BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen Commissie voor binnenlandse zaken, belast met de lokale besturen en de agglomeratiebevoegdheden VERGADERING VAN DONDERDAG 3 MEI 2001 Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen - Gewone zitting 2000-2001
2 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN INHOUD INTERPELLATIE van de heer Joël Riguelle (F) tot de heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met mobiliteit, ambtenarenzaken, brandbestrijding en dringende medische hulp, betreffende de werking van de DBDMH en van de brandweerschool. (Sprekers: de heren Joël Riguelle, Claude Michel en de heer Robert Delathouwer, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met mobiliteit, ambtenarenzaken, brandbestrijding en dringende medische hulp). Brusselse Hoofdstedelijke Raad - Gewone zitting 2000-2001
VERGADERING VAN DONDERDAG 3 MEI 2001 3 Voorzitter: de heer Jan BÉGHIN. - De vergadering wordt om 16.10 uur geopend. INTERPELLATIE VAN DE HEER JOEL RIGUELLE TOT DE HEER ROBERT DELATHOUWER, STAATSSECRETARIS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, BELAST MET MOBILITEIT, AMBTENARENZAKEN, BRANDBE- STRIJDING EN DRINGENDE MEDISCHE HULP, betreffende de werking van de DBDMH en van de brandweerschool. De heer Joël Riguelle (in het Frans).- Het ontwerp van verordening van de regering voor het brugpensioen op 56 jaar voor het personeel van de SIAMU is goedgekeurd. De vraag rijst echter of de DBDMH efficiënt zal werken en die werking moet ongetwijfeld verbeteren. Tegelijk moet er ook een balans worden opgemaakt van de oprichting van de brandweerschool. Is de directie al geïnstalleerd en voldoet ze aan de eisen van het besluit van september 98? Wat zijn de vooruitzichten voor dat opleidingscentrum? In de begroting 2001 is niet langer uitdrukkelijk sprake van de oprichting van die school, ofschoon er nog bedragen onder die benaming zijn ingeschreven, voor in totaal bijna 18 miljoen. Er was echter sprake van een bedrag van 50 miljoen, wat voor 2001 niet het geval is. Er is kennelijk onenigheid binnen de regering. Waarom? En waarom wordt dat ontwerp niet uitgevoerd? Alles is immers klaar maar toch talmt men met de installatie van het pedagogisch comité. Er zij voorts op gewezen dat de vakbonden niet akkoord gaan met de benoeming van de directie van de brandweerschool van de DBDMH. Is er een oplossing in zicht? Op dit ogenblik volgen de Franstalige brandweerlui een opleiding in de brandweerschool van Braine en de Nederlandstalige brandweerlui in Peutie. Het opleidingscentrum van Braine werkt echter niet naar behoren terwijl dat van Peutie wel goed werk levert. Er zou een verschil zijn tussen het opleidingsaanbod van de Franstalige brandweerlui en dat van hun Nederlandstalige collega s. Als die problemen met de werking van de brandweerschool blijven voortduren, rijst de vraag welke opleiding de nieuwe brandweerlui zullen krijgen? Voorts heeft het feit dat de Raad van State het enige tijd geleden voorgestelde taalkader heeft verworpen, voor moeilijkheden gezorgd voor bepaalde personeelsleden, die als tijdelijken opnieuw dienden te worden aangeworven. Hoe gaat de regering dat probleem oplossen? Los van het probleem van de taalkaders, is een minimale kennis van de tweede taal van het Gewest en zelfs een rudimentaire kennis van het Engels, gelet op het internationale karakter van het Hoofdstedelijk Gewest, geen overbodige luxe om een efficiënte dienstverlening en de veiligheid van onze burgers te garanderen. De tweetaligheidspremie is na de onderhandelingen met de vakbonden omgezet in een gevarenpremie. Dat is een goede beslissing. Is het niet mogelijk om een taalopleiding te geven in het kader van de algemene opleiding op het ogenblik van de aanwerving, ook al moeten er geen examens worden afgelegd bij het SELOR? Het verheugt me dat er nieuwe brandweerlui worden aangeworven. Dat is nodig omdat de oudere brandweerlui worden gepensioneerd en omdat de continuïteit en de kwaliteit van de openbare dienstverlening gewaarborgd moeten blijven. Volgens u zouden 197 personeelsleden aanspraak kunnen maken op brugpensioen en zou slechts een klein aantal dit ook willen. Hiermee wordt het probleem niet opgelost van de brandweerlui die niet meer geschikt zijn om bepaalde opdrachten uit te voeren en die daarom administratieve taken hebben gekregen. Hoe dan ook moeten brandweerlui in dienst worden genomen. De aanwerving, de opleiding en het personeelsbeheer moeten in de toekomst worden gestructureerd en gepland. Dat zal het imago van het korps verbeteren en het aantrekkelijker maken voor jongeren die bij de brandweer willen werken. Zal men het beroep bij de jongeren - met inbegrip van de migrantenjongeren - promoten, en hoe? Op technisch vlak rijst de vraag of het CARDEX, een onmisbaar systeem om efficiënt te kunnen werken, eindelijk gebruiksklaar is, zoals beloofd in november 2000? En beschikt de DBDMH, wat de installaties van het Europees parlement betreft, over alle gegevens om een doeltreffend interventieplan op te stellen? Zal de DBDMH in de toekomst over voldoende materieel en voldoende manschappen beschikken om in heel het Gewest te kunnen uitrukken? De brandweerpost in de UCL heeft, wegens personeelsgebrek, nog altijd geen brandweerwagen met motorspuit. Zal men de vooruitgeschoven posten kunnen behouden en zelfs uitbreiden? Misschien zouden de commissieleden spoedig een bezoek kunnen brengen aan de installaties van de DBDMH. De heer Claude Michel (in het Frans).- Wat het gebruik van de talen betreft, hoeven de Engelstaligen niet het meest te klagen. Overweegt men ook personeel aan te werven dat het Arabisch spreken? Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met mobiliteit, ambtenarenzaken, brandbestrijding en dringende medische hulp.- Als de voorzitter het ermee eens is, ben ik bereid samen met de commissie ter plekke te gaan kijken. De voorzitter.- Ik vind dit een goed voorstel. Ik zal nagaan of dit nog voor 21 juli mogelijk is. Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met mobiliteit, ambte-
4 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN narenzaken, brandbestrijding en dringende medische hulp.- We hebben niet vaak de gelegenheid een grondig debat over de brandweer te voeren. De oprichting van de brandweerschool is niet vastgelopen. De regering besliste in de zomer 2000 het toenmalige opleidingscentrum af te schaffen omdat het niet goed functioneerde. Men heeft mij gevraagd een nieuwe school op te richten onder de vorm van een VZW, die onafhankelijk zou zijn van de brandweer en waarin zowel vakbonden als experts zouden zetelen. De vakbondsacties hebben onze plannen doorkruist. Nu deze dossiers afgerond zijn, kan prioriteit gegeven worden aan de oprichting van de brandweerschool. De recruten die in maart en april aan hun stage begonnen zijn, krijgen op dit ogenblik een praktische opleiding over het gebruik van voertuigen, materieel en interventietechnieken. In september krijgen ze een meer algemene vorming waardoor ze het getuigschrift brandweerman zullen verwerven dat nodig is voor hun definitieve benoeming. Die opleiding zal worden gegeven in de Brusselse school als deze operationeel is, of in de scholen van Vlaams- en Waals-Brabant. Vijftien recruten zullen bovendien nog voor de vakantie een basisopleiding van ambulancier volgen, zodat ze tijdens de zomermaanden de ambulancediensten kunnen versterken. Wat de tweetaligheid betreft, spreken we natuurlijk van een tweetalige dienst met ééntalige ambtenaren. Voor brandweerlui geldt dezelfde regeling als voor ambtenaren: wie een taalopleiding volgt en slaagt in het taalexamen, georganiseerd door SELOR, heeft recht op een taalpremie die, éénmaal verworven, ad vitam geldt. We hebben gemerkt dat deze regeling bij de ambtenaren enig succes heeft, zodat we ook er mogen van uitgaan dat hetzelfde zal gelden voor het brandweerkorps. Wat de recrutering betreft heb ik vorige vrijdag in de plenaire zitting van het Parlement al gesteld dat er 30 nieuwe brandweerlui worden aangeworven vanaf juni 2001. De reserve waaruit wordt geput voor de Nederlandstaligen is al 7 jaar oud. Niettemin oogsten we nog altijd succes bij de recrutering. Dit wordt volgens mij onder meer verklaard door het feit dat de baan nog altijd voldoende aantrekkelijk is. (Verder in het Frans) Er moeten bijzondere inspanningen worden geleverd voor de jongeren en voor het grote publiek. Er zij echter op gewezen dat, ondanks het feit dat het om een gevaarlijk beroep gaat, er veel gegadigden zijn. Maar van de 1500 kandidaten zijn slechts 300 geslaagd voor de proeven. (Verder in het Nederlands) Voor de zomer zullen nog 30 extra personeelsleden worden aangeworven: dit is vroeger dan aanvankelijk gepland, want het was eerst de bedoeling hen pas in het najaar te laten beginnen. Ze moeten voor een deel de plaatsen innemen van hen die op natuurlijke wijze afvloeien of van de uitstapregeling zullen genieten, maar vooral zullen ze het tekort opvullen. Dan zijn er ook nog een aantal praktische problemen waarop de heer Riguelle heeft gealludeerd. Zo is er het zogenaamde CARDEX-systeem, dat de brandweerlui toelaat om, bij het uitrukken, de meest aangewezen weg naar de brandhaard te volgen. Momenteel bestaat dit systeem uit een handgeschreven fichesysteem, dat dagelijks wordt bijgewerkt op basis van de meest recente informatie over de toestand van de straten, omleidingen, wegenwerken enz. Dat, enigszins verouderd, systeem moet worden gemoderniseerd, waarbij de stratenplannen helemaal worden gedigitaliseerd. Het spreekt vanzelf dat, zolang het nieuwe systeem nog niet op poten staat, het oude nog altijd gebruikt moet worden. We mogen terzake geen risico s nemen. Daarnaast voorzien wij de modernisering van de interventieplannen, opdat het Brussels korps hierin een voortrekkersrol kan spelen. Er zit dus heel veel in de pipeline. Het korps zal er over tien jaar helemaal anders uitzien. Op dit ogenblik bestaat er geen echt interventieplan voor het Europees Parlement. Het gebouw van de ministerraad daarentegen beschikt wel over een preventief interventieplan. De preventieverantwoordelijken van het Europees Parlement kennen het gebouw zeer goed. Bovendien gaat het om zeer recente gebouwen uitgerust met de meest moderne brandpreventieinstallaties, zodat dit dossier niet prioritair is. Wat het UCL-probleem betreft gaat het om een tijdelijke maatregel die de efficiëntie van het optreden niet belemmert. Na hun opleiding zullen de nieuwe recruten ervoor zorgen dat alle posten opnieuw permanent bemand zullen zijn. Ik vind een bijzondere recruteringsinspanning bij de jeugd op dit ogenblik niet nodig. Er bieden zich heel wat kandidaten aan op de examens. Wat de allochtonen betreft heb ik nog geen klachten over de brandweerlui gehoord. In acute gevallen rijst er geen taalprobleem. Ik pleit ervoor dat iedereen een inspanning zou doen. Ik vind wel dat de weerstand tegenover de recrutering van vrouwen moet worden overwonnen. Er zijn toch ook vrouwen bij de para s. In Brussel is er geen enkele brandweervrouw. Bij de recrutering moeten wij op dat vlak inspanningen leveren. Ik denk eraan om meer scholen de brandweerkazernes te laten bezoeken. In sommige gemeenten, in Middelkerke bijvoorbeeld, bestaat een jeugdbrandweerbrigade. Ook in Brussel zou dat een goede zaak zijn. De heer Joël Riguelle (in het Frans).- Ik kan me verenigen met een groot aantal van uw argumenten. Ik maak een afspraak voor september, wanneer de brandweerschool opengaat. Waarom zou, wat de tweetaligheid betreft, de regeling die in andere gewestelijke semi-overheidsinstellingen van toepassing is en waarbij de mogelijkheid wordt geboden om een opleiding te volgen, niet model kunnen staan? U hebt gezegd dat er voldoende kandidaten zijn en dat er geen bijzondere promotiecampagne moet worden gevoerd om jongeren aan te trekken.
VERGADERING VAN DONDERDAG 3 MEI 2001 5 Het imago van de brandweer moet echter voortdurend verzorgd worden. Wat het CARDEX-systeem betreft, verbaast het mij dat de samenwerking met het CIBG, dat al over het URBIS-systeem beschikt, nog niet verder staat. Wat het Europees Parlement betreft, zegt u dat er voorzorgsmaatregelen zijn getroffen voor het gebouw van de ministers maar niet voor dat van de parlementsleden. Lopen de ministers dan meer gevaar dan de parlementsleden? Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met mobiliteit, ambtenarenzaken, brandbestrijding en dringende medische hulp (in het Frans).- Bij het CIBG zijn er geen problemen. Wij hebben hun om hulp gevraagd. De brandweerlui hebben getalmd. Met het CIBG gaat het beter, maar we gaan nog niet snel genoeg. - Het incident is gesloten. - De vergadering wordt om 16.55 uur gesloten.