Overzicht huidig rijksbeleid ten aanzien van de paardenhouderij



Vergelijkbare documenten
01 Waarom moet ieder paard een paspoort hebben?

Is het paspoort van je paard nog in orde?

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Kent u het bericht rechter gaat varkenstransport bekijken? 1)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Auteur: dierenarts D.M. Eijmaal, NVWA

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

DE ROOTS VHIVER

Mededeling. Datum. Onderwerp Convenant provincie Flevoland en Staatsbosbeheer. Registratienummer

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Publicatieblad van de Europese Unie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Toelichting voor de Staatscourant

Wijziging Regeling handel levende dieren en levende producten

CIRCULAIRE Gewijz. 10/4/2008 Gewijz. 17/12/2008 Gewijz. 19/01/2010

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Veehouderij en volksgezondheid

Geen oogkleppen meer op:

Te dien einde gaan voor de delegaties in de bijlage ontwerp-amendementen van het voorzitterschap op Richtlijn 96/22/EG van de Raad.

VOORSTELLING VZW VLAAMS PAARDENLOKET. Jan De Boitselier - Manager

WGDO: Good practice controle taakvelden BBV

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gebiedvisie op het. buitengebied van de. gemeente Drimmelen

Besluit van 4 juni 2003, houdende vaststelling van retributies krachtens de Warenwet (Warenwetbesluit retributies veterinaire controles)

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 9 ingangsdatum pag. 1 van 6

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Welkom. Heleen Prinsen. Specialist Diergezondheid en paardenhouderij

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

CIRCULAIRE Gewijz. 10/4/2008

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gewijzigde identificatieprocedure paardachtigen 1

Criteria. voor het. aanwijzen van. sterlocaties

Celsius Temperatuursnormen vlees tijdens vervoer

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag S-K-U dec. 07. Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 1 1 november 2007

tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur)

*PDOC01/206186* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

Zie mijn brief van 7 mei 2008 (28 286, nr. 215).

Werken aan duurzame landbouw en een aantrekkelijk platteland. Frits van der Schans

MARKT of ERKEND VERZAMELCENTRUM

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Rapport. Datum: 29 maart 2005 Rapportnummer: 2005/091

SV 527 RIS GRF/ Aan de voorzitter van de gemeenteraad. Den Haag, 21 december Onderwerp: Levende kerststal. Geachte voorzitter,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Algemene instructie verkeer van levende paardachtigen vanuit Nederland naar andere lidstaten, EER landen en Zwitserland

Verre veetransporten in de Europese Unie

BELEIDSNOTA CONSUMENTENVUURWERK WORMERLAND

COMMISSIE. (Voor de EER relevante tekst) (2009/712/EG)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Staat van het Dier. Drs. Henny van Rij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 27 september 2018 Betreft Stand van zaken Paarden

Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over nieuwe gevallen van Q-koorts besmettingen bij mensen in Brabant

OVERZICHTSNOTITIE GEMEENTELIJK DIERENWELZIJNSBELEID

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Veel gestelde vragen (FAQ) Identificatie van paarden

De Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 8 ingangsdatum pag. 1 van 6

Geen oogkleppen meer op:

Grensoverschrijdend kuddebeheer in rivierpark Maasvallei

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Het doden van dieren:

VERGUNNING TOTALISATOR 2015/2016

EUROPEES PARLEMENT. Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid. van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

Rijksoverheid EU-GHS. Eén systeem voor indelen, etiketteren en verpakken van chemische stoffen en mengsels

Onderwerp: Verklaring van geen bedenkingen uitbreiding agrarisch bedrijf Nansumerweg 58a Holwierde met wintertuinen.

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN. In overeenstemming met de Minister van Financiën;

Eindrapportage Sleipnir

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant

Ruimtelijke inrichting van Nederland

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77)

Vitaal, Gezond en Duurzaam kalf

Rapport. Datum: 25 april 2003 Rapportnummer: 2003/104

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 91 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Fietspad in het Voorsterbos, voorbeeld van een toegankelijk, divers bos

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0433(COD) van de Commissie internationale handel

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland

Transcriptie:

Overzicht huidig rijksbeleid ten aanzien van de paardenhouderij Verantwoordelijkheidsverdeling op rijksniveau De paardenhouderij heeft veel facetten en de beleidsverantwoordelijkheid daarvoor is recent verdeeld over verschillende departementen. Hier wordt die verantwoordelijkheidsverdeling beknopt beschreven. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Het ministerie van VWS houdt zich met ingang van 2004 bezig met paardensport. De rol van VWS is voorwaardenscheppend en per beleidsonderwerp stimulerend. Op korte termijn zal het ministerie van VWS een nieuwe sportnota uitbrengen. VWS heeft geen specifiek paardensportbeleid. Binnen het aandachtsveld van VWS voor de topsport en breedtesport, vallen ook onderwerpen die relevant zijn voor de paardensector zoals gehandicaptensport, veilige beoefening van sport en bestrijding van het gebruik van ongeoorloofde middelen bij sport(paarden). Ten aanzien van de draf- en rensport, een discipline die nationaal en internationaal is georganiseerd, is het ministerie van VWS verantwoordelijk voor de sportactiviteiten voor zover die passen in haar sportbeleid en daar ook een bijdrage aan leveren. Ministerie van Justitie De taken van Justitie hebben met name betrekking op het reguleren van het wedden op paarden (totalisator). In het besluit van 19 februari 2005, de overdracht van de zorg voor de Wet op de Kansspelen (Staatsblad 2005, 97), is de verantwoordelijkheid voor de kansspeltaken ten aanzien van de totalisator van het ministerie van LNV overgegaan naar het ministerie van Justitie. Justitie is na deze overdracht verantwoordelijk voor het beleid met betrekking tot de totalisator, het verlenen en intrekken van de vergunning voor het organiseren van de totalisator, inclusief het stellen, wijzigen en intrekken van de vergunningsvoorschriften en de controle en toezicht op de naleving daarvan. In verband met het toezicht op de naleving van het beleid met betrekking tot de totalisator, wordt de verantwoordelijkheid voor de controle op ongeoorloofde middelen van de draf- en rensport van LNV overgenomen door Justitie. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De taken van VROM, die raken aan de paardenhouderij, hebben met name betrekking op de ruimtelijke ordening en milieuregelgeving. Het ruimtelijk beleid van Nederland is recent vastgesteld in de Nota Ruimte, die is opgesteld door VROM in samenwerking met LNV, V&W en EZ. Daarin wordt geen specifieke aandacht aan de paardenhouderij besteed, maar wel aan de grondgebonden landbouw (waar een deel van de paardenhouderij toe behoort) en aan recreatieve ontwikkelingen en routenetwerken (waar ook maneges, sportwedstrijden en ruiterroutes toe gerekend worden). De uitwerking van het ruimtelijk beleid vindt plaats met het instrumentarium van de Wet ruimtelijke ordening door Rijk, provincies en gemeenten. Sommige provincies gaan in hun streekplannen in op de ontwikkeling van de paardenhouderij en de planologische ruimte die zij bieden c.q. de eisen die zij stellen aan deze sector. Qua milieuregelgeving hebben de Wet bodembescherming en de Wet milieubeheer raakvlakken met de paardenhouderij. Ingevolge de laatstgenoemde wet is voor het houden van paarden een milieuvergunning vereist, waarin voorschriften worden gesteld ten aanzien van aspecten als stank, geluidhinder, opslag van mest en verlichting (van paardenbakken). De Wet ammoniak en veehouderij is niet van toepassing op paardenhouderijen. 1

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit De taken van LNV ten aanzien van de paardenhouderij hebben met name betrekking op het welzijnsbeleid, de fokkerij, Identificatie- en Registratie, diergezondheid, crisisbestrijding bij uitbraak van besmettelijke dierziekten, de relatie met natuur, landschap en recreatie in het kader van duurzame ontwikkeling van het landelijk gebied en tenslotte (groen) onderwijs. Op de beleidsonderwerpen van LNV wordt hierna ingegaan. Overzicht LNV-beleid ten aanzien van paardenhouderij Dierenwelzijnsbeleid Het dierenwelzijnsbeleid van LNV houdt in dat LNV zoveel mogelijk stuurt op de eigen verantwoordelijkheid van de sector. Los van het feit dat de verantwoordelijkheid zo veel mogelijk bij de sector en de houder van de paarden wordt neergelegd, zijn er op dit moment op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD) waarborgen voor een goed dierenwelzijn. In het Besluit dierenvervoer gaat het met name om de transporten van en naar de paardenmarkten. Daarnaast zijn er de belangrijke artikelen 36 en 37 van de GWWD (dierenmishandeling en verzorgingsplicht). Wanneer in dat kader overtredingen plaatsvinden, treedt de AID hier tegen op. De SRP is bezig met het opstellen van een eigen visie op de sector waarin beschreven staat waar de sector in het kader van dierenwelzijn naar streeft en hoe dit te bewerkstelligen. Wanneer de sector de daarbij behorende verantwoordelijkheid oppakt, is het ministerie van LNV bereid te onderzoeken wat zij kan doen om deze richting te ondersteunen. Fokkerijbeleid Het huidige EU-beleid is gericht op het wegnemen van handelsverstorende belemmeringen in het vrije verkeer van fokdieren en -producten in de EU. Dit beleid heeft geresulteerd in het in werking treden van uitgebreide zoötechnische regelgeving in de EU. Nederland heeft de uitvoering van deze regelgeving in medebewind overgedragen aan de PVE (Productschappen voor Vee, Vlees en Eieren). Voor de paardenhouderij - met zijn vele rassen, stamboeken/ dochterstamboeken en fokrichtingen - bestaat het overgrote deel van deze werkzaamheden uit het erkennen van stamboeken en het toezicht houden op het functioneren van deze stamboeken. De EU-regelgeving bevat geen bepalingen omtrent de inhoudelijke kant van de fokkerij, dat wil zeggen er zijn geen wettelijke voorschriften ten aanzien van de keuze en formulering van raskenmerken of de keuze van de met fokkerij te verbeteren prestatie-eigenschappen. Dergelijke zaken zijn voorbehouden aan de fokkerij-organisaties en de sector zelf. LNV hecht er belang aan dat de fokkerij actief blijft werken aan het uitselecteren van erfelijke afwijkingen. De SRP heeft recent een rapport opgesteld over praktijkproblemen bij de toepassing van de communautaire fokkerijregelgeving. Een deel van deze problemen komt eruit voort dat de EUregelgeving veel ruimte laat aan de lidstaten om deze in te vullen. Nederland heeft gekozen voor een nationale toepassing, die dicht bij de communautaire regelgeving blijft, andere lidstaten doen dit volgens het rapport anders. Identificatie- en registratiebeleid (I&R) Het primaire doel van de I&R-regeling voor paardachtigen is het garanderen van de volksgezondheid bij consumptie van paardenvlees. Vanuit de EU is verplicht gesteld dat elk paard een paspoort moet hebben. Nederland heeft de uitvoering van de I&R regelgeving in medebewind overgedragen aan de PVE. In het paspoort moet zijn opgenomen of het paard al dan niet bestemd is voor consumptie. Heeft het paard een slachteindbestemming, dan moet het medicijngebruik verplicht worden geregistreerd in het paspoort. Heeft het paard geen slachteindbestemming, dan is de medicijnregistratie in het paspoort niet verplicht. 2

Om te kunnen garanderen en controleren dat het juiste paspoort bij het juiste paard zit, is in Nederland de chipverplichting ingevoerd. De chip vormt de onlosmakelijke koppeling tussen paard en paspoort. Een toegestaan alternatief voor de chip is het vastleggen van het DNA-profiel van het paard in het paspoort. Veterinair beleid Draaiboek crisisbestrijding Bij de recente uitbraken van besmettelijke dierziekten in Nederland waren paarden niet rechtstreeks betrokken omdat ze ongevoelig zijn voor de uitgebroken ziekten. Wel moest de paardenhouderij zich aan strenge maatregelen houden om verspreiding van de ziekten te voorkomen. In de nieuwe draaiboeken wordt meer rekening gehouden met de paardensector en wordt gekeken waar maatregelen kunnen worden versoepeld zonder dat het risico van verspreiding wordt vergroot. Dit moet echter wel passen binnen de dierziektenbestrijdingsrichtlijnen, die de basis vormen voor de draaiboeken. Diergeneesmiddelen en paarden Registratie diergeneesmiddelen Als een paard bestemd is voor de consumptie, dan moet zoals eerder beschreven het medicijngebruik verplicht worden geregistreerd. Vanaf 1 januari 2006 is het op basis van de Europese Hygiëneverordeningen ook verplicht om het slachthuis te informeren over onder andere Gebruik niet-geregistreerde medicijnen Per 1 november 2005 komt er een communautair opgestelde lijst van diergeneesmiddelen die niet zijn geregistreerd als paardengeneesmiddelen. Deze medicijnen mogen ook aan paarden met een slachteindbestemming worden toegediend, mits in het paspoort geregistreerd en met inachtneming van een wachttermijn van zes maanden voordat het dier ter slacht wordt aangeboden. Voorschriftplicht medicijnen Met de sector vindt overleg plaats over het voorschriftplichtig maken van alle diergeneesmiddelen voor paarden (ook wormkuren). Naar verwachting zal deze EU-voorschriftplicht gaan gelden vanaf 1 januari 2007. Voor paarden met een slachteindbestemming moeten alle medicijnen worden voorgeschreven door een dierenarts. Voor paarden die niet bestemd zijn voor consumptie geldt de voorschriftplicht in principe ook, maar bepaalde medicijnen kunnen worden uitgezonderd. Bovenstaande maatregelen hebben ertoe geleid dat er meer medicijnen voor paarden beschikbaar komen. Bovendien is een betere controle mogelijk, waardoor de voedselveiligheid beter kan worden gegarandeerd. Exportbeleid Het EU-beleid ten aanzien van de handel in en export van paarden schrijft voor dat paarden voorafgaand aan export klinisch gekeurd dienen te worden. Deze keuring wordt uitgevoerd door de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) en bij goedkeuring wordt een gezondheidscertificaat uitgegeven. Zonder gezondheidscertificaat mogen paarden niet worden geëxporteerd. Tevens is het verplicht dat paarden bestemd voor de export een ingetekende schets ter identificatie in het paspoort moeten hebben. Bij veel paarden ontbreekt deze schets op het moment dat het dier bij de VWA ter keuring worden aangeboden. Naar verwachting wordt in de toekomst de verplichting van een schets in het paspoort uit de EU-verordening gehaald, mits de paarden een chip hebben. 3

Natuurbeleid Het natuurbeleid van LNV heeft diverse raakvlakken met de paardensector. Dan gaat het niet alleen over het beleid van LNV om natuurgebieden toegankelijk te maken voor de recreant, dus ook de ruiter, maar ook over het gebruik van paarden als grote grazers in het natuurbeheer. Het natuurbeleid van LNV, beschreven in de nota Natuur voor mensen, mensen voor natuur uit 2000, is gebaseerd op een verbreding van het natuurbeleid om de natuur beter te laten aansluiten bij de wensen van mensen, dus goed bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar. Het ruimtelijk beleid ten aanzien van natuur, waaronder de beschermingsregimes, staat weergegeven in de Nota Ruimte. Het beleid van LNV voor de grote grazers is vastgelegd in de Leidraad grote grazers die in 2000 aan de Tweede Kamer is verstuurd. De Leidraad biedt het beleidskader voor de omgang met runderen, paarden en schapen in natuurterreinen. In deze Leidraad is verschil gemaakt tussen grazers in de meest natuurlijke terreinen enerzijds (de zgn. grote eenheden natuurgebied zoals de Oostvaardersplassen) en grazers in overige natuurterreinen anderzijds. Om de doelstelling van het natuurbeleid te volgen en waar mogelijk de natuurlijkheid van de natuurterreinen te vergroten, krijgen de grazers in een aantal situaties de gelegenheid om door de natuur gereguleerd te leven en te sterven. In Nederland worden Konikpaarden en Fjordenpaarden ingezet als grote grazers voor jaarrrondbegrazing. De bedoeling daarvan is dat er natuurlijke mozaïeklandschappen ontstaan van weides, struwelen en bosgebieden met geleidelijke overgangen daartussen. In vrijwel alle natuurgebieden zijn aparte ruiterroutes aangelegd, zodat men te paard de gebieden kan bezoeken en kan genieten van de aanwezige natuur. Verder wordt in de Nationale Landschappen het recreatief medegebruik - door onder andere ruiters - bevorderd om mensen in contact te brengen met de waardevolle landschappen die Nederland kent. Landschapsbeleid LNV acht het van belang om bij de ontwikkeling van het landelijk gebied de landschappelijke kwaliteiten tegelijkertijd te versterken of in elk geval niet achteruit te laten gaan. Daarbij wordt geen specifiek beleid gevoerd ten aanzien van de paardenhouderij. In de Agenda Vitaal Platteland zijn richtsnoeren aangegeven waarmee het ministerie een bijdrage hoopt te leveren aan het behouden of versterken van de landschappelijke kwaliteit. Verder wil LNV de bestaande instrumenten van het generieke landschapsbeleid benutten om positieve ontwikkelingen te stimuleren in de paardensector. Hierbij kan gedacht worden aan het organiseren van debatten over de landschappelijke aspecten van de paardenhouderij en het financieren van projecten van architectuurinstellingen op het gebied van inpassing van paardenbedrijven in het landschap (bijvoorbeeld via het Stimuleringsfonds voor de Architectuur, de Stichting Architectuur Locaal, de Gouden Piramideprijs voor voorbeeldig opdrachtgeverschap).de Rijksadviseur voor het Landschap kan een stimulerende rol spelen bij ontwerpopgaven met betrekking tot inpassing van de paardenhouderij in het landschap en bij het onderzoeken van mogelijkheden om het landelijk gebied toegankelijker te maken voor onder andere ruiters. Beleid ten aanzien van recreatie en toerisme Kort samengevat is het beleid van LNV met betrekking tot recreatie en toerisme gericht op het vergroten van de toegankelijkheid van het platteland en het wegnemen van belemmeringen. De belangrijkste knelpunten bevinden zich in de nabijheid van de grote steden, vooral in het westen van het land, in het agrarisch gebied en als het gaat om de toegankelijkheid van oevers van watergangen. In de Agenda Vitaal Platteland en het bijbehorende Meerjarenprogramma zijn de beleidsdoelstellingen vertaald in concrete speerpunten. Deze hebben betrekking op routenetwerken (langeafstandsroutes voor wandelen, fietsen en varen), de aanleg van groengebieden rond de grote steden (het zgn. GIOS-beleid) en vergroten van de toegankelijkheid van Nationale Landschappen. 4

Er wordt tot nu toe geen specifiek beleid gevoerd ten aanzien van de recreatieve functie van de paardenhouderij of de toegankelijkheid van het landelijk gebied voor ruiters. In lijn met het beleid voor andere doelgroepen van het recreatiebeleid zou gedacht kunnen worden aan het benutten van kansen voor recreatie en toerisme in het landelijk gebied. Staatsbosbeheer is al actief op het gebied van aanleg en beheer van ruiterroutes en het produceren van ruiterroutekaarten. Onderwijs Het onderwijs speelt een belangrijke rol bij de professionalisering van de paardenhouderijsector. In 2005 is de pilot Kennis Circulatie paardenhouderij binnen WUR gestart. Deze pilot is gericht op het verbeteren van de wisselwerking tussen onderzoek/onderwijs/ondernemers (het OOO-drieluik). Aan de ene kant betreft het de kennisdoorstroming vanuit onderzoek naar onderwijs en praktijk. Aan de andere kant betreft het sturing vanuit de praktijk naar onderzoek en onderwijs. Daarnaast wordt de vormgeving van praktijknetwerken in de paardenhouderij gestimuleerd door het organiseren van netwerkbijeenkomsten. Als derde aandachtpunt wordt gewerkt aan het verbeteren van de stagesituaties (momenteel voldoen veel stages niet aan de behoeften van studenten en voldoen veel stagiairs niet aan de kwaliteitswensen van ondernemers). In het groene onderwijs, zowel op middelbaar als op hoger niveau, is de paardenhouderij een populair onderdeel. Dit leidt tot een forse instroom van werkzoekenden in de paardensector. Er zijn signalen dat de vraag inmiddels groter is dan het aanbod aan betaalde functies in de paardenhouderij. 5