Opleiding CLP voor formulatoren



Vergelijkbare documenten
Publicatieblad van de Europese Unie L 16/1

DEEL 1: GEVARENAANDUIDINGEN ; H-zinnen

Hierbij gaat voor de delegaties document D033652/02 - BIJLAGE.

Overzichtstabel gevaarlijke producten volgens de CLP-verordening Versie 21/04/2015

Betekenis H-zinnen. Gevarenaanduidingen voor materiële gevaren

(Voor de EER relevante tekst) (1) Bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG bevat een lijst van gevaarlijke eigenschappen van afvalstoffen.

De indeling van gevaarlijke stoffen volgens CLP bekeken vanuit SEVESO

CLP-gevarenklassen in relatie met SEVESO

Gevarenaanduidingen (H)

LIJST VAN GEVARENAANDUIDINGEN, AANVULLENDE GEVARENAANDUIDINGEN EN AANVULLENDE ETIKETTERINGSELEMENTEN VOLGENS BIJLAGE III VAN DE CLP-VERORDENING

Gevarenaanduidingen voor materiële gevaren.

3.1 Indeling en etikettering volgens de CLP-verordening

Code Voorzorgsmaatregelen Gevarenklasse Gevarencategorie

De nieuwe etikettering CLP

Het Rebo GHS handboek. Hulp bij de etikettering van chemische stoffen (EU-GHS/CLP) (EG) Nr. 1272/2008.

SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN. Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval

Transport gevaarlijke stoffen

CLP-GHS. Globally Harmonized System of Classification and Labelling of Chemicals

Identificatie gevaarlijke stoffen

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

H228 Ontvlambare vaste stoffen, gevarencategorie 1 en 2

Zo werkt het EU-GHS - etiketteringssysteem. : deze geven duidelijk aan dat er bepaalde gevaren aan de verwerking van het product zijn verbonden.

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

Impact CLP op SEVESO en VLAREM

Aftellen tot Brzo 2015

GHS-CLP. Veiligheid & Milieu

RISICOZINNEN (R-ZINNEN)

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 353/141

H-zinnen en S-zinnen. Inhoud

De klassieke oranje HSID-symbolen vervallen en worden vervangen door de nieuwe GHS/CLP-pictogrammen.

Lijst van gevarenaanduidingen (H - zinnen) Gevarenaanduidingen voor materiële gevaren

H en P zinnen. Lijst van gevarenaanduidingen (H-zinnen)

Zelfontledende stoffen en mengsels, type A Organische peroxiden, type A H241

Fysieke gevaren Waarschuwing Ontvlambaar. Gevaarklasse en - categorie. Oude gevaarpictogram men. Gevaaraanduiding (H-zinnen)

H(azard)- en P(recautionnary)-zinnen

CLP verordening 1272/2008: de gevolgen. Andy D hollander Local Product Expert Benelux

Toepassing CLP-GHS in het onderwijs. Programma

VLAREM-trein 2013 een toelichting

SCHRIFTELIJKE RICHTLIJNEN VOLGENS HET ADR. Te nemen maatregelen in geval van een ongeval of een noodsituatie

Symbool (exploderende bom): zwart; achtergrond: oranje; cijfer 1 in de benedenhoek

Van indeling naar etiket. Mengseldag. 10 april Workshop Etiketteren

Gevaar conform de klasse zonder bijkomend gevaar. Klasse 6.1. Klasse 9. Klasse 3. Klasse 8. Klasse 5.1

Chemische producten In 2010 verandert de etikettering! Synthesedossier

> < Gevaarlijke stoffen. Wat zijn gevaarlijke stoffen?

Hoofdstuk Algemene voorschriften

Vervoer gevaarlijke stoffen en tunnels

Veelgestelde vragen Versie 21/04/2015

cursus meetploegen Herkennen van gevaarlijke stoffen O/Lt Koen Maes Lt Koen Vanderzwalm

2.2 : Niet brandbaar, niet giftig gas.

Algemene informatie over CLP

Veilig werken met gevaarlijke stoffen: H-, P- en EUH-zinnen op veiligheidsinformatiebladen en etiketten

EUROPEES PARLEMENT. Geconsolideerd wetgevingsdocument EP-PE_TC1-COD(2007)0121(PAR14) ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Indelen van gevaarlijke (afval)stoffen. EURAL versus ADR

Klasse 8: Bijtende stoffen

EU-GHS Verordening in vogelvlucht

Klasse 9: Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen

Omgaan met gevaarlijke stoffen

Bijlage 1. Gevaarlijke stoffen

Hoofdstuk 8: Identificatie van gevaarlijke stoffen

Raad van de Europese Unie Brussel, 15 december 2015 (OR. en)

BIJLAGE I VOORSCHRIFTEN VOOR DE INDELING EN ETIKETTERING VAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN MENGSELS

Gevaarlijke stoffen Etikettering

Brussel, 5 juli 2007 (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11497/07 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2007/0121 (COD)

17/ / /

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Beschrijving fabrikant : Wilsor Kunstharsen Tel: Noorderbaan Fax: PR Biddinghuizen info@wilsor.

Vanaf december 2008 is de EU-GHS verordening in werking getreden.

Indelen van stoffen en mengsels volgens CLP

A7-0319/ Voorstel voor een richtlijn (COM(2013)0102 C7-0047/ /0062(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst

Hoofdstuk Etiketteren (grote etiketten) en kenmerken

1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET MENGSEL EN VAN DE VENNOOTSCHAP/ ONDERNEMING

1.2. Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik Gebruik van de stof of het preparaat desinfecteermiddelen

1.3. Details betreffende de verstrekker van het veiligheidsinformatieblad. Classificatie overeenkomstig de EG-richtlijnen 1999/45/EG en 67/548/EWG

HOOFDSTUK 4. ETIKETTERING

Wettelijk verplichte gevaarsetikettering

Gevarenpictogrammen op het etiket volgens EU- GHS (Globally Harmonised System)

Fiche 6 (Observatie): Transport van gevaarlijke producten en signalisatie

-5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Omschrijf de brandklassen. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand.

GHS. Globally Harmonized System. of classification and labeling of chemicals

subklassen compatibiliteitsgroepen ADR 2013 Klasse 1

RUBRIEK 1: Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming

H-zinnen en P-zinnen Inhoud 1 Lijst van gevarenaanduidingen (H-zinnen, Hazard) 2 Lijst van voorzorgsmaatregelen (P-zinnen, Precaution)

1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE ONDERNEMING

Duurzame overheidsopdracht-fiche: basis

1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE ONDERNEMING

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf.

Gedemineraliseerd Water

De Minister van Leefmilieu beslist:

Het wetgevend kader voor aerosols

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Herziene uitgave nr : : Niet brandbaar, niet giftig gas.

Hoofdstuk Etiketteren (grote etiketten) en kenmerken

L3G B.02 - Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen, Bijlage 1. Toepassingsgebied/ondergrenzen en vrijstellingen PGS 15 (versie 2016)

G.H.S. - C.L.P. Globally Harmonised System Classification Labelling Packaging de toepassing van de EG-Verordening 1272/2008

Gevarenkaart nr. 1 Brandbare en oxiderende gassen

Uitgave nummer: 2 Tel. +31 (0) Pagina 1 van 5 Fax: +31 (0) / E. Tacken

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen

EU-GHS: nieuwe regels over etikettering en indelen van gevaarlijke stoffen

Wat betekent EU-GHS voor u?

Chemicaliën op de werkvloer: een nieuw etiketteringssysteem

BIJLAGE. Aanhangsel. bij het voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Transcriptie:

Opleiding CLP voor formulatoren fysische gevaren + relatie met transport Frank Pelgroms BIG 26 mei 2015 frank.pelgroms@big.be

Inhoud 1. Welke fysische gevaren zijn er in CLP? 2. Screeningsprocedures 3. Per fysisch gevaar wordt aangegeven: i. Criteria ii. Omzetting DSD naar CLP (indien mogelijk) iii. Mogelijke problemen iv. Relatie CLP-transport (ADR) 4. Welke andere CLP-gevaren zijn nog relevant voor transport (en vice versa)? 2

Inhoud 1. Ontplofbare stoffen 2. Ontvlambare gassen 3. Ontvlambare aërosolen 4. Oxiderende gassen 5. Gassen onder druk (*) 6. Ontvlambare vloeistoffen 7. Ontvlambare vaste stoffen 8. Zelfontledende stoffen (*) 9. Pyrofore vloeistoffen 10. Pyrofore vaste stoffen 11. Voor zelfverhitting vatbare stoffen (*) 12. In contact met water: ontvlambare gassen (*) 13. Oxiderende vloeistoffen 14. Oxiderende vaste stoffen 15. Organische peroxiden 16. Bijtend voor metalen (*) (*): nieuw in CLP 3

Inhoud 1. Er zijn veel meer fysische gevaren in CLP dan gedefinieerd binnen DSD. 2. Voor fysische gevaren van mengsels dient meestal het mengsel in z n geheel getest te worden. 3. De 1 op 1 omzetting van DSD naar CLP is dus zo goed als altijd bijna onmogelijk. 4. Tabel 1.1 van Bijlage VII (minimumclassificatie!): 4

luik fysische gevaren/transport 21/06/2011 5

4 de ATP CLP 4 de ATP: 1. Inhoudelijke aanpassingen 2. Deadlines: 1. Zuivere stoffen: 1/12/2014 2. Mengsels: 1/06/2015 6

Overzicht gevaarsklassen vervoer 13 Gevaarsklassen Klasse 1 Ontplofbare stoffen en voorwerpen gesloten klasse Klasse 2 Gassen open klasse Klasse 3 Brandbare vloeistoffen open klasse Klasse 4.1 Brandbare vaste stoffen, zelfontledende stoffen, vaste ontplofbare (niet expl) open klasse Klasse 4.2 Voor zelfontbranding vatbare stoffen open klasse Klasse 4.3 Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen open klasse Klasse 5.1 Brandbevorderende stoffen open klasse Klasse 5.2 Organische peroxiden open klasse Klasse 6.1 Giftige stoffen open klasse Klasse 6.2 Besmettelijke stoffen open klasse Klasse 7 Radioactieve stoffen gesloten klasse Klasse 8 Corrosieve stoffen open klasse Klasse 9 Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen open klasse 7

UN-RTDG, MTC: Screening procedures United Nations Recommendations on the Transport of Dangerous Goods, Manual of Tests and Criteria Aanvulling op de Model Regulations (Orange Book) en GHS (Purple Book) waarin criteria, testmethodes en procedures opgesomd staan om gevaarlijke goederen in te delen 5 de editie (2009) Appendix 6: Screening procedures Deze voorspellen wanneer het niet nodig is een bepaalde test uit te voeren aangezien het resultaat toch negatief zou zijn 8

Voor welke gevaren: Screening procedures Explosieven Ontvlambare vloeistoffen Zelfontledende stoffen Spontaan ontvlambare stoffen Stoffen die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen Oxiderende stoffen Organische peroxiden 9

Vast/vloeistof/gas? 10

1. Ontplofbare stoffen (Unst. Expl. en Expl.) 11

Criteria voor ontplofbare stoffen 2 gevarenklassen: Instabiele ontplofbare stoffen (Unst. Expl.) Niet instabiele ontplofbare stoffen (Expl.) Onderverdeeld in 6 subcategorieën (cfr RTDG) 12

Criteria voor ontplofbare stoffen Niet instabiele ontplofbare stoffen subklasse 1.1 gevaar voor massa-explosie subklasse 1.2 gevaar voor scherfwerking zonder massa-explosie subklasse 1.3 gevaar voor brand gering gevaar voor luchtdrukwerking of scherfwerking of beide zonder gevaar voor massa-explosie bij verbranding aanzienlijke warmtestraling of die één voor één uitbranden, waarbij gering luchtdruk of scherfwerking of beide optreden 13

Criteria voor ontplofbare stoffen Niet instabiele ontplofbare stoffen subklasse 1.4 gering gevaar bij ontsteking of inleiding gevolgen hoofdzakelijk beperkt tot de verpakking geen (omvangrijke) scherfwerking brand van buitenaf mag niet leiden tot directe ontploffing van de gehele inhoud van de verpakking subklasse 1.5 zeer weinig gevoelige stoffen met gevaar voor massa-explosie onder normale omstandigheden zeer geringe kans op inleiding of op de overgang van brand naar detonatie 14

Criteria voor ontplofbare stoffen Niet instabiele ontplofbare stoffen subklasse 1.6 extreem weinig gevoelige stoffen zonder gevaar voor massa-explosie of verwaarloosbare kans op een onbedoelde inleiding of voortplanting Opmerking: ongevoelig gemaakte (gedesensibiliseerd) ontplofbare stoffen (bv door menging met water of alcohol) kunnen voor de indeling anders worden behandeld en in andere gevarenklassen worden ingedeeld (bv. klasse 4.1: UN3380) 15

Etiketteringselementen voor ontplofbare stoffen Indeling Unst. Expl. Expl 1.1 Expl 1.2 Expl 1.3 Expl 1.4 GHS-pictogram Signaalwoord Gevaar Gevaar Gevaar Gevaar Waarschuwing Gevarenaanduiding H200: Instabiele ontplofbare stof H201: Ontplofbaar; gevaar voor massaexpl. H202: Ontplofbaar; ernstig gevaar voor scherfwerking H203: Ontplofbaar; gevaar voor brand, luchtdruk- of scherfwerking H204: Gevaar voor brand, of scherfwerking Voorzorgsmaatregelen i.v.m. preventie Voorzorgsmaatregelen i.v.m. reactie Voorzorgsmaatregelen i.v.m. opslag Voorz.maatregelen i.v.m. verwijdering P201-202-280 P210-230-240-250- 280 P210-230-240-250- 280 P372-373-380 P372-373-P370+380 P372-373- P370+380 P210-230-240-250- 280 P372-373-P370+380 P401 P401 P401 P401 P401 P501 P501 P501 P501 P501 P210-240-250-280 P372-373-P370+380 16

Etiketteringselementen voor ontplofbare stoffen Indeling Expl 1.5 Expl 1.6 GHS-pictogram Signaalwoord Gevaar geen Gevarenaanduiding H205: gevaar voor massa-explosie bij brand Voorzorgsmaatregelen i.v.m. preventie P210-230-240-250-280 geen Voorzorgsmaatregelen i.v.m. reactie Voorzorgsmaatregelen i.v.m. opslag Voorz.maatregelen i.v.m. verwijdering P372-373- P370+380 P401 P501 17

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? DSD CLP Problemen? R2 R3 R1 Geen directe omzetting mogelijk EUH001 In droge toestand ontplofbaar Zelfde testcriteria ADR = zelfde indeling R4 en R5 vervallen H240? R6 R44 EUH006 Ontplofbaar met en zonder lucht (geschrapt in de 4 de ATP) EUH044 Ontploffingsgevaar door verwarming in afgesloten toestand Voor onstabiele gassen (Annex VI: acetyleen), zie verder bij ontvlambare gassen 18

Relatie CLP-ADR? CLP Instabiel ontplofbaar ADR Niet toegelaten tot vervoer Subklasse 1.1 Subklasse 1.1 Subklasse 1.2 Subklasse 1.2 Subklasse 1.3 Subklasse 1.3 Subklasse 1.4 Subklasse 1.4 Subklasse 1.5 Subklasse 1.5 Subklasse 1.6 Subklasse 1.6 (niet onderworpen) 19

Screeningprocedure Acceptatieprocedure voor explosieven niet uitvoeren als: Er geen chemische groepen voorkomen die gelinkt worden aan explosieve eigenschappen: 20

Screeningprocedure Acceptatieprocedure voor explosieven niet uitvoeren als: Er chemische groepen die zuurstof bevatten voorkomen die gelinkt worden aan explosieve eigenschappen maar de zuurstofbalans is kleiner dan -200: 21

Screeningprocedure Acceptatieprocedure voor explosieven niet uitvoeren als: Er chemische groepen voorkomen die gelinkt worden aan explosieve eigenschappen maar de exotherme decompositie-energie is lager dan 500 J/g en het begin van de exotherme decompositie is lager dan 500 C. Voor mengsels van anorganische oxidantia van klasse 5.1 met organische stoffen, als de concentratie van het anorganisch oxidantia: i. lager is dan 15 % (5.1 PG I of II) ii. lager is dan 30% (5.1 PG III) 22

2. Ontvlambare gassen (Flam. Gas) 23

Criteria voor ontvlambare gassen Categorie Criteria 1 Gassen die bij 20 C en een standaarddruk van 1013 hpa: i. ontvlambaar zijn wanneer zij 13 volumepercent of minder uitmaken van een mengsel met lucht of ii. een ontvlambaarheidsinterval met lucht hebben van ten minste 12 procentpunt ongeacht de ondergrens van het ontvlambaarheidsinterval 2 Gassen, met uitzondering van gassen van categorie 1, die bij 20 C en een standaarddruk van 101.3 kpa een ontvlambaarheidsinterval hebben wanneer zij gemengd zijn met lucht 24

Berekeningsmethode ontvlambaar gas 25

Berekeningsmethode ontvlambaar gas 26

Etiketteringselementen voor ontvlambare gassen Indeling Categorie 1 Categorie 2 GHS-pictogram Geen pictogram Signaalwoord Gevaar Waarschuwing Gevarenaanduiding Voorzorgsmaatregelen i.v.m. preventie Voorzorgsmaatregelen i.v.m. reactie Voorzorgsmaatregelen i.v.m. opslag Voorzorgsmaatregelen i.v.m. verwijdering H220; zeer licht ontvlambaar gas P210 P377 P381 P403 H221; ontvlambaar gas P210 P377 P381 P403 27

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? DSD CLP Problemen? F+; R12 Geen directe omzetting mogelijk wegens geen onderverdeling in DSD 28

Relatie CLP-ADR? CLP ADR Cat 1 Cat 2 Alle gassen met F in classificatiecode klasse 2 Bestaat niet in ADR 29

4 de ATP Introductie chemisch instabiel gas : Een chemisch onstabiel gas is een ontvlambaar gas dat explosief kan reageren, zelfs zonder zuurstof of lucht. Testcriteria: UN RTDG, MTC (Deel III) Indien een gas(mengsel) niet ontvlambaar is dient de instabiliteit niet getest te worden! 30

4 de ATP Introductie chemisch instabiel gas : Een ontvlambaar gas dat ook chemisch onstabiel is moet bijkomend ingedeeld worden in één van onderstaande categorieën: 31

4 de ATP 32

3. Aërosolen (Aerosol) 33

Definitie aërosol Onder aerosolen, d.w.z. spuitbussen, worden verstaan nietnavulbare houders van metaal, glas of kunststof die een samengeperst, vloeibaar gemaakt of onder druk opgelost gas bevatten, al dan niet met een vloeistof, pasta of poeder, en voorzien zijn van een afgiftesysteem waarmee de inhoud als vaste of vloeibare deeltjes in suspensie in een gas dan wel als schuim, pasta, poeder, vloeistof of gas kan worden vrijgegeven. 34

Definitie aërosol Aërosolen komen in aanmerking voor indeling als ontvlambaar indien zij een bestanddeel bevatten dat overeenkomstig de criteria als ontvlambaar is ingedeeld, dat wil zeggen: vloeistoffen waarvan het vlampunt niet hoger is dan 93 C; ontvlambare gassen; ontvlambare vaste stoffen. Noot: Onder ontvlambare bestanddelen worden niet verstaan pyrofore, voor zelfverhitting vatbare of met water reagerende stoffen en mengsels, omdat dergelijke bestanddelen nooit in aërosolen worden gebruikt. 35

36

37

Sprayaërosol 2 2 38

4 de ATP 39

4 de ATP Introductie categorie 3 voor niet-ontvlambare aërosolen Introductie nieuwe H-zin (H229) voor alle aërosolen: Houder onder druk: kan openbarsten bij verhitting 40

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? DSD CLP Problemen? Niet gedefinieerd Aerosol 1 tenzij anders bewezen volgens ontvlambaarheidsclassificatieprocedures 41

Relatie CLP-ADR? CLP ADR Cat 1 Cat 2 Komt overeen met F in classificatiecode UN1950 Geen onderscheid tussen schuimen sprayaerosol 42

4. Oxiderende gassen (Ox. Gas) 43

Categorie Criteria voor oxiderende gassen Criteria 1 Een gas dat, gewoonlijk door het afstaan van zuurstof, de verbranding van een ander materiaal in grotere mate veroorzaakt of bevordert dan lucht. = gassen met oxiderende kracht groter dan 23.5% 44

Berekenen Oxidising Power (OP) (ISO 10156) 45

Etiketteringselementen voor oxiderende gassen Indeling Categorie 1 GHS-pictogram Signaalwoord Gevarenaanduiding Voorzorgsmaatregelen i.v.m. preventie Voorzorgsmaatregelen i.v.m. reactie Gevaar H270; Kan brand veroorzaken of bevorderen; oxiderend P220 P244 P370 + P376 Voorzorgsmaatregelen i.v.m. opslag P403 Voorzorgsmaatregelen i.v.m. verwijdering 46

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? DSD CLP O; R8 Ox. Gas cat 1; H270 47

Relatie CLP-ADR? CLP ADR Ox. Gas cat 1; H270 Klasse 2, subklasse 5.1 (classificatiecode bevat O) 48

5. Gassen onder druk (Press. Gas) 49

Definitie gas onder druk Onder gassen onder druk worden verstaan gassen die zich bij een druk van 200 kpa (overdruk) of meer in een houder bevinden, of die een vloeibaar of een vloeibaar en sterk gekoeld gas zijn. Hieronder vallen samengeperste, vloeibare, opgeloste en sterk gekoelde vloeibare gassen. 50

Indelingscriteria voor gassen onder druk Gassen worden op basis van hun fysische toestand in de verpakking in één van de vier groepen ingedeeld: Samengeperst gas Vloeibaar gemaakt gas (vloeibaar, onder druk) Sterk gekoeld vloeibaar gas Opgelost gas 51

Indelingscriteria voor gassen onder druk Groep Samengeperst gas Vloeibaar gemaakt gas Sterk gekoeld vloeibaar gas Opgelost gas Criteria Gas dat, wanneer onder druk verpakt, volledig gasvormig is bij -50 C (inclusief alle gassen met een kritische temperatuur van -50 C). Gas dat, wanneer onder druk verpakt, gedeeltelijk vloeibaar is bij temp. hoger dan -50 C. Verschil tussen: Bij hoge druk vloeibare gassen: kritische temperatuur tussen -50 C en +65 C Bij lage druk vloeibare gassen: kritische temperatuur van meer dan +65 C. Gas dat, wanneer het verpakt is, door z n lage temperatuur gedeeltelijk vloeibaar gemaakt wordt Gas dat, wanneer het onder druk verpakt is, opgelost is in een oplosmiddel in de vloeistoffase. 52

Etiketteringselementen voor gassen onder druk GHS-pictogram Indeling Samengeperst gas Vloeibaar gemaakt gas Sterk gekoeld vloeibaar gas Opgelost gas Signaalwoord Waarschuwing Waarschuwing Waarschuwing Waarschuwing Gevarenaanduiding H280; bevat gas onder druk. Kan ontploffen bij verwarming H280; bevat gas onder druk. Kan ontploffen bij verwarming. H281; bevat sterk gekoeld gas. Kan cryogene brandwonden of letsel veroorzaken H280; bevat gas onder druk. Kan ontploffen bij verwarming Voorzorgsmaatregelen i.v.m. preventie P282 Voorzorgsmaatregelen i.v.m. reactie P336 P315 Voorzorgsmaatregelen i.v.m. opslag P410 P403 P410 P403 P403 P410 P403 Voorzorgsmaatregelen i.v.m. verwijdering 53

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? DSD CLP Problemen? Niet gedefinieerd Pres. Gas; H280 of H281 54

2 de ATP CLP Pictogram GHS04 (gasfles) is niet vereist voor gassen onder druk die voorzien zijn van pictogram GHS02 (vlam) of pictogram GHS06 (doodshoofd). Dus wél nog in alle andere gevallen! Overgangstermijn: Zuivere stoffen: 01/12/2012 Mengsels: 01/06/2015 55

Relatie CLP-ADR? CLP ADR Samengeperst gas 1 in classificatiecode klasse 2 Vloeibaar gemaakt gas 2 in classificatiecode klasse 2 Sterk gekoeld vloeibaar gas 3 in classificatiecode klasse 2 Opgelost gas 4 in classificatiecode klasse 2 ADR 2015: geadsorbeerd gas (heeft geen tegenhanger in CLP!) 56

6. Ontvlambare vloeistoffen (Flam. Liq.) 57

Indelingscriteria voor ontvlambare vloeistoffen 58

Etiketteringselementen voor ontvlambare vloeistoffen 59

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? DSD CLP Problemen? F+; R12 Flam. Liq. 1; H224 Vlampunt wijzigt (0 C naar 23 C) F; R11 Flam. Liq. 2; H225 Vlampunt wijzigt (21 C naar 23 C) R10 Flam. Liq. 3; H226 Vlampunt wijzigt (21 C naar 23 C en 55 C naar 60 C) R18 EUH018 EUH209 EUH209A Weinig voorkomend + geen directe omzetting mogelijk 60

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? 61

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? 62

Relatie CLP-ADR? CLP ADR Flam. Liq. 1 Flam. Liq. 2 Flam. Liq. 3 Klasse 3, PG I Klasse 3, PG II Klasse 3, PG III 63

Screeningprocedure Bij mengsels die bekende ontvlambare vloeistoffen bevatten in vastgestelde concentraties (hoewel zij ook niet-vluchtige bestanddelen, zoals polymeren of additieven kunnen bevatten) behoeft het vlampunt niet proefondervindelijk te worden bepaald als het volgens de methode in punt 2.6.4.3 berekende vlampunt van het mengsel ten minste 5 C hoger ligt dan dat van het desbetreffende indelingscriterium (23 C respectievelijk 60 C), en mits: 64

Screeningprocedure a) de precieze samenstelling van het mengsel bekend is (als het materiaal een gespecificeerd samenstellingsbereik heeft, wordt de samenstelling met het laagste berekende vlampunt voor de beoordeling gebruikt); b) de onderste ontploffingsgrens van elk bestanddeel bekend is (wanneer deze gegevens worden geëxtrapoleerd naar andere temperaturen dan de testomstandigheden, vindt passende correlatie plaats) alsmede een methode voor de berekening van de onderste ontploffingsgrens van het mengsel; c) de temperatuursafhankelijkheid van de verzadigde dampspanning en van de activiteitscoëfficiënt voor elk bestanddeel van het mengsel bekend is; d) de vloeistoffase homogeen is. 65

Screeningprocedure 2.6.4.3: één geschikte methode staat beschreven in Gmehling and Rasmussen (Ind. Eng. Fundament, 21, 186, (1982)). Voor een mengsel dat niet-vluchtige bestanddelen bevat, wordt het vlampunt berekend op grond van de vluchtige bestanddelen. Niet-vluchtige bestanddelen worden geacht de partiële druk van de oplosmiddelen slechts licht te verlagen, en het berekende vlampunt ligt dan ook slechts iets onder de gemeten waarde. 66

7. Ontvlambare vaste stoffen (Flam. Sol.) 67

Definities Ontvlambare vaste stoffen: gemakkelijk brandbaar door wrijving brand kunnen veroorzaken of bevorderen Gemakkelijk brandbare vaste stoffen: poeders, korrels of pasta s die gemakkelijk ontsteken door kortstondig contact met een ontstekingsbron. 68

Indelingscriteria voor ontvlambare vaste stoffen Indeling in 2 categorieën Criteria volgens testen UN transport 69

Indelingscriteria voor ontvlambare vaste stoffen Belangrijk: de test uitvoeren op de stof zoals ze gebruikt/vervoerd wordt (deeltjesgrootte!!!) 70

Etiketteringselementen ontvlambare vaste stoffen 71

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? DSD CLP Problemen? F; R11 Flam. Sol. 1 of 2 Zijn de vroegere R-zinnen ivm brandbaarheid (R10/R11) wel correct? Met andere woorden: is de stof niet reactief/explosief/? 72

Relatie CLP-ADR? CLP ADR Flam. Sol. 1 Flam. Sol. 2 Klasse 4.1, PG II Klasse 4.1, PG III 73

8. Zelfontledende stoffen en mengsels (Self-react.) 74

Definities Thermisch instabiele stoffen die, ook zonder aanwezigheid van zuurstof (lucht), sterk exotherm kunnen ontleden Vallen niet onder deze gevarencategorie: ontplofbare stoffen organische peroxiden of oxiderende stoffen Zelfontledende stoffen die bij proeven detoneren, snel explosief ontbranden of bij verwarming onder opsluiting een heftige reactie vertonen, worden ingedeeld als ontplofbare stoffen 75

Indeling van zelfontledende stoffen Onderverdeeld in 7 categorieën: Van A tot en met G A gevaarlijkste - G minst gevaarlijke Volgens testen cfr RTDG 76

Indelingscriteria voor zelfontledende stoffen Type A kunnen in de verpakking snel detoneren of snel explosief verbranden Type B hebben explosieve eigenschappen maar niet detoneren of snel explosief verbranden IN de verpakking maar wel o.i.v warmte kunnen ontploffen IN de verpakking Type C met explosieve eigenschappen die NIET voldoen aan de criteria voor type B Type D gedeeltelijk detoneren, niet snel explosief verbranden en bij verwarming onder opsluiting geen heftige reactie vertonen of niet detoneren, langzaam explosief verbranden en bij verwarming onder opsluiting geen heftige reactie vertonen of niet detoneren en niet explosief verbranden en bij verwarming onder opsluiting een matige reactie vertonen 77

Indelingscriteria voor zelfontledende stoffen Type E die helemaal niet detoneren of explosief verbranden en bij verwarming onder opsluiting een geringe of geen reactie vertonen Type F die niet onder invloed van cavitatie detoneren, helemaal niet explosief verbranden en bij verwarming onder opsluiting een geringe of geen reactie vertonen en een gering of geen explosief vermogen bezitten. Thermisch instabiele mengsels of wanneer een verdunningsmiddel met kookpunt < 150 C wordt gebruikt Type G die niet voldoen aan de criteria van type F en geen explosieve eigenschappen bezitten en die thermisch stabiel zijn d.w.z. SADT tussen 60/75 C (verpakking 50 kg) en voor vloeibare mengsels een verdunningsmiddel met kookpunt >=150 C wordt gebruikt voor desensibilisatie 78

Etiketteringselementen voor zelfontledende stoffen Indeling Type A Type B Type C + D Type E + F Type G GHS-pictogram Signaalwoord Gevaar Gevaar Gevaar Waarschuwing Gevarenaanduiding H240: Ontploffingsgevaar bij verwarming Voorzorgsmaatregelen i.v.m. preventie Voorzorgsmaatregelen i.v.m. reactie Voorzorgsmaatregelen i.v.m. opslag Voorzorgsmaatregelen i.v.m. verwijdering P210-220-234-280 P370+378 P370+380+375 P403+235 P411-420 H241: Brand- of ontploffings-gevaar bij verwarming P210-220-234-280 P370+378 P370+380+375 P403+235 P411-420 H242: Brandgevaar bij verwarming P210-220-234-280 H242: Brandgevaar bij verwarming P210-220-234-280 P370+378 P370+378 P403+235 P411-420 P501 P501 P501 P501 P403+235 P411-420 79

Bepaling SADT SADT = Self-Accelerating Decomposition Temperature (laagste temperatuur waarbij de zichzelf versnellende ontbinding plaatsvindt in de verpakking zoals ze vervoerd, gebruikt en gestockeerd wordt). Zelfontledende stoffen worden aan temperatuurregeling onderworpen als hun SADT 55 C of lager is. Deel II, afdeling 28, van de UN RTDG-MTC bevat testmethoden voor het bepalen van de SADT en het afleiden van de controletemperatuur en de kritieke temperatuur. Er is geen relatie tussen de SADT en de indeling in categorieën A- G. 80

Bepaling SADT 81

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? DSD CLP Problemen? Niet gedefinieerd Self-react. A/B/C/D/E/F/G Eventueel R2/3/10/11/17/... 82

Relatie CLP-ADR? CLP Self-react. A Self-react. B Self-react. C Self-react. D Self-react. E Self-react. F ADR Klasse 4.1, SR, type A (mag niet vervoerd worden in de verpakking waarin het getest werd) Klasse 4.1, SR, type B Klasse 4.1, SR, type C Klasse 4.1, SR, type D Klasse 4.1, SR, type E Klasse 4.1, SR, type F Self-react. G Klasse 4.1, SR, type G (niet onderworpen aan 4.1) 83

Screeningprocedure Classificatieprocedure voor zelfontledende stoffen niet uitvoeren als: * Er geen chemische groepen voorkomen die gelinkt worden aan explosieve en/of zelfontledende eigenschappen: 84

Screeningprocedure Classificatieprocedure voor zelfontledende stoffen niet uitvoeren als: De geschatte SADT hoger is dan 75 C of de exotherme decompositieenergie is lager dan 300 J/g. 85

9. Pyrofore vloeistoffen (Pyr. Liq.) 86

Definitie + indelingscriteria pyrofore vloeistof Definitie: pyrofore vloeistof = vloeibare stof die bij blootstelling aan de lucht, zelfs in kleine hoeveelheden, binnen vijf minuten ontbrandt. Indelingscriteria: 1 categorie (volgens UN-MTC) 87

Etiketteringsgegevens voor pyrofore vloeistoffen 88

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? DSD CLP R17 Pyr. Liq. 1 89

Relatie CLP-ADR? CLP ADR Pyr. Liq. 1 Klasse 4.2, PG I 90

Screeningprocedure Classificatieprocedure niet uitvoeren als uit ervaring (productie en/of omgang) blijkt dat de stof niet spontaan ontvlamt bij contact met de lucht bij normale omgevingstemperatuur (lees: stof is stabiel bij kamertemperatuur en dat gedurende verschillende dagen) 91

10. Pyrofore vaste stoffen (Pyr. Sol.) 92

Definitie + indelingscriteria pyrofore vaste stof Definitie: pyrofore vaste stoffen zijn vaste stoffen die bij blootstelling aan de lucht, zelfs in kleine hoeveelheden, binnen vijf minuten ontbranden. Indelingscriteria: 1 categorie (volgens UN-MTC) Belangrijk: De test uitvoeren op de stof zoals ze gebruikt/vervoerd wordt (deeltjesgrootte!!!) Testen valt weg indien uit ervaring blijkt dat stof bij kamertemperatuur verschillende dagen stabiel is. 93

Etiketteringsgegevens voor pyrofore vaste stoffen 94

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? DSD CLP R17 Pyr. Sol. 1 95

Relatie CLP-ADR? CLP ADR Pyr. Sol. 1 Klasse 4.2, PG I 96

11. Voor zelfverhitting vatbare stoffen en mengsels (Self-heat.) 97

Definitie Stoffen die bij blootstelling aan de lucht, zonder toevoer van energie, voor zelfverhitting vatbaar zijn (uitgezonderd pyrofore stoffen). Verschil met pyrofore stoffen: deze zelfverhittende stoffen ontbranden slechts in grote hoeveelheden (verschillende kg) en na langdurige tijdsduur (uren of dagen) De zelfverhitting wordt veroorzaakt door de warmte die ontstaat bij de reactie met zuurstof (in de lucht), waarbij de ontwikkelde warmte niet snel genoeg kan afgevoerd worden naar de omgeving (m.a.w. snelheid van warmteproductie > snelheid van warmteafvoer) en de zelfontbrandingstemperatuur wordt bereikt. 98

Indelingscriteria voor zelfverhitting vatbare stoffen/mengsels Indeling in 2 subcategorieën volgens testen cfr RTDG: Categorie 1 Een positief resultaat wordt bekomen met een kubusvormig monster met een ribbe van 25 mm bij 140 C Categorie 2 Een positief resultaat wordt bekomen met een kubusvormig monster met een ribbe van 100 mm bij 140 C (= cat 1) én Een negatief resultaat wordt bekomen met een kubusvormig monster met een ribbe van 25 mm bij 140 C én De stof wordt verpakt in verpakkingen van meer dan 3m³ 99

Indelingscriteria voor zelfverhitting vatbare stoffen/mengsels OF Een positief resultaat wordt bekomen met een kubusvormig monster met een ribbe van 100 mm bij 140 C én Een negatief resultaat wordt bekomen met een kubusvormig monster met een ribbe van 25 mm bij 140 C én Een positief resultaat wordt bekomen met een kubusvormig monster met een ribbe van 100 mm bij 120 C én De stof zal worden verpakt in verpakkingen van meer dan 450 liter 100

Indelingscriteria voor zelfverhitting vatbare stoffen/mengsels OF Een positief resultaat wordt bekomen met een kubusvormig monster met een ribbe van 100 mm bij 140 C én Een negatief resultaat wordt bekomen met een kubusvormig monster met een ribbe van 25 mm bij 140 C én Een positief resultaat wordt bekomen met een kubusvormig monster met een ribbe van 100 mm bij 100 C Wanneer de stof bij levering of transport in een andere fysische vorm wordt aangeboden dan deze waarin getest is, moeten de testen opnieuw gebeuren als geoordeeld wordt dat deze wijziging een gevolg heeft voor de uitkomst van de test. 101

Etiketteringselementen voor zelfverhitting vatbare stoffen en mengsels Indeling Categorie 1 Categorie 2 GHS-pictogrammen Signaalwoord Gevaar Waarschuwing Gevarenaanduiding Voorzorgsmaatregelen i.v.m. preventie Voorzorgsmaatregelen i.v.m. reactie Voorzorgsmaatregelen i.v.m. opslag Voorzorgsmaatregelen i.v.m. verwijdering H251; Vatbaar voor zelfverhitting; kan vlam vatten P235 + P410 P280 P407 P413 P420 H252: In grote hoeveelheden vatbaar voor zelfverhitting; kan vlam vatten P235 + P410 P280 P407 P413 P420 102

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? DSD CLP Problemen? Niet gedefinieerd Self-heat. 1 of 2 In DSD bestaan geen aparte R-zinnen voor zelfverhitting vatbare stoffen. Mogelijk kregen deze R-zin over ontvlambaarheid. 103

Relatie CLP-ADR? CLP ADR Self-heat. 1 Self-heat. 2 Klasse 4.2, PG II Klasse 4.2, PG III 104

Indelingscriteria voor zelfverhitting vatbare stoffen/mengsels Classificatieprocedure wordt niet uitgevoerd als volgende screeningtesten negatief uitvallen: i. Grewer Oven Test ii. Bulk Powder screening Test Worden niet ingedeeld als voor zelfverhitting vatbaar: stoffen waarvan de zelfontbrandingstemperatuur hoger is dan 50 C voor een volume van 27 m³ Worden niet ingedeeld in cat. 1 van deze klasse: stoffen waarvan de zelfontbrandingstemperatuur hoger is dan 50 C voor een volume van 450 liter 105

12. In contact met water: ontvlambare gassen (Water-react.) 106

Definitie + indelingscriteria Definitie: vaste of vloeibare stoffen die door interactie met water spontaan kunnen ontvlammen of ontvlambare gassen kunnen ontwikkelen in gevaarlijke hoeveelheden. Indeling in 3 categorieën (criteria volgens testen UN MTC) Testen worden uitgevoerd op de stof in de aangeboden fysische vorm. 107

Indelingscriteria Categorie 1 2 3 Criteria Stoffen en mengsels, die bij kamertemperatuur heftig met water reageren waarbij het geproduceerde gas gewoonlijk spontaan ontbrandt, of die bij kamertemperatuur gemakkelijk met water reageren waarbij de gasontwikkeling per minuut ten minste 10 liter ontvlambaar gas per kilo stof bedraagt. Stoffen en mengsels, die bij kamertemperatuur gemakkelijk met water reageren waarbij de maximale gasontwikkeling per uur ten minste 20 liter ontvlambaar gas per kilo stof bedraagt, en die niet aan de criteria voor categorie 1 voldoen. Stoffen en mengsels, die bij kamertemperatuur langzaam met water reageren waarbij de maximale gasontwikkeling per uur ten minste 1 liter ontvlambaar gas per kilo stof bedraagt, en die niet aan de criteria voor de categorieën 1 en 2 voldoen. 108

Etiketteringselementen voor stoffen die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen Indeling Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3 GHS-pictogram Signaalwoord Gevaar Gevaar Waarschuwing Gevarenaanduiding H260 - In contact met water komen ontvlambare gassen vrij die spontaan kunnen ontbranden H261 - In contact met water komen ontvlambare gassen vrij H261 - In contact met water komen ontvlambare gassen vrij Voorzorgsmaatregelen i.v.m. preventie Voorzorgsmaatregelen i.v.m. reactie Voorzorgsmaatregelen i.v.m. opslag P223 P231 + 232 P280 P335 + P334 P370 + P378 P223 P231 + 232 P280 P335 + P334 P370 + P378 P231 + 232 P280 P370 + P378 P402 + P404 P402 + P404 P402 + P404 Voorzorgsmaatregelen i.v.m. verwijdering P501 P501 P501 109

Screeningsprocedure De indelingsprocedure voor deze klasse hoeft niet te worden toegepast als: de chemische structuur van de stof of het mengsel geen metalen of metalloïden bevat; of de ervaring met de vervaardiging of verwerking uitwijst dat de stof of het mengsel niet met water reageert (de stof is bijvoorbeeld met water vervaardigd of gereinigd); of bekend is dat de stof of het mengsel in water oplosbaar is en dan een stabiel mengsel vormt. 110

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? DSD CLP Problemen? F; R15 én spontane ontbranding Water-react. 1 Wat met categorie 2 en 3? 111

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? 112

Relatie CLP-ADR? CLP ADR Water-react. 1 Water-react. 2 Water-react. 3 Klasse 4.3, PG I Klasse 4.3, PG II Klasse 4.3, PG III 113

13. Oxiderende vloeistoffen (Ox. Liq.) 114

Definitie Vloeistoffen die de verbranding van ander materiaal kunnen veroorzaken of bevorderen Meestal door het afstaan van zuurstof Hoeven zelf niet brandbaar te zijn Andere stof hoeft niet ontvlambaar te zijn Indien wel: kans op explosief reageren kans op zelfreagerend (spont. ontbranden, instabiel ) m.a.w. andere indeling mogelijk 115

Indelingscriteria voor oxiderende vloeistoffen Indeling in 3 categorieën Criteria volgens testen RTDG transport Testen Menging met cellulose in verhouding 1/1 Ontbranding? Tijdsduur nodig voor drukverhoging Die tijd vergelijken met tijd nodig bij referentiemengsel Referentie mengsel =» Voor cat 1: 50% perchloorzuur + cellulose (1:1)» Voor cat 2: 40% Na-chloraat in water + cellulose (1:1)» Voor cat 3: 65% salpeterzuuroplossing in water + cellulose (1:1) 116

Indelingscriteria voor oxiderende vloeistoffen Indeling in 3 categorieën Criteria volgens testen UN-MTC Testen Menging met cellulose in verhouding 1/1 Ontbranding? JA? Dan Cat 1 Tijdsduur nodig voor drukverhoging Die tijd vergelijken met tijd nodig bij referentiemengsel Referentie mengsel =» Voor cat 1: 50% perchloorzuur + cellulose (1:1)» Voor cat 2: 40% Na-chloraat in water + cellulose (1:1)» Voor cat 3: 65% Salpeterzuuropl. in water + cellulose (1:1) Resultaat» Voor cat 1: tijdsduur drukopbouw kleiner dan referentie» Voor cat 2: tijdsduur kleiner of gelijk en niet cat 1» Voor cat 3: tijdsduur kleiner of gelijk en niet cat 1of 2 117

Indelingscriteria voor oxiderende vloeistoffen 118

Etiketteringselementen voor oxiderende vloeistoffen Indeling Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3 GHS-pictogram Signaalwoord Gevaar Gevaar Waarschuwing Gevarenaanduiding Voorzorgsmaatregelen i.v.m. preventie Voorzorgsmaatregelen i.v.m. reactie Voorz.maatregelen i.v.m. verwijdering H271; kan brand of ontploffing veroorzaken; sterk oxiderend H272; kan brand bevorderen; oxiderend H272; kan brand bevorderen; oxiderend P210-220-221-280-283 P210-220-221-280 P210-220-221-280 P306+360 P371+380+375 P370+378 P370+378 P370+378 P501 P501 P501 119

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? DSD CLP Problemen? O; R9 Ox. Liq. 1 O; R8 R7 Geen directe omzetting mogelijk 120

Relatie CLP-ADR? CLP ADR Ox. Liq. 1 Ox. Liq. 2 Ox. Liq. 3 Klasse 5.1, PG I Klasse 5.1, PG II Klasse 5.1, PG III 121

Screeningsprocedure Classificatieprocedure niet uitvoeren als: 1. Organisch: i. De stof geen zuurstof, fluor of chloor bevat ii. De stof wel zuurstof, fluor of chloor bevat, maar deze slechts gebonden zijn aan koolstof of waterstof 2. Anorganisch: i. De stof geen zuurstof of halogenen bevat 122

14. Oxiderende vaste stoffen (Ox. Sol.) 123

Definitie Vaste stoffen die de verbranding van ander materiaal kunnen veroorzaken of bevorderen: meestal door het afstaan van zuurstof hoeven zelf niet brandbaar te zijn andere stof hoeft niet ontvlambaar te zijn Indien wel: kans op explosief reageren kans op zelfreagerend (spontaan ontbranden, instabiel ) met andere woorden: andere indeling mogelijk 124

Indelingscriteria voor oxiderende vaste stoffen Indeling in 3 categorieën Criteria volgens testen RTDG transport Testen Menging met cellulose in verhouding 4:1 of 1:1 Brandduur Die tijd vergelijken brandduur van referentiemengsel Referentie mengsel =» Voor cat 1: kaliumbromaat + cellulose (3:1)» Voor cat 2: kaliumbromaat + cellulose (2:3)» Voor cat 3: kaliumbromaat + cellulose (3:7) 125

Indelingscriteria voor oxiderende vaste stoffen Indeling in 3 categorieën Criteria volgens testen UN transport Testen Menging met cellulose in verhouding 4:1 of 1:1 Brandduur Die tijd vergelijken brandduur van referentiemengsel Referentie mengsel =» Voor cat 1: kaliumbromaat + cellulose (3:1)» Voor cat 2: kaliumbromaat + cellulose (2:3)» Voor cat 3: kaliumbromaat + cellulose (3:7) Resultaat» Voor cat 1: lagere brandduur dan referentie mengsel» Voor cat 2: gelijke of lagere brandduur en niet cat 1» Voor cat 3: gelijke of lagere brandduur en niet cat 1of 2 126

Indelingscriteria voor oxiderende vaste stoffen 127

Etiketteringselementen voor oxiderende vaste stoffen Indeling Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3 GHS-pictogram Signaalwoord Gevaar Gevaar Waarschuwing Gevarenaanduiding Voorzorgsmaatregelen i.v.m. preventie Voorzorgsmaatregelen i.v.m. reactie Voorzorgsmaatregelen i.v.m. verwijdering H271; kan brand of ontploffing veroorzaken; sterk oxiderend H272; kan brand bevorderen; oxiderend H272; kan brand bevorderen; oxiderend P210-220-221-280-283 P210-220-221-280 P210-220-221-280 P306+360 P371+380+375 P370+378 P370+378 P370+378 P501 P501 P501 128

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? DSD CLP O; R9 Ox. Sol. 1 O; R8 R7 Geen directe omzetting mogelijk 129

Relatie CLP-ADR? CLP ADR Ox. Sol. 1 Ox. Sol. 2 Ox. Sol. 3 Klasse 5.1, PG I Klasse 5.1, PG II Klasse 5.1, PG III 130

15. Organische peroxiden (Org. Perox.) 131

Definitie Organische peroxiden zijn organische stoffen die de bivalente verbinding O-O- bevatten en als derivaten van H 2 O 2 kunnen beschouwd worden, waarin één of beide H-atomen vervangen zijn door organische radicalen. Eigenschappen: Thermisch instabiel Vatbaar voor exotherme, zelfversnellende ontbinding 132

Definitie Ze bezitten één of meer van volgende eigenschappen: vatbaar voor explosieve ontbinding snel verbranden schok- of wrijvingsgevoelig gevaarlijk reageren met andere stoffen Explosieve eigenschappen indien: de stof kan detoneren snel explosief kan verbranden bij verwarming onder opsluiting heftig kan reageren 133

Indelingscriteria voor organische peroxiden Indeling gebeurt voor alle organische peroxiden (mengsels) tenzij zij: < 1% beschikbare zuurstof afkomstig van de organische peroxiden, wanneer zij <1% H 2 O 2 bevatten < 0.5% beschikbare zuurstof afkomstig van de organische peroxiden, wanneer zij 1% < H 2 O 2 < 7% bevatten 134

Indelingscriteria voor organische peroxiden Beschikbare zuurstofgehalte (%): n i = aantal peroxy-groepen per molecuul organisch peroxide (OP) i c i = conc (%) van organisch peroxide i m i = de molecuulmasse van OP i 135

Indeling Indeling in gevarenklasse Org. Perox. met 7 gevarencategorieën Als laboratoriumproeven uitwijzen dat de stof in de verpakking: Type Detonatie Explosief verbranden therm explosie under confinement A x x B Niet Niet x x C Niet Niet Niet x D Gedeeltelijk Niet snel Geen heftige reactie x Niet Langzaam Geen heftige reactie Explosieve eigenschappen Niet Niet Matige reactie E Niet Niet Geringe of geen x F Niet Niet Geringe of geen Gering of geen G Niet Niet Geringe of geen Geen en thermisch stabiel (*) 136

Indeling (*) Thermisch stabiel = SADT =>60 C voor verpakking van 50 kg en voor vloeibare mengsels een verdunningsmiddel met een kookpunt >=150 C wordt gebruikt voor desensibilisatie Indien niet thermische stabiel (indien niet aan bovenstaande voorwaarde voldaan) dan type F Wanneer de verpakking wijzigt, moet een nieuwe test worden uitgevoerd. 137

Criteria voor temperatuurregeling (controle) Deze wordt per type afgeleid uit de SADT (Self Accelerating Decomposition Temperature) De laagste temperatuur waarbij de ontbinding begint en die zichzelf in stand houdt, gemeten in de verpakking waarin het transport, opslag en omgang gebeurt. Er is geen verband tussen de SADT en de indeling van Org. Perox. SADT geeft wel belangrijke info i.v.m. veilig omgaan, opslaan, transport- en emergency-temperaturen. Voor volgende organische peroxides geldt temperatuurcontrole voor vervoer en opslag: 138

Criteria voor temperatuurregeling (controle) Type peroxide SADT Verwarming onder opsluiting B en C < of = 50 C D < of = 50 C Matige reactie < of = 45 C Geringe of geen reactie E en F < of = 45 C 139

Etiketteringselementen voor organische peroxiden Indeling Type A Type B Type C & D Type E & F Type G GHS-pictogrammen Signaalwoord Gevaar Gevaar Gevaar Waarschuwing Gevarenaanduiding H240: Ontploffingsgevaar bij verwarming Voorzorgsmaatregelen i.v.m. preventie Voorzorgsmaatregelen i.v.m. reactie Voorzorgsmaatregelen i.v.m. opslag Voorzorgsmaatregelen i.v.m. verwijdering P210 P220 P234 P280 P411 + P235 P410 P420 H241: Brand- of ontploffingsgevaar bij verwarming P210 P220 P234 P280 P411 + P235 P410 P420 H242: Brandgevaar bij verwarming P210 P220 P234 P280 P411 + P235 P410 P420 H242: Brandgevaar bij verwarming P210 P220 P234 P280 P501 P501 P501 P501 P411 + P235 P410 P420 Aan deze gevarencategorie zijn geen etikettingeringselementen toegewezen 140

Etiketteringselementen voor organische peroxiden Alhoewel CLP geen P-zinnen voor reactie geeft wordt het in de guidance aangeraden dezelfde P-zinnen te nemen als die bij zelfontledende stoffen: Indeling Org. Perox. Type A Type B Type C & D Type E & F Type G Voorzorgsmaatregelen i.v.m. reactie P370+378 P370+380+375 P370+378 P370+380+375 P370+378 P370+378 127

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? DSD CLP Problemen? Geen directe omzetting mogelijk. Dit wordt in Annex VI weergegeven door **** (dwz testen nodig). 142

Relatie CLP-ADR? CLP Org. Perox. A Org. Perox. B Org. Perox. C + D Org. Perox. E + F Org. Perox. G ADR Klasse 5.2, type A (mag niet vervoerd worden in de verpakking waarin het werd getest) Klasse 5.2, type B Klasse 5.2, type C + D Klasse 5.2, type E + F Klasse 5.2, type G (niet onderworpen aan de voorschriften van klasse 5.2) 143

16. Bijtend voor metalen (Met. Corr.) 144

Definitie + indelingscriteria Stoffen en mengsels die door hun chemische werking metalen aantasten of zelfs vernietigen. Indeling in 1 categorie (criteria volgens testen UN-MTC) * Enkel getest op staal en/of aluminium Categorie Criteria 1 Corrosiesnelheid op oppervlakken van staal of aluminium overschrijdt 6,25 mm per jaar bij een testtemperatuur van 55 C wanneer beide metalen worden getest. 145

Etiketteringselementen voor stoffen die bijtend zijn voor metalen 146

Omzetting DSD naar CLP + wijzigingen? DSD CLP Niet gedefinieerd Met. Corr. 1; H290 147

Relatie CLP-ADR? CLP ADR Met. Corr. 1 Klasse 8, PG III 148

Paragraaf 1.3.6 in Bijlage I 4 de ATP Stoffen en mengsels die corrosief voor metalen zijn maar niet corrosief voor ogen/huid en die verpakt zijn voor eindgebruik moeten niet het pictogram van corrosief krijgen. 149

Overzicht vergelijking CLP - ADR CLP ADR Ontplofbare stoffen Klasse 1 Ontvlambare gassen Klasse 2 Ontvlambare aërosolen Klasse 2 Oxiderende gassen Klasse 2 Gassen onder druk Klasse 2 Ontvlambare vloeistoffen + vaste stoffen Klasse 3 + Klasse 4.1, PG II en III Zelfontledende stoffen Klasse 4.1, SR Pyrofore vloeistoffen + vaste stoffen Klasse 4.2, PG I Voor zelfverhitting vatbare stoffen Klasse 4.2, PG II en III In contact met water: ontvlambare gassen Klasse 4.3 Oxiderende vloeistoffen + vaste stoffen Klasse 5.1 Organische peroxiden Klasse 5.2 Bijtend voor metalen Klasse 8, PG III 150

Acute toxiciteit: relatie ADR - CLP CLP (oraal/dermaal, inhal.tox is anders) Acute Tox 1 Acute Tox 2 Acute Tox 3 Acute Tox 4 Acute Tox 5 (GHS) ADR Klasse 6.1, PG I Klasse 6.1, PG II Klasse 6.1, PG III Niet onderworpen Niet onderworpen 151

Corrosiviteit: relatie ADR - CLP CLP ADR Skin Corr, 1A Skin Corr, 1B Skin Corr, 1C Klasse 8, PG I Klasse 8, PG II Klasse 8, PG III 152

Milieu CLP ADR Aquatic Acute 1 (H400) Klasse 9, PG III Aquatic Chronic 1 (H410) Klasse 9, PG III Aquatic Chronic 2 (H411) Klasse 9, PG III 153

Hemelsbreed verschil tussen: Wat is gevaarlijk? 1. Vervoer van gevaarlijke stoffen: Verschillende wetgevingen ivm verschillende vervoersmogelijkheden (vb. ADR) Richt zich vooral op acute gevaren 2. Gebruik/stockage van gevaarlijke stoffen: Verschillende EG-wetgevingen over indeling, etikettering, verpakking Aandacht voor alle gevaarsaspecten (ook chronisch) 154

Verschil ADR - CLP Klasse 8: de oude R41 (Xi; veroorzaakt ernstig oogletsel) die in CLP H318 wordt (en daar een corrosief pictogram krijgt: ) is vrij voor ADR!!! De (ogenschijnlijke) paradox van klasse 8: ADR EG Reden? Vóór 2011 Klasse 8 Niet gevaarlijk Corrosief voor metalen Vanaf 2011 Niet gevaarlijk Corrosief Gevaar voor ernstig oogletsel 155

Onderworpen aan ADR = ook gevaarlijk voor CLP? Nee! Verwarmde stoffen (klasse 9) Besmettelijke stoffen (klasse 6.2) Radioactieve stoffen (klasse 7) 156

Gevaarlijk volgens CLP = ook voor ADR? Nee! Chronische gevaren (CMR) Irriterend/schadelijk Sensibiliserend STOT... 157

Gevaren CLP = gevaren ADR? Nee! CLP Kwik: Acute Tox 1 (H330) NaOH: Skin Corr 1A ADR Kwik: klasse 8 (geen subklasse)!!! Is veranderd in ADR 2013 (subklasse 6.1)!!! NaOH: Klasse 8, PG II 158

Nuttige links 159

CLP Afkortingen Verordening nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels DSD UNECE DPD ADR RTDG UN-MTC Dangerous Substances Directive (67/548/EEC) United Nations Economic Commission for Europe Dangerous Preparations Directive (1999/45/EC) Accord Européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route Recommendations on the Transport of Dangerous Goods UN Manual of Tests and Criteria 160

Vragen? 161