PASEN 2019 Hij & wij Andreaskerk Putten 21 april 2019 8.30 / 10.30 uur
ZINGEN VOOR DE DIENST OTH 88 / ELB 122 1. Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, die galmt door gans Jeruzalem; een heerlijk morgenlicht breekt aan: de Zoon van God is opgestaan! 3. Nu jaag t de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan; wie in geloof op Jezus ziet, die vreest voor dood en duivel niet. 2. Geen graf hield Davids Zoon omkneld, Hij overwon, die sterke Held, Hij steeg uit t graf door eigen kracht, want Hij is God, bekleed met macht! 4. Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan, een leven door zijn dood bereid, een leven in zijn heerlijkheid! OTH 91 / Opw. 44 1. Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft, di e vol ontferming ieder troost en alle schuld vergeeft, die al het aards gebeuren vast in handen heeft. 2. Verdreven is de schaduw van de nacht, en wie Hem wil aanvaarden wordt eens veilig thuisgebracht. Voor Hem geldt ook dit wonder: alles is volbracht. Refr. 3. Hij doet ons dankbaar schouwen in het licht, dat uitstraalt van het kruis dat eens voor ons werd opgericht; en voor ons oog verrijst een heerlijk vergezicht. Refr. Hem zij de glorie, want Hij die overwon zal nooit verlaten wat zijn hand begon. Halleluja, geprezen zij het Lam, dat de schuld der wereld op zich nam.
Mededelingen aansteken paaskaars Gez. 215 1. Christus, onze Heer, verrees, halleluja! Heilge dag na angst en vrees, halleluja! Die verhoogd werd aan het kruis, halleluja, bracht ons in Gods vrijheid thuis, halleluja! 2. Prijst nu Christus in ons lied, halleluja, die in heerlijkheid gebiedt, halleluja, die aanvaardde kruis en graf, halleluja, dat Hij zondaars t leven gaf, halleluja! 3. Maar zijn lijden en zijn strijd, halleluja, heeft verzoening ons bereid, halleluja! Nu is Hij der heemlen Heer, halleluja! Englen juublen Hem ter eer, halleluja! Votum & groet Gebed Opwekking 430 (2 ) Heer, ik prijs uw grote naam. Heel mijn hart wil ik U geven. Want U bent de weg gegaan die mij redding bracht en leven. U daalde neer van uw troon om mens te zijn. Van de stal naar het kruis droeg U mijn pijn. Van het kruis naar het graf. Uit het graf weer opgestaan. Heer, ik prijs uw grote naam. Een kleurrijk paasverhaal Kinderen gaan naar de
Schriftlezing: Lukas 24: 1-11 1Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden. 2 Bij het graf aangekomen, zagen ze echter dat de steen voor het graf was weggerold, 3 en toen ze naar binnen gingen, vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet. 4 Hierdoor raakten ze helemaal van streek. Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen. 5 Ze werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor hun ogen. De mannen zeiden tegen hen: Waarom zoekt u de levende onder de doden? 6 Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt. Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was: 7 de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan. 8 Toen herinnerden ze zich zijn woorden. 9Ze keerden terug van het graf en gingen aan de elf en aan alle anderen vertellen wat er was gebeurd. 10 De vrouwen die het graf bezochten, waren Maria uit Magdala, Johanna, Maria de moeder van Jakobus, en nog enkele andere vrouwen die hen vergezelden. Ze vertelden de apostelen wat er was gebeurd, 11 maar die vonden het maar kletspraat en geloofden hen niet. Gezang 218 1. Ik zeg het allen, dat Hij leeft, dat Hij is opgestaan, dat met zijn Geest Hij ons omgeeft waar wij ook staan of gaan. 3. Nu schijnt ons deze wereld pas der mensen vaderland: een leven dat verborgen was ontvangen we uit zijn hand. 2. Ik zeg het allen, en de mond van allen zegt het voort, tot over t ganse wereldrond de nieuwe morgen gloort. 4. Tenonder ging de sterke dood, tenonder in de vloed; nu straalt ons in het morgenrood zijn toekomst tegemoet. 8. t Is feest, omdat Hij bij ons is, de Heer die eeuwig leeft en die in zijn verrijzenis alles herschapen heeft.
Schriftlezing: Lukas 24: 36-49 36Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: Vrede zij met jullie. 37 Verbijsterd en door angst overmand, meenden ze een geestverschijning te zien. 38 Maar hij zei tegen hen: Waarom zijn jullie zo ontzet en waarom zijn jullie ten prooi aan twijfel? 39Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf! Raak me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat ik heb. 40 Daarna toonde hij hun zijn handen en zijn voeten. 41 Omdat ze het van vreugde nog niet konden geloven en stomverbaasd waren, vroeg hij hun: Hebben jullie hier iets te eten? 42 Ze gaven hem een stuk geroosterde vis. 43 Hij nam het aan en at het voor hun ogen op. 44 Hij zei tegen hen: Toen ik nog bij jullie was, heb ik tegen jullie gezegd dat alles wat in de Wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over mij geschreven staat in vervulling moest gaan. 45 Daarop maakte hij hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften. 46 Hij zei tegen hen: Er staat geschreven dat de messias zal lijden en sterven, maar dat hij op de derde dag zal opstaan uit de dood, 47-48 en dat in zijn naam alle volken opgeroepen zullen worden om tot inkeer te komen, opdat hun zonden worden vergeven. Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen, te beginnen in Jeruzalem. 49 Ik zal ervoor zorgen dat de belofte van mijn Vader aan jullie wordt ingelost. Blijf in de stad tot jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed. Verkondiging: Hij & wij! Opwekking 751 Ik zie het kruis 1) Ik zie het kruis van mijn Verlosser. Ik zie het kruis waaraan Hij stierf. Daar aan dat kruis droeg Hij mijn zonden. Stierf Hij mijn dood, kocht Hij mijn ziel. 2) Ik zie het kruis van mijn Bevrijder. Ik zie het kruis van Golgotha. Die diepe pijn, de weg van lijden. Die weg is Hij voor mij gegaan.
3) Ik zie de dag van overwinning. Ik zie de kracht van Adonai. De dood is toen voorgoed verslagen. Toen Jezus sprak: Het is volbracht! 4) Ik zie het graf van de Messias. Daar in dat graf is Hij gegaan. Maar zie: dat graf is nu verlaten. De Mensenzoon is opgestaan! 5) De spaardoosjes en ons TEAR-Oeganda-project Gebeden Collecte Slotlied: OTH 110: 1, 2 3 1. U zij de glorie, opgestane HEER, U zij de victorie, U zij alle eer! Alle mens lijk lijden hebt Gij ondergaan Om ons te bevrijden tot een nieuw bestaan: U zij de glorie, opgestane HEER, U zij de victorie, U zij alle eer! 2. Licht moge stralen in de duisternis, nieuwe vrede dalen waar geen hoop meer is. Geef ons dan te leven in het nieuwe licht, wil het Woord ons geven dat hier vrede sticht; U zij de glorie, opgestane HEER, U zij de victorie, U zij alle eer!
Zegen 3. Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, die mij heeft genezen, die mij vrede geeft? In zijn godd lijk wezen is mijn glorie groot, niets heb ik te vrezen in leven en dood. U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer. Ds. Werner Gugler Ouderling: Wim van Vliet Organist: Wieger Jan Schaap Lector: F. van den Broek / M. de Vroom Sopraansax: Gea van Damme Altsax: Jolette van de Eijden, Corinne Schmink, Anna Rens Tenorsax: Eva Arendsen Baritonsax: Elly van Geest Koster: H. van Polen / A. van den Bor Beamer: Coen Robbertsen