> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bestuur, Democratie en Financiën Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Nederland www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Datum 13 mei 2014 Betreft Onderhoudsrapport Specifieke Uitkeringen 2014 Kenmerk 2014-0000259900 Uw kenmerk Hierbij bied ik u mede namens de staatssecretaris van Financiën op grond van artikel 20 van de Financiële-Verhoudingswet (Fvw) het jaarlijkse Onderhoudsrapport Specifieke Uitkeringen (OSU) aan. Dit rapport geeft een overzicht van alle specifieke uitkeringen die het Rijk verstrekt aan medeoverheden, te weten gemeenten, provincies en gemeenschappelijke regelingen (WGR). Specifieke uitkeringen zijn geoormerkt en bedoeld voor specifiek beleid in opdracht van de minister wie het aangaat. In de bijlage bij dit onderhoudsrapport wordt een overzicht gegeven van alle actuele specifieke uitkeringen en bijbehorende bedragen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gemeenten, provincies en WGR. 1. Actuele en administratieve specifieke uitkeringen Er kan onderscheid worden gemaakt tussen actuele en administratieve specifieke uitkeringen. Actuele uitkeringen zijn uitkeringen waarvoor daadwerkelijk nog bedragen zijn begroot. Deze regelingen laten zien op welk gebied momenteel rijksbeleid wordt uitgevoerd door de decentrale overheden en illustreren de ontwikkeling van de beleidspraktijk. De actuele specifieke uitkeringen zijn opgenomen in de bijlage. Daarnaast kunnen de administratieve specifieke uitkeringen worden onderscheiden. Deze bestaan slechts in de zin dat hierover nog financiële verantwoording via de rijksbreed gehanteerde methodiek Single information, Single audit (SiSa) moet worden afgelegd door de ontvangende overheden. Daarvoor wordt de zogeheten SiSa-bijlage 1 gehanteerd, op basis waarvan deze regelingen administratief worden afgewikkeld. Er zijn momenteel nog 14 administratieve specifieke uitkeringen die verstrekt zijn in voorgaande jaren. Twee uitkeringen maken wel deel uit van de lijst met actuele specifieke uitkeringen (zie de bijlage), maar zijn niet opgenomen in de SiSa-bijlage. Dat betreft een regeling van het ministerie van VenJ (Rijksbijdrage bijstands- en bestrijdingskosten, code A3) en een regeling van het ministerie van (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, code F15). In het eerste geval gaat het om een slapende regeling, die alleen bij bijzondere omstandigheden wordt geactiveerd. In het tweede geval wordt uitgekeerd op basis van aanvragen door Pagina 1 van 9
de decentrale overheid zelf. Voor beide regelingen geldt dat de SiSa-bijlage hierop niet standaard wordt ingericht, tenzij er voor deze regelingen wordt uitgekeerd. Kenmerk 2014-0000259900 2. Ontwikkeling specifieke uitkeringen 2.1. Dalende trend specifieke uitkeringen De daling van het aantal actieve specifieke uitkeringen heeft zich verder doorgezet, van 45 in 2013 naar 35 in 2014. Deze vermindering van 10 specifieke uitkeringen past in de kabinetswens tot het decentraliseren van taken naar andere overheden, teneinde een efficiëntere overheid met minder bestuurlijke en ambtelijke drukte te realiseren. Tabel 1 laat de daling van het aantal specifieke uitkeringen vanaf 2008 zien. Tabel 1: Terugblik aantallen specifieke uitkeringen 2008-2014 Ministerie 2008 2009 2010 2011 (oud) 2011 (nieuw) 2012 2013 2014 Verschil t.o.v. 2013 8 9 12 10 - - 8 6-2 VWS 9 7 5 5 8 5 5 4-1 VenJ - - - - 3 3 2 2 OCW 14 14 6 4 4 3 2 2 10 9 7 7 7 6 5 5 IenM - - - - 31 24 20 16-4 BZK 6 6 3 3 4 3 3-3 WWI 12 11 6 4 - - I&A - - - - 3 2 LNV 4 4 5 5 - - EL&I - - - - 15 9 FIN 1 - - - - - J&G 6 5 4 3 - - JUS 4 5 4 3 - - V&W 8 12 11 7 - - VROM 19 27 25 24 - - 101 109 88 75 75 55 45 35-10 In de komende jaren zal het huidige aantal van 35 uitkeringen naar verwachting verder afnemen tot 19 uitkeringen in 2017 (zie tabel 2). Ook wordt de verdeling van de specifieke uitkeringen over de departementen gelijkmatiger. De bijlage laat zien welke uitkeringen aflopend zijn. Tabel 2: Prognose aantallen specifieke uitkeringen 2014-2017 Ministerie 2014 2015 2016 2017 VenJ 2 2 2 2 OCW 2 3 2 3 3 IenM 16 13 10 5 6 6 5 3 5 3 3 3 VWS 4 3 3 3 35 30 26 19 Pagina 2 van 9 pagina s (inclusief voorblad)
2.2. Financiële omvang van de specifieke uitkeringen Het totaalbedrag aan actieve specifieke uitkeringen (tabel 3) dat wordt uitgekeerd door ministeries in 2014 is gestegen met 873 miljoen euro ten opzichte van 2013. De voornaamste reden daarvan is dat het ministerie van in economische moeilijkere tijden hogere bedragen verstrekt aan sociale voorzieningen (+ 782 miljoen euro). Kenmerk 2014-0000259900 Tabel 3: Bedrag specifieke uitkeringen naar ministerie en jaar (x mln.) Ministerie 2008 2009 2010 2011 (oud) 2011 (nieuw) 2012 2013 2014 Verschil t.o.v. 2013 WWI 1.352 1.347 311 11 - - I&A - - - - 4 0 BZK 103 96 105 133 11 14 3-3 (EL&I) 118 90 101 124 845 68 61 72 11 LNV 430 511 526 721 - - FIN 55 - - - - - J&G 1.272 1.322 1.356 1.504 - - VWS 85 111 145 45 399 1.621 1.588 1648 3 60 V&J (JUS) 35 1 11 10 1.289 131 128 177 4 49 OCW 1.622 928 212 301 301 363 388 393 5 7.855 8.130 8.938 8.237 8.237 7.839 8.570 9352 782 V&W 1.951 2.130 2.429 2.092 - - VROM 282 602 391 204 - - - - - - 2.296 2.288 1.911 1880-31 15.161 15.269 14.526 13.383 13.383 12.324 12.649 13.522 873 De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, dr. R.H.A. Plasterk Pagina 3 van 9 pagina s (inclusief voorblad)
Bijlage bij OSU 2014 (10 april 2014): overzicht van de specifieke uitkeringen per ministerie in 2014 Ministerie V&J A2 Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR) V&J V&J OCW A3 Rijksbijdrage bijstandsen bestrijdingskosten 176.800.000 SU SU SU SU SU SU 2 176.800.000 2 2 2 D1 Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten 31.925.000 SU SU SU Uitkering vindt alleen plaats in geval van calamiteiten en achteraf. Omvang is daarom niet vooraf te ramen. Dit is de bekostiging van de rmc-functie van 39 rmcregio s. De rmc-functie heeft tot taak met de niet meer kwalificatieplichtige vsv ers uit vo en mbo contact te leggen en hen zoveel mogelijk terug te begeleiden naar school of naar een combinatie van school en werk. De daarvoor beschikbare middelen worden over de rmc-regio s verdeeld volgens een verdeelsleutel die is vastgelegd in het «Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten». Het bedrag voor elke rmc-regio wordt uitgekeerd aan de rmccontactgemeente van de regio.
Ministerie OCW OCW D9 Onderwijsachterstandenbe leid 2011-2014 (op basis van de Wet Oke) 360.987.000 SU 2 392.912.000 3 2 3 3 E2 E3 E7a E10 E11 E12 Stimuleringsregeling stille wegdekken Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (incl. bestrijding spoorweglawaai) Innovatieprogramma Klimaatneutrale steden (Proefprojecten) Tijdelijke subsidieregeling innovatieprogramma Mooi Nederland Nationaal Samenwerkingsprogramm a Luchtkwaliteit (NSL) Nieuwe Sleutel Projecten (NSP) 200.000 Eind 13.307.000 2.047.000 102.000 SU SU SU 1.000.000 SU SU Eind 400.000 SU Eind Nog onb eke nd 1.300.000 SU SU SU 5.800.000 SU Eind Nog onb eke nd Deze SU is verlengd tot en met 2015. Besluit van 23.08.2010: 261 miljoen (afgerond) voor alle gemeenten die onderwijsachterstandsleerlingen hebben (n.a.v. de som van de schoolgewichten in de desbetreffende gemeente). Plus aanvulling door wijzigings- Besluit van 28.11.2011 in 2012. Vanaf 2013: 95 miljoen voor de G37 en 4,7 miljoen voor de G86 (De overige 300.000 euro worden ingezet voor stroomlijning van de aanpak en het bevorderen van de kennisdeling tussen gemeenten). Naast de genoemde bedragen aan medeoverheden ontvangt Prorail 308.000 euro.
Ministerie E22 E24 E25 Nota Ruimte project Rotterdam Stadshavens Nota Ruimte project Regionale Ontwikkelingsorganisatie Zuidplas Zuidplaspolder Beleidsregeling subsidies Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK) 1.900.000 SU SU Eind 3.600.000 SU SU Eind 0 SU SU SU E26 Spoorse doorsnijdingen 12.500.000 SU SU SU E27 E28 E29 Brede doeluitkering verkeer en vervoer Regionale Mobiliteitsfondsen Tijd. reg. eenmalige uitkering stedelijke synergieprojecten Kaderrichtlijn Water 1.155.920.000 663.280.000 SU SU SU 13.000.000 Eind 1.500.000 SU SU Eind E30 Quick Wins binnenvaart 1.312.827 186.857 SU SU Eind E34 Bijdrage hoofdvaarwegen Fryslân 0 SU Eind Nadere info in dossier met nr. TK 33659. Oorspronkelijk 5 miljoen; verlaging bedragen en wijziging kasritme. Het beheer en eigendom van de hoofdvaarweg gaat uiterlijk 1 januari 2014 over naar het Rijk. E37 Regeling Wilhelminasluis 3.000.000 Eind 16 1.193.839.827 682.813.857 3.702.000 13 10 5 F2 Besluit Ontwikkeling Landschappen (BOL) 113.000 SU Eind F3 Verzameluitkering 1.500.000 SU SU Eind In 2014 wordt nog een nabetaling gedaan, vanaf 2015 is deze uitkering nihil. Beleidsthema 2014: Kennisprogramma DuurzaamDoor
Ministerie F4 F7 F10 F15 Deelproject 750 hectare natuur- en recreatiegebied (Project Mainportontwikkeling Rotterdam) Subsidieregeling sterktes in de regio (Pieken in de delta) Nota Ruimte Project Eindhoven Brainport Doelstelling 2 programma's van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) 7.099.000 SU SU SU 11.174.000 SU SU Eind 14.775.000 SU SU SU 37.547.080 SU SU SU 6 26.062.000 8.599.000 37.547.080 6 5 3 G1 G2 G3 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gebundelde uitkering (WWB+IOAW+IOAZ+leve ns-onderhoud beginnende zelfstandigen Bbz 2004) Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen) 2.379.420.000 Eind 6.226.760.000 SU SU SU 51.362.000 SU SU SU Dit betreft geen afrekening, maar de betaling loopt aan de provincie Zuid Holland. Eindverantwoording via SiSa 2014. In 2011 is circa 20 mln uit het zachte landing budget PID gedecentraliseerd. Alle reeds verstrekte subsidies in het kader van dit programma worden going concern afgehandeld. Dit wordt dus niet gedecentraliseerd. De meeste subsidies zijn verstrekt aan bedrijven en organisaties. Een klein deel is verstrekt aan gemeenten. Omzetting DU niet mogelijk. Looptijd tot en met 2021. Zie de toelichting bij regeling G5.
Ministerie G5 Wet participatiebudget (Wpb) 689.425.000 Eind G7 Verzameluitkering 5.362.000 SU SU SU VWS VWS 5 9.352.329.000 3 3 3 H1 H3 Ministeriële regeling heroïnebehandeling Seksualiteitscoördinatieen hulpverlening + aanvullende curatieve SOA bestrijding 14.274.000 SU SU SU 32.601.000 SU SU SU VWS H4 Verzameluitkering VWS 2.281.833 750.000 SU SU SU VWS/ V&J VWS H8 Doeluitkering jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg + Zorgkosten Jeugdzorg) 348.000.000 (V&J-deel) 1.250.200.000 (VWS-deel) 4 397.156.833 1.250.200.000 750.000 3 3 3 35 11.362.299.660 1.941.612.857 181.252.000 37.547.080 30 26 19 Eind Per 1 januari 2015 vervangt de Participatiewet de uitkeringen G1 en G5. Het bedrag betreft het beleidsthema Stimulering Handhaving. Betaling vindt plaats via acht coördinerende GGD'en. Wordt op termijn opgenomen in het Gemeentefonds. Hierover vindt overleg plaats tussen VWS en BZK. De beleidsthema s voor 2014 zijn Jeugd, School2Care, Transitieprogramma langdurige zorg Frieslab en WK Hockey2014. De resterende looptijd van de doeluitkering jeugdzorg is tot de stelselwijziging volledig is doorgevoerd. De planning is nu om de provinciale jeugdzorg en jeugdbescherming/jeugdrecl assering in 2015 over te hevelen.
1 Het eerste concept van de SiSa-bijlage is te vinden op deze website: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gemeenten/documenten-enpublicaties/circulaires/2014/01/13/eerste-concept-sisa-bijlage-2014-versie-10-januari-2014.html 2 Het onderdeel volwasseneneducatie van het huidige participatiebudget gaat niet over naar het sociaal domein maar blijft per 2015 een specifieke uitkering, zoals verwoord in een brief aan uw Kamer (Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 28 760, nr. 36). 3 Dit bedrag is inclusief de financiële bijdrage van het ministerie van VenJ aan de Doeluitkering jeugdzorg (code H8, zie de laatste tabelregel in bijlage) 4 Dit bedrag is exclusief de financiële bijdrage van het ministerie van VenJ aan de Doeluitkering jeugdzorg (code H8, zie de laatste tabelregel in bijlage)