Liturgie voor de ochtenddienst op de 1 e Paasdag 2019, aanvang 10.00 uur in de Hervormde Kerk te Den Ham Voorganger: Ouderling van dienst: Organist: Trompettist: Ds. H.M. Klaassen Jenny Valk Henk Dubbink Geerhard Abma
Zingen: gezang 215 1. Christus, onze Heer, verrees, Heil'ge dag na angst en vrees, Die verhoogd werd aan het kruis, bracht ons in Gods vrijheid thuis, 2. Prijst nu Christus in ons lied, die in heerlijkheid gebiedt, die aanvaardde kruis en graf, dat Hij zondaars 't leven gaf, 3. Maar zijn lijden en zijn strijd, heeft verzoening ons bereid, Nu is Hij der heem'len Heer, Eng'len juub'len Hem ter eer, Onze hulp en groet Zingen: psalm 149:1, 3 1. Halleluja! laat opgetogen een nieuw gezang den Heer verhogen. laat allen die Gods naam belijden zich eensgezind verblijden.
Volk van God, loof Hem die u schiep; Israël, dank Hem die u riep. Trek, Sion, in een blijde stoet uw Koning tegemoet. 3. De Heer gedenkt in gunst de zijnen. Hij kroont de zwakken en de kleinen. Hij kent de stillen in den lande, het heil is nu ophanden. Weest verheugd, die den Heer verbeidt, nu Hij komt en u zelf bevrijdt. Prijst dan zijn naam bij dag en nacht en roemt zijn grote macht. Geloofsbelijdenis uit 1 Korinthe 15: 20-28 NBG 51 20 Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn. 21 Want, dewijl de dood er is door een mens, is ook de opstanding der doden door een mens. 22 Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. 23 Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst; 24 daarna het einde, wanneer Hij het koningschap aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben. 25 Want Hij moet als koning heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft. 26 De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood, 27 want alles heeft Hij aan zijn voeten onderworpen. Maar wanneer Hij zegt, dat alles onderworpen is, is blijkbaar Hij uitgezonderd, die Hem alles onderworpen heeft. 28 Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen. Zingen: psalm 30:1, 5 1. Dank, Heer, Gij hebt het niet gedoogd dat vreugd mijn vijand heeft verhoogd!
Mijn God, om hulp riep ik U aan, en Gij schonkt mij dit nieuw bestaan! Het donker doodsrijk met zijn dreiging werd tot een schaduw die voorbijging. 5. Gij hebt mijn weeklacht en geschrei veranderd in een blijde rei! Mijn rouwkleed hebt Gij weggedaan, uw vreugdekleed deed Gij mij aan, dat ik zou zingen tot uw ere in eeuwigheid, mijn God, mijn Here! Gebed om de opening van het Woord en de leiding door de Heilige Geest Schriftlezing: Marcus 16: 1-8 (NBG 51) 1 En toen de sabbat voorbij was, kochten Maria van Magdala en Maria, (de moeder) van Jakobus, en Salome specerijen om Hem te gaan zalven. 2 En zeer vroeg op de eerste dag der week gingen zij naar het graf, toen de zon opging. 3 En zij zeiden tot elkander: Wie zal ons de steen afwentelen van de ingang van het graf? 4 En toen zij opzagen, aanschouwden zij, dat de steen afgewenteld was; want hij was zeer groot. 5 En toen zij in het graf gegaan waren, zagen zij een jongeling zitten aan de rechterzijde, bekleed met een wit gewaad, en ontsteltenis beving haar. 6 Hij zeide tot haar: Weest niet ontsteld. Jezus zoekt gij, de Nazarener, de gekruisigde. Hij is opgewekt, Hij is hier niet; zie de plaats, waar zij Hem gelegd hadden. 7 Maar gaat heen, zegt zijn discipelen en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea; daar zult gij Hem zien, gelijk Hij u gezegd heeft. 8 En zij gingen naar buiten en vluchtten van het graf, want siddering en ontzetting hadden haar bevangen. En zij zeiden niemand iets, want zij waren bevreesd. Zingen: gezang 221 1. Wees gegroet, gij eersteling der dagen,
morgen der verrijzenis, bij wiens licht de macht der hel verslagen en de dood vernietigd is! Here Jezus, trooster aller smarten, zon der wereld, schijn in onze harten, deel ons zelf de voorsmaak mee van der zaal'gen sabbathsvree! 2. Op uw woord, o Leven van ons leven, werpen wij het doodskleed af! Door de kracht uws Geestes uitgedreven, treden we uit ons zondengraf. Leer ons daag'lijks, leer ons duizendwerven, in uw kruisdood meegekruisigd sterven, en herboren opgestaan, achter U ten hemel gaan! 3. In uw hoede zijn wij wel geborgen, en schoon eerlang 't oog ons breek', open gaat het op de grote morgen na deez' aardse lijdensweek. Welk een dag der ruste zal dat wezen, als we onsterf'lijk, uit de dood verrezen, knielen voor uw dankaltaar! Amen, Jezus, maak het waar! Verkondiging Zingen: gezang 218:1, 2, 3 & 4 1. Ik zeg het allen, dat Hij leeft, dat Hij is opgestaan, dat met zijn Geest Hij ons omgeeft waar wij ook staan of gaan. 2. Ik zeg het allen, en de mond
van allen zegt het voort, tot over 't ganse wereldrond de nieuwe morgen gloort. 3. Nu schijnt ons deze wereld pas der mensen vaderland: een leven dat verborgen was ontvangen we uit zijn hand. 4. Tenonder ging de sterke dood, tenonder in de vloed; nu straalt ons in het morgenrood zijn toekomst tegemoet. Collecte Dankgebed en voorbede Zingen: gezang 231:1, 4 1. Wij knielen voor uw zetel neer, wij, Heer, en al uw leden, en eren U als onze Heer met lied'ren en gebeden. Dat alle macht, hoe hoog, hoe groot, voor U, o Godsgetuige, o Eerstgeboren' uit de dood zich diep eerbiedig buige! 4. Hoe ras of traag de tijd verdwijnt, die dag zal zeker komen. Het licht, dat aan de kim verschijnt, wordt reeds van ver vernomen. Ja, ja Hij komt! Juicht, mensen, eng'len, samen. Juicht met een vreugd, die 't al verstomt,
juicht allen! Amen, amen! Zegen