WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen



Vergelijkbare documenten
WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen

CONCEPT WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen

VERVALLEN AANLEG VAN DRINKWATERINSTALLATIES

WATERWERKBLAD BESCHERMINGEN

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Algemeen

WATERWERKBLAD VERMIJDEN VAN GELUIDHINDER DOOR LEIDINGWATERINSTALLATIES

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Bevestiging van leidingen

CONCEPT WATERWERKBLAD UITVOERING PERSPROEF DATUM: OKT 2014

WATERWERKBLAD LEIDINGWATER-INSTALLATIE BIJ BOOR- EN WINLOCATIES VOOR GAS EN OLIE

WATERWERKBLAD LEIDINGWATERINSTALLATIES IN GEBOUWEN EN INRICHTINGEN VOOR BEHANDELING VAN AFVALWATER

WATERWERKBLAD LEIDINGWATERINSTALLATIES IN LABORATORIA

WATERWERKBLAD LEIDINGWATERINSTALLATIES IN RADIONUCLIDEN LABORATORIA

WATERWERKBLAD LEIDINGWATERINSTALLATIES IN GEBOUWEN EN INRICHTINGEN VOOR BEHANDELING VAN AFVALWATER

BR15.2. Een nieuwe drinkwateraansluiting. De spelregels

CONCEPT WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Algemeen

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in de grond buitenshuis

WATERWERKBLAD. DOORSPOELEN (spuien) EN DESINFECTEREN VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES

WATERWERKBLAD LEIDINGWATERINSTALLATIES BIJ BOOR- EN WINLOCATIES VOOR GAS EN OLIE

WATERWERKBLAD. WARMTAPWATERINSTALLATIES Beveiligingen

2 TECHNISCHE AFBAKENING

WATERWERKBLAD. BRANDBLUSINSTALLATIES Algemeen

WATERWERKBLAD UITVOERING PERSPROEF. Met betrekking tot de persproef is in artikel 2.3 van NEN 1006 (AVWI-2002) het volgende gesteld gesteld:

WATERWERKBLAD TIJDELIJKE LEIDINGWATERINSTALLATIES. Dit werkblad heeft betrekking op de aanleg en beveiliging van tijdelijke leidingwaterinstallaties.

Eisen aan de meterruimte en meterruimte doorvoeren voor hoog- en laagbouw

WATERWERKBLAD LEIDINGWATERINSTALLATIES IN AGRARISCHE BEDRIJVEN

MDIII. Filoform doorvoerdichtingen zijn ontwikkeld voor het perfect gas- en waterdicht afdichten van ondergronds aangebrachte sparingen en doorvoeren.

Pascal van den Heuvel. wetgevend kader voor brandbare afdichtingen bijlage 7 type-oplossingen

CONCEPT WATERWERKBLAD VERMIJDEN VAN GELUIDHINDER DOOR LEIDINGWATERINSTALLATIES DATUM: JULI 2017

HUISAANSLUITINGEN. Aansluiten van laag- en hoogbouw

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Algemeen

Bonfix messing en messing vernikkelde knelfittingen. Technische documentatie

CRITERIA METERRUIMTE A. ALGEMEEN STEDIN-TEKENINGEN WET- EN REGELGEVING. Meterruimte doorvoeren voor hoog- en laagbouw

WATERWERKBLAD. DRUKVERHOGINGINSTALLATIES Algemeen

WATERWERKBLAD. BRANDBLUSINSTALLATIES Automatische sprinklerinstallaties

WATERWERKBLAD. BRANDBLUSINSTALLATIES Algemeen. Met betrekking tot brandblusinstallaties is in artikel 4.5 van NEN 1006 (2015) het volgende gesteld:

Voorschriften voor gecombineerde meterkast in eengezinswoningen

WATERWERKBLAD. BEREKENINGSGRONDSLAGEN en tabellen voor het bepalen van drukverliezen in buizen

NKI leverancier van BonFix

NEN1006 rapportage Inspectie Drinkwaterveiligheid

Topkwaliteit sinds BONFIX messing en messing vernikkelde (sanitaire) knelfittingen. Technische documentatie

Richtlijn voor meterruimten in hoogbouwwoningen met een warmteaansluiting. maximaal 70 meter

Fire Stop Solutions Isolatie Fire Sleeves

3M TM Plastic Pipe Device Brandvertragende manchetten

CRITERIA HUISAANSLUITING

WATERWERKBLAD. BEREKENINGSGRONDSLAGEN Berekening en ontwerpcriteria

CONCEPT WATERWERKBLAD TERMEN EN DEFINITIES DATUM: OKT 2014

Eisen aan uw meterruimte en invoervoorzieningen Informatie voor aanvragers van een Lianderaansluiting

Wanneer Norm voor kabels volgens EN50577? De Europese verordening EN sluit kabels met Isolatiebehoud en/of (resistance to fire) expliciet uit. E

WATERWERKBLAD DEFINITIES DATUM: JAN 2018

CONCEPT WATERWERKBLAD PERSPROEF DATUM: JUNI 2016

a a n s l u i t v o o r w a a r d e n w a r m t e

Ronde installatiebuis

WATERWERKBLAD PERSPROEF DATUM: JAN 2018

CONCEPT WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Bevestiging van leidingen

WATERWERKBLAD. BEREKENINGSGRONDSLAGEN Berekening en ontwerpcriteria

WATERWERKBLAD. BEREKENINGSGRONDSLAGEN Druk, volumestroom en temperatuur voor tappunten en toestellen

Richtlijn meterruimte met warmte- en/of koude levering

WATERWERKBLAD TERMEN EN DEFINITIES circulatiesysteem systeem waarin warm water in een warmtapwaterinstallatie in beweging wordt gehouden

CONCEPT - WATERWERKBLAD. BEREKENINGSGRONDSLAGEN Berekening en ontwerpcriteria

WATERWERKBLAD. WARMTAPWATERINSTALLATIES Beveiligingen

Alles dicht! Met WD systeem muurdoorvoeringen van Arveon B.V. Gas- en waterdicht. Geen buisvervorming. Zeer eenvoudige montage

Aansluitvoorwaarden Warmte of. Warmte en Warm tapwater

Richtlijn Ruimte voor afleverstation IWAS Voorschriften en afmetingen van ruimten voor indirecte afleverstations

Brandwerendheid van stalen ventilatiekanalen zonder brandkleppen voorzien van een steenwol bekleding type Conlit Ductrock

Wervershoof Nieuwbouw 16 appartementen

Richtlijn meterruimte met warmte- en/of koude levering

JAARPRIJSOPGAVE. Brandwerende afdichtingen

Welkom, deze presentatie wordt verzorgd door: Bas van Asten, Remtech Nederland BV Modulaire IT-room oplossingen voor computerruimtes en datacenters

checklist

Aansluitvoorwaarden drinkwater

Richtlijn. Gecombineerde ruimte voor Warmte en Koude Overdrachtstations. Warmte en Koude

PSI Fire Safe afdichtingen

Rookwerendheid van Attema Brandwerende Doorvoer

KOMO Attest K95942/02

CONCEPT WATERWERKBLAD. BRANDBLUSINSTALLATIES Automatische sprinklerinstallaties

Montagehandleiding. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn:

Acceptatienormen voor rioolrenovatie, nieuwe riolering en putten conform NEN 3399:2004. toelaatbaar -alleen

CONCEPT WATERWERKBLAD HYGIËNISCH WERKEN DATUM: JUNI 2016

Aansluitvoorwaarden drinkwater 2004

B maximaal 10mtr. (utiliteitsbouw) richtlijnen voor afmetingen gasmeteropstelling utiliteitsbouw (gespiegeld). Gas max 40m3/u t/m G-25 A A

Aansluitvoorwaarden Drinkwater

WIJZIGINGEN BRANDVEILIGE DOORVOERINGEN

Brandreactie en Brandweerstand HVAC brandwerende isolatie Bijlage 7 KB 12 juni mei 2018, Pascal van den Heuvel

Onderzoek afmetingen leidingkokers en ruimtelijke consequenties

Brabant, Drenthe, Groningen, Limburg, Overijssel

CONCEPT WATERWERKBLAD. BEREKENINGSGRONDSLAGEN Berekening en ontwerpcriteria

Je aftakking op het drinkwaternet

HDA dichtingen - 2-DL pluggen B 1

Aansluitvoorwaarden Stadsverwarming. Purmerend

Je drinkwateraftakking: welke werken doe je vooraf?

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel

Vragenlijst inspectiebezoek archiefruimte.

Je drinkwateraftakking: welke werken doe je vooraf?

VERVALLEN WB 4.4 B. WARMTAPWATERINSTALLATIES igingen WERKBLAD LEIDINGWATERINSTALLATIES VEWIN

Brandwerende ventilatieroosters

1.2 Deze voorwaarden maken deel uit van alle offertes en van overeenkomsten met opdrachtgevers.

situatie schaal 1:1000 kadastrale gemeente Leiden sectie i grond perceel no. 3392

Aansluitvoorwaarden drinkwater

BIJLAGE 7: GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

Transcriptie:

WATERWERKBLAD AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen WB 3.4 DATUM: JUNI 2004 Auteursrechten voorbehouden Met betrekking tot de aanleg van leidingen in gebouwen is in artikel 3.4 van NEN 1006 (AVWI-2002) het volgende gesteld: Herziening van februari 2001 3.4.1 Bij doorvoeringen van leidingen door vloeren en wanden van steen-achtig materiaal, bij aanleg van leidingen op ontoegankelijke (moeilijk bereikbare) plaatsen en bij aanleg van leidingen op plaatsen waar gevaar bestaat voor mechanische beschadigingen, moeten voor het doel geschikte mantelbuizen zijn toegepast. Bij doorvoeringen van leidingen door waterdichte vloeren of wanden moet de mantelbuis waterdicht in de vloer of wand zijn aangebracht en boven de vloer uitsteken. Geveldoorvoeringen moeten waterdicht zijn uitgevoerd. 3.4.2 Leidingen mogen in kruipruimten, leidinggoten, leidingkokers, leidingschachten, verlaagde plafonds e.d. zijn aangebracht, indien reparatie en/of vervanging redelijkerwijze mogelijk is. 3.4.3 In wanden, vloeren en plafonds mogen leidingen zijn weggewerkt als: a) zij liggen in het perceel waarvoor zij dienen; b) gebruikers van andere percelen of andere woningen daar geen overlast van ondervinden. 3.4.4 Dode einden (leidingdelen waar benedenstrooms geen tappunt aanwezig is) zijn niet toegelaten. 1. Titel van de vermelde norm NEN 1006 Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (AVWI-2002) 2. Definities 2.1 Mantelbuis: Een buis waarin achteraf een watervoerende leiding kan worden aangebracht. Een mantelbuis moet tenminste: - chemisch bestendig zijn tegen het omringende milieu; - mechanisch bestand zijn tegen de daarop werkende krachten. 2.2 Ommantelde buis: Een buis die fabrieksmatig is bekleed, of van een (geribde) beschermbuis is voorzien. 3 Leidingen in wanden, vloeren en plafonds 3.1 Drink- en huishoudwaterleidingen, met inbegrip van verbindingen en aftakkingen, mogen in wanden, vloeren en plafonds van beton (ingestort) of steenachtig materiaal worden weggewerkt, mits het materiaal van de bouwkundige constructie het materiaal van de leidingen niet aantast. 3.2 Warmtapwaterleidingen, met inbegrip van verbindingen en aftakkingen, mogen in wanden, vloeren en plafonds van beton (ingestort) of Uitgave Samenwerkende Drinkwaterbedrijven Voor bestellingen zie Werkblad 0

Pagina 2 van 5 WATERWERKBLAD WB 3.4 steenachtig materiaal worden weggewerkt mits de leidingen van een ommanteling zijn voorzien. Bij kunststof buizen is dit niet altijd nodig, de aanwijzingen van de fabrikant moeten worden gevolgd. 3.3 Wanneer fabrieksmatig ommantelde buis wordt toegepast, moet deze volgens de voorschriften van de fabrikant worden aangebracht. 4. Leidingen in ruimten 4.1 Algemeen Met betrekking tot de bevestiging en ondersteuning van leidingen wordt verwezen naar WB 3.6 en met betrekking tot beschermingen van leidingen naar WB 2.5. 4.2 Leidingen in ontoegankelijke ruimten Leidingen in ontoegankelijke ruimten moeten worden aangelegd in een mantelbuis, zodat vervanging mogelijk is en eventuele lekkage via deze mantelbuis wordt gesignaleerd. 4.3 Leidingen in kruipruimten, leidinggoten, leidingkokers en verlaagde plafonds 4.3.1 Leidingen in kruipruimten In kruipruimten mogen leidingen worden aangebracht onder de voorwaarden dat: a. de kruipruimte blijvend toegankelijk is voor inspectie (onderhoud en vervanging door middel van een toegangsopening met afmetingen van ten minste 0,8 x 0,5 m volgens het Bouwbesluit); b. de vrije hoogte van de kruipruimte tenminste 0,7 m is (de kruipruimte moet vrij zijn van obstakels en goed worden geventileerd); c. de leidingen zonodig tegen aantasting worden beschermd; d. er geen kans op bevriezing van de leidingen bestaat. In verband hiermee mogen onder geïsoleerde vloeren alleen leidingen worden gelegd als de leidingen tenminste 50 mm boven de bovenkant van de ventilatie-openingen, of minimaal op een meter afstand van de ventilatie-openingen zijn aangebracht. 4.3.2 Leidingen in leidinggoten Leidingen mogen in leidinggoten worden aangebracht, als deze door toepassing van demontabele vloerplaten of panelen bereikbaar zijn voor inspectie, onderhoud en vervanging. 4.3.3 Leidingen in leidingkokers Leidingen mogen in leidingkokers worden aangebracht als inspectie onderhoud en vervanging mogelijk is. 4.3.4 Leidingen in leidingschachten Leidingen mogen in leidingschachten worden aangebracht als deze ten behoeve van inspectie onderhoud en vervanging, bereikbaar en/of betreedbaar zijn door middel van deuren of demontabele panelen.

Pagina 3 van 5 WATERWERKBLAD WB 3.4 4.3.5 Leidingen in verlaagde plafonds Leidingen mogen in verlaagde plafonds worden aangebracht als inspectie, onderhoud en vervanging mogelijk is. 5. Leidingdoorvoeringen 5.1 Algemeen Bij leidingdoorvoeringen, aanleg op ontoegankelijke plaatsen en op plaatsen waar mechanische beschadiging mogelijk is, moet de leiding overeenkomstig WB 2.5 worden beschermd. 5.2 Vloer- en muurdoorvoeringen a. Bij doorvoeringen van leidingen moet gebruik worden gemaakt van mantelbuizen of ommantelde buizen; b. de doorgevoerde leiding mag niet kunnen worden beschadigd of aangetast; c. bij een waterdichte doorvoering moet ook de mantelbuis, respectievelijk de ommantelde buis, waterdicht zijn opgenomen; d. bij een doorvoering door een vloer of een wand met speciale functie (bijvoorbeeld een brandwerende) moet rekening worden gehouden met ter plaatse geldende eisen; Voor uitvoeringen van doorvoeringen zijn in 7 diverse voorbeelden aangegeven. 6. Dode einden Dode einden zijn in de leidingwaterinstallatie niet toegestaan, zie WB 3.1.

Pagina 4 van 5 WATERWERKBLAD WB 3.4 7. Voorbeelden van vloer- en muurdoorvoeringen 7.1 Vloerdoorvoeringen

Pagina 5 van 5 WATERWERKBLAD WB 3.4 7.2 Waterdichte muurdoorvoeringen