AANDACHTSPUNTEN Stelling Meer keurmeester binnen 1 ras op 1 show Brakel, geelwitgeband OEV kriel, zwart met messing rug Rangorde op een show Onderwerpen voor 2016 Keuren van trio s Toekennen predikaat U AOC en vrije klasse Quizje, 100 punten.
WAT IS STELLING 1. Type 2. Bouw 3. Hoogte 4. Presentatie 5. Houding 68% 16% 14% 3% 0% 1. 2. 3. 4. 5.
STELLING Wat is stelling?
STELLING
STELLING Presentatie
SOCIALE MEDIA 1. Is net als collegiaal contact 2. Gaat buiten ons om 3. Moeten we extra voorzichtig zijn 4. Kunnen we gebruiken bij vragen 37% 34% 26% 3% 1. 2. 3. 4.
SOCIALE MEDIA, HEBBEN WIJ GEEN LAST VAN 1. Nee 2. Ja 3. We hebben dat zelf onder controle 29% 53% 18% 1. 2. 3.
SOCIALE MEDIA
MEERDERE KEURMEESTER BINNEN 1 RAS Investeer vooraf een half uurtje door samen de hele klasse langs te lopen Lever 1 prijzenlijst in, geheel ingevuld Breng 1 dier voor de eindronde Aandachtspunt als 1 van de collega s ook in andere rassen keurt.
BRAKEL Geel wit geband Meerzomig isabelpatrijs.
OUD ENGELSE VECHTKRIEL Zwart met messing rug
RANGORDE Later meer Let op AOC en Vrije klasse dieren, zij doen niet ergens mee in de klassering Bij sommige rassen horen verschillende variëteiten tot dezelfde klasse, denk aan OEV kriel met of zonder baard, met of zonder kuif(je). Ook al zitten deze apart ingekooid, ze horen geklasseerd in dezelfde klasse.
ONDERWERPEN 2016 Wie Welk ras Welke seciaalclub
KEUREN VAN TRIO S Niet opnieuw Wel aandacht Te vaak nog 3 x 1 dier Meer letten op uniformiteit.
PREDIKAAT U Blijft lastig U is geen I U is niet zeldzaam U is niet normaal U is geen verdienste van de keurmeester 2 soorten U Raadpleeg voorzitter HEP.
AOC Wees alert op wat wel wat niet erkend is Gemak op dit punt is storend Voor de collega Voor de fokker/inzender Voor de organisatie.
VRIJE KLASSE Verplaats je in de schoenen van de inzender Er is geen standaard, dus wees op dat punt creatief Maar besef dat het een ander zijn/haar dier is.
QUIZJE De volgende sheets eerst over het onderwerp van Jan Voets Aansluitend een aantal uit de 100-punten-lijst.
Welke opmerking betreffende het oog komt er op de beoordelingskaart? Wat moet het eindpredicaat worden? a) Ziet niet scherp met linkeroog -> eindpredicaat O, 0 punt b) Oogkleur moet meer oranjerood en pupil in het midden -> eindpredicaat maximaal Voldoende, 90 pnt c) Heeft afwijkende pupil -> eindpredicaat Dis, 0 pnt d) Pupil is niet rond en scherp omlijnd, -> eindpredicaat 2 predicaten lager maximaal G 92 pnt
Welk predikaat? 1. O, 0 punten, niet scherp l-oog 2. V, 90 punten, pupil moet in midden 3. DIS, 0 punten, afwijkende pupil 4. Max G, 92 punten, pupil niet rond en scherp 44% 29% 18% 9% 1. 2. 3. 4.
a) Kam is niet in orde mogelijk beschadigd -> eindpredicaat 2 punten mindering Welke opmerkingen komen er op de beoordelingskaart en wat is het gevolg voor het eindpredicaat? b) Kam toont ziekteverschijnselen, naar ziekenboeg -> Dis 0 punten c) Is niet in juiste tentoonstellingsconditie -> 2 predicaten in mindering maximaal voldoende, 90 pnt d) Let op kam, conditioneren -> 2 punten in mindering
Gevolg eindpredikaat? 1. 2 punten in mindering, kam niet ok 2. DIS, 0 punten, ziekteverschijnselen kam 3. 2 in min, max V, 90 punten, niet in showconditie 4. 2 punten in mindering, kam conditie 0% 64% 28% 8% 1. 2. 3. 4.
a) Is bleek in gezicht -> eindpredicaat 1 of 2 punten mindering Welke opmerkingen komen er op de beoordelingskaart en wat is het gevolg voor het eindpredicaat? b) Kop toont ziekteverschijnselen, naar ziekenboeg -> Dis 0 punten c) Niet in tentoonstellingsconditie -> voldoende, 90 pnt d) Let op kleur gezicht en conditie oog -> 2 punten in mindering
Eindpredikaat? 1. 1 of 2 punten minder, bleek in gezicht 2. DIS, 0 punten, ziekteverschijnselen 3. V, 90 punten, niet in tt-cond 4. 2 punten minder, let op kleur en cond. 100% 0% 0% 0% 1. 2. 3. 4.
Welke opmerkingen komen er op de beoordelingskaart en wat is het gevolg voor het eindpredicaat? Wat is het beste antwoord? a) Voetzool is ontstoken en beschadigd -> eindpredicaat Onvoldoende 0 pnt b) Conditie voetzool moet beter -> eindpredicaat 1 of 2 punten mindering c) Voetzool conditioneren -> eindpredicaat een predicaat in mindering d) Conditie voetzool moet beter -> eindpredicaat nooit meer dan G 92 punten
Gevolg eindpredikaat? 1. O, 0 punten, zool ontstoken 2. Min 1 of 2 punten, voetzool conditie beter 3. 1 predikaat minder, voetzool conditioneren 4. Max G, 92 punten, voetzool conditie beter 81% 10% 0% 10% 1. 2. 3. 4.
Welke opmerkingen komen er op de beoordelingskaart en wat is het gevolg voor het eindpredicaat? a) Pootconditie moet beter -> eindpredicaat een predicaat lager b) Let op pootconditie -> eindpredicaat 1 of 2 punten mindering c) Heeft kalkpoten, ziekenboeg -> Dis 0 pnt d) Heeft iets kalkpoten, conditioneren -> eindpredicaat 1 of 2 punten mindering
Gevolg eindpredikaat? 1. 1 predikaat lager, pootconditie beter 2. 1 of 2 punten minder, let op pootconditie 3. DIS, 0 punten, ziekenboeg 4. 1 of 2 punten minder, iets kalkpoten 97% 3% 0% 0% 1. 2. 3. 4.
Welke opmerkingen komen er op de beoordelingskaart en wat is het gevolg voor het eindpredicaat? a) Pootconditie moet beter -> eindpredicaat een predicaat lager b) Heeft kalkpoten -> eindpredicaat Onvoldoende, 0 pnt c) Let op pootconditie -> eindpredicaat 2 punten mindering d) Poten en tenen moeten beter geconditioneerd -> eindpredicaat maximaal G 92 pnt
Gevolg voor eindpredikaat? 1. 1 predikaat lager, pootconditie beter 2. Kalkpoten: O, 0 punten 3. 2 punten minder: let op pootconditie 4. Max G, 92 punten, beter conditioneren 36% 36% 9% 18% 1. 2. 3. 4.
VERDER MET 100-PUNTENLIJST Ik loop de lijst door, in de vorm van een selectie Is geen standaard, maar uitleg op basis van afspraken op toepassing van de standaard Met aanvullingen van dit congres komt de nieuwe lijst deze zomer naar jullie toe Een groot aantal punten staan wel in de lijst, maar worden niet hier benadrukt Een aantal met behulp van vragen.
KLASSERING, HOEVEEL MOET EEN KEURMEESTER MAXIMAAL KLASSEREN? 1. 3 2. 4 3. 5 4. 6 93% 0% 0% 7% 1. 2. 3. 4.
ALGEMEEN Gedragsregels voor een keurmeester: Als hij op een show keurt en ook zelf dieren instuurt, moet hij zich tijdens het inkooien zo kort mogelijk tussen de kooien begeven Elke gekeurde klas moet hij klasseren: 1e t/m 4e bij 10 dieren van een ras of kleurslag 1e t/m 5e bij 15 dieren van een ras of kleurslag 1e t/m 6e bij 16 dieren van een ras of kleurslag Minimaal predicaat voor klassering is een G Een keurmeester die nooit overleg pleegt met zijn collega s, heeft geen juiste opvatting van zijn taak.
ALGEMEEN VV Verkeerd ingeschreven dieren wel beoordelen. In overleg met de tentoonstellingssecretaris handelen Bij een vermeend niet erkend ras of kleurslag altijd eerst met de HEP jury overleggen alvorens NE op de kaart te vermelden Vorige punt is van belang in verband met AOC en Vrije klasse.
TYPE, ALGEMEEN EN ANATOMISCHE AFWIJKINGEN 5. Een spleetvleugel kan het beste aangetoond worden door het dier aan de poten op de kop te laten hangen en de vleugels te laten hangen. Ontstaat er dan een opening tussen de grote en kleine slagpennen dan is er zonder twijfel sprake van een spleetvleugel.
TYPE, ALGEMEEN VV
TYPE, ALGEMEEN VV 8. Kruisvleugels en steekvleugels dienen naar de ernst van de fout en de stand van het ras bestraft te worden. Bij kleurslagen als witcolumbia zwart getekend valt deze afwijking het duidelijkst op.
TYPE, ALGEMEEN VV 10. Serama s worden anders gekeurd
WELKE PREDIKAAT? 1. Max G, 92 punten 2. Max ZG, 94 punten 3. O, 0 punten 4. V, 90 punten 19% 48% 29% 5% 1. 2. 3. 4.
KOP EN KOPVERSIERSELEN 11. Aan de kamvorm en de vorm van de kamhiel moet veel aandacht besteed worden, evenals de kinlelaanzet. Dwarse vouwen in de kinlellen is een ernstige fout.
WELK PREDIKAAT? 1. O, 0 punten 2. V, 90 punten 3. Max G, 92 punten 4. Max ZG, 94 punten 42% 32% 23% 3% 1. 2. 3. 4.
KOP VV 13. Wit in het gezicht bij jonge dieren van wit orige rassen geldt als een ernstige fout.
KOP VV 14. Iets wit in de oren bij Vechtkrielen niet als een zware fout aanrekenen. Wel in predikaat terugstellen.
KOP VV 18. Steeds extra aandacht geven aan de oogkleur. Zwakke oogkleur duidt op verminderde vitaliteit.
KOP VV 19. Bij gebaarde rassen eerder straffen op onvoldoende baardontwikkeling dan op eventueel aanwezige kleine kinlellen.
KOP VV 20. Als de gezichtsbevedering zo overdadig aanwezig is dat de oorlellen hierdoor grotendeels bedekt worden, dan één punt aftrek, in lichtere gevallen alleen het probleem op de kaart vermelden.
BEVEDERING 30. Hoenders moeten aan beide zijden van het lichaam 10 grote en 14 kleine slagpennen hebben. Hennen hebben 2 x 7 staartstuurveren. Hanen 2 x 6 en 2 grote sikkels. Let op: af en toe komen verkeerd geplaatste extra pennen voor.
BEVEDERING VV 33. Al naar gelang de inplanting van de staart stuurveren niet correct is, moet het dier teruggesteld te worden. Is de gehele staart verkeerd ingeplant, dan het dier uitsluiten van bekroning ( O met 0 punten).
KLEURSLAGEN 36. Blauw: Bij de kleurslag Blauw is de haan in de hals, rug, dek en zadel donkerder. Verder zo egaal mogelijk.
KLEURSLAGEN 37. Blauwpatrijs: Sierbevedering van de haan mag geen groen glans vertonen en de hennen mogen niet egaal blauw zijn (zonder pepering)
TOT VOLGEND JAAR OP 20 EN 21 MEI
BEDANKT VOOR DE AANDACHT. Vragen?