1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding



Vergelijkbare documenten
1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Draaidimmer LV. Art. nr. : 244 HEX. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer conventioneel. Bedieningshandleiding

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Dimmer druk-wissel LV. Best. nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Draaidimmer LV. Best.nr. : Bedieningsen montagehandleiding

Afbeelding 1: Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Draaidimmer met druk-wisselschakelaar. Art.-Nr.: 266 GDE Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Draaidimmer. Draaidimmer. Best.nr. : Draaidimmer. Best.nr. :

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Dimmer druk-wissel gloeilamp. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Tronic-draaidimmer met soft-klik. Best.nr. : Bedieningsen montagehandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Dimmer druk-wissel gloeilamp. SW opbouw dimmer druk-wissel gloeilamp Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Tronic dimmer. Bedieningshandleiding

Afbeelding 1: Constructie apparaat. Bedoeld gebruik - Schakelen en dimmen van gloeilampen, HV halogeenlampen en Tronic-trafo's met halogeenlampen.

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Led tastdimmer. Art. nr LEDDE. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail vermogenuitbreider universeel W. Art. nr.

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

Gloeilampen-dimmer-basiselement met druk-wisselschakelaar

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. LB-management. Draaidimmer Standaard led

Universeel-dimmer 2, Basiselement voor parallelaansluiting 2

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Toerenregelaar. Bedieningshandleiding

Systeem Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LED-dimmerbasiselement. LED-dimmerbasiselement. Best. nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Elektronische stuureenheid. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail dimmer universeel W. Art.-Nr.: UD 1255 REG. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. LB-management. Draaidimmer Universeel led

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

Vermogensuitbreiding van de in de referentielijst (zie hoofdstuk technische gegevens) genoemde

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. LB Management. Elektronische schakeleenheid 1-kanaals

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Basiselement toerentalregelaar. Best.nr. : Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. Systeem Universeel led-dimmerbasiselement Standard

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. LB-management. Dimmer mini Universeel led

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. Systeem Universeel led-dimmerbasiselement Komfort

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. Systeem Universele leddimmer DIN-rail

Vermogensuitbreiding van de in de referentielijst (zie hoofdstuk technische gegevens) genoemde

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem Universele led-dimmer. Universele led-dimmer Best. nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Potentiometer 1-10 V

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. System Universeel led-draaidimmer-basiselement Komfort

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening. System Universeel led-dimmerbasiselement Komfort 2-voudig

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Lichtmanagement Taststuureenheid. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

Systeem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies. 2 Functie. 3 Informatie voor elektromonteurs 3.1 Montage en elektrische aansluiting. Tronic-trafo

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement Trappenhuisautomaat, Impulsgever. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Funkmanagement Radiografische universeeldimmer voor DIN-rail. Art.-Nr.

Draadloze bussysteem Draadloze wandcontactdoosadapter voor dimmen. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. :

Systeem 2000 Systeem 2000 HLK-relais-basiselement. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best. nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Standaard AC 230 V ~ Art. nr. 230 ME. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

Draadloze bussysteem Draadloze universele dimactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische DIN-rail actor. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Systeemschakeleenheid. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische stuureenheid 1-10 V, voor DIN-rail. Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Universeel AC 230 V ~ Art. nr. 232 ME. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische snoerdimmer Universeel. Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. Systeem 3000

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Afdekking Standaard met timerfunctie Art. nr. : ST.. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. DALI Tronic-trafo 105 W. Best.nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

Afbeelding 1: Constructie apparaat

Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten.

1 Veiligheidsinstructies

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. 4 Bediening met 2-voudig toetselement. System 3000

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Funkmanagement Radiografische zender Universeel, L-leider. Art.-Nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid. Art.-Nr.: 2005 REG. Art.-Nr.: 2002 REG. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

Universele dimmer inzetmoduul Gebruiksaanwijzing

Draadloze bussysteem Draadloze actor mini. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LB-management. Jaloeziebasiselement Universeel. Jaloeziebasiselement Universeel Art. nr.

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Draadloze bussysteem. Draadloze universele snoerdimmer Best. nr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement OmzetterWindmeter. Bedieningshandleiding

DALI-potentiometer Tunable White met geïntegreerde netvoeding, DALIpotentiometer. DALI-potentiometer Tunable White met geïntegreerde netvoeding

1 Veiligheidsinstructies

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Draadloze bussysteem. Draadloze universele dimmer Best. nr. :

Draadloze bussysteem Draadloze besturingseenheid 1-10V enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr.

Conventionele dimmer, inbouwmodule Universele zelflerende dimmer, inbouwmodule,1-voudig/2-voudig Bestelnr.: / /

Afbeelding 1: Binaire ingang 8-voudig 24 V

1 Veiligheidsinstructies

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor enkelvoudig. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best.nr. : Bedieningshandleiding

Systeem 2000 Touch-opzetstuk. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

Draadloze bussysteem Draadloze jaloezieactor mini. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Best. nr. : Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

Afbeelding 1: Repeater

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Funkmanagement Funkkop DIN-rail. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies

Transcriptie:

met druk-wisselschakelaar met druk-wisselschakelaar Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële schade mogelijk. Handleiding volledig doorlezen en aanhouden. Gevaar door elektrische schokken. Voordat werkzaamheden aan het apparaat of de last worden uitgevoerd, moeten deze worden vrijgeschakeld. Daarbij moet rekening worden gehouden met alle installatieautomaten die gevaarlijke spanningen aan het apparaat of de last leveren. Gevaar door elektrische schokken. Apparaat is niet geschikt voor vrijschakelen. Brandgevaar. Bij gebruik met inductieve trafo's iedere trafo overeenkomstig de specificaties van de leverancier aan de primaire zijde zekeren. Uitsluitend veiligheidstransformatoren vlgs. EN 61558-2-6 gebruiken. Geen LED- of compacte neonlampen aansluiten, die niet uitdrukkelijk voor dimmen geschikt zijn. Apparaat kan beschadigd raken. Geen lampen met geïntegreerde dimmer aansluiten. Apparaat kan beschadigd raken. Deze handleiding is onderdeel van het product en moet door de eindklant worden bewaard. 2 Constructie apparaat Afbeelding 1: Constructie apparaat (1) Dimmer (2) Frames (3) Centraalplaat (4) Instelknop (5) Zekeringhouder (6) Meetpunten voor spanningsproef 1/6

(7) Oplossingshefboom voor steekklem (8) Insteller minimale helderheid 3 Functie Bedoeld gebruik - Schakelen en dimmen van gloeilampen, HV- halogeenlampen alsmede dimbare inductieve trafo's met halogeen- of LED-lampen. - Schakelen en dimmen van dimbare HV-LED- of compacte TL-lampen. - Montage in apparaatdoos conform DIN 49073. i Geen mengbedrijf van HV-LED- en compacte fluorescentielampen. Alle andere gespecificeerde lastsoorten kunnen in mengbedrijf worden gebruikt. i Geen bedrijf met Tronic-trafo's. i HV-LED en compacte neonlampen genereren hoge impulsvormige stromen, wanneer de in faseaansnijding worden gebruikt. Afhankelijk van het model en het nominaal vermogen van deze lampen kan het aansluitvermogen afwijken van de opgegeven waarden. Producteigenschappen - Dimprincipe faseregeling - Kortsluitingsbeveiliging door fijnzekering - Elektronische overtemperatuurbeveiliging - Hotelschakeling in combinatie met hotelschakelaar mogelijk - Besturingsuitgang A (9) (afbeelding 2) voor het uitlezen van de schakeltoestand van het apparaat voor net-uitschakelautomaten of relais i Besturingsuitgang A niet als lastuitgang gebruiken. i Flakkeren van de aangesloten lichtbron door onderschrijden van de aangegeven minimale last of door rondstuurimpulsen van het energiebedrijf en zachtjes brommen van het apparaat door de storingsonderdrukking is mogelijk. Dit zijn geen gebreken van het apparaat. 4 Bediening Licht schakelen o Instelknop drukken. Helderheid instellen Licht is ingeschakeld. o Instelknop met de wijzers van de klok mee draaien. Licht wordt helderder tot maximale helderheid. o Instelknop tegen de wijzers van de klok in draaien. Licht wordt donkerder tot minimale helderheid. 5 Informatie voor elektromonteurs 5.1 Montage en elektrische aansluiting GEVAAR! Elektrische schok bij aanraken van onderdelen die onder spanning staan. Elektrische schokken kunnen dodelijk letsel tot gevolg hebben. Voordat werkzaamheden aan het apparaat worden uitgevoerd, moet het worden vrijgeschakeld en moeten spanningvoerende delen in de omgeving worden afgedekt! 2/6

Dimmer aansluiten en monteren Afbeelding 2: Aansluitschema Afbeelding 3: Hotelschakeling o Aansluitleidingen ca. 15 mm afstrippen. o Dimmer (1) conform aansluitschema aansluiten (afbeelding 2). Alternatief met hotelschakelaar (10) installeren (afbeelding 3). i Geen hotelschakeling met twee dimmers mogelijk. i HV-LED- en compacte TL-lampen: alleen lampen van dezelfde leverancier en hetzelfde type aansluiten. i Per installatieautomaat 16 A maximaal 300 W HV-LED- of compacte TL-lampen aansluiten. i Aansluitleiding uit de steekklem losmaken (7). o Dimmer in apparatuurdoos monteren, aansluitklemmen moeten onderaan liggen. o Frame en centraalplaat monteren. Instelknop opsteken. 3/6

5.2 Inbedrijfname Minimale helderheid instellen De minimale helderheid kan, indien gewenst, door een elektricien worden ingesteld. GEVAAR! Elektrische schok bij aanraken van onderdelen die onder spanning staan. Elektrische schokken kunnen dodelijk letsel tot gevolg hebben. Voor instellen van de minimale helderheid alleen geïsoleerd gereedschap gebruiken! Spanningvoerende delen in de omgeving afdekken. Het apparaat is zoals boven beschreven aangesloten en in een apparaatdoos gemonteerd. Frame, centraalplaat en instelknop zijn niet gemonteerd. o Netspanning inschakelen. o Verlichting inschakelen door op de draaias te drukken en naar links op minimum lichtsterkte te draaien. o Helderheid door verdraaien van de insteller (8) instellen (afbeelding 1). i Volgens EN 60669-2-1 (01.2000) moet over het volledige lastbereik bij nom. spanning 10 %, in donkere stand te zien zijn dat de lamp brandt. o Netspanning vrijschakelen. o Frame en centraalplaat monteren. Instelknop opsteken. o Netspanning weer inschakelen. 6 Bijlage 6.1 Technische gegevens Nominale spanning AC 230 / 240 V ~ Netfrequentie 50 Hz Omgevingstemperatuur +5... +25 C Fijnzekering T 3,15 H 250 Aansluitvermogen bij 25 C i Vermogensspecificaties inclusief trafoverliesvermogen. Gloeilampen 20... 500 W 20... 375 W HV-halogeenlampen 20... 500 W 20... 375 W HV-LED-lampen typ. 3... 100 W typ. 3... 75 W Comp. TL typ. 3... 100 W typ. 3... 75 W Inductieve trafo's 20... 500 VA 20... 375 VA i Inductieve trafo's met minimaal 85% nom. belasting gebruiken. 4/6

Afbeelding 4: Lastcurve menglasten i Mengbedrijf van LED-lampen of compacte TL-lampen met andere toegestane lasten mogelijk. Lastcurve (afbeelding 4) in de gaten houden. Vermogensreductie bij opbouwmontage 20... 450 W/VA 20... 375 W/VA per 5 C overschrijding van 25 C -10 % bij inbouw in houten of droogbouwwand -15 % Bij inbouw in meerdere combinaties -20 % Aansluiting massief 1,0... 2,5 mm² Striplengte Extra vermogen Besturingsuitgang A Stroombelastbaarheid 15 mm zie handleidng Extra vermogen De symbolen van de dimmer-lastmarkering geven bij dimmers het aansluitbare lasttype resp. het elektrische gedrag van een last aab: R = ohms, L = inductief, HV-LED = dimbare HV-LED-lampen 6.2 Hulp bij problemen Aangesloten lampen schakelen in de laagste dimstand uit of flikkeren Oorzaak: De ingestelde minimale helderheid is te laag. Minimale helderheid verhogen. Aangesloten lampen flikkeren Oorzaak: Lampen zijn niet dimbaar. Gegevens van de fabrikant controleren. Lampen door een ander type vervangen. Aangesloten lampen schakelen in de laagste dimstand niet of vertraagd in Oorzaak: De ingestelde minimale helderheid is te laag. Minimale helderheid verhogen. 100 ma 5/6

Aangesloten lampen zijn in de laagste dimstand te helder; dimbereik is te klein Oorzaak 1: De ingestelde minimale helderheid is te hoog. Minimale helderheid verlagen. Oorzaak 2: dimprincipe faseaansnijding past niet optimaal bij de aangesloten HV-LED- of fluorescentielampen. Lampen door een ander type vervangen. Apparaat schakelt last uit en pas na enige tijd weer in. Oorzaak: Overtemperatuurbeveiliging is geactiveerd. Aangesloten last verlagen. Inbouwsituatie controleren. Apparaat schakelt last uit en kan niet meer worden ingeschakeld. Oorzaak: kortsluitbeveiliging heeft aangesproken. Kortsluiting verhelpen. Fijnzekering vervangen, reservezekering in de zekeringhouder. Uitsluitend originele zekeringen gebruiken. 6.3 Garantie Technische en formele veranderingen aan het product, voor zover deze de technische vooruitgang dienen, zijn voorbehouden. Wij bieden garantie in het kader van de wettelijke bepalingen. Verzendt het apparaat s.v.p. met een beschrijving van de fout aan onze centrale klantenservice. ALBRECHT JUNG GMBH & CO. KG Volmestraße 1 58579 Schalksmühle Telefon: +49.23 55.8 06-0 Telefax: +49.23 55.8 06-2 04 kundencenter@jung.de www.jung.de Service Center Kupferstr. 17-19 44532 Lünen Germany 6/6