ECLI:NL:RBROT:2014:2715



Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek

ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125

ECLI:NL:GHARL:2015:2577

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575

ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

ECLI:NL:RBROT:2017:2554

ECLI:NL:RBOVE:2015:3340

ECLI:NL:GHARL:2014:3064

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:GHAMS:2016:709

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:3990

ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBDHA:2014:1284

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHARL:2014:9416

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBMAA:2007:BB2790

ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356

Uitspraak ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9608

ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957

ECLI:NL:RBAMS:2014:7911

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis

ECLI:NL:RBROT:2017:3298

ECLI:NL:RBNNE:2017:1473

ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

ECLI:NL:RBROT:2016:10337

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

ECLI:NL:RBOBR:2016:588. Uitspraak RECHTBANK OOST-BRABANT. Datum uitspraak: Datum publicatie: Zaaknummer: 01/

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

3 Eis officier van justitie De officieren van justitie mr. I.M. Muller en mr. M. Kappeyne van de Coppello hebben gevorderd:

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid:

ECLI:NL:RBASS:2012:BW6312

ECLI:NL:RBNHO:2013: Tenlastelegging. Uitspraak. Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416

ECLI:NL:RBUTR:2012:BX6660

ECLI:NL:RBNHO:2013:11567

ECLI:NL:RBUTR:2005:AU7293

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

ECLI:NL:GHAMS:2016:3674

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:GHDHA:2014:3838

ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116

ECLI:NL:GHDHA:2014:2351

ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/04458 Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1277, Gevolgd

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572

ECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215

ECLI:NL:GHSGR:2000:AD9850

ECLI:NL:RBBRE:2006:AZ2981

ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5994

ECLI:NL:RBOVE:2013:320

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2013:4611

Uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE KAMER (VERKORT VONNIS)

ECLI:NL:RBUTR:2008:BD7407

ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1659

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ECLI:NL:RBZLY:2009:BK6655

ECLI:NL:RBNNE:2016:5552

ECLI:NL:GHARL:2014:9415

ECLI:NL:RBMNE:2015:5690

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

ECLI:NL:HR:2013: Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.

Verkort vonnis van de rechtbank 's-hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

ECLI:NL:RBNHO:2015:7578

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Transcriptie:

ECLI:NL:RBROT:2014:2715 Uitspraak Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 09-04-2014 Datum publicatie: 09-04-2014 Zaaknummer: 10/750175-11 Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte: [verdachte], geboren te Suriname [geboortedatum], zonder vast woon- of verblijfplaats hier te lande, gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie De Schie. Raadsman mr. E.G.S. Roethof, advocaat te Amsterdam. ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 26 maart 2014. TENLASTELEGGING Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis. EIS OFFICIER VAN JUSTITIE De officier van justitie mr. R.J.P. Lambrichts heeft gerekwireerd tot: - bewezenverklaring van het onder 1,2,3,4,5,6,7,8,9 en 10 ten laste gelegde - veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien jaren met aftrek van voorarrest. MOTIVERING VRIJSPRAAK De verdediging heeft aangevoerd dat de onder 1, 4 en 7 tenlastegelegde zedendelicten niet wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard. Daartoe is aangevoerd dat de verklaringen van de drie aangeefsters op elkaar afgestemd, onbetrouwbaar en onderling tegenstrijdig zijn. Bovendien geldt dat voor elk van deze feiten naast de aangifte geen ondersteunend bewijs uit andere bron voorhanden is en dat gelet op de unus testis, nullus testis-regel van artikel 342, lid 2, van het Wetboek van Strafvordering (verder: Sv) en de in dat verband relevante jurisprudentie, ook om die reden vrijspraak voor deze feiten moet volgen. De officier van justitie heeft gesteld dat weliswaar rechtstreeks ondersteunend bewijs voor de verklaringen van aangeefsters ontbreekt, maar dat dat niet betekent dat verdachte daarom van deze feiten moet worden vrijgesproken. De officier is van mening dat de verklaringen van de aangeefsters betrouwbaar zijn en elkaar over en weer ondersteunen. Naar het oordeel van de officier is er een duidelijke samenhang tussen de uit het dossier blijkende feiten en omstandigheden en moeten bij de waardering van de verklaringen over het seksueel misbruik ook de verklaringen over de gedwongen prostitutie worden betrokken. Voorts heeft de officier onder verwijzing naar de jurisprudentie naar voren gebracht dat niet voor ieder bestanddeel van de tenlastelegging meer dan één bewijsmiddel nodig is.

De rechtbank overweegt het volgende. Volgens het tweede lid van artikel 342 Sv kan het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring van een tenlastegelegd feit te komen ingeval de door één getuige gereleveerde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal. De vraag of aan het bewijsminimum van art. 342, tweede lid, Sv is voldaan laat zich niet in algemene zin beantwoorden maar vergt een beoordeling van het concrete geval (vgl. HR 26 januari 2010, NJ 2010, 512 en HR 13 juli 2010, NJ 2010, 515). Vaste rechtspraak van de Hoge Raad houdt voorts in dat het bewijsminimumvoorschrift van art. 342, tweede lid, Sv de bewezenverklaring van een tenlastegelegd feit in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan. De rechtbank stelt om te beginnen vast dat de jurisprudentie van de Hoge Raad, anders dan de officier van justitie heeft betoogd, niet meebrengt dat indien een tenlastelegging meerdere strafbare feiten bevat, het wettelijke bewijsminimum niet voor elk van de tenlastegelegde feiten afzonderlijk geldt maar de tenlastelegging in haar geheel betreft. Naar het oordeel van de rechtbank moet derhalve om tot bewezenverklaring te kunnen komen van de feiten waarop elk van de aangiftes betrekking heeft, worden vastgesteld of voor iedere aangifte voldoende steun te vinden is in ander bewijsmateriaal. Dat andere bewijsmateriaal moet dan betrekking hebben op de feiten zoals die zich volgens elke aangifte hebben afgespeeld. Anders dan de officier is de rechtbank van mening dat in de onderhavige gevallen de aangifte in de ene zaak niet kan gelden als ondersteunend bewijs voor de aangifte in de andere zaken. De rechtbank is tot de conclusie gekomen dat ondersteunend bewijs voor elk van de aangiftes voor wat betreft de zedendelicten ontbreekt. Er zijn in het dossier weliswaar enkele verklaringen opgenomen van getuigen die op enig moment van het misbruik hebben vernomen, maar daarvoor geldt dat die kennis rechtstreeks van een van de aangeefsters afkomstig was en daarmee niet als bevestiging door een derde kan worden gezien. De rechtbank spreekt verdachte dan ook vrij van de tenlastegelegde zedendelicten onder 1, 4 en 7. De rechtbank merkt hierbij ten overvloede op dat daarmee niet is gezegd dat geen geloof wordt gehecht aan hetgeen aangeefsters dienaangaande hebben verklaard. Deze verklaringen vinden echter geen steun in andere bewijsmiddelen, hetgeen is vereist om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. BEWEZENVERKLARING Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 2, 3, 5, 6, 8, 9 en 10 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat: hij in of omstreeks de periode van 05 februari 2006 tot en met 31 augustus 2006 te anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, ( telkens ), een ander, genaamd [slachtoffer 1], door dwang geweld één of meer feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en /of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft /hebben geworven vervoerd en /of overgebracht en /of gehuisvest opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1], immers heeft/ hebben verdachte, en /of zijn mededader (s) ( telkens ) - ten aanzien van die [slachtoffer 1] een zodanige fysieke psychische overwichtsituatie gecreëerd dat die [slachtoffer 1] geen weerstand kon bieden aan de ( wensen van ) verdachte ( n ) en /of

- die [slachtoffer 1] meermalen onder druk gezet en /of er ( zodoende ) toe aangezet en /of gebracht om in de prostitutie te werken en /of - die [slachtoffer 1] in een sociaal isolement gebracht en /of - met die [slachtoffer 1] (meermalen) tegen haar wil seks gehad - die [slachtoffer 1] (stelselmatig) mishandeld geslagen en /of - die [slachtoffer 1] voorzien in huisvesting en /of kleding en /of vervoer en /of - die [slachtoffer 1] met een auto naar een klant werkplek gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten en /of - die [slachtoffer 1] een (zeer groot) deel van de verdiensten van haar prostitutiewerkzaamheden afgenomen laten afstaan die [slachtoffer 1] - die [slachtoffer 1], ten tijde dat verdachte, in Suriname verbleef, (telefonisch) aanwijzingen instructies gegeven haar medegedeeld dat zij al haar verdiende geld naar hem, verdachte, moest opsturen laten opsturen; en /of hij in of omstreeks de periode van 05 februari 2006 tot en met 31 augustus 2006 te een ander, genaamd [slachtoffer 1], door dwang geweld één of meer feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en /of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft /hebben gedwongen bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander [slachtoffer 1] [slachtoffer 1]) zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van die arbeid of diensten, immers heeft/ hebben verdachte, en /of zijn mededader (s) ( telkens ) - ten aanzien van die [slachtoffer 1] een zodanige fysieke psychische overwichtsituatie gecreëerd dat die [slachtoffer 1] geen weerstand kon bieden aan de ( wensen van ) verdachte ( n ) en /of - die [slachtoffer 1] meermalen onder druk gezet en /of er ( zodoende ) toe aangezet en /of gebracht om in de prostitutie te werken en /of - die [slachtoffer 1] in een sociaal isolement gebracht en /of - met die [slachtoffer 1] (meermalen) tegen haar wil seks gehad - die [slachtoffer 1] (stelselmatig) mishandeld geslagen en /of - die [slachtoffer 1] voorzien in huisvesting en /of kleding en /of vervoer en /of - die [slachtoffer 1] met een auto naar een klant werkplek gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten en /of - die [slachtoffer 1] een (zeer groot) deel van de verdiensten van haar prostitutiewerkzaamheden afgenomen laten afstaan die [slachtoffer 1] - die [slachtoffer 1], ten tijde dat verdachte, in Suriname verbleef, (telefonisch) aanwijzingen instructies gegeven haar medegedeeld dat zij al haar verdiende geld naar hem, verdachte, moest opsturen laten opsturen ; en /of hij in of omstreeks de periode van 05 februari 2006 tot en met 31 augustus 2006 te

opzettelijk voordeel heeft getrokken uit één of meer seksuele handeling(en) van[slachtoffer 1], met of voor een derde tegen betaling, immers heeft hebben verdachte en of één of meer van zijn mededader (s) ( telkens ) ( een deel van ) de verdiensten van die [slachtoffer 1] uit prostitutiewerkzaamheden ontvangen zich toegeëigend ; hij in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 30 april 2009 te een ander, genaamd [slachtoffer 1] [slachtoffer 1], door dwang geweld één of meer feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en /of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft /hebben geworven vervoerd en /of overgebracht en /of gehuisvest opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1], immers heeft/ hebben verdachte, en /of zijn mededader (s) ( telkens ) - ten aanzien van die [slachtoffer 1] een zodanige fysieke psychische overwichtsituatie gecreëerd dat die [slachtoffer 1] geen weerstand kon bieden aan de ( wensen van ) verdachte ( n ) en /of - die [slachtoffer 1] meermalen onder druk gezet en /of er ( zodoende ) toe aangezet en /of gebracht om in de prostitutie te werken en /of - die [slachtoffer 1] in een sociaal isolement gebracht en /of - met die [slachtoffer 1] (meermalen) tegen haar wil seks gehad - die [slachtoffer 1] (stelselmatig) mishandeld geslagen en /of - die [slachtoffer 1] voorzien in huisvesting en /of kleding en /of vervoer en /of - die [slachtoffer 1] met een auto naar een klant werkplek gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten en /of - die [slachtoffer 1] een (zeer groot) deel van de verdiensten van haar prostitutiewerkzaamheden afgenomen laten afstaan die [slachtoffer 1] - die [slachtoffer 1], ten tijde dat verdachte, in Suriname verbleef, (telefonisch) aanwijzingen instructies gegeven haar medegedeeld dat zij al haar verdiende geld naar hem, verdachte, moest opsturen laten opsturen ; en /of hij in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 30 april 2009 te een ander, genaamd[slachtoffer 1], door dwang geweld één of meer feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en /of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft /hebben gedwongen bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander ([slachtoffer 1] [slachtoffer 1]) zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van die arbeid of diensten,

immers heeft/ hebben verdachte, en /of zijn mededader (s) ( telkens ) - ten aanzien van die [slachtoffer 1] een zodanige fysieke psychische overwichtsituatie gecreëerd dat die [slachtoffer 1] geen weerstand kon bieden aan de ( wensen van ) verdachte ( n ) en /of - die [slachtoffer 1] meermalen onder druk gezet en /of er ( zodoende ) toe aangezet en /of gebracht om in de prostitutie te werken en /of - die [slachtoffer 1] in een sociaal isolement gebracht en /of - met die [slachtoffer 1] (meermalen) tegen haar wil seks gehad - die [slachtoffer 1] (stelselmatig) mishandeld geslagen en /of - die [slachtoffer 1] voorzien in huisvesting en /of kleding en /of vervoer en /of - die [slachtoffer 1] met een auto naar een klant werkplek gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten en /of - die [slachtoffer 1] een (zeer groot) deel van de verdiensten van haar prostitutiewerkzaamheden afgenomen laten afstaan die [slachtoffer 1] - die [slachtoffer 1], ten tijde dat verdachte, in Suriname verbleef, (telefonisch) aanwijzingen instructies gegeven haar medegedeeld dat zij al haar verdiende geld naar hem, verdachte, moest opsturen laten opsturen ; en /of hij in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 30 april 2009 te ilze Rijen Roermond Breda Venlo Zundert opzettelijk voordeel heeft getrokken uit één of meer seksuele handeling(en) van [slachtoffer 1] [slachtoffer 1], met of voor een derde tegen betaling, immers heeft hebben verdachte en of één of meer van zijn mededader (s) ( telkens ) ( een deel van ) de verdiensten van die [slachtoffer 1] uit prostitutiewerkzaamheden ontvangen zich toegeëigend ; 5. hij in of omstreeks de periode van 18 januari 2006 tot en met 31 augustus 2006 tegilze Rijen Roermond Breda Venlo Zundert een ander, genaamd[slachtoffer 2], door dwang geweld één of meer feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en /of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft /hebben geworven vervoerd en /of overgebracht en /of gehuisvest opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die Smiet, immers heeft/ hebben verdachte, en /of zijn mededader (s) ( telkens ) - ten aanzien van die [slachtoffer 2] een zodanige fysieke psychische overwichtsituatie gecreëerd dat die[slachtoffer 2] geen weerstand kon bieden aan de ( wensen van ) verdachte ( n ) en /of - die[slachtoffer 2] meermalen onder druk gezet en /of er ( zodoende ) toe aangezet en /of gebracht om in de prostitutie te werken en /of - die [slachtoffer 2] in een sociaal isolement gebracht en /of - met die [slachtoffer 2] (meermalen) tegen haar wil seks gehad - die [slachtoffer 2] (stelselmatig) mishandeld geslagen en /of - die [slachtoffer 2] voorzien in huisvesting en /of kleding en /of vervoer en /of

- die [slachtoffer 2] met een auto naar een klant werkplek gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten en /of - die [slachtoffer 2] een (zeer groot) deel van de verdiensten van haar prostitutiewerkzaamheden afgenomen laten afstaan die [slachtoffer 2] - die [slachtoffer 2], ten tijde dat verdachte, in Suriname verbleef, (telefonisch) aanwijzingen instructies gegeven haar medegedeeld dat zij al haar verdiende geld naar hem, verdachte, moest opsturen laten opsturen ; hij in of omstreeks de periode van 18 januari 2006 tot en met 31 augustus 2006 te een ander, genaamd[slachtoffer 2], door dwang geweld één of meer feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en /of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft /hebben gedwongen bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander [slachtoffer 2]) zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van die arbeid of diensten, immers heeft/ hebben verdachte, en /of zijn mededader (s) ( telkens ) - ten aanzien van die [slachtoffer 2] een zodanige fysieke psychische overwichtsituatie gecreëerd dat die [slachtoffer 2] geen weerstand kon bieden aan de ( wensen van ) verdachte ( n ) en /of - die[slachtoffer 2] meermalen onder druk gezet en /of er ( zodoende ) toe aangezet en /of gebracht om in de prostitutie te werken en /of - die [slachtoffer 2] in een sociaal isolement gebracht en /of - met die [slachtoffer 2] (meermalen) tegen haar wil seks gehad - die [slachtoffer 2] (stelselmatig) mishandeld geslagen en /of - die [slachtoffer 2] voorzien in huisvesting en /of kleding en /of vervoer en /of - die [slachtoffer 2] met een auto naar een klant werkplek gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten en /of - die [slachtoffer 2] een (zeer groot) deel van de verdiensten van haar prostitutiewerkzaamheden afgenomen laten afstaan die [slachtoffer 2] - die [slachtoffer 2], ten tijde dat verdachte, in Suriname verbleef, (telefonisch) aanwijzingen instructies gegeven haar medegedeeld dat zij al haar verdiende geld naar hem, verdachte, moest opsturen laten opsturen ; hij in of omstreeks de periode van 18 januari 2006 tot en met 31 augustus 2006 te opzettelijk voordeel heeft getrokken uit één of meer seksuele handeling(en) van[slachtoffer 2], met of voor een derde tegen betaling, immers heeft hebben verdachte en of één of meer van zijn mededader (s) ( telkens ) ( een deel van ) de verdiensten van die[slachtoffer 2] uit prostitutiewerkzaamheden ontvangen

zich toegeëigend ; 6. hij in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 22 oktober 2011 te een ander, genaamd[slachtoffer 2], door dwang geweld één of meer feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en /of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft /hebben geworven vervoerd en /of overgebracht en /of gehuisvest opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2], immers heeft/ hebben verdachte, en /of zijn mededader (s) ( telkens ) - ten aanzien van die [slachtoffer 2] een zodanige fysieke psychische overwichtsituatie gecreëerd dat die [slachtoffer 2] geen weerstand kon bieden aan de ( wensen van ) verdachte ( n ) en /of - die [slachtoffer 2] meermalen onder druk gezet en /of er ( zodoende ) toe aangezet en /of gebracht om in de prostitutie te werken en /of - die [slachtoffer 2] in een sociaal isolement gebracht en /of - met die [slachtoffer 2] (meermalen) tegen haar wil seks gehad - die [slachtoffer 2] (stelselmatig) mishandeld geslagen en /of - die [slachtoffer 2] voorzien in huisvesting en /of kleding en /of vervoer en /of - die [slachtoffer 2] met een auto naar een klant werkplek gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten en /of - die [slachtoffer 2] een (zeer groot) deel van de verdiensten van haar prostitutiewerkzaamheden afgenomen laten afstaan die [slachtoffer 2] - die [slachtoffer 2], ten tijde dat verdachte, in Suriname verbleef, ( telefonisch ) aanwijzingen en /of instructies gegeven en /of haar medegedeeld dat zij al haar verdiende geld naar hem, verdachte, moest opsturen laten opsturen ; en /of hij in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 22 oktober 2011 te een ander, genaamd[slachtoffer 2], door dwang geweld één of meer feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en /of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft /hebben gedwongen bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van die arbeid of diensten, immers heeft/ hebben verdachte, en /of zijn mededader (s) ( telkens ) - ten aanzien van die [slachtoffer 2] een zodanige fysieke psychische overwichtsituatie gecreëerd dat die [slachtoffer 2] geen weerstand kon bieden aan de ( wensen van ) verdachte ( n ) en /of - die [slachtoffer 2] meermalen onder druk gezet en /of er ( zodoende ) toe aangezet

en /of gebracht om in de prostitutie te werken en /of - die [slachtoffer 2] in een sociaal isolement gebracht en /of - met die [slachtoffer 2] (meermalen) tegen haar wil seks gehad - die [slachtoffer 2] (stelselmatig) mishandeld geslagen en /of - die [slachtoffer 2] voorzien in huisvesting en /of kleding en /of vervoer en /of - die [slachtoffer 2] met een auto naar een klant werkplek gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten en /of - die [slachtoffer 2] een (zeer groot) deel van de verdiensten van haar prostitutiewerkzaamheden afgenomen laten afstaan die [slachtoffer 2] -die [slachtoffer 2], ten tijde dat verdachte, in Suriname verbleef, ( telefonisch ) aanwijzingen en /of instructies gegeven en /of haar medegedeeld dat zij al haar verdiende geld naar hem, verdachte, moest opsturen laten opsturen ; en /of hij in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 22 oktober 2011 te opzettelijk voordeel heeft getrokken uit één of meer seksuele handeling(en) van[slachtoffer 2], met of voor een derde tegen betaling, immers heeft hebben verdachte en of één of meer van zijn mededader (s) ( telkens ) ( een deel van ) de verdiensten van die[slachtoffer 2] uit prostitutiewerkzaamheden ontvangen zich toegeëigend ; 8. hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2003 tot en met 31 december 2004 te een ander, genaamd [slachtoffer 3], door geweld of een andere feitelijkheid door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft gedwongen, door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht door misleiding heeft /hebben bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft ondernomen waarvan hij zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moet(en) vermoeden dat die ander zich daardoor tot het verrichten van die handelingen beschikbaar heeft gesteld, immers heeft/ hebben verdachte, en /of zijn mededader (s) ( telkens ) : - ten aanzien van die [slachtoffer 3] een zodanige fysieke psychische overwichtsituatie gecreëerd dat die [slachtoffer 3] geen weerstand kon bieden aan de ( wensen van ) verdachte ( n ) en /of - die [slachtoffer 3] meermalen onder druk gezet en /of er ( zodoende ) toe aangezet en /of gebracht om in de prostitutie te werken en /of - die [slachtoffer 3] in een sociaal isolement gebracht en /of - met die[slachtoffer 3] (meermalen) tegen haar wil seks gehad - die [slachtoffer 3] (stelselmatig) mishandeld geslagen en /of - die[slachtoffer 3] voorzien in huisvesting en /of kleding en /of vervoer en /of - die [slachtoffer 3] met een auto naar een klant werkplek gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten en /of - die [slachtoffer 3] een (zeer groot) deel van de verdiensten van haar

prostitutiewerkzaamheden afgenomen laten afstaan die [slachtoffer 3] - die [slachtoffer 3], ten tijde dat verdachte, in Suriname verbleef, (telefonisch) aanwijzingen instructies gegeven haar medegedeeld dat zij al haar verdiende geld naar hem, verdachte, moest opsturen laten opsturen ; en /of hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2003 tot en met 31 december 2004 te opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handeling ( en ) van een ander, te weten [slachtoffer 3], met een derde tegen betaling, terwijl hij en /of zijn mededader (s) wist ( en ) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 3] zich onder de eerdergenoemde omstandigheden beschikbaar stelde tot het plegen van die handelingen, immers heeft hebben verdachte en of één of meer van zijn mededader (s) ( telkens ) ( een deel van ) de verdiensten van die [slachtoffer 3] uit prostitutiewerkzaamheden ontvangen zich toegeëigend ; 9. hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 31 augustus 2006 te een ander, genaamd [slachtoffer 3], door dwang geweld één of meer feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en /of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft /hebben geworven vervoerd en /of overgebracht en /of gehuisvest opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 3], immers heeft/ hebben verdachte, en /of zijn mededader (s) ( telkens ) - ten aanzien van die[slachtoffer 3] een zodanige fysieke psychische overwichtsituatie gecreëerd dat die [slachtoffer 3] geen weerstand kon bieden aan de ( wensen van ) verdachte ( n ) en /of - die [slachtoffer 3] meermalen onder druk gezet en /of er ( zodoende ) toe aangezet en /of gebracht om in de prostitutie te werken en /of - die [slachtoffer 3] in een sociaal isolement gebracht en /of - met die[slachtoffer 3] (meermalen) tegen haar wil seks gehad - die [slachtoffer 3] (stelselmatig) mishandeld geslagen en /of - die [slachtoffer 3] voorzien in huisvesting en /of kleding en /of vervoer en /of - die [slachtoffer 3] met een auto naar een klant werkplek gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten en /of - die [slachtoffer 3] een (zeer groot) deel van de verdiensten van haar prostitutiewerkzaamheden afgenomen laten afstaan die [slachtoffer 3] - die[slachtoffer 3], ten tijde dat verdachte, in Suriname verbleef, (telefonisch) aanwijzingen instructies gegeven haar medegedeeld dat zij al haar verdiende geld naar hem, verdachte, moest opsturen laten opsturen ; hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 31 augustus 2006 te

een ander, genaamd [slachtoffer 3], door dwang geweld één of meer feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en /of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft /hebben gedwongen bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander [slachtoffer 3]) zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van die arbeid of diensten, immers heeft/ hebben verdachte, en /of zijn mededader (s) ( telkens ) - ten aanzien van die [slachtoffer 3] een zodanige fysieke psychische overwichtsituatie gecreëerd dat die [slachtoffer 3] geen weerstand kon bieden aan de ( wensen van ) verdachte ( n ) en /of - die [slachtoffer 3] meermalen onder druk gezet en /of er ( zodoende ) toe aangezet en /of gebracht om in de prostitutie te werken en /of - die [slachtoffer 3] in een sociaal isolement gebracht en /of - met die [slachtoffer 3] (meermalen) tegen haar wil seks gehad - die [slachtoffer 3] (stelselmatig) mishandeld geslagen en /of - die [slachtoffer 3] voorzien in huisvesting en /of kleding en /of vervoer en /of - die [slachtoffer 3] met een auto naar een klant werkplek gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten en /of - die [slachtoffer 3] een (zeer groot) deel van de verdiensten van haar prostitutiewerkzaamheden afgenomen laten afstaan die [slachtoffer 3] - die [slachtoffer 3], ten tijde dat verdachte, in Suriname verbleef, (telefonisch) aanwijzingen instructies gegeven haar medegedeeld dat zij al haar verdiende geld naar hem, verdachte, moest opsturen laten opsturen ; hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2005 tot en met 31 augustus 2006 te opzettelijk voordeel heeft getrokken uit één of meer seksuele handeling(en) van [slachtoffer 3], met of voor een derde tegen betaling, immers heeft hebben verdachte en of één of meer van zijn mededader (s) ( telkens ) ( een deel van ) de verdiensten van die [slachtoffer 3] uit prostitutiewerkzaamheden ontvangen zich toegeëigend ; 10. hij in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 10 november 2011 te een ander, genaamd [slachtoffer 3], door dwang geweld één of meer feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en /of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft /hebben geworven vervoerd en /of overgebracht

en /of gehuisvest opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 3], immers heeft/ hebben verdachte, en /of zijn mededader (s) ( telkens ) - ten aanzien van die [slachtoffer 3] een zodanige fysieke psychische overwichtsituatie gecreëerd dat die [slachtoffer 3] geen weerstand kon bieden aan de ( wensen van ) verdachte ( n ) en /of - die [slachtoffer 3] meermalen onder druk gezet en /of er ( zodoende ) toe aangezet en /of gebracht om in de prostitutie te werken en /of - die [slachtoffer 3] in een sociaal isolement gebracht en /of - met die [slachtoffer 3] (meermalen) tegen haar wil seks gehad - die[slachtoffer 3] (stelselmatig) mishandeld geslagen en /of - die [slachtoffer 3] voorzien in huisvesting en /of kleding en /of vervoer en /of - die[slachtoffer 3] met een auto naar een klant werkplek gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten en /of - die [slachtoffer 3] een (zeer groot) deel van de verdiensten van haar prostitutiewerkzaamheden afgenomen laten afstaan die [slachtoffer 3] -die [slachtoffer 3], ten tijde dat verdachte, in Suriname verbleef, ( telefonisch ) aanwijzingen en /of instructies gegeven en /of haar medegedeeld dat zij al haar verdiende geld naar hem, verdachte, moest opsturen laten opsturen ; en /of hij in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 10 november 2011 te een ander, genaamd [slachtoffer 3], door dwang geweld één of meer feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en /of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft /hebben gedwongen bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander ([slachtoffer 3]) zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van die arbeid of diensten, immers heeft/ hebben verdachte, en /of zijn mededader (s) ( telkens ) - ten aanzien van die [slachtoffer 3] een zodanige fysieke psychische overwichtsituatie gecreëerd dat die [slachtoffer 3] geen weerstand kon bieden aan de ( wensen van ) verdachte ( n ) en /of - die[slachtoffer 3] meermalen onder druk gezet en /of er ( zodoende ) toe aangezet en /of gebracht om in de prostitutie te werken en /of - die [slachtoffer 3] in een sociaal isolement gebracht en /of - met die [slachtoffer 3] (meermalen) tegen haar wil seks gehad - die[slachtoffer 3] (stelselmatig) mishandeld geslagen en /of - die [slachtoffer 3] voorzien in huisvesting en /of kleding en /of vervoer en /of - die [slachtoffer 3] met een auto naar een klant werkplek gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten en /of - die[slachtoffer 3] een (zeer groot) deel van de verdiensten van haar prostitutiewerkzaamheden afgenomen laten afstaan die [slachtoffer 3]

-die [slachtoffer 3], ten tijde dat verdachte, in Suriname verbleef, ( telefonisch ) aanwijzingen en /of instructies gegeven en /of haar medegedeeld dat zij al haar verdiende geld naar hem, verdachte, moest opsturen laten opsturen ; en /of hij in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 10 november 2011 te opzettelijk voordeel heeft getrokken uit één of meer seksuele handeling(en) van [slachtoffer 3], met of voor een derde tegen betaling, immers heeft hebben verdachte en of één of meer van zijn mededader (s) ( telkens ) ( een deel van ) de verdiensten van die [slachtoffer 3] uit prostitutiewerkzaamheden ontvangen zich toegeëigend. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken. BEWIJSMOTIVERING De overtuiging dat de verdachte de onder 2,3,5,6,8,9 en 10 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor bewezen verklaard, heeft begaan, is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen. Bij dit vonnis is als bijlage II een overzicht gevoegd van de bewijsmiddelen, inhoudende de redengevende feiten en omstandigheden die tot het bewijs hebben bijgedragen. NADERE BEWIJSMOTIVERING Door de verdediging is aangevoerd dat de verklaringen van de aangeefsters niet als bewijs kunnen dienen nu deze verklaringen tegenstrijdig zijn en vele ongerijmdheden bevatten. Bovendien blijkt uit het dossier voldoende dat de drie aangeefsters voorafgaand aan het afleggen van hun verklaringen onderling contact hebben gehad, hetgeen van invloed kan zijn geweest op de inhoud van hun verklaringen, aldus de verdediging. De rechtbank overweegt in dit verband als volgt: [slachtoffer 1] heeft zich op 15 februari 2011 bij de politie gemeld om aangifte te doen. De politie heeft toen met haar een zogenaamd intakegesprek zeden gehouden. Vervolgens heeft zij op diverse data vanaf 11 mei 2011 aangifte gedaan van (voorzover van belang) de feiten 2 en 3. Uit het dossier blijkt genoegzaam dat [slachtoffer 1] op dat moment sinds april 2009 geen enkel contact meer heeft gehad met[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]. Die laatsten hebben zich in het najaar van 2011 bij de politie gemeld. [slachtoffer 1] heeft pas weer contact met haar zussen gekregen nadat deze zelf aangifte hadden gedaan. De aangifte van [slachtoffer 1] kan derhalve niet beïnvloed zijn door de andere aangeefsters en de rechtbank acht dit mede om die reden een betrouwbare verklaring.[slachtoffer 2] [slachtoffer 2] heeft op 19 oktober 2011 eigener beweging bij de politie gemeld dat zij gedwongen werd in de prostitutie te werken en dat zij daarvan aangifte wilde doen. De politie heeft diezelfde dag met haar een intakegesprek gehouden. [slachtoffer 2] heeft pas daarna met [slachtoffer 3] gesproken over de feiten die zij aan de politie had verteld. In november 2011 hebben[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] beide aangifte gedaan. Het enkele feit dat[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] op enig moment in november 2011 met elkaar hebben gesproken over hun aangifte betekent niet dat deze verklaringen daardoor niet geloofwaardig zouden zijn. Van belang hierbij acht de rechtbank dat de verklaringen van[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] niet letterlijk met elkaar overeen komen, maar in de kern wel eenduidig zijn. Bovendien komen zij ook in de kern overeen met de eerder door [slachtoffer 1] afgelegde verklaringen. Naar het oordeel van de rechtbank ondersteunen de verklaringen van [slachtoffer 1],[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] elkaar.

Daarnaast worden de aangiftes van [slachtoffer 1],[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en de daarin omschreven gang van zaken, ondersteund door andere bewijsmiddelen in het dossier. De rechtbank acht in dit verband onder meer van belang hetgeen is verklaard over het dreigen om de meisjes naar Suriname te sturen, hetgeen aantoonbaar ook gebeurde, het moeten schrijven van spijtbrieven, het mishandelen, het niet mogen hebben van vriendinnen, het houden in isolement en het geld sturen naar Suriname. Gezien het voorgaande ziet de rechtbank geen enkel aanknopingspunt voor de conclusie dat de verklaringen van [slachtoffer 1],[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ongeloofwaardig zijn. Ook het feit dat de aangeefsters op eerdere tijdstippen tegenover de politie hebben aangegeven dat zij vrijwillig in de prostitutie werkten, tast naar het oordeel van de rechtbank de betrouwbaarheid van de aangiftes niet aan. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van mensenhandel angstig zijn om aangifte te doen. Bovendien past deze terughoudendheid van aangeefsters in het geheel van feiten en omstandigheden dat door hen is geschetst, namelijk dat zij werden geïnstrueerd wat zij bij eventuele controles tegen de politie moesten zeggen met het dreigement dat zij in de gaten werden gehouden. De rechtbank zal de afzonderlijke verklaringen van aangeefsters derhalve voor het bewijs bezigen. STRAFBAARHEID FEITEN De bewezen feiten leveren op: 2, 3, 5, 6, 9 en 10 telkens MENSENHANDEL, TERWIJL HET FEIT WORDT GEPLEEGD DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN, meermalen gepleegd; 8. DOOR MISBBUIK VAN UIT FEITELIJKE VERHOUDINGEN VOORTVLOEIEND OVERWICHT EEN ANDER BEWEGEN ZICH BESCHIKBAAR TE STELLEN TOT HET VERRICHTEN VAN SEKSUELE HANDELINGEN MET EEN DERDE TEGEN BETALING; en OPZETTELIJK VOORDEEL TREKKEN UIT SEKSUELE HANDELINGEN VAN EEN ANDER MET EEN DERDE TEGEN BETALING, TERWIJL HIJ WEET DAT DIE ANDER ZICH ONDER DE IN ARTIKEL 250A (OUD) ONDER 1 GENOEMDE OMSTANDIGHEDEN BESCHIKBAAT STELT TOT HET PLEGEN VAN DIE HANDELINGEN, TERWIJL HET FEIT WORDT GEPLEEGD DOOR TWEE OF MEER VERENIGDE PERSONEN. Onder de feiten 2, 3, 5, 6, 9 en 10 is telkens als laatste onderdeel, kort gezegd, het opzettelijk voordeel trekken uit seksuele handelingen van respectievelijk [slachtoffer 1],[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] tenlastegelegd. In de tenlastelegging is echter telkens niet het delictsbestanddeel uit de uitbuiting van een ander opgenomen. Dat leidt er toe dat deze specifieke onderdelen van de bewezenverklaring niet kunnen worden gekwalificeerd als een strafbaar feit. Verdachte wordt ter zake van deze onderdelen van de bewezenverklaring ontslagen van alle rechtsvervolging. Voor het overige zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De overige feiten zijn dus strafbaar. STRAFBAARHEID VERDACHTE Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar. STRAFMOTIVERING De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke

omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich samen met zijn vrouw met betrekking tot zijn dochter [slachtoffer 3] en zijn twee pleegdochters[slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] schuldig gemaakt aan mensenhandel, een moderne vorm van slavernij. Door deze meisjes alle drie vanaf hun tienerjaren in een sociaal isolement te brengen en van school te houden zijn zij uiteindelijk na forse beïnvloeding direct na hun 18de verjaardag in de prostitutie gaan werken. Alsof dit niet erg genoeg is werden zij verplicht om hun verdiensten van dit werk af te dragen aan de verdachte en zijn vrouw. De meisjes hadden hiermee het idee een schuld te moeten voldoen, omdat hun (pleegouders) zeiden zoveel voor hen te hebben opgegeven in Suriname. Met het verdiende geld zouden dan huizen in Suriname gebouwd worden. Door de pleegmoeder werd de werkkleding voor de meisjes aangeschaft en de eerste jaren werden de meisjes gebracht en gehaald door de verdachte. Als de meisjes na het werk werden opgehaald, moesten zijn bij het instappen in de auto direct het geld afgeven. Toen de verdachte definitief naar Suriname terugkeerde, maakten de meisjes vervolgens wekelijks een geldbedrag naar hem over. De slachtoffers zijn in hun tienerjaren zo opgevoed en geconditioneerd dat zij, toen zij eenmaal achttien jaar waren geworden, op dat moment niet in vrijheid konden beslissen om al dan niet te starten met het verrichten van werkzaamheden in de prostitutie of hiermee te stoppen. De rechtbank rekent dit de verdachte zeer zwaar aan. De rechtbank acht vooral de manier waarop misbruik is gemaakt van de kwetsbaarheid van de jonge meisjes schokkend. Het nieuw gevonden thuis bij de pleegouders is alles behalve een veilige haven voor hen gebleken. Door aldus te handelen hebben de verdachte en zijn vrouw de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers op grove wijze geschonden. Mensenhandel is een vergaande en ontluisterende manier van uitbuiting. De lichamelijke en geestelijke integriteit is totaal ondergeschikt gemaakt aan het persoonlijke belang, in dit geval geldelijk gewin, van de verdachten. De verdachte heeft zich hierbij totaal niet bekommerd om het geestelijk en lichamelijk welzijn van zijn (pleeg)dochters. Dat de verdachte totaal geen verantwoordelijkheid heeft willen nemen voor zijn daden acht de rechtbank zeer kwalijk. Zeker nu de verdachte heeft willen benadrukken dat de meisjes toch vooral heel lastig waren en hij en zijn vrouw degenen zijn geweest die het zwaar te verduren hebben gehad. Het behoeft geen betoog dat de slachtoffers nog vele jaren hinder zullen ondervinden van deze jarenlange uitbuiting. Er is doorgaans sprake van grote emotionele schade en een gezonde ontwikkeling in het leven is verstoord. De gevolgen voor de slachtoffers hebben zij duidelijk weten weer te geven in hun schriftelijke slachtofferverklaringen. De rechtbank acht hierbij treffend dat de slachtoffers zich als jong volwassen vrouwen in eerste instantie niet staande konden houden in het dagelijks leven. Juist door het vaak mensonterende karakter van deze feiten, is er ook sprake van maatschappelijke verontwaardiging. De ernst van de feiten rechtvaardigt zonder meer een gevangenisstraf voor lange duur. Voor wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat hij blijkens een op zijn naam gesteld Uittreksel Justitiële Documentatie van 18 februari 2014 niet eerder met politie of justitie in aanraking geweest. Voor het overige zijn de rechtbank geen persoonlijke omstandigheden gebleken waarbij zij bij het bepalen van de hoogte van de straf rekening zou moeten houden. Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de diverse strafmaxima voor mensenhandel zoals die golden tot 1 juli 2009 (6 jaren gevangenisstraf) en tot 1 april 2013 (8 jaren gevangenisstraf). Gelet op de vrijspraken voor de feiten 1, 4, en 7 komt de rechtbank op een aanzienlijk lagere straf uit dan door de officier van justitie is geëist. Alles afwegend wordt na te noemen straf passend en geboden geacht.

VORDERING BENADEELDE PARTIJEN [slachtoffer 1] Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [slachtoffer 1], domicilie kiezende aan het kantoor van de raadsvrouw N. Stolk te Rotterdam, ter zake van de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten. De benadeelde partij vordert een bedrag van 300.000,00 aan materiële schadevergoeding (gederfde inkomsten) en een bedrag van 25.000,00 aan immateriële schadevergoeding. De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard voor zover deze ziet op de geleden immateriële schade als gevolg van feit 1, nu de verdachte van dit feit wordt vrijgesproken. Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door de bewezen verklaarde strafbare feiten 2 en 3, rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal op dit moment naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op 5.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente. De benadeelde partij zal voor het overige gedeelte van de immateriële schade niet-ontvankelijk worden verklaard, nu een verantwoorde behandeling en beoordeling hiervan een onevenredige belasting van het strafgeding vormt. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht. Nu de verdachte de strafbare feiten, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde betaalt is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd. Het vorenstaande laat onverlet dat de verdachte en zijn mededader onderling voor gelijke delen in de schadevergoeding moeten bijdragen, tenzij de billijkheid een andere verdeling vordert. Ook de behandeling van het deel van de vordering van de benadeelde partij dat betrekking heeft op de geleden materiële schade, levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De benadeelde partij zal in zoverre eveneens niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht. Nu de vordering van de benadeelde partij deels zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. [slachtoffer 2] Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [slachtoffer 2], domicilie kiezende aan het kantoor van de raadsvrouw N. Stolk te Rotterdam, ter zake van de onder 4,5 en 6 tenlastegelegde feiten. De benadeelde partij vordert een bedrag van 550.000,00 aan materiële schadevergoeding (gederfde inkomsten) en een bedrag van 25.000,00 aan immateriële schadevergoeding. De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard voor zover deze ziet op de geleden immateriële schade als gevolg van feit 4, nu de verdachte van dit feit wordt vrijgesproken. Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door de bewezen verklaarde strafbare feiten 5 en 6, rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal op dit moment naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op 5.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente. De benadeelde partij zal voor het overige gedeelte van de immateriële schade niet-ontvankelijk worden verklaard, nu een verantwoorde behandeling en beoordeling hiervan een onevenredige belasting van het strafgeding vormt. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht. Nu de verdachte de strafbare feiten, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde betaalt is de verdachte in zoverre jegens de

benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd. Het vorenstaande laat onverlet dat de verdachte en zijn mededader onderling voor gelijke delen in de schadevergoeding moeten bijdragen, tenzij de billijkheid een andere verdeling vordert. Ook de behandeling van het deel van de vordering van de benadeelde partij dat betrekking heeft op de geleden materiële schade, levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De benadeelde partij zal in zoverre eveneens niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht. Nu de vordering van de benadeelde partij deels zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. [slachtoffer 3] Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [slachtoffer 3], domicilie kiezende aan het kantoor van de raadsvrouw N. Stolk, te Rotterdam ter zake van de onder 7,8,9 en 10 tenlastegelegde feiten. De benadeelde partij vordert een bedrag van 900.000,00 aan materiële schadevergoeding (gederfde inkomsten) en een bedrag van 25.000,00 aan immateriële schadevergoeding. De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard voor zover deze ziet op de geleden immateriële schade als gevolg van feit 7, nu de verdachte van dit feit wordt vrijgesproken. Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door de bewezen verklaarde strafbare feiten 8, 9 en 10, rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal op dit moment naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op 5.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente. De benadeelde partij zal voor het overige gedeelte van de immateriële schade niet-ontvankelijk worden verklaard. Nu de verdachte de strafbare feiten, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde betaalt is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd. Het vorenstaande laat onverlet dat de verdachte en zijn mededader onderling voor gelijke delen in de schadevergoeding moeten bijdragen, tenzij de billijkheid een andere verdeling vordert. Ook de behandeling van het deel van de vordering van de benadeelde partij dat betrekking heeft op de geleden materiële schade, levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De benadeelde partij zal in zoverre eveneens niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht. Nu de vordering van de benadeelde partij deels zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN Gelet is op de artikelen 36f, 57, 250a (oud), 273a (oud) en 273f van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde. BESLISSING De rechtbank: verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1, 4 en 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;

verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 2,3,5,6,8,9 en 10 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan; verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij; stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten; verklaart de verdachte strafbaar; veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) jaren ; beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering, in voorlopige hechtenis en in detentie in het buitenland ingevolge een Nederlands verzoek om overlevering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht; benadeelde partij [slachtoffer 1] wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1], toe tot een bedrag van 5.000,00 (vijfduizend euro) en veroordeelt de verdachte dit bedrag tegen kwijting aan de benadeelde partij te betalen, met dien verstande dat indien en voor zover zijn mededader betaalt de verdachte in zoverre van deze verplichting is bevrijd; verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter; bepaalt dat dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2006 tot aan de dag van de algehele voldoening; veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken; legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen 5.000,00 (vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2006 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van 5.000,00vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen ; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op; verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd; benadeelde partij[slachtoffer 2] wijst de vordering van de benadeelde partij[slachtoffer 2], toe tot een bedrag van 5.000,00 (vijfduizend euro) en veroordeelt de verdachte dit bedrag tegen kwijting aan de benadeelde partij te betalen, met dien verstande dat indien en voor zover zijn mededader betaalt de verdachte in zoverre van deze verplichting is bevrijd; verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter; bepaalt dat dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2006 tot aan de dag van de algehele voldoening; veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken; legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen 5.000,00 (vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 januari 2006 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van 5.000,00vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen ; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op; verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd; benadeelde partij [slachtoffer 3]

wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3], toe tot een bedrag van 5.000,00 (vijfduizend euro) en veroordeelt de verdachte dit bedrag tegen kwijting aan de benadeelde partij te betalen, met dien verstande dat indien en voor zover zijn mededader betaalt de verdachte in zoverre van deze verplichting is bevrijd; verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter; bepaalt dat dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2003 tot aan de dag van de algehele voldoening; veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken; legt aan de verdachte de maatregel tot schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen 5.000,00 (vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2003 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van 5.000,00vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen ; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op; verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd. Dit vonnis is gewezen door: mr. M. van Mourik, voorzitter, en mrs. M. van Nooijen en G.M. Munnichs, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Herlaar, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 april 2014. Bijlage I bij vonnis van 9 april 2014 inzake [verdachte]: TEKST GEWIJZIGDE TENLASTELEGGING Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat in of omstreeks de periode van 05 februari 2004 tot en met 04 februari 2006 te Rotterdam, elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of met zijn minderjarige kind/stiefkind/pleegkind/pupil, althans een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige, te weten[slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum] [geboortedatum]), ontucht heeft gepleegd, namelijk het (telkens) - betasten strelen likken van de borsten billen vagina van die [slachtoffer 1] - brengen (vervolgens) houden van zijn, verdachtes, penis vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 1] - brengen (enige tijd) houden van de penis in de mond van die [slachtoffer 1] (het zich laten pijpen door die [slachtoffer 1]) - brengen (vervolgens) houden van zijn, verdachtes, tong in op de vagina van die [slachtoffer 1] - brengen houden van de hand van die [slachtoffer 1] om zijn penis en die [slachtoffer 1] hem laten aftrekken; (artikel 249 Wetboek van Strafrecht) in of omstreeks de periode van 05 februari 2006 tot en met 31 augustus 2006 te een ander, genaamd[slachtoffer 1], door dwang geweld één of meer

feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht door misbruik van een kwetsbare positie, heeft/hebben geworven vervoerd overgebracht gehuisvest opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1], immers heeft/hebben verdachte, zijn mededader(s) (telkens) - ten aanzien van die [slachtoffer 1] een zodanige fysieke psychische overwichtsituatie gecreëerd dat die [slachtoffer 1] geen weerstand kon bieden aan de (wensen van) verdachte(n) - die [slachtoffer 1] meermalen onder druk gezet er (zodoende) toe aangezet gebracht om in de prostitutie te werken - die [slachtoffer 1] in een sociaal isolement gebracht - met die [slachtoffer 1] (meermalen) tegen haar wil seks gehad - die [slachtoffer 1] (stelselmatig) mishandeld geslagen - die [slachtoffer 1] voorzien in huisvesting kleding vervoer - die [slachtoffer 1] met een auto naar een klant werkplek gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten - die [slachtoffer 1] een (zeer groot) deel van de verdiensten van haar prostitutiewerkzaamheden afgenomen laten afstaan die [slachtoffer 1] - die [slachtoffer 1], ten tijde dat verdachte, in Suriname verbleef, (telefonisch) aanwijzingen instructies gegeven haar medegedeeld dat zij al haar verdiende geld naar hem, verdachte, moest opsturen laten opsturen; (artikel 273A lid 1 sub 1 zoals dit luidde tot en met 31 augustus 2006) in of omstreeks de periode van 05 februari 2006 tot en met 31 augustus 2006 te een ander, genaamd[slachtoffer 1], door dwang geweld één of meer feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht door misbruik van een kwetsbare positie, heeft/hebben gedwongen bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten onder voornoemde omstandigheden enige handeling heeft/hebben ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander ([slachtoffer 1]) zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van die arbeid of diensten, immers heeft/hebben verdachte, zijn mededader(s) (telkens) - ten aanzien van die [slachtoffer 1] een zodanige fysieke psychische overwichtsituatie gecreëerd dat die [slachtoffer 1] geen weerstand kon bieden aan de (wensen van) verdachte(n) - die [slachtoffer 1] meermalen onder druk gezet er (zodoende) toe aangezet gebracht om in de prostitutie te werken - die [slachtoffer 1] in een sociaal isolement gebracht - met die [slachtoffer 1] (meermalen) tegen haar wil seks gehad - die [slachtoffer 1] (stelselmatig) mishandeld geslagen - die [slachtoffer 1] voorzien in huisvesting kleding vervoer

- die [slachtoffer 1] met een auto naar een klant werkplek gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten - die [slachtoffer 1] een (zeer groot) deel van de verdiensten van haar prostitutiewerkzaamheden afgenomen laten afstaan die [slachtoffer 1] - die [slachtoffer 1], ten tijde dat verdachte, in Suriname verbleef, (telefonisch) aanwijzingen instructies gegeven haar medegedeeld dat zij al haar verdiende geld naar hem, verdachte, moest opsturen laten opsturen; (artikel 273A lid 1 sub 4 zoals dit luidde tot en met 31 augustus 2006) in of omstreeks de periode van 05 februari 2006 tot en met 31 augustus 2006 te opzettelijk voordeel heeft getrokken uit één of meer seksuele handeling(en) van [slachtoffer 1], met of voor een derde tegen betaling, immers heeft verdachte en of één of meer van zijn mededader(s) (telkens) (een deel van) de verdiensten van die [slachtoffer 1] uit prostitutiewerkzaamheden ontvangen zich toegeëigend; (artikel 273A lid 1 sub 6 zoals dit luidde tot en met 31 augustus 2006) in of omstreeks de periode van 01 september 2006 tot en met 30 april 2009 te een ander, genaamd [slachtoffer 1], door dwang geweld één of meer feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht door misbruik van een kwetsbare positie, heeft/hebben geworven vervoerd overgebracht gehuisvest opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1], immers heeft/hebben verdachte, zijn mededader(s) (telkens): - ten aanzien van die [slachtoffer 1] een zodanige fysieke psychische overwichtsituatie gecreëerd dat die [slachtoffer 1] geen weerstand kon bieden aan de (wensen van) verdachte(n) - die [slachtoffer 1] meermalen onder druk gezet er (zodoende) toe aangezet gebracht om in de prostitutie te werken - die [slachtoffer 1] in een sociaal isolement gebracht - met die [slachtoffer 1] (meermalen) tegen haar wil seks gehad - die [slachtoffer 1] (stelselmatig) mishandeld geslagen - die [slachtoffer 1] voorzien in huisvesting kleding vervoer - die [slachtoffer 1] met een auto naar een klant werkplek gebracht om prostitutiewerkzaamheden te verrichten - die [slachtoffer 1] een (zeer groot) deel van de verdiensten van haar prostitutiewerkzaamheden afgenomen laten afstaan die [slachtoffer 1]