Voorstel aan de Raad (Raadsbesluit 14 juli 2004: beslispunt 1 aanvaard; beslispunten 2 en 3 uitgesteld tot nader orde)



Vergelijkbare documenten
* Functionaliteit Het handelen van een bestuurder heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

Gedragscode voor het college van Burgemeester en Wethouders bij de gemeente Maasdriel

Wettelijke grondslag: artikel de artikelen 15 lid 3, 41c lid 2 en 69 lid 2 van de Gemeentewet;

GEDRAGSCODE VOOR RAADSLEDEN, WETHOUDERS EN BURGEMEESTER

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 juni 2014, volgnummer 39;

*Z00714CA8F5* RAADSVOORSTEL. Gedragscode voor het college. contactpersoon + tel.nr C.J. Rootjes Tel (0294)

Integer handelen. Gedragscode voor de leden van het College. Gemeente Waalwijk

Gedragscode bestuurlijke integriteit ambtenaren

Drentse gedragscode integriteit Commissaris van de Koning, Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten

Integer handelen. Gedragscode voor raads- en (toegevoegde) commissieleden. Gemeente Waalwijk

Nr (gewijzigd) Houten, 27 januari 2003

Gedragscode voor bestuurders en ambtenaren van de gemeente Kampen

Gedragscode integriteit voor politieke ambtsdragers

Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden; gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 20 april 2010;

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2013 / 71. Naam Gedragscode Politieke Ambtdragers (2013) Publicatiedatum 25 april 2013.

gelet op het bepaalde in de artikelen 15 lid 3, 41c lid 2 en 69 lid 2 van de Gemeentewet;

gemeente Groningen (Gr)

Gedragscode integriteit voor raadsleden, wethouders en de burgemeester

Integriteitscode Raadsleden en Raadsfracties gemeente Venlo

Gedragscode. Voor de voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de Algemene Rekenkamer van Sint Maarten.

Gedragscode integriteit politiek ambtsdragers Waterschap Vallei en Veluwe

Gedragscode politieke ambtsdragers gemeente Den Helder 2014

PROVINCIAAL BLAD JAARGANG: 2014 NR.: 065

Gedragscode van college en raadsleden van gemeente Moerdijk 2012

Onderwerp: Gedragscode bestuurlijke integriteit voor de burgemeester en de wethouders van de gemeente Lelystad 2015 vast te stellen

Integriteitscode van de Koninklijke Nederlandse Biljart Bond

Gedragscode Raad van Beheer

Onderwerp Gedragscode bestuurlijke integriteit voor de burgemeester en de wethouders van de gemeente Lelystad 2014 vast te stellen

GEDRAGSCODE POLITIEK AMBTSDRAGERS GEMEENTE ENSCHEDE 2014

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Gedragscode integriteit 2017

Drentse gedragscode integriteit Commissaris van de Koning, Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten

Gedragscode voor de leden van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik 2013

03 oktober Integriteit heeft alles te maken met de kwaliteit van het openbaar bestuur en het vertrouwen van de burgers in hun overheid.

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 16 augustus 2011;

Gemeenteblad van Zaltbommel 2006 Nr. 2.2

Deel I Kernbegrippen integriteit van politiek ambtsdragers

Gedragscode integriteit.

AAN DE GEMEENTERAAD. Nummer : 2012/12 Datum : 17 februari 2012 Onderwerp : Gedragscode politieke ambtsdragers. Geachte raad,

Gedragscode bestuurlijke integriteit voor bestuurders van de gemeente Tholen

Gedragscode NVM bestuurders

Bijlage bij het Statenvoorstel inzake Gedragscode integriteit bestuurders provincie Flevoland 2013 (nr ).

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Integriteit. van politieke ambtsdragers in gemeente Lingewaal 2009

Integer handelen. Gedragscode voor de burgemeester en wethouders Integer handelen Gedragscode voor de burgemeester en wethouders

Zakelijke relaties afgevaardigden

Gedragscode Bestuurlijke. Integriteit. Collegeleden.

Deel 1. Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit

- 1 - Gedragscode bestuurlijke integriteit. gelet op het bepaalde in de artikelen 15 lid 3, 41c lid 2 en 69 lid 2 van de Gemeentewet;

NOTITIE VERBODEN HANDELINGEN EN INTEGRITEIT VOOR RAADS- EN COMMISSIELEDEN

Gedragscode integriteit

Het actualiseren van gedragscodes voor de wethouders

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2017

Provinciale Staten op 6 april 2006 de Gedragscode bestuurders provincie Flevoland 2006 hebben vastgesteld;

Gedragscode politieke ambtsdragers gemeente Eindhoven

Gedragscode voor politiek ambtsdragers van de gemeente Hengelo

Raadsbesluit Reg. nr :

Zakelijke relaties en afgevaardigden

Gedragscode Bestuurders Gemeente Bergen 2007

16 februari 2004 Voorstel tot het vaststellen van de Gedragscodes voor raadsleden, fractievertegenwoordigers, wethouders en burgemeester

SO/ Griffie. Gedragscode voor politiek ambtsdragers van de gemeente Hengelo

B DE HEEMRADEN

Bijlage 6: Algemene gedrags- en Integriteitcode

2. Het handelen van de voorzitter of een lid van de raad van bestuur heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 6 maart 2014, nr ,

GEDRAGSCODE VOOR BESTUURDERS 2007 VASTGESTELD IN DE RAADSVERGADERING VAN 21 JUNI 2007

Voorwaarden waaraan de commissie toetst

vergadering 10 juli 2008 Voorstel van Het Presidium doorkiesnummer (0252)

Gedragscode bestuurlijke integriteit gemeente Gilze en Rijen 2004

Bijlage 3: Gedragscode integriteit politieke ambtsdragers gemeente Heerde, december 2015, versie 4.0.

De Gedragscode voor ambtenaren Winsum 2015

Integriteitscode december 2012 aangevuld april 2013

GEDRAGSCODE INTEGRITEIT GEMEENTERAADSLEDEN

CAZ GEDRAGSCODE VOOR BESTUURDERS VAN DE PROVINCIE FLEVOLAND

Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Rotterdam en omgeving De Wet op het voortgezet onderwijs.

Gepubliceerd: De Modelgedragscode bestuurders is opgenomen als bijlage in de publicatie Integriteit van

Integriteitscode Roelof van Echten College

Gedragscode bestuurlijke integriteit Krimpen aan den IJssel

Gemeenteraad 6 september 2011 Gemeenteblad

gelezen het voorstel van de Ondernemingsraad van de gemeente Spijkenisse d.d. 28 februari 2007;

Besluit. Gedragscode wethouders gemeente Papendrecht. (2003) nummer De raad der gemeente Papendrecht; gelet op artikel 41c van de Gemeentewet,

Vergelijking gedragscode met VNG-model en model-amsterdam

Integriteitscode September 2017

Gedragscode. voor de leden van de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest en Leidschendam- Voorburg

Integriteitscode. Integriteitscode van de Stichting voor PC Voortgezet Onderwijs in de Noordoostpolder e.o

Inhoudsopgave. INTEGRITEITSCODE september / 6

De gedragscode voor politieke ambtsdragers Winsum 2015

gemeente Eindhoven RaadsvoorstelBestuurlijke integriteit

Datum : 24 oktober 2005 Nummer PS : PS2005BEM39 Dienst/sector : SGU Commissie : BEM Registratienummer : - Portefeuillehouder : Staal

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2010 Nr. 71

Integriteitscode. 15/02/2018 Proces/document E. Voorberg directeur/bestuurder MR. Voorlopige vaststelling. 28/02/2019 Versienummer 2.

INTEGRITEITSCODE CSG WILLEM VAN ORANJE

Raadsvoorstel 72. Gemeenteraad. Vergadering 6 september Onderwerp : Gedragscode voor de gemeenteraad Dienst / afdeling.

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer december 2014

Gemeente Boxmeer. Nummer: 5b. de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 24 oktober Aanleiding

Toelichting Gedragscode integriteit 2017 Gemeente Best

Besluit: Vast te stellen de Gedragscode integriteit raadsleden Terschelling Paragraaf 1. Algemene bepalingen

'?",îîhorreno. Besluit. om met de informatie, de middelen en de mogelijkheden die hun ter beschikking zijn

Transcriptie:

Voorstel aan de Raad (Raadsbesluit 14 juli 2004: beslispunt 1 aanvaard; beslispunten 2 en 3 uitgesteld tot nader orde) Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 14-07-2004 / 137/2004 (gewijzigd) Onderwerp Gedragscodes burgemeester, wethouders en raadsleden Programma / Programmanummer Bestuur / 2110 Portefeuillehouder G. ter Horst Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 18-05-2004 Samenvatting Op grond van de artikelen 15, 41c en 69 van de Gemeentewet moet de raad voor resp. zijn leden, de wethouders en de burgemeester een gedragscode vaststellen. Het raadspresidium heeft het college verzocht met een voorstel te komen voor deze gedragscodes. Het college voldoet hierbij aan dit verzoek. In het voorstel wordt aangesloten bij het besluit dat vorig jaar is genomen en de discussies die recent in de raad zijn gevoerd over integriteit. Voorstel om te besluiten 1. vast te stellen de gedragscode voor de burgemeester en voor de wethouders overeenkomstig het als bijlage 1 bijgevoegde ontwerp; 2. vast te stellen de gedragscode voor de leden van de raad overeenkomstig het als bijlage 2 bijgevoegde ontwerp. 3. de gedragscode voor de raadsleden voor zover relevant van overeenkomstige toepassing te verklaren op die leden van de raadscommissies als bedoeld in artikel 82 Gemeentewet, die geen raadslid zijn. Opgesteld door, telefoonnummer G. Krol, 2451 137rvs.doc

Voorstel aan de Raad Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1 Inleiding Op grond van de artikelen 15, 41c en 69 van de Gemeentewet moet de raad voor resp. zijn leden, de wethouders en de burgemeester een gedragscode vaststellen. Het raadspresidium heeft het college verzocht met een voorstel te komen voor deze gedragscodes. Voorts adviseert de commissie Algemeen Bestuur de gedragscode voor de raadsleden voor zover relevant van overeenkomstige toepassing te verklaren op die leden van de raadscommissies als bedoeld in artikel 82 Gemeentewet, die geen raadslid zijn. Het college voldoet hierbij aan dit verzoek. 2 Doelstelling Dit voorstel heeft tot doel om te komen tot de in de Gemeentewet vereiste gedragscodes voor de burgemeester, voor de wethouders en voor de raadsleden. Tegelijk wordt beoogd een visie neer te leggen over een aantal kernbegrippen voor bestuurlijke integriteit die voor bestuurders en raadsleden leidend zijn. 3 Argumenten Wij sluiten om te beginnen aan bij het raadsbesluit van 11 juni 2003 betreffende het initiatiefvoorstel Bestuurlijke en ambtelijke integriteit van de CDA-fractie. Ook grijpen wij hierna terug naar de in september 2003 voor raadsleden gehouden werkconferentie over integriteit. Het gaat bij genoemd raadsbesluit over het initiatiefvoorstel om het bevorderen van het ethisch bewustzijn van de bestuurders en de raadsleden, en om het bevorderen van het vertrouwen van de burgers in de integriteit van het overheidshandelen. Voorts werd geconstateerd dat een code duidelijkheid geeft over het gewenste gedrag in een aantal vaak voorkomende situaties, waarmee onduidelijkheid en discussies over wat in concreto de norm is worden voorkomen. Ook wordt beoogd in de codes aandacht te besteden aan basiswaarden in de wijze waarop de drie gemeentelijke bestuursorganen, met andere woorden raad(sleden), college(leden) en burgemeester met elkaar respectievelijk met de ambtelijke organisatie om gaan. Kernbegrippen bestuurlijke integriteit Aan bestuurders, derhalve de burgemeester en de wethouders, maar ook aan de raadsleden worden hoge eisen gesteld op het gebied van integriteit. 137rvs.doc

Voorstel aan de Raad Vervolgvel 2 Zij zijn namelijk geroepen om recht en wet te handhaven. Om die reden hebben zij een voorbeeldfunctie. Er wordt op hen gelet, zij vertoeven als het ware in een glazen huis. Hun handel en wandel wordt permanent onder een vergrootglas gelegd, reden waarom zelfs de schijn van niet integer gedrag moet worden vermeden. Het is om die reden ook dat zij een ambtseed of ambtsgelofte afleggen waarin zij beloven integer te handelen en de wetten na te komen. Bij integriteit gaat het niet alleen om een set gedragsvoorschriften maar ook om het aanscherpen van het ethisch bewustzijn. Bovendien kunnen de gedragsregels onmogelijk voorzien in alle voorkomende situaties. Daarom is het van belang nog eens enkele morele uitgangspunten te formuleren waarop de gedragsregels zijn gebaseerd. Deze kernbegrippen voor bestuurlijke integriteit zijn mede ontleend aan de handreiking van de VNG. Hierna worden ze nader toegelicht. Het betreft dienstbaarheid, functionaliteit, onafhankelijkheid, openheid, betrouwbaarheid en zorgvuldigheid. Dienstbaarheid Het handelen van een bestuurder of raadslid is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken. Functionaliteit Het handelen van een bestuurder of raadslid heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur. Onafhankelijkheid Het handelen van een bestuurder of raadslid wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden. Openheid Het handelen van een bestuurder of raadslid is transparant, zodat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de bestuurder en zijn beweegredenen daarbij. Betrouwbaarheid Op een bestuurder of raadslid moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven. Zorgvuldigheid Het handelen van een bestuurder of een raadslid is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen. 137rvs.doc

Voorstel aan de Raad Vervolgvel 3 Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de in de codes vastgelegde gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden. Om die reden stellen wij voor de kernbegrippen als zodanig op te nemen in de gedragscodes. Gulden regels voor de raadsleden In de hiervoor al genoemde bijeenkomst over integriteit in september 2003 hebben de raadsleden enkele aanvullende gulden regels geformuleerd die voor hen mede de basis zijn waarop men elkaar in de raad wenst aan te spreken als het gaat om integriteit. Die regels, die in de code voor de raadsleden nader zijn uitgewerkt, zijn de volgende. De raadsleden staan voor het algemeen belang en stemmen, zoals de Gemeentewet zegt, zonder last. Het optreden als een soort opdrachtnemer voor particuliere of sectorale belangen wordt afgewezen. Belangrijke besluiten die onder geheimhouding tot stand moeten komen, worden uitsluitend door de raad als geheel genomen. Dergelijke besluiten kunnen dus niet in besloten commissievergaderingen afgehandeld worden. Overigens geldt voor de raadsleden: afspraak is afspraak. En dat geldt ook voor geheimhouding. Geheimhouding en vertrouwelijkheid worden nagekomen zolang ze niet door het orgaan dat ze heeft opgelegd worden opgeheven. Bestaande praktijk Opgemerkt wordt nog dat veel van wat in de codes staat in elk geval voor het college al praktijk is. Zo kan bijvoorbeeld worden teruggevallen op regelingen en afspraken op het gebied van nevenfuncties, dienstauto s en onkostenvergoedingen voor bestuurders. Ook voert Nijmegen al sinds begin jaren negentig een actief integriteitsbeleid. Het college heeft in januari 1996 een gedragscode voor bestuurders en ambtenaren vastgesteld. Voor zover het de bestuurders betreft zal deze worden ingetrokken. Wij zullen in 2004 voor de ambtenaren een nieuwe code laten ontwerpen. Inhoud codes Wij stellen voor om de handreiking van de VNG inzake de code voor bestuurders goeddeels te volgen en waar nodig naar Nijmeegs inzicht aan te vullen. Deze modelgedragscode kan met enkele aanpassingen ook dienen voor de raadsleden. Zo zijn in die laatste ook de hiervoor genoemde gulden regels verwerkt. Enkele opvallende elementen in dat model zijn het voorschrift inzake het melden van financiële belangen in ondernemingen waar de gemeente betrekkingen mee onderhoudt, indien deze een onafhankelijke besluitvorming kunnen beïnvloeden dan wel de schijn daarvan zouden kunnen wekken. 137rvs.doc

Voorstel aan de Raad Vervolgvel 4 Ook wijzen wij op de anti-draaideur bepaling. Deze laatste bepaling houdt in dat bestuurders en raadsleden binnen een jaar na hun aftreden geen baan bij de gemeente kunnen krijgen. Dit om (de schijn van) onevenwichtige belangenafweging te vermijden. In geval van (mogelijke schijn van) belangenverstrengeling als gevolg van persoonlijke of zakelijke relaties wordt bepaald dat de betreffende of het raadslid zich van deelname aan de besluitvorming moet onthouden. In wezen is dit een invulling van de reeds bestaande wettelijke verplichtingen. Die vloeien voort uit artikel 28 resp. 58 van de Gemeentewet die inhouden een verbod om deel te nemen aan een stemming over een aangelegenheid die iemand persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken. Ook mag niet worden meegestemd over de vaststelling van de rekening van een rechtspersoon van welks bestuur men deel uitmaakt. Daarnaast bevat artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht de verplichting voor een bestuursorgaan om zijn taak zonder vooringenomenheid te vervullen. Ook dit beginsel van behoorlijk bestuur impliceert een stemverbod in gevallen van verstrengeling van belangen. Of in een concreet geval stemonthouding geraden is, zal per geval bezien moeten worden. De intensiteit van de relatie kan hierbij een rol spelen. Financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt moeten worden gemeld, indien het bezit ervan een onafhankelijke belangenafweging kan beïnvloeden of de schijn daarvan kan oproepen. Ook is een voorschrift inzake de manier van omgaan met geschenken opgenomen. Voor declaraties van onkosten worden in het model een aantal algemene uitgangspunten geformuleerd. In meer praktische zin betekent een Nijmeegse invulling ook dat de paragraaf in het model over gemeentelijke creditcards niet wordt overgenomen, omdat wij dat fenomeen niet kennen, noch voor bestuurders noch voor raad. Inzake geschenken stellen wij voor op te nemen dat deze altijd worden gemeld. Geschenken boven 25 zijn eigendom van de gemeente. Er wordt dan een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Die bestemming kan er ook in bestaan dat eens per jaar een veiling wordt georganiseerd voor daarvoor in aanmerking komende voorwerpen, waarna de opbrengst aan een goed doel wordt geschonken. Voor de raad is daarbij om te komen tot een uniforme praktijk een rol voor het presidium weggelegd. Voorts is voor collegeleden behalve hun omgang met elkaar, ook de verhouding tot enerzijds de raad en de burgemeester, en anderzijds de ambtelijke organisatie van groot belang. Om die reden stellen wij voor om voor deze relaties in de code enkele basiswaarden te formuleren. Wellicht is het mogelijk om over enige tijd de opgedane ervaringen om te zetten in meer 137rvs.doc

Voorstel aan de Raad Vervolgvel 5 concrete gedragsregels op dit punt. Uiteraard gelden ook voor de raadsleden dezelfde basiswaarden voor hun verhouding tot de andere bestuursorganen en de ambtelijke organisatie. Voor de raadsleden zijn regels voor declaraties niet of niet in gelijke mate relevant. In voorkomende gevallen zullen expliciete besluiten van toepassing zijn, dan wel kunnen de kernbegrippen worden gebruikt om gedragingen te toetsen. Status van de codes; handhaving De Gemeentewet bevat enkele voorschriften inzake integriteit. Te denken valt aan de bepalingen over het aflegen van de eed of belofte, verboden nevenfuncties, verboden handelingen, verbod om in bepaalde situaties mee te stemmen. Deze bepalingen zijn, zij het soms indirect, voorzien van sancties. Wij attenderen er echter op dat de codes geen rechtstreeks bindende of rechtskracht bezittende voorschriften bevatten. Ze zijn te zien als gedragsafspraken waarop betrokkenen politiek aanspreekbaar zijn. Wij achten het daarbij gewenst een handvat te bieden voor de wijze waarop die aanspreekbaarheid vorm kan krijgen. Wij stellen, mede geelt op wat de gulden regels ter zake inhouden, voor daarbij een rol toe te delen aan de voorzitter van het college respectievelijk van de raad bij de handhaving van de voorschriften. Voorgesteld wordt om te bepalen dat de voorzitter de code en haar naleving periodiek in het college resp. het presidium aan de orde stelt. In het onverhoopte geval van concrete overtredingen van de code zullen indien mogelijk raadsleden elkaar daar op aanspreken. Indien dat onvoldoende oplost ligt het op de weg van de voorzitter de zaak met de nodige prudentie te bespreken met betrokkene zelf, eventueel met zijn fractievoorzitter of in het college resp. het presidium. Uitvoering Om praktische redenen stellen wij voor de gedragsregels voor de burgemeester en voor de wethouders vorm te geven in een gezamenlijke code, en dus een afzonderlijke code voor de raadsleden vast te stellen. Aan alle nieuw aantredende burgemeesters, collegeleden, raadsleden en commissieleden, niet raadslid zijnde, zal de code in een handzame uitvoering ter hand worden gesteld. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, mevr. dr. G. ter Horst De Secretaris, ir. H.K.W. Bekkers 137rvs.doc

Bijlage 1 Gedragscode voor de burgemeester en de wethouders 1 Algemene bepalingen 1.1 Onder het college wordt verstaan het college van burgemeester en wethouders. 1.2 Onder bestuurders worden verstaan de burgemeester en de wethouders. 1.3 Onder voorzitter wordt verstaan de voorzitter van het college. 1.4 In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het college. 1.4 De code is openbaar en door derden te raadplegen. 1.5 De burgemeester en de wethouders ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code. 2 Kernbegrippen bestuurlijke integriteit 2.1 Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit zijn dienstbaarheid, functionaliteit, onafhankelijkheid, betrouwbaarheid en zorgvuldigheid. 2.2 Deze kernbegrippen vormen de toetsteen voor de in deze code vastgelegde gedragsafspraken. Bij het toetsen van de gedragingen van de bestuurders worden deze begrippen als leidraad gehanteerd. 3 Belangenverstrengeling 3.1 Een bestuurder voorkomt verstrengeling van belangen. Ook de schijn van belangenverstrengeling moet worden vermeden. 3.2 Een bestuurder doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt, indien deze hem kunnen belemmeren bij een onafhankelijke meningsvorming of de schijn daarvan kunnen oproepen. 3.3 Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de bestuurder (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen. 3.4 Een oud-bestuurder wordt het eerste jaar na beëindiging van zijn functie uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente. 3.5 Een bestuurder die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen dan wel als privé-persoon een zakelijke relatie heeft met een aanbieder van diensten aan of de indiener van een aanvraag bij de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende aangelegenheid. 3.6 Een bestuurder neemt van een aanbieder van diensten aan of de indiener van een aanvraag bij de gemeente geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke 1

positie ten opzichte van de aanbieder of aanvrager kan beïnvloeden. 4 Nevenfuncties 4.1 Een bestuurder vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan ontstaan met het belang van de gemeente. 4.2 Een bestuurder maakt melding van al zijn nevenfuncties waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt. 4.3 Indien de instantie waarbij een bestuurder een nevenfunctie bekleedt uit hoofde van het ambt, een regeling kent voor het vergoeden van onkosten, worden de door de bestuurder gemaakte kosten bij voorkeur vergoed door de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend. 4.4 Een bestuurder die een nevenfunctie wil vervullen anders dan uit hoofde van het ambt, bespreekt dit voornemen in het college. Daarbij komt tevens aan de orde hoe wordt gehandeld met betrekking tot eventuele vergoedingen en de te maken kosten. 5 Informatie 5.1 Een bestuurder gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie. 5.2 Een bestuurder houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. 5.3 Een bestuurder maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie. 6 Aannemen van geschenken 6.1 Geschenken die een bestuurder uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden bij de gemeentesecretaris gemeld. De secretaris neemt de melding op in een register dat ter inzage ligt. 6.2 Geschenken met een waarde boven 25 euro zijn eigendom van de gemeente. Bij de melding wordt een voorstel gedaan over de bestemming. Het college beslist of een gemeentelijke bestemming wordt gezocht of dat het gemelde geschenk kan worden behouden. 6.3 Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, worden ze gemeld en neemt het college een besluit over de bestemming. 7 Declaraties 7.1 Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. 7.2 Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden als criteria gehanteerd dat met de uitgave het belang van de gemeente is gediend en dat de uitgave voortvloeit uit de functie. 7.3 Een bestuurder declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed. 7.4 Declaraties worden afgewikkeld volgens een daartoe vastgestelde administratieve procedure. 2

7.5 Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld. 7.6 De gemeentesecretaris is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties. Declaraties van bestuurders worden voor akkoord getekend door de secretaris. 7.7 In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de voorzitter. Zonodig wordt de declaratie ter besluitvorming aan het college voorgelegd. 7.8 Desgevraagd brengt de bestuurder een overzicht van zijn declaraties ter kennis van de raad. Privacy-gevoelige informatie kan daarbij achterwege blijven. 8 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen 8.1 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan. 8.2 Bestuurders kunnen op basis van een overeenkomst voor zakelijk gebruik een fax, mobiele telefoon en computer in bruikleen krijgen. Een relatief gering gebruik voor privédoeleinden kan als onvermijdelijk worden geaccepteerd. De meerkosten van privé-gebruik van mobiele telefoons boven 10% van het totaal worden terug betaald aan de gemeente. 8.3 De burgemeester beschikt over een dienstauto met een vaste chauffeur. Hiervan kan ook voor woon-werkverkeer gebruik worden gemaakt. In voorkomende gevallen kunnen ook de wethouders na overleg met de burgemeester van de auto met chauffeur gebruik maken. Daarnaast staat aan de wethouders ten behoeve van dienstreizen een auto zonder chauffeur ter beschikking. Indien de situatie daarom vraagt kunnen zij ad hoc een auto met chauffeur huren. 9 Reizen buitenland 9.1 Een bestuurder die het voornemen heeft in zijn hoedanigheid een buitenlandse reis te maken, heeft toestemming nodig van het college. 9.2 Een bestuurder die het voornemen van een buitenlandse reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten. 9.3 Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden altijd besproken in het college en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. 9.4 Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een bestuurder is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van het college betrokken. 9.5 Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming van het college betrokken. 9.6 Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming van het college. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de bestuurder. 3

9.7 De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende rijksregelingen en gemeentelijke voorschriften, waaronder het Rechtspositiebesluit burgemeesters, het Rechtspositiebesluit wethouders en de verordening onkostenvergoedingen en voorzieningen voor wethouders. Uitgaven worden vergoed voor zover zij redelijk en verantwoord worden geacht. 9.8 Van een buitenlandse reis wordt een verslag opgesteld. Buitenlandse reizen worden vermeld in het gemeentelijk jaarverslag. 10 Relatie met het college en de burgemeester 10.1 Bestuurders geven er in hun optreden zowel ten opzichte van derden als ten opzichte van elkaar blijk van deel uit te maken van het college als gemeentelijk bestuursorgaan. Zij zijn zorgvuldig, open en betrouwbaar in hun omgang met het college en zijn leden. 10.2 De wethouders respecteren de positie van de burgemeester als zelfstandig gemeentelijk bestuursorgaan. 11 Relatie met de raad Bestuurders respecteren de positie van de raad als hoogste bestuursorgaan en van de individuele raadsleden als onderdeel daarvan. Zij zijn zorgvuldig, open en betrouwbaar in hun omgang met de raad en zijn leden, en hebben transparante werkrelaties met de leden van de raad. Zij behandelen alle fracties als gelijkwaardig; alle fracties hebben er recht op tegelijkertijd dezelfde informatie te ontvangen. 12 Relatie met de ambtelijke organisatie Bestuurders zijn zorgvuldig, open en betrouwbaar in hun omgang met de ambtelijke organisatie. Zij hebben transparante werkrelaties met alle medewerkers. Bestuurders respecteren de professionaliteit van de ambtenaren. 13 Handhaving door de voorzitter 13.1 De voorzitter stelt de gedragscode en de naleving ervan eenmaal per jaar aan de orde in het college. 13.2 Indien een lid van het college een bepaling van de code overtreedt stelt de voorzitter een onderzoek in. 13.3 Onverminderd de voor iedere bestuurder geldende plicht strafbare feiten die bestaan in of gepaard gaan met schending ambtsplichten of onrechtmatige toepassing van bevoegdheden te melden bij de politie, kan de voorzitter betrokkene aanspreken op zijn gedrag. 13.4 Indien geen verandering optreedt in het gedrag van betrokkene kan de voorzitter de kwestie voorleggen aan het college, de betrokken fractievoorzitter of aan het presidium. 4

Bijlage 2 1 Algemene bepalingen Gedragscode voor de leden van de raad 1.1 Onder raadsleden worden verstaan de leden van de gemeenteraad. 1 1.2 Onder voorzitter wordt verstaan de voorzitter van de gemeenteraad. 1.3 Onder presidium wordt verstaan het presidium als bedoeld in artikel 7 van het Reglement van Orde van de gemeenteraad. 1.4 In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het presidium. 1.5 De code is openbaar en door derden te raadplegen. 1.6 De raadsleden en commisseleden, niet raadslid zijnde, ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code. 2 Kernbegrippen bestuurlijke integriteit 2.1 Kernbegrippen van bestuurlijk integriteit zijn dienstbaarheid, functionaliteit, onafhankelijkheid, betrouwbaarheid en zorgvuldigheid. 2.2 Deze kernbegrippen vormen de toetsteen voor de in deze code vastgelegde gedragsafspraken. Bij het toetsen van de gedragingen van de raadsleden worden deze begrippen als leidraad gehanteerd. 3 Belangenverstrengeling 3.1 Een raadslid staat voor het algemeen belang en stemt zonder last. Ook de schijn van belangenverstrengeling moet worden vermeden. 3.2 Een raadslid doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt, indien deze hem kunnen belemmeren bij een onafhankelijke meningsvorming of de schijn daarvan kunnen oproepen. 3.3 Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt het raadslid (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen. 3.4 Een oud-raadslid wordt het eerste jaar na beëindiging van zijn functie als raadslid uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente. 3.5 Een raadslid dat familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen dan wel als privé-persoon een zakelijke relatie heeft met een aanbieder van diensten aan of de indiener van een aanvraag bij de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende aangelegenheid. 1 de gedragscode voor de raadsleden voor zover relevant van overeenkomstige toepassing geldt ook voor die leden van de raadscommissies als bedoeld in artikel 82 Gemeentewet, die geen raadslid zijn. 1

3.6 Een raadslid neemt van een aanbieder van diensten aan of een indiener van een aanvraag bij de gemeente geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder of aanvrager kan beïnvloeden. 4 Nevenfuncties 4.1 Een raadslid vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan ontstaan met het belang van de gemeente. 4.2 Een raadslid maakt melding van al zijn nevenfuncties waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt. 5 Informatie 5.1 Een raadslid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. 5.2 Een raadslid verstrekt, zolang het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd of waarin de vertrouwelijkheid is afgesproken deze niet heeft opgeheven, geen geheime of vertrouwelijke informatie. 5.3 Een raadslid houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. 5.4 Besluiten die onder geheimhouding moeten worden genomen, worden niet in een raadscommissie maar uitsluitend in de raad als geheel afgehandeld. 5.3 Een raadslid maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie. 6. Aannemen van geschenken 6.1 Geschenken die een raadslid uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden bij de griffier gemeld. De griffier neemt de melding op een register dat ter inzage ligt. 6.2 Geschenken met een waarde boven 25 euro zijn eigendom van de gemeente. Bij de melding wordt een voorstel gedaan over de bestemming. Het presidium beslist of een gemeentelijke bestemming wordt gezocht of dat het gemelde geschenk kan worden behouden. 6.3 Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, worden ze gemeld en neemt het presidium een besluit over de bestemming. 7 Vergoeding en tegemoetkoming in kosten; voorzieningen 7.1 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan. 7.2 Vergoeding voor werkzaamheden en tegemoetkoming in kosten is geregeld in de verordening onkostenvergoedingen en voorzieningen raadsleden. Raadsleden kunnen op grond van die verordening op hun verzoek voor zakelijk gebruik computer- en communicatieapparatuur op basis van een overeenkomst in bruikleen krijgen. 8 Reizen buitenland Een raadslid reist in zijn hoedanigheid alleen dan op kosten van de gemeente naar het buitenland als de reis door of met instemming van de gemeente wordt georganiseerd. 2

9 Relatie met de raad Raadsleden geven er in hun optreden zowel ten opzichte van derden als ten opzichte van elkaar blijk van deel uit te maken van het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. Zij zijn zorgvuldig, open en betrouwbaar in hun omgang met de raad en zijn leden, en behandelen alle fracties als gelijkwaardig. 10 Relatie met het college en de burgemeester Raadsleden geven er in hun optreden blijk van het college en de burgemeester te respecteren als bestuursorganen van de gemeente. Zij zijn zorgvuldig, open en betrouwbaar in hun omgang met het college en de burgemeester, en hebben transparante werkrelaties met de burgemeester en de wethouders. 11 Relatie met de ambtelijke organisatie Raadsleden zijn zorgvuldig, open en betrouwbaar in hun omgang met de ambtelijke organisatie. Zij hebben transparante werkrelaties met alle medewerkers. Raadsleden respecteren de professionaliteit van de ambtenaren. 12 Handhaving door de voorzitter 12.1 De voorzitter stelt de gedragscode en de naleving er van een keer per jaar aan de orde in het presidium. 12.2 Indien een raadslid een bepaling van de code overtreedt stelt de voorzitter een onderzoek in. 12.3 Onverminderd de voor iedere bestuurder geldende plicht strafbare feiten die bestaan in of gepaard gaan met schending ambtsplichten of onrechtmatige toepassing van bevoegdheden te melden bij de politie, kan de voorzitter betrokkene aanspreken op zijn gedrag. 12.4 Indien geen verandering optreedt in het gedrag van betrokkene kan de voorzitter de kwestie voorleggen aan de betrokken fractievoorzitter of aan het presidium. 3