Inspectierapport Bubbels (KDV) Joost van den Vondelstraat 159 7103 XT WINTERSWIJK Registratienummer 177653796 Toezichthouder: GGD Noord en Oost Gelderland In opdracht van gemeente: Winterswijk Datum inspectie: 21-05-2015 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 10-06-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op 21 mei 2015 is kinderdagverblijf (KDV) Bubbels van SWW in opdracht van de gemeente Winterswijk bezocht voor een jaarlijks onderzoek op basis van risico-gestuurd toezicht. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. De volgende voorwaarden zijn onderzocht: Pedagogische praktijk Verklaringen Omtrent Gedrag en diploma s Groepsgrootte Beroepskracht-kind-ratio Beschouwing Kinderdagverblijf (KDV) Bubbels is onderdeel van SWW Kinderopvang in Winterswijk. Deze organisatie biedt opvang aan bij peuteropvang-, kinderdagopvang- én buitenschoolse opvanglocaties. KDV Bubbels is een kleinschalig kinderdagverblijf dat gevestigd is in een woonwijk. Er wordt meestal gewerkt met vaste beroepskrachten. De invalkrachten op deze locatie zijn bekend met de werkwijze van de organisatie. Inspectiegeschiedenis Tijdens inspecties in de afgelopen jaren zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Bevindingen huidige inspectie Tijdens de inspectie in 2015 voldoet de locatie aan de getoetste voorwaarden uit de Wet Kinderopvang. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: waarborging emotionele veiligheid ontwikkeling van persoonlijke competentie ontwikkeling van sociale competentie overdracht van normen en waarden Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is een observatie uitgevoerd. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Er worden themabijeenkomsten gehouden waar het beleidsplan wordt besproken. Beroepskrachten worden in de praktijk begeleid en zij spreken elkaar aan op het pedagogisch handelen. Er is sprake van een open aanspreekcultuur. Observatie pedagogische praktijk Er is een observatie uitgevoerd op donderdagmorgen 21 mei. Bij binnenkomst van de toezichthouder zitten de 7 kinderen met de beroepskrachten en de stagiaire aan tafel. De stagiaire is jarig geweest en viert haar verjaardag. De kinderen krijgen allemaal een gezonde traktatie. Na afloop van het eet- en drinkmoment gaan de kinderen plassen of ze worden verschoond. Vervolgens gaan ze samen met de kinderen van het naastgelegen kinderdagverblijf Jodokus buiten spelen. Het volgende is onder andere geobserveerd ten aanzien van de pedagogische basisdoelen (waarbij de schuingedrukte tekst uit het veldinstrument is overgenomen en de tekst daarna een uitwerking daarvan is in zoals deze is geobserveerd in de praktijk): Emotionele veiligheid Kennen/herkennen Respectvol contact De beroepskrachten noemen alle kinderen bij naam. Zij hebben aan tafel korte gesprekjes met de kinderen en zij sluiten daarbij op passende wijze aan bij de situatie of vraag van de kinderen. Een jongetje geeft aan dat hij de traktatie liever niet wil opeten. De beroepskracht reageert begripvol: "jij vindt druifjes niet zo lekker he, zal ik een appel voor je pakken". Het jongetje vraagt: "mag ik een peer". De beroepskrachten zegt vervolgens: "ja hoor, dat kan". Aansluiten De beroepskrachten verwoorden hun eigen gedrag én het gedrag dat van het kind verwacht wordt. Een jongetje dat verschoond wordt, wordt gevraagd: "Wil jij zo naar buiten? Dan ga ik jou nu op de grond zetten en dan mag je zelf de jas aantrekken". Persoonlijke competentie Zelfredzaamheid Kinderen krijgen de ruimte voor zelfsturing. De beroepskracht is beschikbaar voor hulp. Voordat de kinderen naar buiten gaan trekken de meeste kinderen zelf de jas aan. De beroepskracht laat zien hoe ze dit het beste kunnen doen en helpt vervolgens alleen nog met het dichtdoen van de rits. Kinderen krijgen een compliment als ze het zelf hebben gedaan en ze zijn zichtbaar trots. 4 van 10
Sociale competentie Samen spelen en samen leren De beroepskrachten zetten activiteiten in om kinderen te leren samenspelen. Zij sluiten hiervoor aan op de persoonlijke eigenheid van kinderen en zij stimuleren de deelname van álle kinderen aan het groepsgebeuren. Een jongetje dat nog niet kan lopen krijgt een oude broek aan zodat hij tóch buiten kan kruipen en samen spelen met de andere kinderen. Normen en waarden Uitleg en instructie De beroepskrachten geven duidelijke uitleg over wat er van het kind verwacht wordt. Als een meisje nog even niet naar het toilet kan omdat er andere kinderen eerst gaan wordt dit besproken. Voor het meisje is nu duidelijk dat ze nog even moet wachten en dat zij daarvoor nog even moet blijven zitten. Een andere jongen die nog even moet wachten wordt uitgenodigd om ondertussen even alle bekers op het aanrecht te zetten. Rituelen en voorspelbaarheid Er is sprake van een dagprogramma waardoor het voor kinderen duidelijk is wat er gaat gebeuren en wat er van hen wordt verwacht. Een nieuwe activiteit wordt van tevoren aangekondigd. Voorschoolse educatie Er wordt gebruik gemaakt van het VVE programma Piramide. De beroepskracht heeft toegelicht hoe het programma in de praktijk wordt gebruikt. Er wordt voldaan aan de voorwaarden m.b.t. VVE De conclusie is dat er wordt voldaan aan alle voorwaarden m.b.t. de Pedagogische praktijk. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Met beroepskracht) Observaties (Op donderdagmorgen 21 mei) Pedagogisch beleidsplan VVE-certificaten 5 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Uit de beoordeling van de Verklaringen Omtrent Gedrag op locatie blijkt dat de aanwezige beroepskrachten en stagiaire in het bezit zijn van een VOG die voldoet aan de voorwaarden. Passende beroepskwalificatie Uit een beoordeling van de diploma s en getuigschriften blijkt dat de beroepskrachten in het bezit zijn van een beroepskwalificatie conform CAO. Opvang in groepen Tijdens de observatie is er één stamgroep waarin 7 kinderen worden opgevangen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Met beroepskracht) Observaties (Op donderdagmorgen 21 mei) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit 7 van 10
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Bubbels Aantal kindplaatsen : 12 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder : SWW Kinderopvang B.V. Adres houder : Haitsma Mulierweg 20 Postcode en plaats : 7101 CA WINTERSWIJK Website : www.stichtingwelzijnwinterswijk.nl KvK nummer : 09161364 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Noord en Oost Gelderland Adres : Postbus 51 Postcode en plaats : 7300 AB APELDOORN Telefoonnummer : 088-4433000 Onderzoek uitgevoerd door : Mevr. S. Baks Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Winterswijk Adres : Postbus 101 Postcode en plaats : 7100 AC WINTERSWIJK Planning Datum inspectie : 21-05-2015 Opstellen concept inspectierapport : 02-06-2015 Zienswijze houder : 09-06-2015 Vaststelling inspectierapport : 10-06-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 11-06-2015 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 11-06-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 16-06-2015 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Geachte mevrouw Baks, Hierbij onze reactie op het conceptrapport d.d. 02-06-2015 naar aanleiding van het inspectiebezoek bij kinderdagverblijf Bubbels op 21-05-2015. Wij zijn verheugd te lezen dat de door u getoetste onderdelen op onze locatie in orde zijn en voldoen aan de kwaliteitsvoorschriften. Ook zijn wij blij met uw positieve bevindingen betreffende onze pedagogische kwaliteit. Wij zullen in de toekomst aan onze kwaliteit blijven werken. Vriendelijke groeten, Petra te Selle Leidinggevende kinderopvang, SWW Kinderopvang BV 10 van 10