Multi Power 204T. 2/30 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Vergelijkbare documenten
Discovery 220T. 2/30 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Discovery 221 AC/DC. 2/34 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Discovery 162T. 2/20 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker. T +32 (0) F +32 (0)

Multi Power 184. Handleiding

Discovery 200AC/DC. 2/24 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker. T +32 (0) F +32 (0)

Micro Pulse 302 MFK 2/60. Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Pioneer 321 MSR. 2/14 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Discovery 172T Handleiding

Handleiding. Discovery 172T. Cod /06/2017 V.2.1

Pioneer Pulse 321MSR. 2/14 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Micro Mag 302 MFK 2/34. Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Micro MAG 301 PLUS. 2/28 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker. T +32 (0) F +32 (0)

Vandaag lassen met technologie van morgen. Arc. Q-Spot Q-START MULTITACK DYNAMIC ARC. Rowig 220 T

Pioneer Pulse 321MKS. 2/52 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Pioneer 321 MKS. 2/32 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Pioneer 401 MKS. 2/34 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Michael Jak Lorch Schweißtechnik GmbH

Handleiding. Power Pulse 502T. Cod /05/2018 V.2.7. Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0)

Handleiding. Discovery 221AC/DC Evo Discovery 300AC/DC Evo. Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing. Cod /07/2018 V.2.

1- Selecteer de MMA modus 2 - Selecteer de gewenste stroom met behulp van de potentiometer

Handleiding R.E.D. Remote Echo Depthsounder:

INHOUDSOPGAVE. Inverter lasapparatuur. Inhoudsopgave 1

Handleiding 502AC/DC. Cod /05/2018 V.2.6. Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0)

INHOUDSOPGAVE. Inverter lasapparatuur. Inhoudsopgave 1

AX-3010H. Multifunctionele schakelende voeding. Gebruiksaanwijzing

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

ES-S7B. Buitensirene.

1. BESCHRIJVING. "-" aansluiting. power LED. ventilator "+" aansluiting zekering. ON/OFF schakelaar. AC uitgangsstopcontact 2.

programma LAS MACHINES voor de metaalbewerking

GEBRUIKSAANWIJZING TECNA BESTURINGSUNIT TE - 90

Handleiding. Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing. Cod /07/2018 V.2.0

Kemppi K5 Lasapparatuur

1. BESCHRIJVING. power LED. sigarettenplug. ON/OFF schakelaar. ventilator. AC uitgangsstopcontact. zekering 2. AANSLUITINGEN

Positie-aflezing. - LED of LCD-aflezing - met geïntegreerde microprocessor. Walda Impuls b.v. Delta MS Arnhem Tel Fax

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

Handleiding TIG 220 AC/DC TIG 300 AC/DC

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

Timer TI 100. Nederlandse Handleiding. w w w. b i t n e d e r l a n d. n l

Gebruiksaanwijzing NL Unox Line Miss Elena & Rosella ELENA ROSELLA

XTS 142 Handleiding. Nederlands

KEMPPI K5 LASAPPARATUUR. MasterTig MLS 3000 VOELT GEWOON BETER EN LEVERT BETERE PRESTATIES

1 BESTURING EN INSTELLING 2 DISPLAY STRUCTUUR 2 DAG EN TIJD INSTELLING 3 TIJDSINSTELLING PROGRAMMEREN 4 TEMPERATUUR PROGRAMMEREN

1. BESCHRIJVING spanningsindicator. voedingsschakelaar. AC uitgangs stopcontact krokodilleklemmen. ventilator 2. VERBINDINGEN

Afstandsbedieningshandleiding IR NED: Cassette model airconditioner CTS-12-SET CTS-18-SET CTS-24-SET

Handleiding. Pool Basic Evo ph. Aandacht! OPGELET!

MasterTig MLS 3000 VOELT GEWOON BETER EN LEVERT BETERE PRESTATIES (8)

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11

Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote

Installateurshandleiding

CODUMÉ SCVU2 TECHNISCHE FICHE. Een vooruitstrevende techniek! EPB conform.

Temperatuurafhankelijk geschakelde plugin thermostaat

HANDLEIDING PROFIL Codepaneel

AUTO ON OFF BEDIENINGSHANDLEIDING RC 5

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR

RGB wand bedieningspaneel DMX sturing en PWM output

XTS 403 Handleiding. Nederlands

Gebruiksaanwijzing DSC785 Dry/Store Controller

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR

XTI-203 MMA INVERTER. Handleiding. T: +32 (0)3/ E:

TRANSTIG 1600 / 1700 TIG-GELIJKSTROOM- EN ELEKTRODEN-HANDLASSEN

XTT 200DC-P. Handleiding. Nederlands

TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00

RCW Afstandsbediening

RUKRA REMOTE PSTN IO_04_NL ARTIKELNUMMER: RK-3000

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

Multi Purpose Converter 20A

7 Serie. The Future Starts Now. Digitale thermometers Temp7. Temp7 PT100. Temp7 NTC. Temp7 K/T

LCD scherm va LCD scherm

RFI 1000 / RFI Magnetische sleutellezer INSTRUCTIEHANDLEIDING

CODEKLAVIER PROGRAMMATIE HANDLEIDING

Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-300 STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR

Handleiding MH1210B temperatuurregelaar

VDH doc Versie: v1.0 Datum: Software: ALFA75-MTT File: Do WPD Bereik: 0,0/+80,0 C per 0,1 C

GEBRUIKSAANWIJZING Ampèremeter PCE-CM 4

XTS 203 Handleiding. Nederlands

DIGITALE STROOMTANG - KEW SNAP MODEL 2017/2027RMS voor het meten van wisselstroom. Klauwen. Klauwopener. Bereikkeuzeschakelaar. Veiligheidsarmband

Ontvanger met GSM-transmissie GSM 700

Handleiding tijdklok 230V~

Room Controller NEW BEDIENING 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N I S O

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

Gebruikershandleiding

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

Michael Jak Lorch Schweißtechnik GmbH

Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L


Handleiding SCVU2 1. VEILIGHEID 2. TECHNISCHE KENMERKEN SCVU 2

LCR METER. Turbotech TT9930

In werking stellen Hoofdstuk 6

XTT 182DV. Handleiding. Nederlands

Handleiding ALFANET 70-Clock

Handleiding Approach S1

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

Bestnr Micro Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

GEBRUIKSAANWIJZING HD Microprocessor Volledig vrij instelbare controller

Olympia EKM (vertaling Zonnepanelen123 als service voor gebruikers)

Transcriptie:

NL Handleiding

2/30 www.welda.be F +32 (0)9 355 92 01

0 1 INLEIDING... 4 2 VOORPANEEL... 4 3 ACHTERSTE PANEEL... 5 4 INSTALLATIE... 5 4.1 AANSLUITING AAN HET VOEDINGSNET... 5 4.2 MMA-LASVOORBEREIDING... 5 4.3 VOORBEREIDING TIG-LASSEN... 6 5 GEBRUIKERSINTERFACE... 7 6 INSCHAKELING VAN DE APPARATUUR... 9 7 RESET (LADEN VAN DE FABRIEKSINSTELLINGEN)... 9 8 SET UP (INITIËLE INSTELLING VAN DE STROOMBRON)... 10 8.1 VULLEN VAN DE TOORTS... 11 9 ALARMBEHEER... 11 10 DERATING... 12 11 LASPARAMETERS... 13 Lasstroom (MMA)... 13 RC Maximale Lasstroom MMA... 13 Hot-Start... 13 Arc-Force... 13 Voor gas... 13 Start stroom... 13 Upslope time... 13 Lasstroom (TIG)... 13 Maximale pedaalstroom TIG... 13 Tweede lasstroom... 13 Basisstroom... 13 Impulstijd / Duty cycle (Inschakelduur)... 13 Pulsfrequentie... 14 Basistijd... 14 Downslope tijd... 14 Eind stroom... 14 Na gas... 14 VRD... 14 Spanning lange lasboog MMA... 14 Activering afstandsbediening... 14 Puntlas tijd... 14 Activering ontsteking HF-lasboog... 14 Minimale stroom voetpedaal... 14 Q-Start... 14 Dynamic Arc... 14 Multi Tack... 14 11.1 ACTIVERING VAN DE PARAMETERS... 15 12 LASINSTELLINGEN... 16 12.1 LASSEN MET ELEKTRODE (MMA)... 16 12.1.1 INSTELLING PARAMETERS MMA (1E NIVEAU)... 16 12.1.2 INSTELLING PARAMETERS MMA (2E NIVEAU)... 16 12.1.3 MENU SPECIALE MMA-FUNCTIES... 17 12.2 TIG DC-LASSEN... 17 12.2.1 INSTELLING PARAMETERS TIG DC (1E NIVEAU)... 17 12.2.2 INSTELLING PARAMETERS TIG DC (2E NIVEAU)... 18 12.2.3 MENU SPECIALE TIG DC-FUNCTIES... 18 13 TAAKBEHEER (JOBS)... 19 13.1 JOB BEWAREN... 19 13.2 JOB LADEN - JOB VAN DE GEBRUIKER OF FABIEKSINSTELLING... 19 13.3 JOBS VERWIJDEREN... 19 14 WERKING VAN DE TOORTSSCHAKELAAR... 20 14.1 2T LIFT-ARC-LASSEN... 20 14.2 LASSEN 2T HF... 20 14.3 4T LIFT-ARC-LASSEN... 20 14.4 LASSEN 4T HF... 21 14.5 LAS BILEVEL LIFT... 21 14.6 LAS BILEVEL HF... 21 14.7 PUNTLASSEN 2T (SPOT)... 21 14.8 HF PUNTLAS (SPOT) 2T... 22 14.9 LASSEN MET PRIMAIRE BOOGSTROOM... 22 15 TECHNISCHE GEGEVENS... 23 16 RESERVEONDERDELEN (WISSELSTUKKEN)... 24 17 ELEKTRISCH SCHEMA... 26 17.1 MULTI POWER 204T... 26 17.2 CONNECTOR VAN DE TOORTS... 28 17.3 CONNECTOR VOOR AFSTANDSBEDIENING... 28 3/30

1 INLEIDING 4/30 BELANGRIJK! Deze documentatie moet aan de gebruiker worden gegeven vóór de installatie en de indienststelling van de apparatuur. Lees de handleiding "Algemene gebruiksvoorwaarden" die afzonderlijk bij deze handleiding geleverd werd vóór de eerste installatie en de indienststelling van de apparatuur. De betekenis van de symbolen in deze handleiding en de bijbehorende waarschuwingen zijn te vinden in de handleiding "Algemene gebruiksvoorwaarden". Ingeval de handleiding Algemene gebruiksvoorwaarden niet aanwezig zou zijn, is het onontbeerlijk een exemplaar aan te vragen aan de verkoper of aan de producent. Bewaar de documentatie voor toekomstig gebruik. LEGENDA Dit symbool geeft aan dat er automatisch een actie wordt uitgevoerd ten gevolge van de eerder uitgevoerde actie. Dit symbool geeft aan dat er bijkomende informatie aanwezig is of verwijst naar een andere sectie van de handleiding waarin de overeenkomstige informatie te vinden is. Dit symbool geeft aan dat verwezen wordt naar een hoofdstuk. Dit symbool staat bij informatie die belangrijk is voor het verloop van de bewerkingen. is een draagbaar lasapparaat met inverter voor MMA- en TIG DC-lassen. De stevigheid van zijn onderdelen maakt er een betrouwbaar werkinstrument van voor gebruik in mechanische werkplaatsen en in de open lucht. De als optie verkrijgbare TIG DC-functies en het digitale display maken van dit lasapparaat de juiste keuze voor onderhoudswerkplaatsen, de bouwsector en de sector van de middelzware metaalconstructie. De functies Hot Start en Arc Force bij het MMA-lassen zijn regelbaar en maken een betere aanzet van de lasboog, een platte lasrups en een regelmatige las mogelijk. Door de Anti Sticking-functie kan de elektrode snel van het werkstuk losgetrokken worden in geval ze er per ongeluk aan vast blijft plakken. In de MMA-modus kunnen met gemak elektroden tot 4,00 mm diameter gebruikt worden. De stroombron is ontworpen om veiligheid en flexibiliteit te garanderen dankzij de volgende karakteristieken: OVERCUT: in aanwezigheid van een te hoge spanning op de voedingslijn wordt de voeding van de stroombron onderbroken. De "overcut"-bescherming beschermt de elektronische delen van de machine tegen defecten veroorzaakt door spanningsschommelingen. AUTOMATISCHE KALIBRATIE VAN DE STROOM: de stroombron werkt met een voedingsspanning tussen 115 VAC ±15% / 50-60 Hz en 230 VAC ±15% / 50-60 Hz. De maximale regelbare waarde van de lasstroom wordt automatisch beperkt op basis van de voedingsspanning die gemeten wordt bij de inschakeling van de stroombron. DERATING: de derating -functie bestaat in het beperken van de stroom gedurende het lassen ingeval de voedingsspanning onder een grenswaarde van 190 VAC daalt. Zo wordt de opgenomen stroom aan de ingang beperkt om de omvormer niet over te belasten en wordt de stabiliteit van de lasboog behouden. VENTILATOREN: de temperatuur in de stroombron wordt gemeten d.m.v. thermische sensoren en de snelheid van de ventilator wordt navenant aangepast. Deze functie biedt de volgende verbeteringen: beperking van het lawaai. beperking van aangezogen stof (apparatuur vergt minder onderhoud). De lasmethodes en de procedés die in de tabel zijn vermeld zijn beschikbaar. WERKWIJZEN MMA TIG CONTINU TIG PULSEREND TIG SYNERGISCH Aan de apparatuur te verbinden accessoires: PROCEDÉ 2 TAKT LIFT-ARC (2T) + 2 TAKT + HF (2T HF) 4 TAKT LIFT-ARC (4T) + 4 TAKT + HF (4T HF) 4 TAKT BI-LEVEL (4T B-LEVEL) + 4 TAKT BI-LEVEL + HF (4T B- LEVEL HF) 2T SPOT + 2T SPOT + HF handbediende afstandsbediening, door regeling op afstand van de lasstroom. een afstandsbediening met pedaalbediening, voor de ontsteking van de TIG-toorts en regeling op afstand van de lasstroom. UP/DOWN-toorts of met de potentiometer. koelaggregaat voor vloeistofkoeling van de toorts TIG. 2 VOORPANEEL 1 3 4 2 1: Lasstopcontact met positieve polariteit. 2: Lasstopcontact met negatieve polariteit. 3: Connector voor de logische signalen van de TIG-toorts. 4: Connector voor de gastoevoerbuis: stroombron toorts

0 3 ACHTERSTE PANEEL 1 4 4.2 MMA-LASVOORBEREIDING 1. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "O" (apparatuur uitgeschakeld). 2. Verbind de stekker van de voedingskabel met het stopcontact. 5 2 6 1: Schakelaar voor het uitschakelen en het inschakelen van de stroombron. 2: Connector voor afstandsbediening. 2: Connector voor de gastoevoerbuis: fles stroombron 4: Voedingskabel. Totale lengte (inclusief interne onderdelen) 2.5 m Nummer e sectie van de geleiders 3 x 2.5 mm 2 Types elektrische stekkers Schuko 3. Kies de elektrode aan de hand van het type materiaal en de dikte van het te lassen werkstuk. 4. Steek de elektrode in de elektrodehouder. 5. Verbind de stekker van de elektrodetang met het volgende stopcontact van de stroombron: Lasstopcontact met positieve polariteit. 6. Verbind de stekker van de massatang met het volgende stopcontact van de stroombron: Lasstopcontact met negatieve polariteit. 7. Verbind de massatang met het werkstuk. 5: Verklikkerlichtje (led) brandt als de bescherming tegen overbelasting gewerkt heeft. 6: Voorziening voor het stopcontact voor de voedingskabel van het koelaggregaat (door de passende kit aan te kopen en te installeren). 4 INSTALLATIE AANDACHT! Opheffen en positionering Lees de waarschuwingen waar de volgende symbolen bij staan in de Algemene gebruiksvoorwaarden. AANDACHT! Risico op elektrische schokken! Lees de waarschuwingen waar de volgende symbolen bij staan in de Algemene gebruiksvoorwaarden. 4.1 AANSLUITING AAN HET VOEDINGSNET De karakteristieken van het voedingsnet waarmee de apparatuur verbonden moet zijn, zijn vermeld in de sectie "Technische gegevens" op pagina 23. De machine kan aangesloten worden op motorgeneratoren, voor zover voorzien wordt in een gestabiliseerde spanning. Sluit de diverse apparaten onderling aan en ontkoppel ze ook alleen met uitgeschakelde machine. 8. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "I" (apparatuur ingeschakeld). 9. Kies d.m.v. de gebruikersinterface de volgende lasmethode: MMA 10. Stel d.m.v. de gebruikersinterface de waarden van de lasparameters in. Door de afstandsbediening [RC - remote control] te verbinden en te activeren zal de waarde van de stroom ermee geregeld worden. Het systeem is klaar om te beginnen lassen. 5/30

4.3 VOORBEREIDING TIG-LASSEN 1. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "O" (apparatuur uitgeschakeld). 2. Verbind de stekker van de voedingskabel met het stopcontact. 3. Verbind de gasbuis afkomstig van de fles met de achterste gasaansluiting. 4. Open de kraan op de fles. 5. Verbind de gasbuis van de lastoorts met de voorste gasaansluiting. 6. Verbind de stekker van de elektrodetang met het volgende stopcontact van de stroombron: Lasstopcontact met negatieve polariteit. 7. Kies de elektrode aan de hand van het type materiaal en de dikte van het te lassen werkstuk. 8. Steek de elektrode in de TIG-toorts. 9. Verbind de stekker van de massatang met het volgende stopcontact van de stroombron: Lasstopcontact met positieve polariteit. 10. Verbind de massatang met het werkstuk. 11. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "I" (apparatuur ingeschakeld). 12. Kies d.m.v. de gebruikersinterface de volgende lasmethode: TIG DC 13. Druk op de toortsschakelaar, met de toorts verwijderd van metalen onderdelen, om de elektromagnetische gasklep te openen zonder de lasboog te ontsteken. 14. Regel indien gewenst met de debietmeter de hoeveelheid terwijl het gas uittreedt. 15. Stel d.m.v. de gebruikersinterface de waarden van de lasparameters in. Door de afstandsbediening met pedaal aan te sluiten en vervolgens het pedaal te bedienen, zal de waarde van de stroom veranderen naargelang van de diepte waarover het pedaal wordt ingedrukt. Het systeem is klaar om te beginnen lassen. 6/30

0 5 GEBRUIKERSINTERFACE AFKORTING SYMBOOL BESCHRIJVING L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 L9 L10 L11 L12 L13 L14 L15 Brandt om een abnormale bedrijfstoestand te melden. Zie ALARMBEHEER ( 9 pagina 11). Brandt als de laatste waarde van de gemiddelde stroom en spanning gemeten tijdens het lassen wordt weergegeven. De waarde wordt op de volgende displays weergeven: D1 De functie "HOLD" verdwijnt wanneer een nieuwe lasbewerking begint of wanneer eender welke ingestelde waarde wordt gewijzigd. Brandt als er spanning aanwezig is op de uitgaande stopcontacten. Brandt als de volgende functie geactiveerd is: vermindering van de uitgangsspanning (U0) Brandt om aan te geven dat een eerder bewaarde job geladen is. Brandt om te melden dat de stroomverwijzing ingesteld wordt met de afstandsbediening. De inschakeling meldt de weergave van een parameter van het menu van het 2e niveau. Brandt als de volgende functie geactiveerd is: ontsteking van de lasboog met hoge frequentie (HF) Brandt bij de weergave van een waarde in de volgende meeteenheid: KILOHERTZ Brandt bij de weergave van een waarde in de volgende meeteenheid: AMPÈRE Brandt bij de weergave van een waarde in de volgende meeteenheid: VOLT Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: TYPE ELEKTRODE Werkwijze TIG DC: Brandt als de volgende functie geactiveerd is: Q-START Werkwijze TIG DC: Brandt als de volgende functie geactiveerd is: DYNAMIC ARC Werkwijze TIG DC: Brandt als de volgende functie geactiveerd is: MULTI TACK L16 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: START STROOM L17 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: UPSLOPE L18 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: LASSTROOM L19 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: TWEEDE LASSTROOM L20 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: BASISSTROOM 7/30

L21 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: IMPULSTIJD / DUTY CYCLE (INSCHAKELDUUR) L22 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: BASISTIJD L21 + L22 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: PULSFREQUENTIE L23 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: DOWNSLOPE L24 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: EIND STROOM L25 L26 L27 L28 L29 L30 L31 L32 L33 D1 E1 S1 S2 S3 S4 S5 8/30 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: POST-GAS Brandt als de volgende functie geactiveerd is: procedé 2 tijden 14.1 pagina 20 / 14.2 pagina 20 Brandt als de volgende functie geactiveerd is: procedé 4 tijden 14.3 pagina 20 / 14.4 pagina 21 Brandt als de volgende functie geactiveerd is: procedé 4 Bi-level tijden 14.5 pagina 21 / 14.6 pagina 21 Brandt als de volgende functie geactiveerd is: tweetaktpuntlassen 14.7 pagina 22 / 14.8 pagina 22 Brandt om de selectie te melden van de volgende laswerkwijze: MMA Brandt om de selectie te melden van de volgende laswerkwijze: TIG CONTINU Brandt om de selectie te melden van de volgende laswerkwijze: TIG PULSEREND Werkwijze TIG DC: Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: TIG GEPULSEERD SYNERGISCH Brandt om aan te geven dat de synergische werkwijze ingeschakeld is, waarbij de operator alleen de lasstroom instelt en de overige parameters automatisch geregeld worden door de machine. De synergie wordt geoptimaliseerd voor het hoeklassen. Instelling van de parameters/functies: Het display geeft de geselecteerde parameter weer. Lassen: Het display geeft de gemeten stroomsterkte tijdens het lassen weer in ampère of volt. HOLD-functie: Het display geeft de gemiddelde waarde weer van de stroom of de spanning bij de laatste aangebrachte las. Instelling van de parameters/functies: De encoder maakt het mogelijk de geselecteerde parameter te wijzigen. Lassen: De encoder maakt het mogelijk de lasstroom te wijzigen. Instelling van de parameters/functies: De toets kiest de weer te geven parameter op het volgende display: D1 Mogelijke selecties: - (A) Ingestelde lasstroom - (V) Spanning in onbelaste toestand - (EL) Type aangebrachte elektrode Lassen: De toets kiest de weer te geven parameter op het volgende display: D1 Mogelijke selecties: - (A) Werkelijke lasstroom - (V) Werkelijke lasspanning HOLD-functie: De toets kiest de weer te geven parameter op het volgende display: D1 Mogelijke selecties: - (A) Gemiddelde lasstroom - (V) Gemiddelde lasspanning TIG-werkwijze: Druk op de toets om de in te voeren parameter te selecteren. Mogelijke selecties: - Q-START - DYNAMIC ARC - MULTI TACK Werkwijze MMA: De toets werkt niet. Druk slechts één keer op de toets om de parameters van het menu van het eerste niveau te kiezen. Houd deze toets 3 seconden ingedrukt om naar het menu van het tweede niveau te gaan. Houd de toets bij de inschakeling ingedrukt om naar het SETUP-menu te gaan. Druk slechts één keer op deze toets om naar het menu voor het laden van de JOB te gaan. Houd deze toets 3 seconden ingedrukt om naar het menu van het bewaren/annuleren van de JOB te gaan. Met deze toets selecteert u de werkwijze van de toortsschakelaar. 14 pagina 20

0 S6 Met deze toets selecteert u de laswerkwijze. 6 INSCHAKELING VAN DE APPARATUUR Zet de schakelaar voor de voeding van de stroombron op I om de apparatuur in te schakelen. Fx.x Het bericht verschijnt op de volgende displays: D1 x.x= softwareversie Eerste inschakeling of inschakeling na de RESET-procedure De stroombron maakt zich klaar om te lassen met de fabriekswaarden. Opeenvolgende inschakelingen De stroombron maakt zich klaar in de laatste stabiele lasconfiguratie die aanwezig was voor de uitschakeling. De stroombron werkt met een voedingsspanning tussen 115 VAC ± 15% / 50-60 Hz en 230 VAC ±15% / 50-60 Hz. De maximale regelbare waarde van de lasstroom wordt automatisch beperkt op basis van de voedingsspanning die gemeten wordt bij de inschakeling van de stroombron. INGANGSSPANNING MAXIMAAL INSTELBAAR STROOMBEREIK (MMA) MAXIMAAL INSTELBAAR STROOMBEREIK (TIG) 115 V~ ±15 % / 50-60 Hz 10 A 115 A 5 A - 115 A 230 V~ ±15 % / 50-60 Hz 10 A 180 A 5 A - 200 A 7 RESET (LADEN VAN DE FABRIEKSINSTELLINGEN) De reset-procedure zorgt voor het volledig terugzetten van waarden, parameters en geheugens op de fabrieksinstellingen. Alle geheugenplaatsen zullen gewist worden en dus ook de volledige persoonlijke lasinstellingen! Deze procedure is in de volgende gevallen nuttig: Teveel wijzigingen aan de lasparameters en moeilijkheid om de fabrieksparameters weer in te stellen. Niet-geïdentificeerde softwareproblemen die de juiste werking van de stroombron beletten. Zet de schakelaar voor de voeding van de stroombron op O om de apparatuur uit te schakelen. S2 S6 Houd beide toetsen ingedrukt. Zet de schakelaar voor de voeding van de stroombron op I om de apparatuur in te schakelen. S2 S6 Laat de toetsen weer los. FAC Het bericht verschijnt op de volgende displays: D1 GELIJKTIJDIGE ACTIES 9/30

8 SET UP (INITIËLE INSTELLING VAN DE STROOMBRON) Zet de schakelaar voor de voeding van de stroombron op O om de apparatuur uit te schakelen. S3 S3 E1 Houd de toets ingedrukt. Zet de schakelaar voor de voeding van de stroombron op I om de apparatuur in te schakelen. Set Het bericht verschijnt gedurende enkele seconden op de volgende displays: D1 Druk op deze toets om te bevestigen. De relatieve waarde van de gekozen invoer verschijnt op de volgende displays: D1 Wijzig d.m.v. de encoder de waarde van de geselecteerde instelling. Druk op eender welke toets (behalve S3) om de instelling te bewaren en het menu te verlaten. Tab. 1 - Setup-instellingen INSTELLINGEN MIN STANDAARD MAX Coo KOELING AANGESLOTEN OFF AUT ON St.C. START STROOM % A A *1 F.Cu. EIND STROOM % A A *1 HF.C. STROOM HF 20 A SYN 200 A PUL. KIND OF PULSE SLO. (*2) SLO. FA. (*3) P.A. PILOT ARC OFF OFF ON StS SPECIAL TORCH STROKE off off 2 rhf RESTART HF off on on GELIJKTIJDIGE ACTIES *1: De waarde van de parameter kan worden ingesteld als percentage van de lasstroom of als de absolute waarde, uitgedrukt in ampère. *2: De instelling maakt de werkwijze traag pulserend lassen mogelijk. *3: De instelling maakt de werkwijze snel pulserend lassen mogelijk. Koeling aangesloten ON= Het koelaggregaat is altijd ingeschakeld wanneer de stroombron is ingeschakeld. Deze werkwijze is te verkiezen voor zware en automatische bewerkingen. OFF= Het koelsysteem is altijd uitgeschakeld wanneer een toorts met luchtkoeling wordt gebruikt. AUT= Bij de inschakeling van de machine wordt het koelaggregaat gedurende 16 s ingeschakeld. Bij het lassen is het koelaggregaat altijd ingeschakeld. Na het lassen blijft het koelaggregaat ingeschakeld gedurende 90 s + een aantal seconden gelijk aan de waarde van de gemiddelde stroom die wordt getoond met de HOLD-functie. Stroom HF De parameter bepaalt de waarde van de stroom gedurende de HF ontlading. De waarde van de parameter kan ingesteld worden als absolute waarde of in SYN. Met de instellingen in SYN wordt de waarde van de HF stroom automatisch berekend op basis van de ingestelde waarde van de lasstroom. Gevolgen van het verhogen van de waarde: Het ontsteken van de lasboog (vonkoverslag) wordt vergemakkelijkt, ook op erg vuile werkstukken. Als de plaat te dun is, bestaat het risico er dwars door te branden. Pilot arc De functie maakt het mogelijk een kleine stroom te sturen tussen de 1e en de 2e takt van de toortsschakelaar om het lasmasker preventief te verduisteren om verblinding door de te lasstroom te vermijden. Special torch stroke De parameter verandert de werkingsmodus van de toortsschakelaar. off: geeft de standaardwerking aan. 1: geeft de variant aan voor het beheer van het niveau 4T B-level. Dit maakt de overgang op de tweede lasstroom mogelijk door een van de twee toetsen UP / DOWN in te drukken en ingedrukt te houden; door de toets los te laten wordt naar de hoofdstroom teruggekeerd. Als de variant off is geselecteerd zijn de toetsen UP / DOWN tijdens alle processen geblokkeerd. 2: geeft de variant aan voor het beheer van de downslope. Door de toortsschakelaar tijdens de 3-takt (3T) los te laten wordt de downslope onderbroken en wordt meteen overgegaan naar de eindstroom zonder de volledige uitkratertijd uit te voeren. 10/30

0 Restart HF De parameter verandert de werking van de HF-ontsteking in de 4-takt HF werking van de toortsschakelaar Wanneer dit is ingesteld op off wordt de automatische ontsteking van de HF-ontlading uitgeschakeld als het lasproces voor een lange lasboog wordt verlaten; om het lassen te hervatten moet de toortsschakelaar opnieuw ingedrukt worden. Wanneer dit is ingesteld op on en het lasproces voor een lange lasboog wordt verlaten, wordt de HF-ontlading automatisch ontstoken zodra de elektrode van de toorts bij het werkstuk wordt gehouden. Het uitschakelen van de automatische ontsteking is nuttig om onverwacht ontsteken van de lasboog te voorkomen als de toorts op het moment dat het lasproces voor een lange boog verlaten wordt op een gedeelte wordt gelegd dat met de massa van het apparaat is verbonden (bijvoorbeeld op de lasbank). 8.1 VULLEN VAN DE TOORTS AANDACHT! Vergewis u ervan dat de gebruikte toorts de juiste afmetingen heeft voor de vereiste lasstroom en voor het verkrijfrare en geselecteerde type koeling. In deze werkwijze worden gevaren voor brandwonden van de operator, mogelijke storingen en onomkeerbare schade aan de toorts zelf en de installatie vermeden. Als u een toorts aanbrengt of vervangt door een andere terwijl de machine is ingeschakeld, moet het circuit van de toorts onmiddellijk na de montage gevuld worden met koelvloeistof om te vermijden dat bij het beginnen werken met hoge stromen en met het circuit zonder vloeistof de toorts wordt beschadigd. Inschakeling met werking van het koelaggregaat ingesteld op ON of AUT Er wordt een controle uitgevoerd in automatische werking van de aanwezigheid van vloeistof in de koelkring en het koelaggregaat wordt ingeschakeld gedurende 15 seconden. Als het koelwatercircuit gevuld is, maakt de stroombron zich klaar in de laatste stabiele lasconfiguratie. Als de waterkring niet volledig gevuld is, wordt de uitvoering van alle functies belet en is er meer bepaald het geen vermogen aanwezig aan de uitgang. Al.C. (om het even welke) Het bericht verschijnt op de volgende displays: D1 Druk op deze toets of op de toortsschakelaar om de controlebewerking nog eens 15 seconden te herhalen. Als het probleem blijft bestaan moet u ervoor zorgen dat de oorzaak van het alarm verholpen wordt. Inschakeling met werking van het koelaggregaat ingesteld op OFF De werking van het koelaggregaat en het alarm van het koelaggregaat zijn geblokkeerd. Er wordt gelast zonder vloeistofkoeling van de toorts. Vervanging van de toorts met werking van het koelaggregaat ingesteld op ON Druk op de toortsschakelaar en laat hem los. Het koelaggregaat wordt ingeschakeld om het circuit van de toorts gedurende 15 seconden te vullen. 9 ALARMBEHEER S1 BERICHT Al. H. Deze led gaat branden wanneer er een probleem is met de werking. Een alarmbericht wordt op het volgende display weergegeven: D1 Druk op de toets om het aanvullende bericht weer te geven. AANVULLEND BERICHT t1 xxx t2 xxx xxx= temperatuur gemeten door de sonde Tab. 2 Alarmberichten BETEKENIS GEBEURTENIS CONTROLES Thermisch alarm Geeft aan dat de thermische bescherming door een te hoge temperatuur van de stroombron tussenbeide is gekomen. Laat de apparatuur ingeschakeld om de oververhitte delen sneller af te koelen. Als het probleem verdwenen is, start de stroombron automatisch weer op. Alle functies zijn geblokkeerd. Uitzonderingen: - De koelventilator. - Controleer of het door het momenteel door het lasproces gevraagde vermogen lager is dan het maximaal opgegeven vermogen. - Controleer of de werkomstandigheden conform zijn met die welke op het kenplaatje van de stroombron zijn vermeld. - Controleer of er voldoende luchtcirculatie is rond de stroombron. 11/30

BERICHT AANVULLEND BERICHT E.02 ntc off Al.P. - Al.C. - BETEKENIS GEBEURTENIS CONTROLES Alarm - probleem met de thermische sonde Alarm - vermogenkaart Geeft een voorwaarde aan waarbij de vermogenkaart niet goed werkt Alarm koelsysteem Geeft een te lage druk aan in de koelkring van de toorts. Alle functies zijn geblokkeerd. Uitzonderingen: - De koelventilator. Alle functies zijn geblokkeerd. Uitzonderingen: - De koelventilator. Alle functies zijn geblokkeerd. Uitzonderingen: - De koelventilator. Op de gebruikersinterface blijft het type alarm weergegeven tot om het even welke actie wordt uitgevoerd. Koelaggregaat "ON": het alarm zal gegeven worden zolang het koelaggregaat actief is en het signaal dat het aanwezig is blijft bestaan. Koelaggregaat "OFF": het alarm wordt in geen enkel geval gegeven. Koelaggregaat "AUT": Het alarm wordt gegeven op de momenten waarop het aggregaat wordt ingeschakeld, zolang het signaal dat het aggregaat aanwezigheid is blijft bestaan. De interventie wordt gevraagd van technisch personeel dat gekwalificeerd is voor het onderhoud Controleer of de werkomstandigheden conform zijn met die welke op het kenplaatje van de stroombron zijn vermeld. Als het probleem blijft bestaan: De interventie wordt gevraagd van technisch personeel dat gekwalificeerd is voor het onderhoud - Controleer of de aansluiting aan het koelaggregaat naar behoren is uitgevoerd. - Controleer of de schakelaar O/I in de stand I staat en of hij gaat branden wanneer de pomp begint te draaien. - Controleer of er koelvloeistof aanwezig is in het koelaggregaat. - Controleer de toestand van de koelkring, meer bepaald van de buizen van de toorts en de interne aansluiting van het koelaggregaat. 10 DERATING De derating -functie is standaard aanwezig in de machine en kan niet door de gebruiker geselecteerd worden. De derating -functie bestaat in het beperken van de maximale lasstroom ingeval de voedingsspanning onder 190 VAC daalt. Bijvoorbeeld, als de stroombron ingesteld is om te lassen met een stroom van 175 A, zal de stroombron deze stroom opwekken zolang de voedingsspanning tussen 184 VAC en 230 VAC ligt. Als de spanning onder 165 VAC zou dalen, zal de stroom automatisch tot 160 A dalen. De onderstaande grafiek illustreert de maximaal opgewekte stroom in functie van de aan de stroombron geleverde voedingsspanning. 12/30

0 11 LASPARAMETERS Raadpleeg de volgende grafiek om een beter inzicht te verwerven in de werking van de hierna beschreven parameters. (I1) MAXIMALE STROOM (I2) BASIS STROOM (I3) EIND STROOM (I4) START STROOM (t1) UPSLOPE TIJD (t2) PIEK TIJD (t3) BASE TIME (t4) DOWNSLOPE TIJD (1/t2+t3) PULS FREQUENTIE Lasstroom (MMA) Is de waarde van de opgewekte stroom gedurende MMA-lassen. RC Maximale Lasstroom MMA Is de maximaal te bereiken waarde van de opgewekte stroom door instelling met de externe afstandsbediening. Hot-Start Deze parameter helpt de elektrode te smelten op het moment van de vonkoverslag. Gevolgen van het verhogen van de waarde: Vergemakkelijkt de vonkoverslag. Meer spatten aan het begin. Vergroot de oppervlakte van de ontsteking. Gevolg van een vermindering van de waarde: Moeilijkheid bij de vonkoverslag. Minder spatten in het begin. Vermindert de oppervlakte van de vonkoverslag. Arc-Force Deze parameter helpt de elektrode om niet vast te blijven plakken tijdens het lassen. Gevolgen van het verhogen van de waarde: Vloeiendheid van het lassen. Stabiliteit van de lasboog. Beter smelten van de elektrode in het werkstuk. Grotere lasspatten. Gevolg van een vermindering van de waarde: De lasboog dooft gemakkelijker. Minder lasspatten. Voor gas Gastoevoertijd voor het begin van de vonkoverslag van de lasboog. Gevolgen van het verhogen van de waarde: De parameter creëert een inerte omgeving waardoor onzuiverheden aan het begin van het lassen verwijderd worden. Start stroom Waarde van de stroom die opgewekt wordt door de apparatuur, onmiddellijk na het ontsteken van de lasboog. Upslope time Tijd waarop de beginstroom de waarde van de lasstroom aanneemt volgens een kromme. Lasstroom (TIG) Waarde van de opgewekte stroom tijdens TIG-lassen. Maximale pedaalstroom TIG Maximale waarde van de opgewekte stroom die bereikt kan worden door een extern instelsignaal afkomstig van het pedaal. Tweede lasstroom Door tijdens het lassen de toets van de toortssnel in te drukken en weer los te laten (minder dan 0,5 seconde), neemt de opgewekte stroom de waarde aan die werd ingesteld als tweede stroom bi-level. Bij het TIG DC-lassen is de parameter nuttig als verschillende dikke stukken gelast moeten worden tijdens dezelfde lasbewerking; wanneer men van één dikte naar een andere overgaat, wordt de waarde van de stroom eenvoudigweg veranderd door te drukken op de toortsschakelaar. Basisstroom Minimumstroom van de gepulseerde golf. Gevolgen van het verhogen van de waarde: Snellere verwezenlijking van het smeltbad. Verhogen van de thermisch beïnvloede zone. Impulstijd / Duty cycle (Inschakelduur) Tijd waarop de stroomimpuls zijn maximale waarde bereikt. Gevolgen van het verhogen van de waarde: Grotere inbranddiepte van de las. Mogelijkheid om grotere sneden te verwezenlijken. Gevolg van een vermindering van de waarde: Vermindering van de thermisch beïnvloede zone. Moeilijkheid om het smeltbad tot stand te brengen. 13/30

Pulsfrequentie Gevolgen van het verhogen van de waarde: Lagere smeltsnelheid. Vermindering van de thermisch beïnvloede zone. Basistijd Tijd waarop de opgewekte stroom de basiswaarde aanneemt. Gevolgen van het verhogen van de waarde: Het toegevoegde materiaal wordt beter uitgespreid. Verhogen van de thermisch beïnvloede zone. Downslope tijd De tijd waarop de stroom verandert van de lasstroom tot de eindstroom volgens een kromme. Eind stroom Bij het lassen met materiaaltoevoer maakt deze parameter het mogelijk om vanaf het begin een uniforme laag aan te brengen tot aan het einde van de las om de krater van het aangebrachte materiaal te sluiten met een stroom zodat een laatste druppel toevoegmateriaal wordt toegevoegd. Door de toortsschakelaar gedurende de 3e tijd ingedrukt te houden, wordt de kratersluitstroom (crater filler current) in stand gehouden waardoor het mogelijk is de krater optimaal te sluiten tot de toortsschakelaar (4e tijd) wordt losgelaten waardoor de gasnastroomtijd begint te lopen. Na gas Tijd waarop gas wordt toegevoerd na het doven van de lasboog. Gevolgen van het verhogen van de waarde: Betere vlamreiniging (mooier uitzicht van het uiteinde van de las). Meer gasverbruik. Gevolg van een vermindering van de waarde: Minder gasverbruik. Oxidatie van de punt (moeilijker vonkoverslag van de lasboog). VRD Deze parameter vermindert de spanning tussen de lasstopcontacten wanneer niet gelast wordt. De procedure voor het ontsteken van de lasboog is de volgende: Raak het werkstuk aan met de punt van de elektrode. Beweeg de elektrode weer omhoog. De spanning wordt gedurende enkele seconden gedeblokkeerd. Raak het werkstuk aan met de punt van de elektrode. De lasboog ontsteekt. Spanning lange lasboog MMA Deze parameter blokkeert de opwekking van de stroom wanneer de spanning tussen de elektrode en het werkstuk de ingestelde drempelwaarde overschrijdt. Gevolgen van het verhogen van de waarde: De ontstoken lasboog blijft intact, ook als de elektrode ver gehouden wordt van het werkstuk waaraan gelast wordt. Gevolg van een vermindering van de waarde: Sneller beëindigen van het lassen. Activering afstandsbediening Deze parameter stelt de apparatuur in staat de instelwaarde voor de stroom op te geven via een afstandsbediening. Puntlas tijd Bij het drukken op de toortsschakelaar zal de lasboog gedurende de met de parameter ingestelde tijd opgewekt worden. Druk nog eens de toortsschakelaar in om het lassen te hernemen. De procedure voor het ontsteken van de lasboog is de volgende: Positioneer de toorts met de elektrode op het werkstuk. Druk de toorts-knop in en houd hem ingedrukt. Hef de toorts eventjes op. Zodra de elektrode van het werkstuk vrijkomt, wordt de HF-ontsteking vrijgegeven. De lasboog ontsteekt gedurende enkele honderdsten van een seconde (instelbaar). Het resultaat is een precies niet-geoxideerd punt zonder vervormingen van de plaat. Activering ontsteking HF-lasboog De parameter maakt de ontsteking mogelijk van de TIG-lasboog d.m.v. hoogfrequente ontladingen (HF). De parameter vermijdt insluitsels van onzuiverheden aan het lasbegin. De parameter kan de elektronische kaarten beschadigen van de apparatuur waarop gelast wordt. Minimale stroom voetpedaal Minimale waarde van de opgewekte stroom die bereikt kan worden door een extern instelsignaal afkomstig van het pedaal. De stroom is ingesteld als percentage van de waarde van de parameter "maximale pedaalstroom". Q-Start Deze parameter maakt het mogelijk te beginnen in gepulseerd synergisch TIG-lassen gedurende de ingestelde tijd, vervolgens gaat het toestel automatisch over op het lasprocedé dat met het paneel is geselecteerd. De parameter brengt het smeltbad sneller tot stand dan bij een standaardwerkwijze. De parameter is nuttig voor het puntlassen van dunne platen. Dynamic Arc De spanning tussen elektrode en werkstuk wordt altijd constant gehouden, ook als de afstand tussen elektrode en het te lassen werkstuk verandert. Gevolgen van het verhogen van de waarde: De lasboog behoudt dezelfde concentratie. Het vastplakken van de elektrode voorkomen. Gemakkelijker vervorming van dunne delen. Multi Tack Deze parameter maakt het mogelijk dunne platen zonder vervorming te lassen. Gevolgen van het verhogen van de waarde: Dunnere platen kunnen zonder vervorming gelast worden. Er wordt minder materiaal gesmolten, het lassen verloopt trager. 14/30

0 11.1 ACTIVERING VAN DE PARAMETERS De lasparameters zijn beschikbaar naargelang van de gekozen werkwijze en het ingestelde lasproces. De beschikbaarheid van bepaalde parameters is mogelijk na vrijgave of instelling van andere parameters of functies van de apparatuur. De tabel geeft aan welke instellingen moeten worden uitgevoerd om voor elke parameter de vrijgave te verkrijgen. : altijd beschikbaar 1: Beschikbaar met instelling via de actieve gebruikersinterface 2: Verkrijgbaar met rc= on en met verbonden afstandsbediening 3: Verkrijgbaar met HF= on 4: Niet verkrijgbaar met M.ta. geactiveerd 5: Verkrijgbaar met PUL.= Slo. MENU WERKWIJZEN PROCEDÉ PARAMETER 1 LASSTROOM (MMA) 1 1 RC MAXIMALE LASSTROOM MMA 2 1 HOT START 1 ARC FORCE 1 GASVOORSTROOMTIJD 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 1 START STROOM 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 1 UPSLOPE TIME 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 1 LASSTROOM (TIG) 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 MAXIMALE PEDAALSTROOM TIG 2 2 2 2 2 2 1 TWEEDE LASSTROOM 1 BASISSTROOM 1 IMPULSTIJD / DUTY CYCLE (INSCHAKELDUUR) 1 BASISTIJD 5 5 5 5 5 5 5 5 1 PULSFREQUENTIE 1 DOWNSLOPE TIJD 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 1 EIND STROOM 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 1 GASNASTROOMTIJD 2 TYPE ELEKTRODE 2 VRD 2 SPANNING LANGE LASBOOG MMA 2 ACTIVERING AFSTANDSBEDIENING 2 PUNTLAS TIJD 2 ACTIVERING ONTSTEKING HF- LASBOOG 2 MINIMALE STROOM VOETPEDAAL 2 2 2 2 2 2 SPECIAL Q-START 3 3 3 3 3 3 SPECIAL DYNAMIC ARC SPECIAL MULTI TACK 3 3 3 3 3 3 3 3 3 15/30

12 LASINSTELLINGEN 12.1 LASSEN MET ELEKTRODE (MMA) S6 Selecteer d.m.v. deze toets de volgende laswerkwijze: 12.1.1 INSTELLING PARAMETERS MMA (1E NIVEAU) MMA S3 E1 S3 E1 Druk op deze toets. Overloop d.m.v. deze toetsen de lijst van de te wijzigen instellingen. Het letterwoord voor de gekozen invoer verschijnt op de volgende displays: D1 Druk op deze toets om te bevestigen. De relatieve waarde van de gekozen invoer verschijnt op de volgende displays: D1 Wijzig d.m.v. de encoder de waarde van de geselecteerde instelling. Druk op eender welke toets (behalve S3) om de instelling te bewaren en het menu te verlaten. Tab. 3 - Parameters van het menu 1e niveau in de werkwijze MMA PARAMETER MIN STANDAARD MAX L11 LASSTROOM 10 A 80 A 180 A MAXIMALE STROOM 10 A 80 A 180 A HO.S. HOT-START 0 % SYn 100 % *1 *2 AR.F. ARC FORCE 0 % SYn 250 % *1 *2 *1: Deze parameter wordt ingesteld als percentage van de waarde van de volgende parameter: LASSTROOM *2: SYN: Deze afkorting geeft aan dat de regeling van de parameters synergisch is. De optimale waarde van de parameter wordt automatisch ingesteld door de microprocessor op basis van de ingestelde waarde van de lasstroom. Deze waarde wordt getoond aan de gebruiker, maar hij kan ze niet wijzigen. Wanneer SYN aanwezig is, moet u de volgende toets indrukken om de synergische waarde te zien: S1 12.1.2 INSTELLING PARAMETERS MMA (2E NIVEAU) S3 E1 S3 E1 Houd deze toets 3 seconden ingedrukt om naar het menu van het tweede niveau te gaan. De led gaat branden. Overloop d.m.v. deze toetsen de lijst van de te wijzigen instellingen. Het letterwoord voor de gekozen invoer verschijnt op de volgende displays: D1 Druk op deze toets om te bevestigen. De relatieve waarde van de gekozen invoer verschijnt op de volgende displays: D1 Wijzig d.m.v. de encoder de waarde van de geselecteerde instelling. Druk op eender welke toets (behalve S3) om de instelling te bewaren en het menu te verlaten. *3: De vrijgave is geldig voor de volgende laswerkwijzen: MMA TIG DC Types afstandsbedieningen: afstandsbediening met de hand. *4: De vrijgave is geldig voor de volgende laswerkwijzen: MMA Tab. 4 - Parameters van het menu 2e niveau in de werkwijze MMA PARAMETER MIN STANDAARD MAX EL. TYPE ELEKTRODE - bas - bas= basisch rut= rutiel Crn= chroom/nikkel ALU= aluminium Urd VRD off off On *4 U.EL. SPANNING LANGE LASBOOG MMA 37 SYn 65 *2 rc ACTIVERING AFSTANDSBEDIENING off off On *3 16/30

0 12.1.3 MENU SPECIALE MMA-FUNCTIES S2 E1 Druk op de toets om de lijst met de te wijzigen instellingen te overlopen. De relatieve waarde van de gekozen invoer verschijnt op de volgende displays: D1 Wijzig d.m.v. de encoder de waarde van de geselecteerde instelling. Druk op eender welke toets (behalve S2) om de instelling te bewaren en het menu te verlaten. Tab. 5 - Speciale functies in de MMA-werkwijze PARAMETER MIN STANDAARD MAX d.ar. DYNAMIC ARC off off On 12.2 TIG DC-LASSEN S6 Selecteer d.m.v. deze toets een van de volgende laswerkwijzen: S5 D.m.v. deze toets kiest u een van de volgende werkwijzen van de toortsschakelaar: 12.2.1 INSTELLING PARAMETERS TIG DC (1E NIVEAU) TIG CONTINU TIG PULSEREND TIG SYNERGISCH 2-TAKT 4-TAKT 4-TAKT BI-LEVEL 2T SPOT S3 Druk op de toets om de lijst met de te wijzigen instellingen te overlopen. In deze grafiek gaat de led overeenkomstig de te wijzigen instelling branden. E1 De relatieve waarde van de gekozen invoer verschijnt op de volgende displays: D1 Wijzig d.m.v. de encoder de waarde van de geselecteerde instelling. Druk op eender welke toets (behalve S3) om de instelling te bewaren en het menu te verlaten. Tab. 6 - Parameters van het menu 1e niveau in de werkwijze TIG continu PARAMETER MIN STANDAARD MAX P. VOOR GAS 0.0 s 0.1 s 9.9 s L16 START STROOM 2 % 50 % 200 % *2 5 A 40 A 200 A *2 L17 UPSLOPE TIME 0.0 s 0.0 s 25.0 s L18 LASSTROOM 5 A 80 A 200 A MAXIMALE STROOM 5 A 80 A 200 A L19 TWEEDE LASSTROOM 10 % 50 % 200 % *1 L20 BASISSTROOM 1 % 40 % 200 % *1 *5 SYn SYn SYn *6 0.1 s 0.1 s 5 s *5 L21 IMPULSTIJD / DUTY CYCLE (INSCHAKELDUUR) 1 % 50 % 99 % *4 SYn SYn SYn *6 L22 BASISTIJD 0.1 s 0.1 s 5 s *5 L21 + L22 PULSFREQUENTIE 0.1 Hz 100 Hz 2.5 khz *4 SYn SYn SYn *6 L23 DOWNSLOPE TIJD 0.0 s 0.0 s 25.0 s L24 EIND STROOM 5 % 5 % 80 % *2 5 A 5 A 200 A *2 L25 NA GAS 0.0 s SYn 25.0 s *3 *1: Deze parameter wordt ingesteld als percentage van de waarde van de volgende parameter: LASSTROOM *2: De waarde van de parameter kan worden ingesteld als percentage van de lasstroom of als de absolute waarde, uitgedrukt in ampère. *3: SYN: Deze afkorting geeft aan dat de regeling van de parameters synergisch is. De optimale waarde van de parameter wordt automatisch ingesteld door de microprocessor op basis van de ingestelde waarde van de lasstroom. Deze waarde wordt getoond aan de gebruiker, maar hij kan ze niet wijzigen. *4: Beschikbaar wanneer de parameter PUL =FA. *5: Beschikbaar wanneer de parameter PUL =SLo. *6: Beschikbaar in de volgende werkwijze: TIG SYNERGISCH 17/30

12.2.2 INSTELLING PARAMETERS TIG DC (2E NIVEAU) S3 E1 S3 E1 Houd deze toets 3 seconden ingedrukt om naar het menu van het tweede niveau te gaan. De led gaat branden. Overloop d.m.v. deze toetsen de lijst van de te wijzigen instellingen. Het letterwoord voor de gekozen invoer verschijnt op de volgende displays: D1 Druk op deze toets om te bevestigen. De relatieve waarde van de gekozen invoer verschijnt op de volgende displays: D1 Wijzig d.m.v. de encoder de waarde van de geselecteerde instelling. Druk op eender welke toets (behalve S3) om de instelling te bewaren en het menu te verlaten. *1: De vrijgave is geldig voor de volgende laswerkwijzen: MMA TIG DC Types afstandsbedieningen: afstandsbediening met de hand. UP/DOWN TIG-toorts of met de potentiometer. Afstandsbediening met pedaal. Tab. 7 - Parameters van het menu 2e niveau in de werkwijze TIG DC PARAMETER MIN STANDAARD MAX SP.t. PUNTLAS TIJD 0.01 s 0.1 s 10.0 s HF ACTIVERING ONTSTEKING HF-LASBOOG On On off r.p.c. MINIMALE STROOM VOETPEDAAL 1 % 5 % 90 % *2 rc ACTIVERING AFSTANDSBEDIENING off off On *1 Met de afstandsbediening met pedaal kan men de maximale en minimale waarde van de TIG-lasstroom instellen. Met de afstandsbediening met pedaal is de regeling van de oplopende en aflopende helling niet mogelijk. Met de afstandsbediening met pedaal zijn volgende lasprocessen selecteerbaar: + + 2T LIFT-ARC 2T HF 2T SPOT 2T SPOT + HF Als beide afstandsbedieningen aangesloten zijn, heeft die met het pedaal voorrang op die via TIG UP/DOWN of met de potentiometer. Wanneer deze functie geactiveerd is, wordt gelast zonder de volgende parameters: UPSLOPE DOWNSLOPE Alle speciale functies *2: Deze parameter wordt ingesteld als percentage van de waarde van de volgende parameter: LASSTROOM 12.2.3 MENU SPECIALE TIG DC-FUNCTIES S2 E1 Druk op de toets om de lijst met de te wijzigen instellingen te overlopen. De relatieve waarde van de gekozen invoer verschijnt op de volgende displays: D1 Wijzig d.m.v. de encoder de waarde van de geselecteerde instelling. Druk op eender welke toets (behalve S2) om de instelling te bewaren en het menu te verlaten. 18/30 Tab. 8 - Speciale functies in de MMA-werkwijze PARAMETER MIN STANDAARD MAX L13 Q-START 0.1 s off 60 s *3 L14 DYNAMIC ARC off off On *3 L15 MULTI-TACK 0.5 Hz off 6.0 Hz *2 *3 *2: Wanneer deze functie geactiveerd is, wordt gelast zonder de volgende parameters: UPSLOPE DOWNSLOPE START STROOM EIND STROOM DYNAMIC ARC Q-START *3: Wanneer rc=on en als een commando wordt gegeven met de voetbediening dan zijn alle functies geblokkeerd.

0 13 TAAKBEHEER (JOBS) Persoonlijke lasinstellingen kunnen in specifieke geheugenplaatsen bewaard worden die "JOBs" genoemd worden. Er zijn 45 jobs mogelijk (j01-j45). De instellingen van het SETUP-menu worden niet bewaard. 13.1 JOB BEWAREN Deze functie is vrijgegeven wanneer niet gelast wordt. S4 Houd de toets gedurende 3 seconden ingedrukt. SA. Het bericht verschijnt op de volgende displays: D1 S4 Druk op deze toets om te bevestigen. S.xx Het bericht verschijnt op de volgende displays: D1 xx= nummer van de eerste vrije JOB. E1 Kies d.m.v. de encoder het gewenste JOB-nummer. S.yy Het bericht verschijnt op de volgende displays: D1 xx= nummer van plaats waarin de job wordt bewaard. Als het nummer van een bezette geheugenplaats wordt gekozen, zal het nummer van de JOB knipperen. Door te bevestigen zal de nieuwe JOB de oude overschrijven. Eindigen zonder te bevestigen Druk op eender welke toets (behalve S4). Het menu wordt automatisch verlaten. Eindigen met bevestiging S4 Druk op deze toets. Het menu wordt automatisch verlaten. 13.2 JOB LADEN - JOB VAN DE GEBRUIKER OF FABIEKSINSTELLING Deze functie is vrijgegeven wanneer niet gelast wordt. S4 Druk op deze toets en laat hem weer los. L.xx Alleen wanneer jobs geladen zijn, verschijnt het bericht op de volgende displays: D1 xx= nummer van de laatste gebruikte job. no.j Wanneer er geen jobs zijn opgeslagen verschijnt het bericht op de volgende displays: D1 E1 Kies het nummer van de met de encoder te laden JOB. Eindigen zonder te bevestigen Druk op eender welke toets (behalve S4). Het menu wordt automatisch verlaten. Eindigen met bevestiging S4 Druk op deze toets. De led gaat branden. Het menu wordt automatisch verlaten. Wanneer een job geladen is en op de apparatuur een UP/DOWN-toorts is aangebracht, is het mogelijk de verschillende opgeslagen jobs d.m.v. een druk op de toetsen van de toorts te kiezen. 13.3 JOBS VERWIJDEREN Deze functie is vrijgegeven wanneer niet gelast wordt. S4 E1 S4 Houd de toets gedurende 3 seconden ingedrukt. SA. Het bericht verschijnt op de volgende displays: D1 Kies met de encoder de volgende instelling: Er. Het bericht verschijnt alleen als er JOBs bewaard zijn op de volgende displays: D1 Druk op deze toets om te bevestigen. E.xx Het bericht verschijnt op de volgende displays: D1 19/30

xx= nummer van de laatste gebruikte job. E1 Kies d.m.v. de encoder het nummer van de te verwijderen job. Eindigen zonder te bevestigen Druk op eender welke toets (behalve S4). Het menu wordt automatisch verlaten. Eindigen met bevestiging S2 Druk op deze toets. Het menu wordt automatisch verlaten. 14 WERKING VAN DE TOORTSSCHAKELAAR 14.1 2T LIFT-ARC-LASSEN 1. Raak het werkstuk aan met de elektrode van de toorts. 2. Druk de toortsschakelaar in (1T) en houd hem ingedrukt. 3. Hef de toorts langzaam op om de lasboog te ontsteken. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). 4. Laat de (2T) toortsschakelaar los om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. De stroom bereikt de eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De lasboog dooft. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. 14.2 LASSEN 2T HF 1. Breng de toorts dichter bij het te lassen werkstuk tot de punt van de elektrode op 2 of 3 mm van het werkstuk komt te liggen. 2. Druk de toortsschakelaar in (1T) en houd hem ingedrukt. De lasboog ontsteekt zonder contact met het werkstuk en de (HF) spanningsontladingen stoppen automatisch. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). 3. Laat de (2T) toortsschakelaar los om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. De stroom bereikt de ingestelde eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De lasboog dooft. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. 14.3 4T LIFT-ARC-LASSEN 1. Raak het werkstuk aan met de elektrode van de toorts. 2. Druk op de toortsschakelaar (1T) en laat hem vervolgens weer los (2T). 3. Hef de toorts langzaam op om de lasboog te ontsteken. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). 4. Druk op de toortsschakelaar (3T) en houd hem ingedrukt om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. De stroom bereikt de eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De elektrische boog blijft ingeschakeld en er wordt een stroom opgewekt gelijk aan de eindstroom. In deze omstandigheden is het mogelijk het smeltbad te vullen (crater filler current). 5. Laat (4T) de drukknop los om de lasboog te onderbreken. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. 20/30

0 14.4 LASSEN 4T HF 1. Breng de toorts dichter bij het te lassen werkstuk tot de punt van de elektrode op 2 of 3 mm van het werkstuk komt te liggen. 2. Druk op de toortsschakelaar (1T) en laat hem vervolgens weer los (2T). De lasboog ontsteekt zonder contact met het werkstuk en de (HF) spanningsontladingen stoppen automatisch. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). 3. Druk op de toortsschakelaar (3T) en houd hem ingedrukt om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. De stroom bereikt de ingestelde eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De elektrische boog blijft ingeschakeld en er wordt een stroom opgewekt gelijk aan de eindstroom. In deze omstandigheden is het mogelijk het smeltbad te vullen (crater filler current). 4. Laat (4T) de drukknop los om de lasboog te onderbreken. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. 14.5 LAS BILEVEL LIFT 1. Raak het werkstuk aan met de elektrode van de toorts. 2. Druk op de toortsschakelaar (1T) en laat hem vervolgens weer los (2T). 3. Hef de toorts langzaam op om de lasboog te ontsteken. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). 4. Druk de toortsschakelaar in en laat hem meteen los om over te gaan naar de tweede lasstroom. De drukknop mag niet langer dan 0.3 seconden ingedrukt worden, anders begint de eindlasfase. Door deze knop in te drukken en weer los te laten, wordt de stroom weer gelijk aan de lasstroom. 5. Druk op de toortsschakelaar (3T) en houd hem ingedrukt om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. De stroom bereikt de ingestelde eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De elektrische boog blijft ingeschakeld en er wordt een stroom opgewekt gelijk aan de eindstroom. In deze omstandigheden is het mogelijk het smeltbad te vullen (crater filler current). 6. Laat (4T) de drukknop los om de lasboog te onderbreken. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. 14.6 LAS BILEVEL HF 1. Breng de toorts dichter bij het te lassen werkstuk tot de punt van de elektrode op 2 of 3 mm van het werkstuk komt te liggen. 2. Druk op de toortsschakelaar (1T) en laat hem vervolgens weer los (2T). De lasboog ontsteekt zonder contact met het werkstuk en de (HF) spanningsontladingen stoppen automatisch. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). 3. Druk de toortsschakelaar in en laat hem meteen los om over te gaan naar de tweede lasstroom. De drukknop mag niet langer dan 0.3 seconden ingedrukt worden, anders begint de eindlasfase. Door deze knop in te drukken en weer los te laten, wordt de stroom weer gelijk aan de lasstroom. 4. Druk op de toortsschakelaar (3T) en houd hem ingedrukt om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. De stroom bereikt de ingestelde eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De elektrische boog blijft ingeschakeld en er wordt een stroom opgewekt gelijk aan de eindstroom. In deze omstandigheden is het mogelijk het smeltbad te vullen (crater filler current). 5. Laat (4T) de drukknop los om de lasboog te onderbreken. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. 14.7 PUNTLASSEN 2T (SPOT) 1. Raak het werkstuk aan met de elektrode van de toorts. 2. Druk de toortsschakelaar in (1T) en houd hem ingedrukt. 3. Hef de toorts langzaam op om de lasboog te ontsteken. 4. Laat (2T) de toortsschakelaar weer los. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). De lasstroom blijft gelijk aan de ingestelde stroom, gedurende de tijd die ingesteld is met de parameter puntlastijd (SPOT). De stroom bereikt de ingestelde eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De lasboog dooft. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. 21/30

14.8 HF PUNTLAS (SPOT) 2T Procedure door de toortsschakelaar in te drukken en weer los te laten 1. Breng de toorts dichter bij het te lassen werkstuk tot de punt van de elektrode op 2 of 3 mm van het werkstuk komt te liggen. 2. Druk op de toortsschakelaar (1T). De lasboog ontsteekt zonder contact met het werkstuk en de (HF) spanningsontladingen stoppen automatisch. 3. Laat (2T) de toortsschakelaar weer los. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). De lasstroom blijft gelijk aan de ingestelde stroom, gedurende de tijd die ingesteld is met de parameter puntlastijd (SPOT). De stroom bereikt de ingestelde eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De lasboog dooft. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. Procedure door continu te drukken op de toortsschakelaar Breng de toorts dichter bij het te lassen werkstuk tot de punt van de elektrode op 2 of 3 mm van het werkstuk komt te liggen. Druk op de toortsschakelaar (1T). De lasboog ontsteekt zonder contact met het werkstuk en de (HF) spanningsontladingen stoppen automatisch. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). De lasstroom blijft gelijk aan de ingestelde stroom, gedurende de tijd die ingesteld is met de parameter puntlastijd (SPOT). De stroom bereikt de ingestelde eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De lasboog dooft. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. Raak het werkstuk aan met de elektrode van de toorts. Hef de toorts langzaam op om de lasboog te ontsteken. 14.9 LASSEN MET PRIMAIRE BOOGSTROOM De primaire boogstroom is activeerbaar in de volgende werkwijzen van de toortsschakelaar: 4T LIFT-ARC-LASSEN LASSEN 4-TAKT + HF (4T HF) LASSEN 4-TAKT BI-LEVEL + HF (4T B-LEVEL HF) Het lasprocedé met primaire boogstroom wijkt af van dat zonder primaire boogstroom in het deel van het hieronder beschreven lasprocedé met toortsschakelaar. LIFT-ARC-LASSEN Raak het werkstuk aan met de elektrode van de toorts. Druk de toortsschakelaar in (1T) en houd hem ingedrukt. Hef de toorts langzaam op om de lasboog te ontsteken. De lasboog ontsteekt en de lasstroom stelt zich in op de waarde van de primaire boogstroom. Laat (2T) de toortsschakelaar weer los. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). enz. HF-lassen Druk de toortsschakelaar in (1T) en houd hem ingedrukt. De lasboog ontsteekt zonder contact te maken met het werkstuk en de HF-ontladingen stoppen automatisch, de lasstroom stelt zich in op de waarde van de primaire boogstroom. Laat (2T) de toortsschakelaar weer los. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). enz. 22/30

0 15 TECHNISCHE GEGEVENS Model Constructienormen Ingangsspanning Afmetingen (B x D x H) Gewicht Isolatieklasse Beschermingsgraad Koeling Maximale gasdruk Zmax EN 60974-1 EN 60974-3 EN 60974-10 Class A 1 x 230V~ ± 15 % / 50-60 Hz 1 x 115V~ ± 15 % / 50-60 Hz 400 x 160 x 260 mm 9.8 Kg H IP23S AF 0.5 MPa (5 bar) Conform EN 61000-3-12 Aansluiting zonder beperkingen aan het voedingsnet Ingangsspanning 1 x 230V~ ± 15 % / 50-60 Hz 1 x 115V~ ± 15 % / 50-60 Hz Bescherming van het net 16 A Vertraagd 32 A Vertraagd Omgevingstemperatuur 40 C 40 C Laswerkwijzen MMA TIG MMA TIG Statische karakteristiek Werkcyclus 35 % 60 % 100 % 30 % 60 % 100 % 50 % 60 % 100 % - - 100 % Lasstroom 180 A 130 A 120 A 200 A 140 A 130 A 115 A 110 A 105 A - - 115 A Werkspanning 27.2 V 25.2 V 24.8 V 18.0 V 15.6 V 15.2 V 24.6 V 24.4 V 24.2 V - - 14.6 V Maximaal opgenomen vermogen 5.8 KVA 4.0 KVA 3.6 KVA 4.6 KVA 2.9 KVA 2.6 KVA 3.5 KVA 3.3 KVA 3.1 KVA - - 2.2 KVA Maximaal opgenomen vermogen 5.6 KW 3.8 KW 3.4 KW 4.3 KW 2.6 KW 2.4 KW 3.3 KW 3.2 KW 3.0 KW - - 2.1 KW Maximaal opgenomen stroom 25.3 A 17.3 A 15.4 A 19.6 A 12.2 A 11.1 A 29.3 A 28.2 A 27.0 A - - 18.5 A Geabsorbeerde efficiënte stroom 15.0 A 13.4 A 15.4 A 10.7 A 9.5 A 11.1 A 20.7 A 21.8 A 27.0 A - - 18.5 A Spanning bij nullast (U0) 83 V 83 V 83 V 83 V Beperkte open spanning (Ur) 11 V 11 V 11 V 11 V Systeem voor het ontsteken van de boog ontworpen voor de werking met de toorts met handbediening. Nominale HF piekspanning 11.3 kv 23/30

16 RESERVEONDERDELEN (WISSELSTUKKEN) 24/30

0 N CODE BESCHRIJVING 1 011.0006.0031 HANDLE 2 011.0000.0111 UPPER COVER 3 050.0001.0092 LINE FILTER BOARD 4 050.0002.0097 COMPLETE POWER BOARD 5 050.0002.0098 SNUBBER BOARD 6 032.0002.2403 ISOTOP DIODE 7 040.0003.1008 TERMAL SWITCH 8 050.0001.0154 PRIMARY RECTIFIER BOARD 9 046.0004.0009 TUNNEL PLASTIC INSULATION 10 010.0006.0043 COMPLETE FRONT PLASTIC PANEL 11 021.0001.0260 FIXED SOCKET 400A 12 050.5031.0000 COMPLETE LOGIC FRONT PANEL 13 021.0013.0007 ILME CONNECTOR CAP (OPTIONAL WITH KIT CU-204T) 14 005.0001.0004 BELT 15 011.0003.0054 VENTILATION SHROUD 16 043.0002.0621 OUTPUT TOROIDAL FILTER 17 011.0003.0057 BOOST INDUCTANCE SUPPORT 18 044.0004.0017 BOOST INDUCTANCE 19 044.0004.0018 OUTPUT INDUCTANCE 20 011.0003.0051 LOWER COVER 21 042.0003.0043 POWER TRANSFORMER 22 011.0003.0056 TRANSFORMER SUPPORT 23 015.0001.0018 HEAT SINK 24 011.0003.0052 TUNNEL HOUSING 25 011.0003.0053 FAN SUPPORT 26 003.0002.0017 FAN 27 010.0006.0042 COMPLETE REAR PLASTIC PANEL 28 013.0014.0400 REAR PANEL 29 016.4107.0001 LED HOLDER 30 040.0001.0011 TWO-POLE SWITCH 31 022.0002.0245 C.U. POWER SUPPLY WIRING (OPTIONAL WITH KIT CU-204T) 32 045.0000.0014 CABLE CLAMP 33 022.0002.0005 REMOTE CONTRO WIRING 34 022.0002.0206 LED WIRING 35 043.0002.7014 INLET TOROIDAL FILTER 36 045.0002.0008 NEOPRENE SUPPLY CABLE 37 050.0002.0103 OUTPUT FILTER BOARD 38 041.0004.0301 CURRENT SENSOR 39 050.0002.0027 HF BOARD 40 010.0002.0004 COMPLETE HF TRANSFORMER 41 011.0003.0058 HF SUPPORT PLATE 42 050.0001.0153 TORCH CONNECTOR 43 011.0002.0018 SOLENOID VALVE PLATE 44 011.0016.0125 C.U. CONNECTION COVER PLATE 45 010.0001.0010 COMPLETE SOLENOID VALVE 46 014.0002.0002 KNOB WITH CUP WITHOUT INDICATOR N CODE BESCHRIJVING 021.0000.0001 GAS CONNECTIONS COMPLETE KIT 0001 1 016.5001.0822 SLEEVE HOSE ADAPTER FOR RUBBER HOSE 2 016.0007.0001 HOSE CLAMP Ø=11-13 3 016.0007.0709 HOSE CLAMP Ø=07-09 4 016.5001.0821 SLEEVE HOSE ADAPTER FOR RUBBER HOSE M10 5 021.0004.3360 AMPHT3360-001 M/5V. VOL. CONNECTOR 6 016.5001.1311 NUT M10 7 016.5001.0823 NUT 1/4 25/30

17 ELEKTRISCH SCHEMA 17.1 MULTI POWER 204T 26/30

0 27/30

17.2 CONNECTOR VAN DE TOORTS 17.3 CONNECTOR VOOR AFSTANDSBEDIENING Toorts cod. 021.0004.3360 cod. 021.0004.0602 toorts met de potentiometer UP & DOWN-toorts Potentiometer 2 kohm - 10 kohm Afstandsbediening Afstandsbediening met pedaal Potentiometer 2 kohm - 10 kohm Potentiometer 2 kohm - 10 kohm 28/30