Pilotstudie GPS-trackers grote sterns van Utopia, Texel 2018

Vergelijkbare documenten
Waardekaarten van: Haisborough, Hammond & Winterton, North Norfolk Sandbanks & Saturn Reef

IMARES Wageningen UR. Waardekaarten Borssele. Karin van der Reijden Rapport C002/15. (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

Visserij-intensiteit in en rondom het Prinses Amalia Wind Park. Marcel Machiels. Wageningen University & Research Rapport C091/17

IMARES Wageningen UR. Banc de Flandres. Marcel Machiels Rapportnummer C (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

Toepassing van videotechnieken bij monitoring glasaal

IMARES Wageningen UR. Waardekaarten Ridens & Récifs. Marcel Machiels. Rapport C073/15. (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

Tetrodotoxine (TTX) in mosselen. Accumulatie experiment verswaterleiding Kijkuit, Yerseke. J.W.M. Wijsman, M. Poelman IMARES Rapport C078/16

Uitvoeringsplan Amelanderzeegat

Bepaling van de larvendynamiek en mossel broedval bij de Noordzeeboerderij ten behoeve van optimalisatie oogstmoment zeewier

Aalonderzoeken Hoogheemraadschap van Delfland: groei en verspreiding van rode aal (Anguilla anguilla)

Bestandsopname van mosselen op mosselkweekpercelen in de Waddenzee in februari 2018

IMARES Wageningen UR. PFOS in waterbodems Schiphol II. M. Hoek-van Nieuwenhuizen Rapportnummer C007/12

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. Rapport Nummer: C052/05

Vergelijking van dag- en nachttrekken met de boomkor in de Nederrijn

Producentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer:

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013

Samenvatting. 1. Wageningen Marine Research (voorheen IMARES)

Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017

Resultaten onderzoek vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen Portiekwoningen Soendalaan-Billitonstraat e.o. te Vlaardingen. Kader

Samenvatting 4. 1 Inleiding 5. 2 Materiaal en Methode Schepen en monsterlocaties Bemonstering Analyse 7.

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg

Migratiepatronen en knelpunten uittrek schieraal Noordzeekanaal en ommelanden

IMARES Wageningen UR. Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november Rapportnummer C140/09 1 van 9

Pilot bruikbaarheid onderwatervideocamera voor de signalering van randeffecten op de onderzoeksvakken van PRODUS dp 3

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Stichting Wageningen Research Centrum voor Visserijonderzoek (CVO)

Aalonderzoeken Hoogheemraadschap van Delfland: groei en verspreiding van rode aal (Anguilla anguilla) 2018

Eilanden en biotische veranderingen in zee. Dr. ir. M.J. Baptist

Gemeente s Hertogenbosch Dhr. J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

IMARES Wageningen UR T.P. Bult Ankerpark AG DEN HELDER. Datum 16 februari 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

N a d e r o n d e r z o e k s t e e n u i l D e G o r s e n E l s h o u t

Platvis in beeld. Stimulans voor netinnovatie in de tongvisserij. Auteurs: P. Molenaar, M. Dammers, J. van Rijn

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep

Broedende grote meeuwen in de gemeente Zedelgem

Nader onderzoek vleermuizen schoolgebouw Anne Franklaan, Montfoort

Broedvogelonderzoek aan Kleine Mantelmeeuwen en Zilvermeeuwen op het Forteiland, IJmuiden, 2011.

Monitoring en Evaluatie Pilot Zandmotor Fase 2 - Datarapport vogels en zeezoogdieren /2015 S. Lagerveld (IMARES)

Effecten van handkokkelvisserij op het kokkelbestand in de Waddenzee

Resultaten telling slaapplaats grutto en andere vogelsoorten 't Broek, Waardenburg

De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna

Aanvullend onderzoek huismussen t Haantje Midden in Rijswijk. Notitie. Juni 2017 P17-087/W1321 Auteur: M.E.Dubbeldam

Nieuwsbrief Kustgenese 2.0

Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen

Veldrapportage vogelwaarnemingen bij drone-opnamen Koehoal-Westhoek

IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies) Effecten MZI locatie Neeltje Jans op nabijgelegen mosselpercelen

De grote stern komt aan land

DE OVERLEVING VAN VISDIEFJES STERNA HIRUNDO: TUSSENTIJDSE RESULTATEN VAN EEN GRONINGS KLEURRINGPROGRAMMA

IMARES Wageningen UR. Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november 2012

BEOORDELING EFFECTEN OPSCHALING EN UITBREIDING WIND- PARK SLUFTER

Productie kweekvis,

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus)

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus GZ s-hertogenbosch

De Bank van Heist en zeehonden

Natura 2000 gebied 7 Noordzeekustzone

Faunaconsult. Tegelseweg GK Belfeld Tel: KvK Limburg BTW nr: NL B01

Eindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG TE VOORHOUT

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Vogelmonitoring Natuurcompensatie Maasvlakte II

Vleermuizenonderzoek Het Bosje te Elst

Meervoudig ruimtegebruik op zee

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen

Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november Rapportnummer C094/08 1 van 8

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep

Kwaliteitsbeoordeling verse schol

Bestandsopname van mosselen op mosselkweekpercelen in de Waddenzee in juni 2018

belangrijke resultaten hieruit voortvloeien. Een vraag die veel gesteld

Scholeksterweekend Ameland 2013

Flora en faunascan Beatrixpark Gemeente Amsterdam

Intensiteit van de visserij op de Noordzee,

Natuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem

Postbus EK Den Haag. Handtekening: Datum: februari 2003

Uitvoering mitigerende maatregelen Ruusbroeckstraat en omgeving

Noordzeedagen. Kennis Beleid Beheer Wind op Zee

K.N.N.V. afd. Vriezenveen

Praktijktest antifouling op touwen

1 Beschrijving van Nutriënten en Geomorfologie. Indicatoren voor selectie van gunstig zeewier locaties.

Barr al Hikman, een wadvogelparadijs in Oman van groot internationaal belang

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Vijf jaar

K.N.N.V. afd. Vriezenveen

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Gendt, Hegsestraat 11

Kommatrace Gebruikershandleiding

Stichting strand in zicht, Voorne Maasvlakte. (Voorheen Stichting zeehonden centrum Voorne) Jaarverslag BSN/RSIN

Visdief en noordse stern

Bemonsteringsplan de Zandmotor

Hogeschool Van Hall Larenstein T.R. Huisman Agora CJ LEEUWARDEN. Datum 15 januari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Vliegroute vleermuizen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Beoordeling van de effectiviteit van een tijdelijke vliegroute voor vleermuizen in juli 2008

Teken: pak ze voor ze jou pakken

Kennisvraag. Methoden. Ministry of EZ Anne Marie Svoboda PO Box EK The Hague

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Grijze zeehond (Halichoerus grypus) H Status. 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994).

Inventarisatie beschermde soorten plangebied De Grift Vlek 17

KAVEL 2 EN 3 FLORA- EN FAUNADOSSIER. Opdrachtgever: O.G.A. periode : versie: : 16 mei Auteur : M. Kuiper

Effectiviteit waterbad verdover bij pluimveeslachterij W. van der Meer en Zonen B.V.

Productie kweekvis,

Transcriptie:

Pilotstudie GPS-trackers grote sterns van Utopia, Texel 2018 Auteur(s): Martin Baptist & Mardik Leopold Wageningen University & Research rapport C095/18

Pilotstudie GPS-trackers grote sterns van Utopia, Texel 2018 Auteur(s): Martin Baptist & Mardik Leopold Publicatiedatum: 19 december 2018 Dit onderzoek is uitgevoerd door Wageningen Marine Research in opdracht van en gefinancierd door het Ministerie van LNV, in het kader van het Beleidsondersteunend onderzoekthema Natuurambitie Grote Wateren in de praktijk met projectnummer BO-11-018.01.005 Wageningen Marine Research Den Helder, december 2018 VERTROUWELIJK Nee Wageningen Marine Research rapport C095/18

Keywords: grote sterns, GPS-tracking, telemetrie, Waddenzee, buitendelta s Opdrachtgever: Ministerie van LNV T.a.v.: Marjan Datema Dit rapport is gratis te downloaden van https://doi.org/10.18174/466161 Wageningen Marine Research verstrekt geen gedrukte exemplaren van dit rapport. Wageningen Marine Research Wageningen UR is ISO 9001:2015 gecertificeerd. 2016 Wageningen Marine Research Wageningen UR Wageningen Marine Research, onderdeel van Stichting Wageningen Research KvK nr. 09098104, IMARES BTW nr. NL 8113.83.696.B16. Code BIC/SWIFT address: RABONL2U IBAN code: NL 73 RABO 0373599285 De Directie van Wageningen Marine Research is niet aansprakelijk voor gevolgschade, noch voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Wageningen Marine Research opdrachtgever vrijwaart Wageningen Marine Research van aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Dit rapport is vervaardigd op verzoek van de opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag weergegeven en/of gepubliceerd worden, gefotokopieerd of op enige andere manier gebruikt worden zonder schriftelijke toestemming van de opdrachtgever. A_4_3_1 V27 2 van 19 Wageningen Marine Research rapport C095/18

Inhoud 1 Inleiding 4 1.1 Onderzoeksvraag 4 1.2 Methode 4 2 Resultaten pilot 2018 7 2.1 Broedsucces 7 2.2 Resultaten GPS tracking 8 2.3 Vervolg van de studie 10 3 Kwaliteitsborging 11 Literatuur 12 Verantwoording 13 Bijlage 1 GPS-tracks 14 Wageningen Marine Research rapport C095/18 3 van 19

1 Inleiding De zeegaten tussen de Waddeneilanden vormen de schakel tussen de Noordzee en de Waddenzee. Veel dieren van de Waddenzee migreren via de zeegaten naar de Noordzee en weer terug. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om jonge platvissen, sommige schelpdieren, garnalen, zeehonden en bruinvissen. In de zeegaten liggen ondiepe zandbanken, daar neergelegd door het in-en uitademen van de Waddenzee met het getij. Deze buitendelta s vormen een bijzondere leefomgeving, met name voor vis, visetende vogels en zeezoogdieren. Er is nog maar weinig bekend over de ecologie van de buitendelta s, terwijl er wel ingrepen in worden gepleegd. Met het oog op het nemen van verantwoorde besluiten wil het Ministerie van LNV inzicht en kennis hebben over de te verwachten ecologische effecten van ingrepen zoals baggeren en zandsuppleties in buitendelta s. In het kader van het BO-onderzoek Natuurambitie Grote Wateren (NAGW) is een meerjarig onderzoek gestart naar de beschermde broedvogel grote stern. Het NAGW-onderzoek spitst zich toe op de vraag waar precies de grote sterns zandspiering, haring en sprot voor hun kuikens vangen. Het onderzoek bestaat uit twee delen: het zenderen van grote sterns en het in kaart brengen van de distributie van zandspiering in buitendelta s. Deze rapportage beschrijft de resultaten van de pilot naar het zenderen van grote sterns in 2018. 1.1 Onderzoeksvraag Nederland is van groot internationaal belang voor de grote stern Thalasseus sandvicensis en een groot deel van de biogeografische populatie broedt in een beperkt aantal kolonies in het Deltagebied en in het Waddengebied. De grote stern is een beschermde soort van Bijlage I artikel 4.1 van de Vogelrichtlijn die in Nederland vertaald is in de Wet Natuurbescherming. Op grond hiervan zijn diverse Natura 2000-gebieden aangewezen voor deze soort, waaronder de Waddenzee. In het Waddengebied en aanliggende Noordzee vinden diverse activiteiten plaats waar beschermde kust- en zeevogels, zoals de grote stern, mogelijk hinder van kunnen ondervinden. Een voorbeeld hiervan zijn zandsuppleties ten behoeve van kustverdediging, die behalve in de vooroever nu ook in de buitendelta s van de eilanden worden uitgeprobeerd. Tijdens de broedperiode foerageren de grote sterns die broeden op de Waddeneilanden en Griend voornamelijk in vooroever en buitendelta's. Zij vliegen heen en weer om hun prooivissen stuk voor stuk naar hun kuiken(s) te brengen. Buitendelta s en ondiepe vooroevers zijn dus van groot belang voor deze soort. In dit onderzoek is de hoofdonderzoeksvraag: 1. Welke specifieke delen van een buitendelta worden door broedende grote sterns benut om te foerageren, en waar liggen de overige foerageergebieden? 1.2 Methode Omdat grote sterns grote afstanden op zee afleggen tijdens het foerageren is het bijzonder lastig om de foerageerlocaties te bestuderen in het veld. Er is daarom gekozen om gebruik te maken van GPStrackers. In 2018 is een pilotstudie uitgevoerd naar het in kaart brengen van de foerageerlocaties van grote sterns. Vijf grote sterns zijn gevangen op hun nest en voorzien van een UvA-BiTS GPS-tracker. Voor deze trackers is gekozen omdat hiermee met hoge nauwkeurigheid hun foerageerlocatie kan worden bepaald. De trackers hebben een functionaliteit om binnen een geografisch afgebakende regio met hoge frequentie GPS-locaties op te slaan. Daarnaast registreren deze trackers ook temperatuur en 4 van 19 Wageningen Marine Research rapport C095/18

versnellingen in drie dimensies, hetgeen gebruikt kan worden om hun foerageerduiken te identificeren. De trackers slaan de data op in het geheugen, dat vervolgens wordt uitgelezen door een ontvangststation dat in de kolonie staat opgesteld. De grote sterns werden gevangen in de broedkolonie Utopia (53.1240 N 4.8955 E) op Texel. Het aantal broedparen in 2014-2017 bedroeg 2.736-7.103. Samen met de broedkolonie Wagejot (53.0895 N, 4.8981 E) wordt het totaal aantal broedparen op Texel in 2014-2017 geschat op 7.022-7.440 (Spaans et al. 2018). In de kolonie Utopia stond een webcam opgesteld (Hikvision DS- 2DE5174-A). Videobeelden met een resolutie van 1280 x 720p werden met 6 fps (frames per second) draadloos verzonden naar, en opgeslagen op, een Network Attached Storage. Beelden van de broedkolonie konden live worden bekeken maar ook achteraf worden afgespeeld. Figuur 1. Het plaatsen van vangkooien in het zicht van de webcam. We vingen de grote sterns aan het eind van de broedperiode op het nest door middel van een vangkooi. De vanglocaties werden gekozen in het zicht van de webcam. Vijf individuen werden uitgerust met een GPS-tracker van UvA-BiTS (type 2CDSe, L:52 x W:22 x H:9 mm). De trackers hadden een gewicht van 7.3, 7.4, 7.4, 7.4 & 7.5 g. We selecteerden sterns zwaarder dan 250 g zodat het gewicht van de trackers niet meer dan 3% van het lichaamsgewicht van de vogels bedroeg. De vogels hadden een gewicht van 259, 263, 268, 274 & 290 g. De trackers werden aangebracht door middel van een permanent, geknoopt harnas bestaande uit ongeveer 50 cm teflon lint (Bally Ribbon Mills 8476-3/16'' - Natural Tubular Teflon) met een binnenzijde van nylondraad 210d/24 en de uiteinden werden afgewerkt met TESA tape. De gezenderde sterns werden tevens voorzien van een stalen ring en een afleesbare kleurring. Eén van de gevangen vogels had al een stalen ring. Voor het vangen en aanbrengen van GPS-trackers is een vergunning voor de Wet op de Proefdieren verkregen. Tabel 1. Nummer van de tracker, kleurring code, stalen ring code en gewicht van de vijf gezenderde grote sterns. Tracker nr. Kleurring code Stalen ring code Gewicht (g) 2415 B-T00 NL4402 274 2414 B-T01 NL4404 259 2420 B-T02 NL4405 263 2416 B-T03 NLA1432434 290 2419 B-T04 NL4410 268 Wageningen Marine Research rapport C095/18 5 van 19

Er werden twaalf controlevogels gevangen en geringd met een gewicht van 234, 239, 239, 239, 241, 241, 242, 250, 258, 258, 260 en 269 g. Omdat (aanvankelijk) de zwaarste vogels een zender kregen, waren deze gemiddeld iets zwaarder dan de controlevogels: gemiddeld wogen de vijf gezenderde vogels 270.8 ± 12.11 gram en de twaalf controle vogels 247.5 ± 11.12 gram (T-test: t=3.70, df=15, P<0.01). De controlevogels werden gevangen om het broedsucces van de gezenderde vogels te bepalen ten opzichte van een ongezenderde referentie. Iedere tracker sloeg GPS posities op met 5 minuten interval tussen 05:00 en 15:00 UTC en met 15 minuten interval na 15:00 UTC tot de volgende ochtend. Een rechthoekig gebied in de zuidelijke Noordzee (coördinaat linksboven 53.5 o N 3.8 o E, coördinaat rechtsonder 52.5 o N 4.8 o E) was geprogrammeerd in de tracker voor het opslaan van hoge resolutie data. Wanneer een stern zich bevond binnen deze rechthoek (geofence) tussen 05:00 and 13:00 UTC werd hoge resolutie data opgeslagen. Dit tijdvenster was zo gekozen dat de accu s van de trackers s ochtends voldoende tijd hadden om op te laden (1,5 uur na zonsopkomst) en dat er s middags voldoende tijd was om een mogelijk leeggelopen accu weer helemaal vol te laden (6,5 uur tot aan zonsondergang). Vanwege het pilotkarakter van de studie werden initieel drie verschillende hoge resolutie programma s toegepast binnen het geofence. Eén tracker was geprogrammeerd om GPS posities op te slaan met 4 s interval, waarbinnen 1 s accelerometer data werd verzameld. Twee trackers werden geprogrammeerd om GPS posities op te slaan met 13 s interval waarbinnen 10 s accelerometer data werd verzameld. En twee andere trackers werden geprogrammeerd om GPS posities op te slaan met 32 s interval waarbinnen 2 series van 10 s accelerometer data werden verzameld. Figuur 2. Met de klok mee van links boven: basisstation voor GPS-trackers, grote stern na aanbrengen tracker, nestmarkering, grote stern met tracker op nest, controlevogel met kleurring (Blauw-T09) en kuiken. 6 van 19 Wageningen Marine Research rapport C095/18

2 Resultaten pilot 2018 2.1 Broedsucces Vogel 2419 is direct na het aanbrengen van de GPS-tracker op 23 mei 2018 in een hoekje van de kolonie gaan staan (visueel waargenomen door Mardik Leopold) en is na enkele uren weggevlogen. Zijn/haar partner heeft nog tot en met 31 mei op het nest gezeten, maar daarna is er één ei in blijven liggen dat niet is uitgekomen. Deze vogel is ruim 2,5 maand later, op 12 augustus 2018, dood gevonden op het strand van Rockanje. De zender is niet teruggevonden en dus zijn er geen zendergegevens bekend van deze vogel. Bij vogel 2416 is de tracker kapot gegaan direct na het aanbrengen. Deze vogel werd waargenomen op het nest zonder dat er trackerdata werden ontvangen. De vogel is opnieuw gevangen op 25 mei 2018 en de tracker is vervangen, waarna de vogel niet meer is gezien op het nest. De vogel is nog wel één keer visueel waargenomen in de kolonie op 6 juni door Mardik Leopold, maar zonder dataoverdracht en dat duidt erop dat ook deze tracker kapot is gegaan. Er is één kuiken waargenomen die bij nest 2416 hoort dat is grootgebracht door de partner van vogel 2416 samen met een adoptieouder. Vogel 2415 verliet na negen dagen, op 31 mei 2018, de kolonie en deze heeft nog één keer een touch and go gemaakt, te weten op 8 juni (de tracker maakte contact met het basisstation, maar te kort om data over te sturen). De partner heeft de nestzorg voortgezet en we zagen één kuiken. Van vogel 2414 hebben we GPS-tracks kunnen volgen tot en met 26 juni. Deze vogel heeft nooit kuikens gevoerd op het nest. Vogel 2414 is een vrouwtje zagen we op 5 juni tijdens copuleren. Vogel 2420 is in de kolonie gebleven tot en met 30 juni. Het nest was goed te zien op de webcam en deze vogel heeft regelmatig vis gevoerd aan één kuiken. De vogel is op 21 september 2018 levend gezien in Boulogne sur Mer, Pas de Calais, Frankrijk, Figuur 2. Figuur 3. Vogel 2420 met kleurring blauw T02 op het strand van Boulogne sur Mer, d.d. 21 september 2018. Foto: Eric Petit-Berghem. Naast vijf vogels met GPS-trackers, een stalen Vogeltrekstationring en een kleurring hebben we 12 controlevogels voorzien van alleen een stalen ring en een kleurring. Alle controlenesten zijn altijd bezet geweest door één of twee sterns. We hebben in 7 van de 12 controlenesten kuikens Wageningen Marine Research rapport C095/18 7 van 19

waargenomen. Van elf van de twaalf controlevogels zijn kleurringen afgelezen in Utopia, een vogel is nooit gezien. Drie vogels zijn ook buiten Utopia waargenomen (peildatum 1 november 2018). Van de vijf vogels met een GPS-tracker zijn er vier in Utopia gezien (de kleurringen) en twee buiten Utopia. Het aantal kuikens van de gezenderde vogels (3 broedsels uit 5 nesten = 60%) kwam overeen met het broedsucces van de controlevogels (7 broedsels uit 12 nesten = 58%) en van de gehele kolonie (2771 broedsels uit 4136 nesten = 67%). 2.2 Resultaten GPS tracking Van de drie gezenderde sterns waar GPS-tracks van zijn vastgelegd zijn zogenaamde heatmaps gemaakt. De heatmaps zijn samengesteld op basis van GPS-locaties die zich boven zee bevinden; rustplaatsen op land, op zandplaten en op boeien in zee zijn verwijderd. De kaarten geven daarmee aan op welke locaties er vliegende sterns zijn geregistreerd. Op de locaties waar sterns relatief langdurig verbleven is met grote waarschijnlijkheid gefoerageerd. De eenheid van een heatmap is een Kernel Density Estimate, een maat voor de kans op voorkomen van een vogel. Rond iedere GPSlocatie is een cirkel met een straal van 500 m toegepast met daarbinnen een kansdichtheidsfunctie (volgens Epanechnikov) met een afnemende kansdichtheid naar de rand. De kansdichtheid neemt cumulatief toe bij meerdere waarnemingen bij elkaar in de buurt. Contourlijnen zijn aangegeven voor de 25% en 50% omhulling voor de totale kansdichtheid. De binnenste contourlijn (25%) van de heatmaps geeft de vlekken waarbinnen de sterns hun belangrijkste foerageergebieden hebben. Het eerste dat opvalt is het gebruik van de Waddenzee onder Vlieland. Dit gebied kent ondiepe geulen in een zandig substraat en is vlakbij de kolonie van Utopia gelegen. Daarnaast wordt er vaak gefoerageerd aan de noordzijde van Vlieland, zowel aan de wadzijde als aan de noordzeezijde. Er wordt ook gefoerageerd in de buitendelta van het Eierlandse Zeegat, maar bijna uitsluitend aan de kant van Vlieland. Daarnaast is ook de noordwestzijde van Terschelling, en de zee tussen Engelschhoek en Terschelling, een foerageerlocatie. Het Amelanderzeegat werd ook een aantal malen bezocht door Texelse sterns. Hier werd vooral vlak ten westen van Ameland en in het noordelijke gedeelte van de buitendelta gefoerageerd. Naast de heatmaps met samengestelde informatie zijn ook losse GPS-tracks van individuele sterns vervaardigd voor verschillende tijdvensters. Deze zijn weergegeven in de Bijlage. De foerageervluchten van de grote sterns strekten zich uit over een groot areaal. Sommigen vlogen heen en weer naar de zuidwestelijke delta van Nederland en een grote stern vloog helemaal naar het Duitse eilandje Minsener Oog. De grote sterns maakten ook lange offshore foerageervluchten boven de Noordzee. Hierbij viel op dat ze rusten op boeien en van hieruit kortere foerageervluchten ondernemen. De afgelegde afstanden waren dus fors, echter uit de resultaten van vogel 2420, die gevolgd kon worden tijdens de periode van het voeren van het kuiken, bleek dat gedurende deze periode de foerageervluchten dichtbij de kolonie werden uitgevoerd. 8 van 19 Wageningen Marine Research rapport C095/18

Figuur 4. Heatmap voor de foerageervluchten van drie grote sterns in Waddenzee en Noordzee. Figuur 5. Heatmap voor de foerageervluchten van drie grote sterns nabij Texel, Vlieland en Terschelling. Wageningen Marine Research rapport C095/18 9 van 19

Figuur 6. Heatmap voor de foerageervluchten van drie grote sterns nabij Terschelling en Ameland. 2.3 Vervolg van de studie De pilotstudie heeft laten zien dat de gebruikte onderzoeksmethode geschikt is om de foerageergebieden van grote sterns te bepalen. De gebruikte instellingen van de trackers leveren gedurende lange tijd GPS-posities in hoge resolutie. Naast GPS data kunnen de trackers ook accelerometer en temperatuurdata verzamelen. Deze informatie kan worden gebruikt om meer gedetailleerde informatie over het gedrag van de dieren te verzamelen, zoals het aantal foerageerduiken. In 2019 zullen 15 individuen worden voorzien van een GPS-tracker om hiermee de foerageerlocaties in de vooroever en buitendelta s nauwkeurig in kaart te brengen. 10 van 19 Wageningen Marine Research rapport C095/18

3 Kwaliteitsborging Wageningen Marine Research beschikt over een ISO 9001:2015 gecertificeerd kwaliteitsmanagementsysteem (certificaatnummer: 187378-2015-AQ-NLD-RvA). Dit certificaat is geldig tot 15 december 2021. De organisatie is gecertificeerd sinds 27 februari 2001. De certificering is uitgevoerd door DNV Certification B.V. Wageningen Marine Research rapport C095/18 11 van 19

Literatuur Spaans B, Leopold M & Plomp M (2018). Bepaling van het aantal nesten en het uitvliegsucces van Grote Sterns op Texel met behulp van een drone. LIMOSA 91 (1): 30-37. 12 van 19 Wageningen Marine Research rapport C095/18

Verantwoording Rapport C095/18 Projectnummer: 4318100200 BO43 18 NAGW Waddengebied Dit rapport is met grote zorgvuldigheid tot stand gekomen. De wetenschappelijke kwaliteit is intern getoetst door een collega-onderzoeker en het verantwoordelijk lid van het managementteam van Wageningen Marine Research. Akkoord: ir. Sander Lagerveld Onderzoeker Handtekening: Datum: 19-12-2018 Akkoord: Drs. J. Asjes Manager Integratie Handtekening: Datum: 19-12-2018 Wageningen Marine Research rapport C095/18 13 van 19

Bijlage 1 GPS-tracks 14 van 19 Wageningen Marine Research rapport C095/18

Wageningen Marine Research rapport C095/18 15 van 19

16 van 19 Wageningen Marine Research rapport C095/18

Wageningen Marine Research rapport C095/18 17 van 19

18 van 19 Wageningen Marine Research rapport C095/18

Wageningen Marine Research T: +31 (0)317 48 09 00 E: marine-research@wur.nl www.wur.nl/marine-research Wageningen Marine Research is the Netherlands research institute established to provide the scientific support that is essential for developing policies and innovation in respect of the marine environment, fishery activities, aquaculture and the maritime sector. Visitors address Ankerpark 27 1781 AG Den Helder Korringaweg 7, 4401 NT Yerseke Haringkade 1, 1976 CP IJmuiden Wageningen University & Research is specialised in the domain of healthy food and living environment. The Wageningen Marine Research vision: To explore the potential of marine nature to improve the quality of life. The Wageningen Marine Research mission To conduct research with the aim of acquiring knowledge and offering advice on the sustainable management and use of marine and coastal areas. Wageningen Marine Research is an independent, leading scientific research institute. Wageningen Marine Research is part of the international knowledge organisation Wageningen UR (University & Research centre). Within Wageningen UR, nine specialised research institutes of Stichting Wageningen Research (a Foundation) have joined forces with Wageningen University to help answer the most important questions in the domain of healthy food and living environment. Wageningen Marine Research rapport C095/18 19 van 19