DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 28, 1, eerste lid;

Vergelijkbare documenten
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017;

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

VR DOC.0205/2BIS

VR DOC.0887/2BIS

VR DOC.1125/2

Art. 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Handhavingsbesluit Baby s en Peuters van 11 december 2015.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 februari 2018;

VR DOC.0395/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Bijzondere Wet van 9 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20;

VR DOC.0394/1BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 oktober 2017;

VR DOC.0915/2BIS

VR DOC.1589/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juli 2018;

VR DOC.1441/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand;

VR DOC.0952/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende het algemeen welzijnswerk;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel , ingevoegd bij het decreet van 16 november 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Procedurebesluit Buitenschoolse Opvang van 19 december 2014;

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; BESLUIT:

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Procedurebesluit van 9 mei 2014

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juli 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 van 10 april 1992, artikel /2 ;

Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018 (BS ) houdende toekenning van een subsidie aan het lokaal loket kinderopvang

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 18 december 2015 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2016, artikel 93:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2016;

Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B

VR DOC.1588/2BIS

VR DOC.0369/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het ministerieel besluit van 26 juli 2001 tot vaststelling van het bijdragesysteem voor de gebruiker van gezinszorg;

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

VR DOC.0399/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 januari 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 december 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

VR DOC.1242/2BIS

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

VR DOC.1619/2

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; BESLUIT:

VR DOC.0332/2BIS

1 er wordt een punt 2 /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: 2 /1 budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning: een budget voor niet-

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

VR DOC.0752/2BIS

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod

VR DOC.1282/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 3 ;

DE VLAAMSE REGERING, algemene boekhouding, de jaarrekening en het rekeningstelsel voor de hogescholen;

Ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten

VR DOC.0270/2

VR DOC.0786/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel , ingevoegd bij het decreet van (datum decreet directe leidingen);

Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse bepalingen over de handhaving van het integraal handelsvestigingsbeleid

VR DOC.0263/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 15, 7, vervangen door het decreet van 21 maart 2014;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 juni 2017;

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980;

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

VR DOC.0136/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016;

VR DOC.1498/2BIS

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 28, 1, eerste lid;

VR DOC.1450/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

VR DOC.1079/2BIS

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp;

VR DOC.0063/2BIS

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de VDABopleiding tot verzorgende en zorgkundige

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING. Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende de kinderopvangtoeslag en de kleutertoeslag

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, artikel 37;

VR DOC.0309/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017;

Ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 25 mei 2007 houdende de harmonisering van de procedures van voorkooprechten

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 december 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 17 juli 2018;

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

VR DOC.0238/2BIS

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Vlaamse Regering..3^L^

(B.S.18.V.1997) 1. Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied

VR DOC.0755/2BIS

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

VR DOC.0388/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 170, 1;

Transcriptie:

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de nadere regels over het toezicht, de nalevingsondersteuning en de handhaving ten aanzien van de burgers en de private uitbetalingsactoren, wat betreft de toelagen in het kader van het gezinsbeleid DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 28, 1, eerste lid; Gelet op het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van nietfiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, artikel 2, eerste lid en tweede lid, gewijzigd bij de decreten van 16 juni 2006 en 8 december 2017; Gelet op het decreet van xxx tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, artikel 77, 1, artikel 122, 2, artikel 127, tweede lid, artikel 129, derde lid, artikel 133, artikel 173, 2, tweede lid, en artikel 174, tweede lid; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 1995 betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren; Gelet op het akkoord van de minister bevoegd voor begroting, gegeven op 21 maart 2018; Gelet op het akkoord van de minister bevoegd voor bestuurszaken, gegeven op 26 maar 2018; Gelet op advies././. van de Raad van State, gegeven op x x 2018, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de wetten op de Raad Van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, BESLUIT: Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder: 1 decreet van xxx: het decreet van xxx tot regeling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid; 2 fraude: de inbreuken van niveau 1, vermeld in artikel 137, van het decreet van xxx, en de inbreuken van niveau 2, vermeld in artikel 138 van het voormelde decreet; 3 minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen. Pagina 1 van 5

Art. 2. De uitbetalingsactoren en burgers bezorgen, overeenkomstig artikel 122, 1, van het decreet van xxx op verzoek van de toezichthouders, alle informatie die betrekking heeft op de toelage in het kader van het gezinsbeleid die aan een controle wordt onderworpen. Als dat mogelijk is, worden die gegevens op elektronische wijze ter beschikking gesteld. De minister kan nadere regels bepalen over de aard, de vorm en de termijn waarin de private uitbetalingsactoren en de gezinnen gegevens ter beschikking moeten stellen van de toezichthouders, Kind en Gezin en het agentschap. Hoofdstuk 2. Handhaving ten aanzien van de burgers Afdeling 1. Preventieve opschorting van de betaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid Onderafdeling 1. De voorwaarden voor de tijdelijke opschorting, vermeld in artikel 77, 1, van het decreet van xxx Art. 3. De uitbetalingsactor kan de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid overeenkomstig artikel 77, 1, van het decreet van xxx tijdelijk opschorten in de volgende situaties: 1 er zijn ernstige en eensluidende aanwijzingen dat niet meer voldaan is aan een van de toekenningsvoorwaarden van de toelagen; 2 er zijn ernstige en eensluidende aanwijzingen van fraude, die niet zijn vastgesteld door een gezinsinspecteur. De uitbetalingsactor schort de uitbetalingen op zolang de situatie die aanleiding gaf voor de opschorting voortduurt, met een maximum van zes maanden. Die termijn is één keer hernieuwbaar met hoogstens zes maanden. Het agentschap kan nadere regels vaststellen voor de situaties, vermeld in het eerste lid. Onderafdeling 2. Gemeenschappelijke bepalingen over de preventieve opschorting vermeld in artikel 77, 1, en artikel 127, eerste lid, van het decreet van xxx Art. 4. Een opschorting van de uitbetaling van de toelagen met toepassing van artikel 3, eerste lid, van dit besluit, of overeenkomstig artikel 127, eerste lid, van het decreet van xxx kan betrekking hebben op afzonderlijke toelagen in het kader van het gezinsbeleid. De uitbetalingsactor schort alleen die toelagen op waarop de opschorting betrekking heeft. Art. 5. De uitbetalingsactor die beslist om gezinsbijslagen of andere toelagen in het kader van het gezinsbeleid op te schorten, bezorgt de opschortingsbeslissing aan de begunstigde met een kennisgeving. De beslissing tot opschorting bevat al de volgende gegevens: 1 de gezinsbijslagen of andere toelagen in het kader van het gezinsbeleid waarop de opschorting betrekking heeft; 2 de begindatum, de reden en de duur van de opschorting; 3 de wijze waarop de opschorting kan worden beëindigd. Als beslist wordt om de duur van de opschorting te verlengen, bezorgt de uitbetalingsactor die verlengingsbeslissing aan de begunstigde met een kennisgeving. Die verlengingsbeslissing bevat al de volgende gegevens: 1 de gezinsbijslagen of andere toelagen waarop de verlenging van de opschortingsbeslissing betrekking heeft; 2 de begindatum, de reden en de duur van de verlenging van de opschortingsbeslissing; Pagina 2 van 5

3 de wijze waarop de opschorting kan worden beëindigd. Art. 6. De minister kan nadere bepalingen vastleggen voor de begindatum van de opschorting. Art. 7. Als na afloop van de maximale opschortingstermijn, vermeld in artikel 3, tweede lid, van dit besluit, of artikel 127, eerste lid, van het decreet van xxx, geen bewijs geleverd wordt voor de ernstige en eensluidende aanwijzingen, vermeld in artikel 3, eerste lid, van dit besluit, of de ernstige en eensluidende aanwijzingen vermeld in artikel 127, eerste lid, van het decreet van xxx, betaalt de uitbetalingsactor de toelagen uit die betaald zouden zijn als de uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid niet was geschorst. Afdeling 2. Terugvordering van onverschuldigde betalingen bij vaststelling van fraude Art. 8. Op het ogenblik dat de fraude wordt vastgesteld, berekent de uitbetalingsactor het onverschuldigde bedrag en vordert de betaling daarvan terug bij de begunstigde onder de voorwaarden vermeld in of ter uitvoering van het voormelde decreet. De uitbetalingsactor informeert het agentschap over de vastgestelde fraude en over het onverschuldigde bedrag. Afdeling 3. De aanmaning Art. 9. Een aanmaning overeenkomstig artikel 129 van het decreet van xxx bevat minstens de volgende gegevens: 1 de identificatiegegevens van de persoon die de inbreuk heeft gepleegd; 2 de feiten en de vastgestelde inbreuk; 3 de maatregel om de inbreuk te beëindigen en de wijze waarop het bewijs daarvan moet worden geleverd; 4 de termijn om de verplichting na te leven; 5 de datum en handtekening van de gezinsinspecteur. De gezinsinspecteur bezorgt de aanmaning aan de begunstigde en aan de bevoegde uitbetalingsactor. Afdeling 4. De regularisatiemaatregel Art. 10. Een regularisatiemaatregel overeenkomstig artikel 131 of 132 van het decreet van xxx bevat al de volgende gegevens: 1 de identificatiegegevens van de persoon die de inbreuk heeft gepleegd; 2 de feiten en de vastgestelde inbreuk; 3 de maatregel om de inbreuk te beëindigen en de wijze waarop het bewijs daarvan moet worden geleverd; 4 de termijn om de verplichting na te leven; 5 in voorkomend geval, de volledige of gedeeltelijke opschorting van de betaling, en de beginduur en de maximale duur van de opschorting; 6 de gevolgen van de niet-naleving van de regularisatiemaatregel; 7 de wijze waarop beroep tegen de regularisatiemaatregel kan worden ingesteld; 8 de datum. De overtreder en de bevoegde uitbetalingsactor ontvangen een kennisgeving van de regularisatiemaatregel. Afdeling 5. Beheer van fraudedossiers Pagina 3 van 5

Art. 11. De minister kan verplichtingen opleggen aan de uitbetalingsactoren en het agentschap over: 1 de bewaring van de bewijsstukken van de vermoedelijke of bewezen fraudedossiers; 2 het bijhouden van de jaarlijks doorgevoerde opschortingen en de verdere opvolging van de vermoedens van fraude; 3 de organisatie en de communicatie van de fraudeopvolging door de uitbetalingsactoren en het agentschap. Hoofdstuk 3. Handhaving ten aanzien van de private uitbetalingsactoren Art. 12. 1. Als het agentschap of Kind en Gezin, overeenkomstig artikel 173, 1 en 2, van het decreet van xxx, beslist om subsidies voor de uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid te verminderen of stop te zetten, geldt de procedure, vermeld in paragraaf 2, 3 en 4. 2. Het agentschap of Kind en Gezin betekent het voornemen om de subsidies te verminderen of stop te zetten aan de private uitbetalingsactor en bepaalt in de voorgenomen beslissing tot vermindering of stopzetting van de subsidies minstens het volgende: 1 de motieven van de voorgenomen beslissing; 2 de termijn waarin de private uitbetalingsactor zijn verweer kan formuleren en de kans krijgt om gehoord te worden; 3 in voorkomend geval, de wijze waarop de inbreuk kan worden rechtgezet en de sanctie kan worden vermeden; 4 de termijn waarin de beslissing definitief wordt; 5 de aard van de genomen maatregel ten aanzien van de subsidies. De private uitbetalingsactor wordt op zijn verzoek gehoord. Hij mag zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman of een andere persoon. Kind en Gezin en het agentschap informeren elkaar over de genomen maatregel. 3. Samen met het voornemen van Kind en Gezin of het agentschap, vermeld in paragraaf 2, kan een voornemen worden verzonden tot het opleggen van een bestuurlijke maatregel als vermeld in artikel 176 van het decreet van xxxx, of van een onmiddellijke beslissing tot het nemen van een bestuurlijke maatregel bij hoogdringendheid als vermeld in artikel 177, 2, van het voormelde decreet. 4. De private uitbetalingsactor wordt op de hoogte gebracht van de beslissing over de vermindering of stopzetting van de subsidies. Die beslissing vermeldt minstens het volgende: 1 de motieven van de beslissing; 2 de datum van de inwerkingtreding van de beslissing; 3 in voorkomend geval, de modaliteiten en gevolgen van de beslissing; 4 de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen. Kind en Gezin kan de beslissing om de subsidies voor de uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid te verminderen of stop te zetten pas nemen na overleg met de private uitbetalingsactor, zodat de nodige maatregelen kunnen worden genomen om de continuïteit in de uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid te verzekeren. Pagina 4 van 5

Art. 13. Het bezwaar, vermeld in artikel 12, 4, eerste lid, 4, van dit besluit, wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of krachtens hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende de oprichting van de strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers. Hoofdstuk 4. Slotbepaling Art.14. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019. Art. 15. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, (datum). De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Onderwijs, Hilde CREVITS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo VANDEURZEN Pagina 5 van 5