Liesbreukoperatie Bij baby s en kinderen Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo.
Inleiding Uw kind wordt in het Albert Schweitzer ziekenhuis opgenomen voor een liesbreukoperatie. In deze folder willen we u informatie geven over de opname, de operatie en de periode na de operatie. Er is een aparte folder over een liesbreukoperatie bij volwassenen. Een liesbreuk Een liesbreuk of hernia (=breuk) inguinalis (=lies) is een veel voorkomende onschuldige afwijking, die zowel bij volwassenen als bij baby's en kinderen kan voorkomen. Een breuk is een uitstulping van het buikvlies door een opening in de buikwand. In het geval van de kinderliesbreuk is er geen sprake van zwakte van de buikwand, maar van een (aangeboren) achterblijven van buikvlies in het lieskanaal. In de laatste maand voor de geboorte groeit het in het lieskanaal aanwezige gedeelte van het buikvlies dicht. Als dit niet helemaal goed is gegaan, dan kunnen de darmen in het lieskanaal uitzakken, bij jongens zelfs tot in de balzak. Bij verhoging van de druk in de buik (zoals bij staan en bij persen of hoesten) kan er meer buikinhoud in de uitstulping komen, de breuk wordt dan groter. Symptomen van een liesbreuk Sommige kinderen ondervinden wat ongemak of een branderig gevoel of pijn in de liesstreek. Meestal hebben kinderen in het geheel geen last en is alleen een bobbel in de lies zichtbaar of voelbaar. Een liesbreuk verdwijnt nooit vanzelf en heeft de neiging langzaam groter te worden. Hoewel het zelden gebeurt, kan het voorkomen dat een breuk bekneld raakt. Dat gaat gepaard met veel pijn en dan kan een spoedoperatie nodig zijn. Meestal kan een liesbreuk lange tijd zonder grote problemen bestaan. 1
Diagnose Een arts kan meestal een liesbreuk makkelijk vaststellen. Hiervoor zijn geen aanvullende onderzoeken noodzakelijk. Het is raadzaam een breuk niet te lang (maanden) te laten bestaan. De behandeling is altijd operatief. De operatie wordt gedaan tijdens een dagbehandeling; dat wil zeggen dat uw kind maximaal één dag in het ziekenhuis wordt opgenomen. Voor de opname Pré-operatieve screening Om er zeker van te zijn dat uw kind de operatie lichamelijk aankan, wordt uw kind een aantal weken voor de operatie onderzocht door de anesthesioloog. De zogenaamde pré-operatieve screening. De anesthesioloog bespreekt de mogelijkheden van anesthesie en pijnbestrijding met u. Verder wordt uw kind lichamelijk onderzocht. Het onderzoek kan uitgebreid worden met aanvullend onderzoek zoals bloedonderzoek, ECG (hartfilmpje) en een longfoto. Soms is het nodig dat een andere specialist de conditie van uw kind beoordeelt bijvoorbeeld een kinderarts. Op verschillende manieren wordt in ons ziekenhuis voorlichting gegeven over de narcose bij kinderen. De polikliniekassistente of de intakeverpleegkundige zal u verder informeren over de mogelijkheden op de betreffende locatie. U heeft een gesprek met de intakeverpleegkundige of pedagogisch medewerker. De verpleegkundige geeft u informatie over de opname in het ziekenhuis. Zij stelt u een aantal vragen die voor de operatie en de opname in het ziekenhuis noodzakelijk zijn. Verder krijgt u informatie over de leefregels na de operatie. Als u nog vragen heeft over de operatie of de opname, kunt u deze uiteraard stellen. Dit gesprek duurt ongeveer 10 tot 15 minuten. 2
Medicijngebruik Als uw kind medicijnen gebruikt, moet u dit altijd doorgeven aan de chirurg en anesthesioloog. Eén van hen zal met u bespreken of en hoelang voor de operatie uw kind tijdelijk moet stoppen met inname van de (bloedverdunnende) medicijnen. Overgevoeligheid en allergie Als uw kind overgevoelig is voor medicijnen, bijvoorbeeld antibiotica meldt u dit aan de chirurg en anesthesioloog. Als u niet precies weet voor welke medicijnen uw kind overgevoelig is, kunt u dit via uw huisarts of apotheek proberen te achterhalen. Wat neemt u mee naar het ziekenhuis bij de opname? Neemt u voor uw kind de volgende dingen mee: een pyjama, reserve ondergoed, de medicijnen die uw kind thuis gebruikt in de originele verpakking, eventueel een eigen fles, beker of fopspeen. Sieraden en waardevolle spullen kunt u het beste thuislaten. Uiteraard mag uw kind zijn/haar knuffel meenemen. In verband met de drukte vragen wij u om eventuele broertjes of zusjes die niet geopereerd worden, niet mee te nemen naar het ziekenhuis. Nuchter zijn Voor deze operatie moet uw kind nuchter zijn. De regels over nuchter zijn leest u in de folder Anesthesie en pré-operatieve screening bij kinderen. 3
Opname in het ziekenhuis Als uw kind op de dag van de opname koorts heeft (meer dan 38C), is de kans groot dat de operatie niet door kan gaan. Neemt u in dat geval contact op met de afdeling waar uw kind opgenomen wordt. Achter in de folder vindt u de telefoonnummers. We raden ouders aan om op de dag van de operatie goed te ontbijten. Sommige ouders kunnen flauwvallen door bijvoorbeeld de spanning of door de niet-alledaagse omstandigheden. Uw kind wordt op de dag van de operatie opgenomen op de Kinderafdeling of Dagbehandeling. De verpleegkundige of pedagogisch medewerker stelt u nog een aantal vragen over het nuchter zijn en eventueel medicijngebruik. Verder krijgt u informatie over het verloop van de opname. Als u zelf nog vragen heeft kunt u die uiteraard stellen. Uw kind krijgt een operatiejasje aan en een naambandje om de arm of het been. Soms mag uw kind ook de eigen pyjama aanhouden. Zo nodig wordt het operatiegebied geschoren. Kort voor de operatie krijgt uw kind een tabletje of rectiole (een vloeistof in de billen) waar hij/zij slaperig van wordt en een paracetamol (zet)pil tegen de pijn. 4
De operatie Naar de operatieafdeling Tijdens de operatie mag uw kind geen sieraden, piercings, nagellak en make-up dragen. Contactlenzen, brillen en gehoorapparaten gaan bij voorkeur niet mee naar de operatiekamer. Eén van de ouders mag met het kind mee naar de operatiekamer en mag bij het kind blijven totdat het slaapt. U krijgt voor het betreden van de operatieafdeling een overschort of overall, een muts en overschoenen aan. De verpleegkundige brengt u en uw kind naar de operatiekamer. Op de operatieafdeling geeft de anesthesioloog de anesthesie. Bij kinderen gebeurt een liesbreukoperatie onder algehele anesthesie (narcose). Tijdens het in slaap vallen kan uw kind zich wat onrustig gedragen. Dit is een normale reactie waar u zich geen zorgen over hoeft te maken. Als uw kind slaapt, brengt een verpleegkundige u terug naar de afdeling waar u kunt wachten tot de operatie klaar is. De operatie Via een kleine snede (3 tot 5 cm.) in de lies wordt de uitstulping van het buikvlies opgeheven. De opening in de buikwand bestaat uit de normale doorgang van het lieskanaal, waaraan niets wordt veranderd. Het wondje wordt onderhuids gehecht, met oplosbare hechtingen. De operatie duurt 30 tot 40 minuten. 5
Na de operatie Na de operatie gaat uw kind naar de verkoeverkamer (uitslaapkamer). Hier vinden regelmatige controles plaats van de hartslag, de bloeddruk, de wond en de urineproductie. Eén van de ouders of begeleiders mag bij het kind aanwezig zijn. Uw kind heeft een infuus in zijn arm en een kleine buikwond. Zodra uw kind goed wakker is en de controles stabiel zijn, gaat uw kind terug naar de afdeling. Als uw kind na de operatie pijn heeft of misselijk is, dan kan de verpleegkundige hier medicijnen voor geven. Misschien is uw kind nog wat suf of slaperig van de anesthesie, of is uw kind verdrietig of overstuur. U mag vanzelfsprekend uw kind op schoot nemen om het te troosten. Na de operatie mag uw kind wat drinken en als dat goed gaat wat eten. Zodra uw kind voldoende drinkt en geplast heeft wordt het infuus verwijderd. Als uw kind zich goed voelt, mag hij/zij uit bed. De darmen komen na de operatie weer langzaam op gang. Hierbij kan uw kind last hebben van darmkrampen en moet hij/zij windjes laten. Dit zijn normale verschijnselen. Ontslag uit het ziekenhuis Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een afspraak mee voor controle op de polikliniek Chirurgie. De wond is onderhuids gehecht; het is niet altijd nodig de hechtingen te verwijderen. Op het wondje zit een kleine pleister die bij de poliklinische controle wordt verwijderd. Complicaties Complicaties, zoals een infectie, komen slechts zeer zelden voor. Bij complicaties kunt u tijdens kantooruren bellen met de polikliniek Chirurgie, tel. (078) 652 32 50. Buiten kantooruren belt u naar de Spoedeisende Hulp via het algemene telefoonnummer van het Albert Schweitzer ziekenhuis, tel. (078) 654 11 11. 6
Adviezen voor thuis U zult merken dat uw kind vaak al de eerste of tweede dag na de operatie weinig last heeft. Dit komt omdat er aan de buikwand niets is veranderd. De eerste dagen na de operatie kan de wond nog wel gevoelig zijn. Over het algemeen hebben kinderen na deze operatie weinig pijn. Als uw kind pijn heeft kunt u paracetamol geven volgens de in de bijsluiter vermelde dosering. Alles wat het kind onderneemt en doet is in principe toegestaan. Er is geen kans dat de breuk terugkomt doordat uw kind bijvoorbeeld te veel heeft gedaan. Uw kind mag spelen en sporten als hij/zij dat wil; teamsport en intensieve sporten zijn de eerste twee weken af te raden. Uw kind kan zich douchen en wassen maar mag niet in bad omdat dit de wond week maakt. Zodra de wond genezen is mag uw kind weer in bad. Uw kind mag pas weer zwemmen als de wond dicht is. Tot slot In deze folder is een algemeen beeld gegeven van het verloop van de opname en de operatie. Het kan zijn dat uw opname anders verloopt dan hier beschreven. Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, dan kunt u op werkdagen tussen 08.00-17.00 uur bellen. Wij zijn graag bereid uw vragen te beantwoorden. polikliniek Chirurgie (078) 652 32 50 Ook voor het maken of verzetten van een afspraak bij de polikliniek Chirurgie, belt u voor alle locaties naar dit nummer. Kinderafdeling Dordwijk (078) 652 33 70 Kinderafdeling Zwijndrecht (078) 654 29 00 7
8
Albert Schweitzer ziekenhuis afdeling Chirurgie juni 2018 pavo 0321