CABLE 4 LAN CABLE Optional Optional 5 TV Optional Netadapter HDMI-kabel Camera-aansluitkabel Gebruikershandleiding cd MicPod Draagtas

10 Voorbereiding Overzicht codec-unit a b 2 Voorbereiding HDMI OUT CAMERA RGB(PC) IN LAN DC IN POWER c d e f g h i j k a b c d e f g h i j k Aan/uit-lampje: Licht op als de unit aangaat. Ingebouwde speaker. HDMI-poort: Voor het aansluiten van het videovergadersysteem met de monitor door middel van een HDMI-kabel. Ventilator. Camera-aansluitpoort: Voor het aansluiten van de HD-camera. RGB(PC) IN poort: Voor het aansluiten van een pc met een D-subkabel voor presentaties. LAN-poort: Voor het aansluiten op een netwerk via een hub met RJ-45 stekker. Spanningsingang: Voor het aansluiten op een 12 V gelijkspanningsbron door middel van een geschikte kabel. Aan/uit-schakelaar: Schakelt de unit aan of uit. Nadat u de netstroomkabel hebt aangesloten, moet u het apparaat met de aan/uitknop inschakelen. Met deze knop kunt u het systeem resetten. Microfooningang: Voor het aansluiten van een microfoon. Audio-uitgang: Voor het aansluiten van een koptelefoon.

Voorbereiding 11 Overzicht HD-camera a 2 Voorbereiding b c d a b c d Interne microfoon Sensor afstandsbediening: Richt de afstandsbediening hierop. Activatielampje camera: Licht op als de camera op de codec-unit is aangesloten en juist is geactiveerd. CAMERA IN poort: Voor het aansluiten van de HD-camera op de codec-unit met de meegeleverde camera-aansluitkabel. Afstandsbediening Met deze afstandsbediening kunt u draadloos alle videovergaderfuncties bedienen, door de gebruikersinterface navigeren, gesprekken beginnen of aannemen en de camera op afstand bedienen die op het systeem is aangesloten Beweeg de camera op afstand naar wens naar een locatie. Batterijen installeren Open het batterijvak, vervang de batterijen (1,5 V AAA) en plaats de 2 en polen in overeenstemming met de gegevens in het batterijvak en sluit dan het deksel. PAS OP Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Dit kan de afstandsbediening beschadigen.

12 Voorbereiding Functies van de afstandsbediening Knop 2 Beschrijving Knop Beschrijving Voorbereiding Niet in gebruik. Systeem- of gespreksinformatie weergeven. Gebruik deze knop om in of uit te zoomen met beide camera s (die van u en van uw gesprekspartner) Gebruik deze knop om het volume van het systeem tijdens een gesprek af te stellen. Gebruik deze knop om het volume van de microfoons van het lokale systeem te dempen. Niet in gebruik. Gebruik deze knop om de lokale camera of de camera op afstand te kiezen. U kunt onderstaande functies gebruiken. Voorinstellingen PTZ bediening Selecteert een videobron Niet in gebruik. Systeeminstelmenu weergeven. Gebruik deze knop om de presentatiefunctie in te schakelen. Gebruik deze knop om terug te keren naar de voorgaande toestand. Pijlknoppen: Navigeer door de menuopties. Gebruik deze knop om de camera op afstand te laten draaien/ kantelen. OK: Menuselecties bevestigen. Gebruik deze knop om voorkeursinstellingen voor de camera op afstand te maken. Gebruik deze knop om de schermindeling te wijzigen. Gebruik deze knop om een gesprek te beginnen. Het contactpersonenmenu weergeven. Gebruik deze knop als u een gesprek wilt verbreken. Functieknoppen. De functie van deze knoppen wijzigt afhankelijk van het menu. Systeemactiviteit en details worden op het scherm weergegeven. Gebruik deze knoppen om letters of cijfers in te geven. DEL.: Een karakter verwijderen dat voor de cursor staat. SPACE: Een spatie invoegen na de cursor. 1/a/A: Invoertype wijzigen in cijfers, onderkast of bovenkast. Gebruik deze knoppen om de LG TV te bedienen. Wanneer u deze functie wilt gebruiken, wordt het VCS aangesloten op HDMI TV middels de HDMI Output -poort. : Schakelt de TV aan of uit. CH. +/- : Gebruik deze knop om het kanaal te wijzigen. INPUT: Selecteert het invoerapparaat. MUTE: Om het volume te dempen. VOL +/-: Gebruik deze knop om het volume van de TV af te stellen.

HDMI OUT 1 Aansluitingen Voorzorgsmaatregelen Zorg dat de monitor, het computersysteem en andere aangesloten apparaten uit staan voordat u het systeem installeert. Overzicht aansluitingen De afbeelding hieronder toont de aansluitingen van het systeem. De hierna volgende pagina s verwijzen naar specifieke informatie over elke aansluiting. Overzicht aansluitingen HDMI CABLE CAMERA RGB(PC) IN LAN DC IN POWER CAMERA CABLE Optional 1 2 Optional 4 LAN CABLE D-sub CABLE

14 HDMI aansluiten Brengt het digitale video- en audiosignaal over van het systeem naar uw monitor met de HDMI-kabel, zoals getoond in de volgende afbeelding. HDMI-kabel aansluiten HDMI OUT CAMERA RGB(PC) IN LAN DC IN POWER OPMERKING Voor de beste beeldkwaliteit wordt u aangeraden om de monitor te gebruiken in de modus 1280 x 720. Als u de codec-unit aansluit op een HDMI-tv en de speaker van de tv gebruikt, dan moet de afstand tussen de camera en de tv meer dan 1 meter zijn. De aanbevolen afstand tussen de camera en de gebruiker is ongeveer 1 tot 2 meter. Als u de codec-unit aansluit op de DVI-poort van de monitor (tv) met een HDMI naar DVI adapter, dan moet u naar de audio luisteren via de ingebouwde speakers of de koptelefoon omdat DVI geen audio ondersteunt. Ga naar Setup > User > Audio en wijzig de Audio Out naar Built-In Speaker(Ingebouwde Speaker) of Headset Out(Headset Uit). Als u een HDMI-tv of monitor als audio-uitvoerbron gebruikt om geluid van hoge kwaliteit te beluisteren, moet u de Audio-Out-test voor HDMI in het [System Info > Audio/Video]-menu uitvoeren.

HDMI OUT RGB(PC) IN 15 HD-camera aansluiten Sluit de HD-camera aan op de camera-ingang van de codec-unit met de meegeleverde camera-aansluitkabel, zoals getoond in de volgende afbeelding. HD-camera aansluiten CAMERA LAN DC IN POWER OPMERKING Pas de hoek van de camera aan uw wensen aan nadat het aansluiten is voltooid. Als u de ingebouwde speaker van de codec-unit gebruikt, plaats de camera dan ruim 1 meter van de codec-unit af. De aanbevolen afstand tussen de camera en de gebruiker is ongeveer 1 tot 2 meter.

16 PC aansluiten Een analoog videosignaal verzenden van uw pc naar de codec-unit. Sluit de pc aan op de codec-unit met de optionele 15-pins D-subkabel, zoals getoond in de volgende afbeelding. U kunt via deze verbinding een presentatie geven aan de gebruiker op afstand. PC aansluiten HDMI OUT CAMERA RGB(PC) IN LAN DC IN POWER

17 Verbinden met een netwerk Sluit de LAN-poort van de codec-unit aan op de corresponderende poort van uw router of netwerk met de optionele LAN- of ethernetkabel met RJ-45 stekker. Netwerk aansluiten HDMI OUT CAMERA RGB(PC) IN LAN DC IN POWER OPMERKING Houd de LAN-kabel vast aan de plug als u de kabel in het systeem steekt of er uithaalt. Als u de stekker uittrekt, dient u de borglip in te drukken.

18 Hoofdtelefoon aansluiten Sluit een hoofdtelefoonkabel aan op de hoofdtelefoonpoort van de codec-unit, zoals de volgende afbeelding laat zien. Koptelefoon aansluiten HDMI OUT CAMERA RGB(PC) IN LAN DC IN POWER Microfoon aansluiten Sluit een microfoon aan op de microfoonpoort van de codec-unit, zoals de volgende afbeelding laat zien. Microfoon aansluiten HDMI OUT CAMERA RGB(PC) IN LAN DC IN POWER OPMERKING De aanbevolen afstand tussen de microfoon en de gebruiker is ongeveer 1 tot 2 m.

19 Spanningskabel aansluiten Sluit de spanningskabel aan, zoals de volgende afbeelding aangeeft. Spanningskabel aansluiten HDMI OUT CAMERA RGB(PC) IN LAN DC IN POWER PAS OP U dient de meegeleverde adapter te gebruiken. Als u een adapter gebruikt die niet bij het systeem is geleverd, kan deze een verkeerde werking, een defect of brand veroorzaken. Systeemverbinding controleren Nadat alle verbindingen zijn gemaakt, kunt u de werking van het systeem controleren door de volgende stappen te volgen. 1. Schakel de monitor aan. 2. Druk aan de achterkant van de codec-unit op POWER. Het systeem start nu op. Als het systeem is opgestart, zal het beginconfiguratiemenu verschijnen. Als dit niet wordt weergegeven, controleert u de verbindingen tussen de apparaten en zorgt u dat de aansluitingen goed zijn uitgevoerd. Nu kunt u het systeem gebruiken. Voer de volgende configuratie uit. OPMERKING De video-uitvoer van het systeem is standaard 720p. Als uw monitor (TV) 720p niet ondersteunt, druk dan 5 keer op de blauwe knop. Het systeem start opnieuw op met 480p.

20 Begininstellingen Als u het videovergadersysteem voor de eerste keer gebruikt, zal het scherm met begininstellingen verschijnen. Kies een taal en stel de basisinstellingen in. 1. Plaats twee AAA batterijen met de 2 en polen in de juiste richting in de afstandsbediening. 2. Schakel de codec-unit in. Het systeem start nu op. Het logo wordt weergegeven tijdens het opstarten.. Als het systeem is opgestart, zal het beginconfiguratiemenu verschijnen. 4. Kies de taal die u wilt laten weergeven op het scherm. 4-1. Druk op OK of op [ ]. De lijst met talen wordt weergegeven. 4-2. Selecteer uw taal met behulp van [ ] of [ ] en druk op OK. 4-. Selecteer [Next (Volgende)] en druk op OK om naar de volgende stap te gaan, of druk op. 5. Kies de optie wizard.

21 5-1. Kies een van de opties hieronder. Start Wizard: Kies deze optie als u het systeem met behulp van de wizard wilt configureren. Volg de volgende stappen als u deze optie hebt gekozen. OPMERKING U wordt aangeraden de optie Startwizard te gebruiken in plaats van de handmatige instelling. Manual Setting (Handmatige instelling): Sla configuratie met de wizard over en geef het instelvenster weer. U kunt het systeem nu handmatig configureren. OPMERKING Als u het systeem met de hand niet goed instelt, kunt u wellicht geen gesprekken ontvangen. 5-2. Selecteer [Next (Volgende)] en druk op OK om naar de volgende stap te gaan, of druk op. 6. Kies de tijdzone. 6-1. Gebruik [ ] of [ ] om uw tijdzone te selecteren en druk op OK. 6-2. Gebruik [ ] of [ ] om het land te selecteren waarin het apparaat wordt gebruikt en druk op OK. 6-. Selecteer [Next (Volgende)] en druk op OK om naar de volgende stap te gaan, of druk op. 7. Kies een van deze netwerkinstellingsopties.

22 DHCP: Selecteer deze optie wanneer in het netwerk een DHCP-server is geïnstalleerd die het toewijzen van IP-adressen toestaat. Met deze instelling wordt het IP-adres automatisch toegewezen. 7-1. Selecteer deze optie en druk op. Een venster met IP-adresinformatie wordt weergegeven. 7-2. Selecteer [Next (Volgende)] en druk op OK om naar de volgende stap te gaan, of druk op. Static: Kies deze optie als u de netwerkconfiguratie handmatig wilt instellen. 7-1. Selecteer deze optie en druk op. 7-2. Stel de hieronder genoemde opties in. IP Adress (IP-adres): Vul het statische IP-adres van het apparaat in. Subnet Mask (Subnetmasker): Vul het subnetmasker IP-adres in. Gateway: Vul het gateway IP-adres in. DNS Server: Vul het IP-adres in om de DNS-servers te configureren. 7-. Selecteer [Next (Volgende)] en druk op OK om naar de volgende stap te gaan, of druk op. 8. Vul een naam in die het systeem beschrijft. Bij gebruik van de afstandsbediening 8-1. Druk op OK om de systeemnaam te bewerken. 8-2. Vul de systeemnaam in met de knoppen van de afstandsbediening en druk voor bevestiging op OK. DEL.: Verwijdert het teken voor de cursorpositie. SPACE: Een spatie invoegen op de plaats van de cursor. 1/a/A: Hiermee kunt u het type invoer wijzigen in cijfers, kleine letters of hoofdletters. Numbers/[. * #]: Selecteer cijfers, kleine letters of hoofdletters als geselecteerd invoertype. Druk een paar keer achtereen op de knop om het gewenste teken of symbool te selecteren. 8-. Selecteer [Next (Volgende)] en druk op OK om naar de volgende stap te gaan, of druk op. Bij gebruik van het virtuele keyboard. 8-1. Selecteer het pictogram van het virtuele keyboard en druk op OK. Het virtuele keyboard wordt weergegeven. 8-2. Gebruik de pijltoetsen om een letter te selecteren en bevestig met OK. a: De cursor naar links bewegen. d: De cursor naar rechts bewegen. Wissen: Verwijdert het teken voor de cursorpositie. Alles wissen: Alle ingevoerde karakters, cijfers en symbolen wissen. Spatie: Een spatie invoegen op de plaats van de cursor. a/a/?!: De instellingen voor het virtuele keyboard wijzigen in kleine letters, hoofdletters of symbolen. OK: Bevestigen en het menu beëindigen. Annuleer: Terugkeren naar het vorige scherm. 8-. Selecteer [Next (Volgende)] en druk op OK om naar de volgende stap te gaan, of druk op. 9. Er wordt een bericht getoond dat de wizard is voltooid. Druk op OK om het videovergadersysteem te starten. Het hoofdscherm van het videovergadersysteem wordt weergegeven.

2 OPMERKING Lees ook de instructies op het scherm voor de instelling van de afzonderlijke opties. Als u naar de instellingen van de vorige optie wilt gaan, selecteer dan Vorige en druk op OK of op. Overzicht hoofdscherm a b c d e f g h i j k l m n

24 a b c d e f Datum en tijd: Geeft de huidige datum en tijd weer. Call History (Geschiedenis): U kunt een gesprek beginnen door een nummer te kiezen uit een lijst met recent gekozen nummers. Speed Dial (Snelkiesfunctie): Een lijst inzien met recent opgeslagen snelkiesnummers. U kunt bellen door langer dan 1 seconde een cijfertoets van de afstandsbediening ingedrukt te houden en een nummer uit de lijst te selecteren. Lokale video: De huidige videoinvoer weergeven van de lokale camera. Directory (Contactpersonen): Ga naar de tab contactpersonen om de lijsten Mijn Contacten en Geschiedenis in te zien. Statusiconen Actief Niet-actief Beschrijving Geen weergave Geen weergave Geeft de serverstatus weer. Toont de status van de beveiliging. Dit pictogram wordt tijdens een gesprek getoond. Geeft aan of de microfoon aan of uit staat. Geeft de camerastatus weer. Geeft de speakerstatus weer. Geeft de netwerkstatus weer. g h i j k l m n Systeemnaam: Geeft de huidige systeemnaam weer. IP-adres: Geeft het huidige IP-adres van de unit weer. Tekstinvoerveld: Voer handmatig nummers of IP-adressen in. Gesprekknop: Gebruik deze knop om een gesprek te beginnen. Menu Hide (Menu verbergen): U kunt de gebuikersinterface verbergen en u kunt de andere afstandsbedieningsknop voor de gebruikersinterface tonen. System Info (Systeeminfo): U kunt systeemstatus, Audio/Video, Netwerkhulprogramma en Serverstatus weergeven. Setup (Instellingen): U kunt naar het instellingenmenu gaan en de systeemstatus wijzigen. Call (Gesprek): Een gesprek beginnen vanuit het tekstinvoerveld. Configuratiemenu systeem De functies en opties van het videovergadersysteem worden geconfigureerd via het instellingenmenu. 1. Druk in het hoofdscherm op Setup om naar het Instellingenmenu te gaan. Gebruik de onderstaande knoppen van de afstandsbediening om door de menuopties te navigeren. Pijlknoppen: Gebruik deze knoppen om menuopties te selecteren of om de waarden aan te passen. OK: Een optie kiezen of de instelling bevestigen. RETURN: Terugkeren naar het vorige menu of niveau. 2. Druk op Setup om het instellingenmenu te verlaten.

25 Gebruikersinstellingen General (Algemeen) System Name (Systeemnaam): Voer een systeemnaam in van maximaal 127 karakters. De ingevoerde systeemnaam wordt weergegeven op het hoofdscherm. 1. Druk op OK. 2. Pas de systeemnaam aan met het virtuele keyboard of de afstandsbediening.. Druk op OK om de instelling te bevestigen. Call Mode (Gespreksmodus): Kies een gespreksmodus. Audio+Video: Als u een gesprek wilt voeren met audio en video. Audio Only (Alleen audio): Kies deze optie als u een gesprek wilt voeren met alleen audio. Answer Type (Beantwoording): Kiest de wijze van beantwoording voor een inkomend gesprek. Auto Answer (Automatisch): Het systeem neemt een inkomend gesprek automatisch aan. Manual (Handmatig): Een inkomend gesprek handmatig aannemen. Do not disturb me (Niet storen): Als de functie Niet storen is geactiveerd, geeft het systeem het hoofdscherm weer. Bellers horen een bezettoon en gemiste gesprekken zijn te zien in de Geschiedenis. U kunt deze functie bijvoorbeeld gebruiken als u de vergaderruimte gebruikt voor een ander doel dan een videovergadering en niet gestoord wilt worden door inkomende gesprekken. Auto Answer & Mute: Het systeem beantwoord het inkomende gesprek automatisch en de actieve microfoon wordt automatisch gedempt. Screen Saver (Schermbeveiliging): De schermbeveiliging wordt geactiveerd en het LG-logo wordt weergegeven op de monitor als het systeem niet-actief is gedurende een gekozen periode. Een inkomend gesprek of een druk op een willekeurige knop van de afstandsbediening activeert het systeem weer. Language (Taal): Kies een taal voor het instellingenmenu en de informatieweergave.

26 Audio Instellingen aanpassen voor audioinvoer- en uitvoerapparatuur aangesloten op het systeem. Microphone (Microfoon): Kies de audioinvoer die gebruikt moet worden voor de actieve microfoon. Auto: Het systeem kiest automatisch de audioinvoer. Camera: Audioinvoer kan alleen geactiveerd worden met de interne microfoon van de HD-camera. Ext. Microphone (Ext. microfoon):audioinvoer kan alleen met een externe microfoon geactiveerd worden. Ext. Microphone Gain (Ext. microfoonversterking):het volumeniveau instellen van de externe microfoon. 1. Druk op OK en pas het volumeniveau aan met de pijlknoppen links of rechts. 2. Druk ter bevestiging op OK. Echo Control (Echoregeling): Schakelt de echofunctie AAN of UIT. On (Aan): Kies deze optie als u de echo wilt opheffen. Off (Uit): Kies deze optie als u de echo niet wilt opheffen. Audio Out (Audio uit): Kies waar de audio van een gesprek naar wordt uitgevoerd. Auto: Het systeem kiest de audio-uitvoer automatisch. Als u deze optie kiest, wordt de audio via de ingebouwde speaker in de codec-unit weergegeven. Als u een headset hebt aangesloten, wordt de audio via die headset weergegeven. Als u via HDMI wilt luisteren, moet u HDMI instellen in audio uit. HDMI: De audio wordt uitgevoerd via het aangesloten HDMI-apparaat. Built-In Speaker (Ingebouwde speaker): De audio wordt uitgevoerd via de ingebouwde speaker van de codec-unit. Headset Out (Headset uit): De audio wordt uitgevoerd via de aangesloten headset. RingTone (Beltoon): Kies het volumeniveau van de beltonen. Off (Uit): Het beltoonvolume staat uit. Small (Zacht): Het beltoonvolume staat zacht. Middle (Middel): Het beltoonvolume staat middelhard. Loud (Hard): Het beltoonvolume staat hard.

27 Video Display Resolution (Weergaveresolutie): Kies de weergaveresolutie van de aangesloten monitor. Als u de resolutie hebt gewijzigd, krijgt u een bevestigingsvenster en drukt u op OK om het systeem te herstarten. U kunt het systeem instellen op 720p of 480p De standaardwaarde is 720p. Camera Brightness (Helderheid camera): Het helderheidsniveau van de camera kiezen. De helderheid van de camera verwijst naar de hoeveelheid licht die door de lens van de camera komt. U kunt de weergave van donkere beelden verbeteren door de helderheid van de camera handmatig aan te passen. 1. Druk op OK en pas de helderheid aan met de pijlknoppen links of rechts. 2. Druk op OK om de instelling te bevestigen. Camera Whitebalance (Witbalans camera): Kies een witbalansmodus. Pas de witbalans aan als videokleuren niet in evenwicht lijken te zijn. De witbalans wordt beïnvloed door het type lichtbron. Auto: De witbalansfunctie wordt automatisch geactiveerd. Manual (Handmatig): Pas het witbalansniveau aan in het witbalansmenu. Whitebalance Level (Witbalansniveau): Instellen van het witbalansniveau. Deze optie wordt geactiveerd als u in het instellingenmenu [Camera Whitebalance] op handmatig zet. 1. Druk op OK en pas de witbalans aan met de pijlknoppen links of rechts. 2. Druk op OK om de instelling te bevestigen. Camera Exposure (Camerabelichting): Selecteert het belichtingsmenu om het toestel af te stemmen op de aanwezige lichtomstandigheden. Auto: Het systeem selecteert het automatische belichtingsmenu om het toestel af te stemmen op de aanwezige lichtomstandigheden. Als het beeld gaat flikkeren, probeer dan een andere instelling. Camera WDR: De WDR-functie (breed dynamisch bereik) kan erg handig zijn bij het werken onder erg lastige lichtcondities. De functie kan zowel donkere als lichte delen vastleggen en de verschillen combineren in een beeld dat net zo realistisch is als het origineel. On (Aan): Kiezen als u de WDR-functie wilt activeren. Off (Uit): Niet in gebruik.

28 Date Time (Datum & tijd) Time Server (Tijdserver): Kies de methode om de tijd in te stellen. Auto: Laat de tijdserver automatisch instellen. Manual (Handmatig): De tijdserver handmatig instellen. Bruikbare NTP-servers staan hieronder weergegeven. NTP-server time.nist.gov 192.4.244.18 time-a.nist.gov 129.6.15.28 time-b.nist.gov 129.6.15.29 ntp.nasa.gov 198.12.0.12 clock.isc.org 204.152.184.72 time.bora.net 20.248.240.140 IP-adres: Time Server Address (Adres tijdserver): Voer het IP-adres of de hostnaam van de tijdserver in. Deze optie wordt geactiveerd als u in het instellingenmenu [Time Server] op handmatig zet. Date Format (Datumweergave): Kies de weergavevorm voor de datum. Daylight Savings (Zomertijd): Zomertijd instellen. 1. Als u op OK drukt wordt het instellingenmenu voor zomertijd weergegeven. 2. Pas aan om de zomertijdfunctie in te stellen.. Het begin van de zomertijd instellen. 4. Het einde van de zomertijd instellen. 5. Druk op OK om de instelling te bevestigen. Nadat deze gegevens zijn ingesteld, wordt de zomertijdoptie op Aan gezet. Time Zone (Tijdzone): Kies de tijdzone voor uw systeem.

29 Systeembeheerdersinstellingen Als u deze optie kiest, wordt een wachtwoord-invoerveld weergegeven. Om systeembeheerdersinstellingen te kunnen wijzigen, moet u een wachtwoord invoeren. Het standaardwachtwoord is 124. Voer het wachtwoord in om de opties uit het submenu van de systeembeheerderinstellingen weer te geven. Gespreksinstellingen General (Algemeen) Maximum Call Time (Maximale gesprekstijd): Voer een Maximale gesprekstijd in tussen de 1 en 99 999 minuten. Na dit maximum zal het systeem het gesprek automatisch beëindigen. Maximum Bandwidth (Maximale bandbreedte): Kies de maximale netwerkbandbreedte te gebruiken bij een videogesprek. Outgoing Protocol (Uitgaande Protocol): Kies het protocol dat gebruikt moet worden voor een uitgaand gesprek. U kunt kiezen uit: H.2, SIP, of Auto. Als u voor H.2 of SIP kiest, kunt u gespreksgerelateerde waarden invoeren. Als de gebruiker op afstand hetzelfde protocol niet heeft geactiveerd, kunt u geen verbinding krijgen met die gebruiker op afstand. Als u Auto hebt gekozen, wordt er een verbinding gekozen op basis van de instellingen van de gebruiker op afstand. (H.2 wordt geprobeerd voor SIP. Als er met H.2 geen verbinding tot stand kan worden gebracht, wordt er automatisch een poging gedaan met SIP.) SIP Transport Protocol (SIP-transportprotocol): Kies het transportprotocol dat gebruikt moet worden tijdens uitgaande SIP-gesprekken. U kunt kiezen uit: TCP, UDP, of Auto. Als u kiest voor TCP of UDP, dan kunt u een SIP-gesprek voeren met de gekozen waarden. Als de gebruiker op afstand hetzelfde transportprotocol niet heeft geactiveerd, kunt u geen verbinding krijgen met die gebruiker op afstand. Als u Auto hebt gekozen, wordt er een verbinding gekozen op basis van de instellingen van de gebruiker op afstand.

0 H.2 Deze unit ondersteund het H.2-protocol voor het verzenden en ontvangen van video- en audiogesprekken. Het wordt gebruikt als een gatekeeperfunctie wordt aangeroepen. H.2 Name (H.2-naam): Voer met het alfabet, cijfers en speciale karakters de naam in van het apparaat dat wordt gebruikt voor het voeren van gesprekken met H.2. E.164 Name (E.164-naam): Voer de naam in van het apparaat dat wordt gebruikt voor het voeren van gesprekken met E.164. Deze naam wordt gebruikt als gebruikers in de gatekeeperserver geregistreerd worden. Als het apparaat geregistreerd is in de gatekeeperserver, dan kan de gebruiker op afstand deze naam oproepen. Security (Veiligheid): H.25 128-bit AES-beveiliging bij H.2-gesprekken. Als deze optie is geactiveerd, codeert het systeem automatisch gesprekken naar andere systemen waarbij AES-encryptie is geactiveerd. Als deze optie is ingesteld op AES, dan worden gesprekken aangenomen, maar alleen gecodeerd als de gebruiker op afstand AES-encryptie ondersteunt. Als de gebruiker op afstand AES-encryptie niet ondersteunt, dan worden de gesprekken niet gecodeerd. Use Gatekeeper (Gatekeeper Gebruiken): Stel in op Aan als u de gatekeeperfunctie wilt gebruiken. Deze unit ondersteunt het H.460- protocol voor firewall- en NAT-traversal van H.2-gesprekken. Er moet een H.460-server geconfigureerd zijn in uw netwerk om deze functie goed te laten functioneren. Als u deze functie op Aan zet, worden de opties H.460 NAT, Gatekeeper-adres en Gatekeeper-poort geactiveerd om in te kunnen stellen. H.460 NAT: Zet deze optie Aan als u de H.460-standaard gebruikt voor NAT- en firewall-traversal. Gatekeeper Address (GateKeeper-adres): Voer het IP-adres in van de primaire H.2-gatekeeper. Gatekeeper Port (GateKeeperpoort): Voer het poortnummer in van de primaire H.2-gatekeeper. OPMERKING U kunt de registratiestatus controleren in het menu Server Status in het venster systeeminformatie.

1 SIP Dit deel is voor gebruikers die een SIP-server willen gebruiken. SIP Name (SIP-naam): Voer de naam in van het apparaat dat gebruikt wordt voor het voeren van gesprekken met SIP. Voor de SIP-naam kunt u alfanumerieke karakters gebruiken. Als u andere karakters gebruikt dan letters, cijfers,., - en _, dan kunt u geen SIP-gesprekken voeren. Use SIP Server (SIP-server gebruiken): Zet deze optie Aan als u de SIP-server wilt gebruiken. Als u deze optie Aan zet, worden de opties gebruikersnaam, wachtwoord, TLS, registerserveradres, registerserverpoort, proxyserveradres en proxyserver-poort geactiveerd om in te kunnen stellen. User Name (Gebruikersnaam): Voer de gebruikersnaam van de SIP-server in. Password (Wachtwoord): Voer het autorisatiewachtwoord van de SIP-server in. TLS: Als gebruikers bellen, geeft TLS veiligheidsinformatie over alle soorten berichten. Als u deze optie op Aan zet, worden de registerserverpoort en de proxyserverpoort automatisch ingesteld op poort 5061. Register Server Address (Registerserveradres): Voer de hostnaam of het IP-adres van de SIP-registerserver in. Register Server Port (Registerserverpoort): Voer het IP-poortnummer van de SIP-registerserver in. Proxy Server Address (Proxyserveradres): Voer de hostnaam of het IP-adres van de SIP-proxyserver in. Proxy Server Port (Proxyserverpoort): Voer het IP-poortnummer van de SIP-proxyserver in.

2 QoS U kunt Quality of Service (QoS) instellingen opgeven voor het netwerk. Dynamic Bandwidth (Dynamische bandbreedte): De bandbreedte automatisch aanpassen aan de beste videobandbreedte beschikbaar. On (Aan): De functie Dynamische bandbreedte wordt gebruikt. Off (Uit): Niet in gebruik. IP QoS Type: Kies het type TCP/IP Quality of Service (QoS) dat uw netwerk gebruikt. None (Geen): Niet in gebruik. DiffServ: Stel in op DiffServ (differentiated services) service (QoS) voor audio, video en datapakketten. IntServ: Stel in op IntServ (integrated services) service (QoS) voor audio, video en datapakketten in de voorkeur van de service (ToS). Als u deze optie kiest, wordt de IntServToS-optie geactiveerd om in te kunnen stellen. IntServToS: Kies IP-type van services. Dit helpt de router een pad te kiezen als er veel van beschikbaar zijn.

Netwerkinstellingen IP U dient het IP-adres voor het gesprek in te voeren. Assignment (Toewijzing): Stel in op STATISCH of DHCP voor uw netwerkconfiguratie. DHCP: Selecteer deze optie wanneer in het netwerk een DHCP-server is geïnstalleerd die het toewijzen van IP-adressen toestaat. Met deze instelling wordt het IP-adres automatisch toegewezen. Als u de optie hierop instelt, worden de waarden van het IP-adres, de subnetmasker, gateway, hoofd-dns en sub-dns gedimd. STATIC (STATISCH): Kies deze optie als u de netwerkconfiguratie handmatig wilt instellen. IP Address (IP-adres): Vul het statische IP-adres van het apparaat in. Subnet Mask: Vul het subnetmasker IP-adres in. Gateway: Voer het standaard gateway IP-adres in. Main DNS (Hoofd-DNS): Voer de primaire domeinnaamserver in die de hostnamen in IP-adressen omzet. Sub DNS: Voer het serveradres in van de sub-dns die de hoofd-dns ondersteunt. Firewall Deze functie is voor gebruikers die de firewall willen omzeilen. NAT Configuration (NAT-configuratie): Disable (Uitgeschakeld): Niet gebruikt in deze stand. Enable (Ingeschakeld): Kies deze optie voor firewall traverse van de statische NAT-server. Als u deze optie kiest, wordt de optie Openbaar NAT-adres geactiveerd.

4 NAT Public Address (Openbaar NAT-adres): Voer het openbare IP-adres of de hostnaam van het systeem in. Fixed Port (Vaste poort): U kunt het TCP- en UDP-poortbereik vastleggen. Als u deze optie op Aan zet, worden de opties voor de TCP- en UDP-poort geactiveerd. TCP Port: Voer het laagste/hoogste nummer in van het bestemde bereik aan TCP-poortnummers. UDP Port: Voer het laagste/hoogste nummer in van het bestemde bereik aan UDP-poortnummers. Service Web Server: Als deze optie op Aan staat, kunt u een verbinding maken met het apparaat via een webbrowser. Telnet: Als u deze optie op Aan zet, kunt u een verbinding maken met het apparaat door middel van telnet. SSH: Als u deze optie op Aan zet, kunt u een verbinding maken met het apparaat door middel van SSH. SNMP SNMP: Stelt systeembeheerders in staat het systeem op afstand te bedienen door middel van SNMP. Uitgeschakeld: Niet gebruikt in deze stand. Ingeschakeld: Geeft aan wanneer SNMP toegang tot dit apparaat krijgt. Als u deze optie kiest, worden de opties Traphost en Community geactiveerd. Trap Host 1 tot : Het IP-adres specificeren van de computer die u wilt gebruiken als uw netwerkbeheerstation en naar welke computer SNMP-traps zullen worden gestuurd. Community: De SNMP-beheer community specificeren waarin u dit systeem wilt laten werken (bijvoorbeeld: lgecommunity of openbaar).

5 LDAP LDAP geeft de mogelijkheid om geregistreerde adresboeken te lezen op de LDAP-server. U kunt uw verbinding met een LDAP-server bevestigen in de tab Bedrijfscontacten in de contactpersonenlijst. LDAP: Disable (Uitgeschakeld): Niet gebruikt in deze stand. Enable (Ingeschakeld): Kiezen wanneer de LDAP-server toegang tot dit apparaat toestaat. Hostname (Hostnaam): Voer de hostnaam of het IP-adres in van uw LDAP-server. User (Gebruiker): Voer de gebruikersnaam in van uw LDAP-server. Password (Wachtwoord): Voer het wachtwoord in van uw LDAP-server. Base: Voer de base Distinguished Name (DN) in die gebruikt wordt voor query s in uw LDAP-server. Filter: Voer filterstrings in die u gebruikt om een subset gegevensitems te specificeren in een LDAP-datatype. IEEE802.1x Aangeven of 802.1X-netwerktoegang is geactiveerd. Dit systeem ondersteunt de volgende authenticatieprotocollen: EAP-MD5 EAP-PEAP EAP-TTLS

6 IEEE802.1x: Disable (Uitgeschakeld): Niet gebruikt in deze stand. Enable (Ingeschakeld): Kies deze optie voor 802.1x-gebruikersauthenticatie. Als u deze optie kiest, worden de opties identiteit, wachtwoord en EAP-methode geactiveerd. Identity (Identiteit): Voer de persoonlijke naam in die u van uw systeembeheerder hebt gehad. Dit specificeert de identiteit van het systeem voor 802.1X-authenticatie. Password (Wachtwoord): Voer het wachtwoord in dat u van uw systeembeheerder hebt gekregen. Dit specificeert het wachtwoord van het systeem voor 802.1X-authenticatie. EAP Method (EAP-methode): De EAP-methode kiezen. OPMERKING Bij gebruik van EAP-MD5 Als u EAP-MD5 gebruikt, hoeft u geen enkel bestand te uploaden naar de webservice. Bij gebruik van EAP-TTLS 1. Als u EAP-TTLS gebruikt, moet u ca.pem, client.pem, client.key verkrijgen van de 802.1x-netwerkmanager. 2. Upload de ca.pem, client.pem, client. key bestanden naar de internetservice van uw systeem zoals de onderstaande afbeelding aangeeft. Bij gebruik van EAP-PEAP 1. Als u EAP- PEAP gebruikt, moet u het bestand ca.pem verkrijgen van de 802.1x-netwerkmanager. 2. Upload het ca.pem bestand naar de internetservice van uw systeem zoals de onderstaande afbeelding aangeeft. Als 802.1x is ingesteld 1. Controleer als u klaar bent met deze instellingen of u uw IP-adres kunt zien in het hoofdscherm. 2. Voer een pingtest uit via System Info (systeeminfo) > Network Utility (Netwerkhulprogramma) > Command.. U kunt nu proberen andere VCS-systemen op te roepen.

7 Systeeminstellingen Management (Beheer) Admin Password (Wachtwoord systeembeheerder): Wijzig het wachtwoord van de systeembeheerder als u dat wenst. Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig. System Restart (Systeem opnieuw opstarten): Volg de volgende stappen om het systeem opnieuw op te starten. 1. Selecteer Opnieuw opstarten en druk op OK. Er wordt een waarschuwingsvenster weergegeven. 2. Selecteer [OK] en druk op OK. Het systeem wordt opnieuw opgestart. Setup Initialization (Instellingen initialiseren): U kunt de configuratie van het instellingenmenu initialiseren. 1. Selecteer Reset en druk op OK. Er wordt een waarschuwingsvenster weergegeven. 2. Selecteer [OK] en druk op OK. Het systeem wordt geïnitialiseerd en opnieuw opgestart. Factory Reset (Fabrieksnulstelling): U kunt het systeem terugzetten naar z n originele fabrieksinstellingen. 1. Selecteer Reset en druk op OK. Er wordt een waarschuwingsvenster weergegeven. 2. Selecteer [OK] en druk op OK. Het systeem wordt teruggezet naar de standaard fabriekswaarden en opnieuw opgestart. OPMERKING Als u de optie [Factory Reset] kiest, dan zal het opgeslagen adres in contactpersonen verwijderd worden.

8 Systeeminformatie Nadat het systeem is geconfigureerd, kunt u de status van het systeem bekijken. Druk op (INFO) om het informatievenster weer te geven. System Status (Systeemstatus) U kunt de huidige status en configuratie van het systeem bekijken. Audio/Video U kunt de status van de audio/video controleren. De Audio-uitvoer testen 1. Selecteer de optie Audio-uitvoertest met de pijlknop. 2. Druk op OK en selecteer de gewenste audio-uitvoeroptie uit: HDMI, Ingebouwde speaker of Headsetuitgang.. Druk op OK en selecteer [Start]. 4. Druk nogmaals op OK om de audio-uitvoer te testen. U hoort drie pieptonen, waarna de test afsluit. Als u de piepjes niet kunt horen, controleer dan het volumeniveau of de aansluiting.

9 OPMERKING Als u een HDMI-tv of monitor als audio-uitvoerbron gebruikt om geluid van hoge kwaliteit te beluisteren, moet u de Audio-Out-test voor HDMI in het [System Info > Audio/Video] menu uitvoeren. Network Utility (Netwerkhulprogramma) U kunt problemen met netwerkverbindingen met uw systeem oplossen met de ping- en traceroute-hulpprogramma s in Netwerkhulprogramma. 1. Selecteer het IP-adresveld. 2. Druk op OK om een waarde in te voeren. Wijzig, indien nodig, de wijze van tekstinvoer met 1/a/A of kies het keyboardicoon om het virtuele keyboard weer te geven. Sluit het keyboard nadat u de waarde hebt ingevoerd (als u het gebruikt hebt om de waarde in te voeren) en druk op OK om het veld te verlaten.. Selecteer de optie uit het commandomenu. Ping: Het commando ping test de reactietijd tussen twee apparaten. Traceroute: Het commando traceroute test de reactietijd en volgt de route van een pakketje van het ene apparaat naar het andere. 4. Druk op [Start] en druk op OK om te testen. Server Status U kunt de serverstatus bekijken.

40 Gebruik 4 Gebruik Voordat u het systeem gebruikt 4 Gebruik Zorg dat de verbindingen goed zijn en controleer of u de juiste stroomvoorziening gebruikt voordat u het LG-videovergadersysteem gaat gebruiken. Controleer of de status van de verbindingen van het LG-videovergadersysteem correct zijn. Controleer of het LG-videovergadersysteem verbinding heeft met het netwerk en dat het van spanning is voorzien. Zorg dat de netwerkinstellingen correct zijn ingesteld voordat u het videovergadersysteem gaat gebruiken. Test het lokale videobeeld van de aangesloten camera op uw systeem voordat u een gesprek begint. Als het beeld flikkert en de kleuren onevenwichtig of het beeld te donker worden weergegeven, moet u waarschijnlijk de ruimteverlichting evenals de helderheidsinstelling en de witbalans van de camera aanpassen en het Camera Exposure-menu controleren. Een gesprek beginnen U kunt een gesprek beginnen tussen uw systeem en een ander videovergadersysteem. Begin een gesprek op een van de volgende manieren: Handmatig een gesprek beginnen U kunt een gesprek beginnen door handmatig een IP-adres in te voeren. 1. Selecteer het Tekstinvoerveld en druk op OK. 2. Voer een IP-adres in of kies nummers. Gebruik om de wijze van tekstinvoer te wijzigen voor het tekstinvoerveld.. Druk op OK nadat u een waarde hebt ingevoerd. wordt automatisch geselecteerd. 4. Druk nogmaals op OK om een gesprek te beginnen. Er wordt een gespreksstatus-venster weergegeven. Dit dialoogvenster toont het IP-adres dat u probeert te bereiken en de status van het gesprek.

Gebruik 41 OPMERKING Als u het gesprek wilt annuleren, druk dan tijdens het kiezen op OK. Als de oproep niet binnen ongeveer 120 seconden wordt beantwoord, zal uw systeem automatisch de verbinding verbreken. Controleer het IP-adres van het systeem op afstand voordat u een gesprek gaat voeren. Als u het IP-adres verkeerd instelt of een fout IPadres instelt, kunt u geen gesprek beginnen. Een gesprek beginnen vanuit Call History (Geschiedenis). De lijst Geschiedenis slaat maximaal 10 recent gedraaide nummers op. De oudste ingang uit de lijst wordt automatisch verwijderd als het systeem een gesprek aanneemt of een gesprek begint nadat het maximale aantal ingangen is bereikt. Het laatst gedraaide nummer verschijnt altijd als eerste in de lijst. 1. Druk in het hoofdscherm op de knop pijl omhoog. De tab Geschiedenis wordt uitgevouwen. 4 Gebruik 2. Gebruik de knoppen links [ ] of rechts [ ] om een ingang te selecteren.. Druk op OK om een gesprek te beginnen. Er wordt een gespreksstatus-venster weergegeven. OPMERKING Druk tijdens het kiezen op OK om de oproep te annuleren. Een gesprek beginnen vanuit de Contactpersonenlijst De contactpersonenlijst bevat een lijst met namen en nummers van waaruit u gesprekken kunt beginnen. Volg de volgende stappen om een gesprek te beginnen van uit de contactpersonenlijst: 1. Druk vanuit het hoofdscherm met de afstandsbediening op DIRECTORY of selecteer in het hoofdscherm [Directory (Contactpersonen)] en druk op OK om naar de contactpersonenlijst te gaan. 2. Selecteer met de pijlknoppen de gewenste ingang.. Druk op OK om een gesprek te beginnen. Er wordt een gespreksstatus-venster weergegeven. OPMERKING Zie de sectie Contactpersoneninstellingen voor meer details.

42 Gebruik Een gesprek beginnen met de Snelkiesfunctie Als u een snelkiesnummer instelt, kunt u snel en eenvoudig een gesprek beginnen. Druk op het opgeslagen nummer en houd het even vast totdat het statusvenster verschijnt. Een gesprek aannemen of weigeren 4 Gebruik U kunt uw systeem zo configureren dat het inkomende gesprekken automatisch aanneemt door als volgt de voorkeuren in te stellen in het menu [User > General > Answer Type (Gebruiker > Algemeen > Beantwoording)]: Auto Answer (Automatisch): Als u deze optie kiest, neemt het systeem automatisch het eerstvolgende binnenkomende gesprek aan. Manual (Handmatig): Als u deze optie kiest, moet u binnenkomende gesprekken handmatig aannemen. Als uw systeem is ingesteld om gesprekken automatisch aan te nemen, kies dan een van de volgende opties voor inkomende gesprekken: Selecteer [Pick up (Aannemen)] en druk op OK om een gesprek te accepteren. Selecteer [Reject (Weigeren)] en druk op OK om een gesprek te weigeren. Do not disturb me (Niet storen): Als u deze optie kiest, kunt u alle gesprekken van het andere systeem blokkeren. De boodschap Do not disturb me wordt in het midden weergegeven bovenaan het hoofdscherm. Gemiste gesprekken verschijnen in de lijst Geschiedenis. U kunt deze functie bijvoorbeeld gebruiken als u de vergaderruimte gebruikt voor een ander doel dan een videovergadering en niet gestoord wilt worden door inkomende gesprekken. Auto Answer & Mute: Wanneer u deze optie selecteert, beantwoordt het systeem beantwoord het inkomende gesprek automatisch en de actieve microfoon wordt automatisch gedempt. OPMERKING Als u een oproep plaatst naar een ander systeem terwijl de functie Do not disturb me is geactiveerd, wordt een waarschuwingsvenster weergegeven en de verbinding automatisch verbroken. Een gesprek beheren Tijdens een gesprek kunt u de status van het gesprek en de identiteit van de gesprekspartner bekijken. Een gesprek beëindigen U kunt een gesprek beëindigen met de afstandsbedieningstoets. Druk op als u een gesprek wilt beëindigen. Verberg of toon elementen van de gebruikersinterface Druk op om op elke willekeurig moment tijdens een gesprek elementen van de gebruikersinterface te verbergen of te tonen. Audio beheren U kunt het audiovolume aanpassen en het volume van de actieve microfoon dempen. Volume aanpassen Om het volume van een gesprek aan te passen, gebruikt u [VOL + / -] op de afstandsbediening. Als het volume op 0 wordt gezet, is het volume van de audio-uitvoer gedempt en verschijnt het Dempicoon in het hoofdscherm. OPMERKING Als de camera te dicht bij de tv staat, kan er echo optreden. Als u gebruikmaakt van de ingebouwde speaker en de camera te dicht bij de codec-unit staat, kan er echo optreden.

Gebruik 4 Het volume van de actieve microfoon dempen Druk op de afstandsbediening op. Als het volume van de actieve microfoon gedempt is tijdens een gesprek, wijzigt het microfoonicoon in het gedempte microfoonicoon. Video-indeling beheren Tijdens een gesprek verschijnt er een videobeeld van uw gesprekspartner op uw monitor. U kunt de schermindeling wijzigen van het lokale videobeeld en het videobeeld op afstand. Uitleg over schermindeling Standaard verschijnt er een indeling met de volgende onderdelen: Het linker venster toont de participant op afstand of een presentatie. Uw beeld (de lokale participant) verschijnt in het rechter venster. De schermindeling wijzigen 1. Druk tijdens een gesprek op de knop LAYOUT om het indelingskeuzevenster weer te geven. 4 Gebruik 2. Selecteer de gewenste schermindeling met links [ ] of rechts [ ].. Druk op OK om te bevestigen. Content delen Tijdens een gesprek kunt u digitale content delen. 1. Sluit de pc op het systeem aan met een D-subkabel (zie pagina 16). 2. Stel het video-uitgangssignaal van uw pc nauwkeurig in (bijvoorbeeld Fn + F7 of Dual Monitor-instelling).. Druk op PRESENTATION. Op uw beeldscherm verschijnt het bericht Video source is changing... (Het videobronsignaal wordt momenteel aangepast.... Het pc-scherm wordt weergegeven in het lokale videovenster. 4. Als u nogmaals op PRESENTATION drukt, gaat u terug naar het camerascherm, OPMERKING Deze unit ondersteunt de resoluties 640x480, 800x600, 1024x768 en 1280x768 als pc-uitvoer resoluties. Gespreksinformatie bekijken U kunt gespreksinformatie bekijken. 1. Druk tijdens een gesprek op (INFO) Het informatievenster van het huidige gesprek verschijnt in beeld. Call Protocol (Gespreksprotocol): Toont het gespreksprotocol. Resolution (Resolutie): Toont de resolutie, in pixels, van het verzonden of ontvangen videobeeld. Video Frame Rate (Videoframerate): Toont de videoframerate in beelden per seconde Video/Audio Codec: Toont de Video/Audio codec die gebruikt wordt om de Video/Audio te comprimeren en decomprimeren. Video Packet loss/audio Packet loss (Videopakketverlies/Audiopakketverlies): Toont het aantal gegevenspakketjes die hun bestemming niet halen. Pakketverlies kan door een aantal factoren worden veroorzaakt, waaronder signaaldegradatie over het netwerkmedium, oververzadigde netwerkverbindingen, niet-bevestigde in doorvoer geweigerde pakketjes, defecte netwerkhardware, vijandige systeemstuurprogramma s of netwerkapplicaties, of normale routingroutines. Video-/Audio jitter: Toont de variatie, in milliseconde, in de aankomsttijd van pakketjes, veroorzaakt door netwerkverstopping, timingafwijking of routeringwijzigingen. Video/Audio BW: Toont de hoeveelheid overgebrachte Video-/Audiogegevens per seconde in kilobits. Cumulative (Cumulatief ): Toont het bijgewerkte aantal pakketjes dat bij het gesprek verloren zijn gegaan. Percentage: Toont het pakketverlies als percentage van het totale aantal verzonden pakketjes. 2. Druk op RETURN om af te sluiten.

44 Gebruik OPMERKING Gespreksinformatie vernieuwt iedere 5 seconden automatisch. Maak een snapshot Tijdens een gesprek kunt u een snapshot maken van het huidige videobeeld. Het snapshot wordt weergegeven bij de ingang van de lijst Geschiedenis. Druk op om een snapshot te maken. Contactpersonen beheren Als u toegang hebt tot de lokale contactpersonenlijst, dan kunt u ingangen toevoegen, verwijderen of bewerken. 4 Gebruik Een ingang toevoegen aan de contactpersonenlijst U kunt maximaal 1000 ingangen creëren in de contactpersonenlijst. Volg de volgende stappen om een ingang aan de contactpersonenlijst toe te voegen: 1. Druk vanuit het hoofdscherm met de afstandsbediening op DIRECTORY of selecteer in het hoofdscherm [Directory (Contactpersonen)] en druk op OK om naar contactpersonen te gaan. 2. Kies de tab Mijn Contacten met de pijlknoppen.. Selecteer met de pijlknoppen [Add (Toevoegen)] en druk op OK of op. Het venster Toevoegen aan contactpersonen wordt weergegeven.

Gebruik 45 4. Selecteer het Naamveld met de pijlknoppen. Druk op OK om een waarde in te voeren. Wijzig, indien nodig, de wijze van tekstinvoer voor tekstvelden met 1/a/A of kies het keyboardicoon om het virtuele keyboard weer te geven. Sluit het keyboard nadat u de waarde hebt ingevoerd (als u het gebruikt hebt om de waarde in te voeren) en druk op OK om het veld te verlaten. 5. Selecteer het Adresveld met de pijlknoppen. Druk op OK om een waarde in te voeren. Wijzig, indien nodig, de wijze van tekstinvoer voor tekstvelden met 1/a/A of kies het keyboardicoon om het virtuele keyboard weer te geven. Sluit het keyboard nadat u de waarde hebt ingevoerd (als u het gebruikt hebt om de waarde in te voeren) en druk op OK om het veld te verlaten. 6. Selecteer een Groepsitem met de pijlknoppen en druk op OK. Selecteer een groep en druk op OK. 4 Gebruik OPMERKING Volg de volgende stappen als u een nieuwe groep maakt. 6-1. Selecteer [+New (Nieuw)] en druk op OK. Het nieuwe groepsvenster wordt weergegeven. 6-2. Voer de groepsnaam in en druk op OK. Selecteer [OK] in het venster en druk ter bevestiging op OK. 7. U kunt de opgeslagen ingang bevestigen in Snelkiesfunctie. Als u een opgeslagen Snelkiesnummer wilt verwijderen, kunt u dit doen door het te selecteren in Contactpersonen bewerken. 7-1. Druk vanuit het hoofdscherm met de afstandsbediening op DIRECTORY of selecteer in het hoofdscherm [Directory (Contactpersonen)] en druk op OK om naar de contactpersonenlijst te gaan. 7-2. Kies de tab Mijn Contacten met de pijlknoppen. 7-. Ga naar de te bewerken lijst met de pijlknoppen en druk op. 7-4. Selecteer het Snelkiesnummeritem met de pijlknoppen en druk op OK. Selecteer uit de lijst een nummer om te verwijderen en druk op OK. 7-5. U ziet nu een pop-upvenster, druk dan op OK. 8. Selecteer het Gesprekstype-item met de pijlknoppen en druk dan op OK. Selecteer een gesprekstype en druk op OK. 9. Selecteer OK en druk op de afstandsbediening op OK als u klaar bent met de instellingen. Een ingang uit de contactpersonenlijst bewerken of verwijderen 1. Druk vanuit het hoofdscherm met de afstandsbediening op DIRECTORY of selecteer in het hoofdscherm [Directory (Contactpersonen)] en druk op OK om naar de contactpersonenlijst te gaan. 2. Kies de tab Mijn Contacten met de pijlknoppen.. Selecteer de ingang die u wilt bewerken en druk op. Het venster Contactpersonen bewerken wordt weergegeven. Als u de ingang wilt verwijderen, selecteert u de ingang en drukt u op of op [DEL.]. Het venster Contactpersoon verwijderen wordt weergegeven. Selecteer OK en druk op de afstandsbediening op OK.

46 Gebruik 4. Pas de waarden aan in het dialoogvenster Ingang contactpersonenlijst bewerken. 4 Gebruik Een ingang uit de Geschiedenis kopiëren U kunt een ingang uit de Geschiedenis kopiëren naar de lijst Mijn contacten. 1. Druk vanuit het hoofdscherm met de afstandsbediening op DIRECTORY of selecteer in het hoofdscherm [Directory (Contactpersonen)] en druk op OK of druk op de knop pijl omhoog om naar de contactpersonen te gaan. 2. Kies de tab Geschiedenis.. Selecteer de ingang die u wilt kopiëren naar de tab Mijn contacten. 4. Druk op. Het venster Toevoegen aan contactpersonen wordt weergegeven. 5. Selecteer OK in het venster Toevoegen aan contactpersonen. Als u het item wilt bewerken, wijzigt u de waarde voordat u het opslaat. 6. Druk op de afstandsbediening op OK. Een ingang uit de Bedrijfscontacten kopiëren Als LDAP is geactiveerd, worden Bedrijfscontacten weergegeven in de Contactpersonenlijst. 1. Ga naar de tab Bedrijfscontacten, selecteer een ingang en druk op. 2. Het venster Kopiëren naar Mijn contacten wordt weergegeven. Selecteer OK.. Druk op de afstandsbediening op OK. Een ingang uit de Geschiedenis verwijderen 1. Ga naar de Geschiedenis. 2. Selecteer de ingang die u wilt verwijderen en druk op of op [DEL.].. Het venster Geschiedenis verwijderen wordt weergegeven. 4. Kies OK of druk op de afstandsbediening op OK.

Gebruik 47 Sorteren en zoeken In principe wordt de contactpersonenlijst volgens de volgende orde gesorteerd: speciale karakters, cijfers, karakters. All: Alle ingangen worden weergegeven. Alphabet (Alfabet): Als de eerste letter van een naam uit de lijst overeenkomt met die van de gekozen alfabetknop, dan worden die ingangen weergegeven. Group (Groep): Als er zich ingangen bevinden in de gekozen groep dan worden die weergegeven. Search (Zoeken): Als de letter of het speciale karakter uit een naam overeenkomt met het ingevoerde karakter in het zoekveld, dan wordt die naam weergegeven. Een gesprek beginnen als het apparaat is geregistreerd in een gatekeeper-server U kunt een gesprek beginnen door de naam in te voeren van de geregistreerde gebruiker op afstand in de gatekeeper-server. 1. U moet de naam van de geregistreerde gebruiker op afstand bevestigen in de gatekeeper-server. 2. Selecteer het Tekstinvoerveld en druk op OK.. Voer een naam van een geregistreerde gebruiker op afstand in. Wijzig de wijze van tekstinvoer voor het tekstinvoerveld met 1/a/A. 4. Druk op OK nadat u een waarde hebt ingevoerd. wordt automatisch geselecteerd. 5. Druk nogmaals op OK om een gesprek te beginnen. Er wordt een gespreksstatus-venster weergegeven. OPMERKING 4 Gebruik Druk op OK tijdens het kiezen als u de oproep wilt annuleren. Als u de oproep niet binnen 2 minuten beantwoordt, zal het systeem automatisch de verbinding verbreken. Een gesprek beginnen als het apparaat geregistreerd is in een SIP-server. 1. U moet de naam van de geregistreerde gebruiker op afstand bevestigen in de SIP-server. 2. Selecteer het Tekstinvoerveld en druk op OK.. Voer een geregistreerde naam van de gebruiker op afstand in. Wijzig de wijze van tekstinvoer voor het tekstinvoerveld met 1/a/A. 4. Druk op OK nadat u een waarde hebt ingevoerd. wordt automatisch geselecteerd. 5. Druk nogmaals op OK om een gesprek te beginnen. Er wordt een gespreksstatus-venster weergegeven. OPMERKING Druk op OK tijdens het kiezen als u de oproep wilt annuleren. Als u de oproep niet binnen 2 minuten beantwoordt, zal het systeem automatisch de verbinding verbreken. De camera op afstand bedienen Als de camera op afstand een PTZ-functie heeft, kunt u de camera op afstand tijdens het gesprek bedienen. 1. Maak contact met de gebruiker op afstand. 2. Druk op FAR op de afstandsbediening.. U kunt de camera op afstand bedienen door te drukken op: CAM ZOOM +, CAM ZOOM en op de Pijlknoppen.

48 Gebruik Voorkeursinstellingen van de camera op afstand gebruiken Als de camera op afstand een PTZ-functie heeft of een andere videobron, dan kunt u de functie voorkeursinstellingen gebruiken. 1. Maak contact met de gebruiker op afstand. 2. Druk op de afstandsbediening op PRESET.. Druk op de afstandsbediening op en selecteer een videobron. 4. Beweeg de cursor naar het nummer dat u wilt opslaan. 5. Druk op de afstandsbediening op. 6. Beweeg de camera op afstand naar wens naar een locatie. 7. Druk op. Dan kunt u de locatie onder dat nummer opslaan. 8. U kunt de camera op afstand naar de opgeslagen locatie laten bewegen door het opgeslagen nummer te kiezen. 4 SnapShot gebruiken U kunt de ingang in de contactpersonenlijst opslaan met een afbeelding van het scherm op afstand. 1. Maak contact met de gebruiker op afstand. 2. Druk op de afstandsbediening op. Snapshot van gebruiker op afstand is opgeslagen wordt weergegeven op het scherm. Gebruik OPMERKING U kunt deze snapshotinformatie bevestigen in Geschiedenis. U kunt de ingang met deze snapshotinformatie opslaan in de lijst Mijn contacten. De Webservice gebruiken U kunt dezelfde configuratiewerkzaamheden uitvoeren vanaf de webinterface, die beschikbaar is vanaf de unit. De webinterface bevat aanvullende functies die niet via de unit te configureren zijn. U kunt via de webservice o OK het systeem updaten, certificatiebestanden uploaden en adresboeken importeren of exporteren. Aanmelden voor de Webservice 1. Start de webbrowser. De aanbevolen browser is Internet Explorer in combinatie met Windows. 2. Voer in de adresbalk HTTP:// in en het IP-adres van het videovergadersysteem. U kunt de hostnaam gebruiken die u hebt ingevoerd in het DDNS-instellingenmenu van het videovergadersysteem.. Druk op het keyboard op ENTER, dan zal de aanmeldpagina voor de LG VCS Webservice worden weergegeven. 4. Selecteer de gebruikersnaam en voer het wachtwoord in. Het wachtwoord is dat van de systeembeheerder.

Gebruik 49 Uw systeemsoftware upgraden 1. Volg stap 1-4 uit van "Aanmelden voor de Webservice". 2. Kies de tab [Setup(Instellingen)] en ga naar het Systeembeheerder instellingenmenu. Kies de optie [Management (Beheer)]. 4. Klik op [Upgrade] bij de optie [System update]. 5. Klik [Browse]. 6. Zoek en open het firmwarebestand. 7. Klik op [OK]. Nadat het upgraden is voltooid, zal het systeem opnieuw worden opgestart. Het certificatiebestand uploaden 1. Volg stap 1 tot 2 uit van "Uw systeemsoftware upgraden". 2. Klik op [Upload] van de optie [Upload certificatiebestand].. Klik [Browse]. 4. Zoek en open het certificatiebestand. 5. Klik op [OK]. Een adresboek importeren of exporteren 4 Gebruik Een adresboek exporteren 1. Volg stap 1-4 uit van Aanmelden voor de Webservice. 2. Kies de tab [Directory (Contactpersonen)].. Klik op het menu [Export File (Exporteer bestand)]. Het exportvenster wordt weergegeven. 4. Klik op [Save (Opslaan)]. 5. Kies een map en pas de naam van het exportbestand aan. 6. Klik op [Save (Opslaan)]. Een adresboek importeren 1. Volg stap 1-4 uit van Aanmelden voor de Webservice. 2. Kies de tab [Directory (Contactpersonen)].. Klik op het menu [Import File (Importeer bestand)]. Het venster CSV-bestand importeren wordt weergegeven. 4. Zoek en open het adresboekbestand en klik dan op [OK]. De geïmporteerde adressen worden toegevoegd en u kunt de toegevoegde adressen zien in de lijst.