Pekudee Exodus 38:21 40:38

Vergelijkbare documenten
Shemini Leviticus 9:1 11:47

Ki Tisa Exodus 30:11 34:35

Terumah Exodus 25:1 27:19

De aanbidding van het gouden kalf Een feest voor de HEER? Een gouden kalf voor de HEER?

Waar ging Mozes heen en wat was het verzoek?

dag 1 dag 2 dag 4 dag 3 thema thema symbool symbool persoon persoon lezen lezen dagtekst dagtekst thema thema symbool symbool persoon persoon lezen

Waar was Mozes mee bezig, welke berg naderde hij en tot welk inzicht kwam Mozes?


Welk danklied wordt beschreven in Jesaja 12?

Mozes, openbaart De Engel des Heren (Jezus?) openbaarde zich (2) Ongerechtigheid..(7,9). onbekwaam geen spraakvaardigheid Kende God dan Mozes niet?

Het visioen van de troon. Openbaring 4 :1-3, 5, De 4 levende wezens. Openbaring 4: 4. De 24 ouderlingen. Openbaring 4: 6-8


3. Jezus is een Jood Romeinen 15:7-13, Mattheüs 5: De verwachting van de Messias in het Oude Testament...

Bijbelonderwijs voor de basisschool. Groep 5. Memootjes

In Christus Jezus onze Heer zijn alle beloften JA en AMEN

Christus als Rechter altijd rechtvaardig. de rechterstoel van Christus

Noordhorn. februari Gods 12 toekomstplannen Het boek Openbaring

30. De koning wordt geboren 31. Blij met Jezus 32. Jezus, de koning die dient 33. Jezus sterft 34. Jezus leeft 35. Jezus en de Heilige Geest

Parasja Bo (Kom) Sjemot (Exodus) 10:1-13:16

Gods verbond met Israël

Wayeetsee Genesis 28:10 32:2

Maand 9 week 1: De tabernakel.

Vorm een heilig priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn.

het boek Daniël seizoen in de school van God in het vuur oorlog en vrede

Wayaqheel Exodus 35:1 38:20

Filippenzen 3: 20 NBG 20 Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, Efeziërs

TOLEDOT (Generaties) Beresjiet 25:19-28:9

een profeet! Waar in de Bijbel wordt Abraham genoemd als profeet?

"Brengt de gehele tiende. beproefd Mij toch daarmede, Waar mag jong en oud hun Schepper te allen tijde in beproeven? in overvloed over u uitgieten.

In welk Bijbelverhaal lezen wij over de geboorte van Izak? Waar kunnen wij in de Bijbel vinden dat Sara onvruchtbaar was?

Het laatste avondmaal volgens Leonardo da Vinci

VAJERA (En Ik verscheen) Sjemot 6:2-9:35

Christus is ook Rechter voor wie? de rechterstoel van Christus

Jezus, de Leidsman van ons geloof

Israëls toekomst - op weg naar shalom. Jeruzalem, Jeruzalem u hebt niet gewild. Zie, er komt een dag voor de Here

Tsaw Leviticus 6:1 8:36

De zegen uit Numeri 6. Deze zegen-formule is kunstig opgebouwd: zij bestaat uit 15 Hebreeuwse woorden.

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

Welke plaag moesten zij aankondigen; wanneer zou de vijfde plaag een feit worden en had Gods volk last van deze plaag?

wat mij ten diepste houd bewogen. Ligt alles open Ligt alles open Ligt alles open voor Uw ogen

Tetsaweh Exodus 27:20 30:10


De leerlingen vroegen Rabbi Eliëzer: Meester, wat is de betekenis van:

Bijbelstudie Door het geloof I

Wat staat er? Deze vragen gaan over de tekst. Je begint met begrijpen wat er staat.

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

De oordelen. 1. Het oordeel over de zonden. 2. Het oordeel over de werken. 3. Het oordeel over de volken. 4. Het oordeel over de doden.

Kom hierboven! - Brandstof voor je ziel - Kijken naar je eeuwige erfenis - Ingaan op je eeuwige roeping

De zevende maand, de maand Tisri was een feestmaand. Dient de Heere met blijdschap

Eén eeuwig verbond. Verbond. Verbond. Discussie. Twee manieren van bijbellezen. blok F - nivo 3 - avond 7

Een heilig priesterschap. Vorm een heilig priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn.

Orde van dienst Hervormde Gemeente te Sellingen

Maand 9 week 1: De tabernakel.

Liturgie. zondag 11 juni :30 uur Ds H D Bondt. 14:15 uur Ds R Prins

Hoe verwoordt de Bijbel de zonde en straf van het volk Juda?

IS DE TORAH IN STRIJD MET DE GENADE?

Wie gaan het nieuwe Jeruzalem binnen?

Wie worden als getuigen genoemd om aan te tonen hoe triest het volk Juda bezig is?

Jaap Fijnvandraat

TEROEMA (Offer) Sjemot 25:1-27:19

INHOUD. Citaten : Statenvertaling 1977 Aanbevolen websites: www:mybrethren.org/index.html

De zegen uit Numeri 6. Deze zegen-formule is kunstig opgebouwd: zij bestaat uit 15 Hebreeuwse woorden.

Een volk van priesters

Bijbel voor Kinderen presenteert DE UITTOCHT UIT EGYPTE

Shemot Exodus 1:1 6:1

Vraag 6 Moeder van de dode baby zegt: dat is goed Moeder van de levende baby zegt: nee, geef hem dan maar aan haar

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

Beshalach Exodus 13:17 17:16

EEN BIJBEL DIE GODS NAAM EERT

Waarom stuurde koning Hiram zijn dienaren naar koning Salomo?

Sabbat in de Profetieën

JETHRO (Jethro) Sjemot 18:1-20:23

Welke instelling heeft God bepaald en waarom mag er niet gegeten worden wat gezuurd is?

DE UITTOCHT UIT EGYPTE

VERBORGENHEDEN IN HET GESLACHTSREGISTER VAN YESHUA (JEZUS) NAAR MATTHEUS

Hoe lang zou Gods volk in ballingschap zijn en wie zou voor de bevrijding zorgen?

LES 10 EEN PASCHA EN EEN DOORPAS OP DE BELOFTEWEG. Exodus 1-14

Wat was de reden dat Gods volk in de woestijn zaten te mopperen?

Wat is zegen(en)? OT: barach heilzame kracht geven, het goede toezeggen vaak zichtbaar in voorspoed/gezondheid/vrede

DE TEMPEL EEN TEMPEL VAN DE HEILIGE GEEST.

Het geheim van Mozes 40 dagen

EEN FAVORIETE ZOON WORDT EEN SLAAF

Vraag 96 : Wat eist God in het tweede gebod?

Jezus, de Leidsman van ons geloof

De 4 winden. Openbaring 7:1-3. De verzegeld. Openbaring 7:4-8. De grote menigte. Openbaring 7:9-17. De onbevlekte eerstelingen. Openb.

Wat zag de profeet Zacharia daarna?

1 februari uur JH Smit. Liturgie bij Leerdienst Het doel van God. Votum: gezongen Groet Amen: gezongen. LvdK 434, (LB 868) Gebed.

De hogepriester in het oude verbond is een beeld van deze hemelse. Hebreeën 8

Leviticus 23:1 e.v. De feesttijden van de Heer, die gij zult uitroepen als heilige samenkomsten, zijn Mijn feesttijden

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2)

David als voorloper van de Messias. 1. De komst van het Lam, de Koning-Knecht 2. De komst van de Leeuw uit de stam van Juda

Aanbidding het eind en het begin

Exodus 35:4-36:7 Bijdrage voor de bouw van de tabernakel. Zondag 20 januari 2013 Thema: Je geld of

DE HEMEL, GODS PRACHTIGE THUIS

ETS-Bijbelcursus. Exodus. Inhoud van de les. Doelstellingen van deze les

Voordat in Leviticus de zeven feesten aan bod zijn wordt eerst een wekelijks feest benadrukt. Welke heilige samenkomst is dat?

Lijdensweek 1: Vrouwen onder het oude verbond ontmoeten

We etchanan Deuteronomium 3:23 7:11

1. Bij een nieuw begin

Bijbelrooster. Reizen met Mozes Samenstelling: mevr. H.J. de Jongste en mevr. M. Quist

Transcriptie:

Pekudee Exodus 38:21 40:38 Aliyah 1 Exodus 38:21 39:1 In deze aliyah lezen we veel informatie, die we in andere parshot ook al tegenkwamen. Ik geef u hier een opsomming met de verwijzingen naar de betreffende parshot: 1 1. We lezen over Betzaleel en Oholiav, wiens namen een prachtige betekenis hebben. Zie parshat Ki Tisa. 2. Ook lezen we over de materialen goud, zilver en koper. Deze verwijzen o.m. naar wijsheid, inzicht en kennis. Zie parshat Terumah. 3. We lezen over de heffing van een halve shekel zilver per persoon, in verband met de volkstelling. Hiervan werden de voetstukken van de pilaren van het Heilige gegoten. Dit verwijst naar Yeshua, die voor ons de prijs betaalde en die het fundament is, waarop wij als heilige tabernakel verrijzen. Zie parshat Terumah en parshat Ki Tisa. 4. Ten slotte lezen we over de verschillende koninklijke stoffen, waarvan de priesterkleding gemaakt werd. Deze kunnen verwijzen naar verschillende Geestesgaven uit het Nieuwe Testament. Zie parshat Terumah. Toch vallen er nog genoeg nieuwe dingen te leren uit deze eerste aliyah. Allereerst worden de voorwerpen, die de Israëlieten brengen voor de bouw van de tabernakel, geteld door de Levieten. Dit gaat dus om een heilige telling. De Israëlieten brengen een heilige offerbijdrage aan het heiligdom, door materialen daarvoor aan te leveren. En God houdt bij wat iedereen aanlevert. Dit telt mee in de hemel en getuigt voor degenen, die bijdragen aan de tabernakel. Nu kunnen goud, zilver en koper ook symbool staan voor eer, rijkdom en kracht. Goud was de schitterende en alles overtreffende kleur van heerlijkheid. Koningen maakten hun kronen van goud en gebruikten goud in hun paleizen. Goud was namelijk duur en het schitterde prachtig. Dit goud gaf hen een uiterlijk van heerlijkheid en zorgde ervoor dat de mensen hen eerden. Zilver was de kleur van het geld. Het Hebreeuwse woordje voor zilver kesef kan ook letterlijk met geld vertaald worden. Waarde van zaken werd in die tijd in zilver uitgedrukt. Zilver gaf de maat voor wat iets waard was. En zo stond het bezit van veel zilver voor rijkdom. Brons stond voor macht, stevigheid of kracht. In Psalm 107:16 en Jesaja 45:2 staat dat God bronzen deuren openbreekt en ijzeren grendels stukbreekt. Ook werden de koningen Jojakim en Zedekia in bronzen ketenen naar Babel gebracht. 2 Steeds kom je ijzer en brons in de Bijbel tegen als beeld van sterkte (Deut. 33:25, Job 40:13, Jes. 48:4, etc.). 1 U vindt deze parshot via www.ingeestenwaarheid.nl > Bijbelstudies > Torah > Exodus 2 2 Kron. 36:6, Jeremia 39:7

We kunnen de genoemde terumah dus ook bezien als een gave van eer, rijkdom en macht. Door goud, zilver en brons aan de tabernakel bij te dragen, geeft men God de eer, de rijkdom en de macht. Dit doet denken aan bijvoorbeeld Openbaring 5:12, waar de engelen in de hemel uitroepen: Het Lam dat geslacht is, is het waard om de kracht te ontvangen, en rijkdom, wijsheid, sterkte, eer, heerlijkheid en dankzegging! Als wij God de eer geven voor wat Hij in ons leven doet, dan wordt dat ook als offergave in de hemel meegeteld. Er waren niet voor niets de dankoffers in de Tempel. En niet voor niets werd God eer en dank gegeven in het bijzijn van alle gemeenteleden, als Hij iets goeds gedaan had voor iemand. 3 Dit leert ons het belang van getuigenissen binnen de bredere gemeenschap. Laten we Gods grote daden niet voor onszelf houden, maar uitroepen voor de mensen, zodat Hij de heerlijkheid ervoor krijgt! Als wij God een gave geven van ons geld, dan telt dat ook mee in de hemel. Ook financiën hebben een stem in de hemel. Of dit nu een vrijwillige of verplichte gave is. Bij een verplichte gave is het zelfs zo, dat het meetelt in de hemel, wanneer men deze gave niet geeft. Lees verder over de stem van financiën in de hemel, in het boekje Procederen in de hemelse rechtbanken door Robert Henderson. Als wij God onze macht geven, dan telt dat ook mee in de hemel. Dit betekent een investering in de vorm van inzet, energie of tijd. Als wij onze tijd toewijden aan God of energie steken in zijn Koninkrijk, dan telt dat mee. We geven God dan onze kracht. En Hij is dat waard, want Hij is immers de Bron van al onze levenskracht. Hij geeft ons levensdagen en energie De telling van de gaven stond onder het beheer van Ithamar. Zijn naam betekent regio van palmbomen. We hebben in parshat Terumah al gezien dat Yeshua ons door zijn betaling tot pilaren in het Heiligdom van God wilde maken. 4 Daar verwijst de gave van het zilver in ons gedeelte naar. Maar die palmbomen hebben daar ook alles mee te maken. We lezen namelijk ook het volgende in Psalm 92:13-14: De rechtvaardige zal groeien als een palmboom, hij zal opgroeien als een ceder op de Libanon. Wie in het Huis van de Heer geplant zijn, die mogen groeien in de voorhoven van onze God. Wij worden als palmbomen geplant in het Heiligdom van God. En Yeshua beloofde ons tot pilaren in Gods Heiligdom te maken. De palmbomen zijn niets anders dan die pilaren. Dit verklaart ook waarom er op de muren van de Tempel palmbomen gegraveerd waren. 5 Als wij in Gods Huis aan waterstromen geplant zijn, dan zullen we voor eeuwig vrucht dragen, volgens Psalm 92:15 en Psalm 1. 6 Zelfs in onze ouderdom. Dit betekent dat als we in Gods aanwezigheid blijven verkeren, dan zal God Zelf ons leven tot bloei brengen. Dan komen er vanzelf vruchten aan te groeien, die tot in eeuwigheid blijven. 3 Psalm 22:26, 116:17-18, etc. 4 Openb. 3:12. 5 1 Kon. 6:29-35, Ezech. 40:16, 41:18. 6 Dat al het levenswater uit de Tempel komt, leren we uit Ezechiël 47 en Openbaring 22.

Wat verder opvalt in dit gedeelte is dat het goud en het koper een beweegoffer (tenoefah) zijn en dat het zilver van het registreren van de gemeenschap (pekudee) was. Het woord pekudee komt van het werkwoord pakad, wat registreren, nummeren of verzamelen kan betekenen, maar ook: bezoeken of straf brengen. We hadden in parshat Terumah al gezien dat een volkstelling nooit neutraal was. Als er op dat moment geen verzoening over het leven van de getelden werd gedaan, dan zou er een plaag over hen komen. Op het moment van telling komt God de mensen bezoeken en oordelen. Iedereen wordt voor zijn rechterstoel geteld. Zonder verzoening komt dit op straf neer, maar door de verzoening van het geven van het zilver en de prijs die Yeshua betaalde met zijn bloed, mogen wij vrijuit gaan. Tenoefah betekende dat een offer in horizontale richting naar voren en achteren bewogen moest worden. Dit gebeurde bijvoorbeeld in de richting van het altaar. Het goud en zilver waren vrijwillige offers, van datgene wat mensen van God ontvangen hadden. De mensen geven dat vrijwillig terug aan God, om de voorwerpen van de tabernakel mee te maken. Dat wordt uitgedrukt in de horizontale beweging van het beweegoffer. Het offer wordt voorwaarts bewogen, omdat men de materialen voor de tabernakel bestemt. En het offer wordt naar de borst terug bewogen, omdat God alles aan de mens gegeven heeft. Er is niets van onszelf bij. Verder zien we in dit gedeelte opnieuw, dat brons de overgang markeert van het alledaagse naar het heilige. Alle voorwerpen op de grens van het Heiligdom en daarbuiten zijn van brons gemaakt. Binnenin het heiligdom komen we het zilver tegen. Zie verder parshat Ki Tisa. Dan wil ik nu tot de kern van de zaak komen: waarom staat er boven deze aliyah de naam Pekudee? Het gaat in deze aliyah om de nummering of registratie (pakad) van de materialen voor de tabernakel. Welke materialen worden er dan geregistreerd? Wel de hoeveelheden goud, zilver en brons. Deze hoeveelheden staan er dus niet zomaar, maar zij hebben ons iets te leren. Over welke hoeveelheden hebben we het dan precies? We hebben het hier over 603.550 Israëlieten. En zij geven 29 kikar en 730 shekel goud, 100 kikar en 1775 shekel zilver en 70 kikar en 2400 shekel brons. Hoeveel shekel is een kikar waard? Dit kunnen we uitrekenen, omdat alle Israëlieten een halve shekel zilver geven. Dat is dus 603.550 / 2 = 301.775 shekel zilver. Dit moet gelijk staan aan 100 kikar en 1775 shekel zilver. De 1775 kunnen we tegen elkaar wegstrepen, waarna we 100 kikar = 300.000 shekel overhouden. Hieruit leiden we af dat 1 kikar = 3000 shekel. Dus nogmaals: over welke hoeveelheden hebben we het precies? We hebben het hier over 87730 shekel goud, 301775 shekel zilver en 212400 shekel brons. Bij elkaar is dit 601.905 shekel aan metalen.

Wat meteen opvalt, is dat dit aantal bijna overeenstemt met het aantal Israëlieten, maar net niet helemaal. Hier schuilt een les in. Dit suggereert namelijk dat er in totaal ongeveer één shekel per persoon verwacht werd als bijdrage voor de tabernakel. Hieruit kunnen we de les leren dat bijna iedereen vrijwillig aan het Heiligdom heeft bijgedragen, maar net niet iedereen. Hoeveel shekel missen we dan nog voor het Heiligdom? 603.550 601.905 = 1645 shekel. Ook deze aantallen zijn niet toevallig. 1645 past namelijk ongeveer 366 keer in 603.550, naar de dagen van het zonnejaar. Als we alle bijdragen dus over de dagen van het jaar zouden uitspreiden, dan missen we één dag aan bijdragen voor de tabernakel. Wat wil dit ons zeggen? Wat voor een dag mist er dan? Het volgende kan speculatief overkomen, dat besef ik. Maar het is goed om te beseffen, dat getallen en getalsstructuren een belangrijke rol spelen in het Hebreeuwse denken. Zij vormen een heel eigen laag van betekenis. Zelf denk ik namelijk dat we het antwoord op de bovenstaande vraag in het 1645 ste vers van de Bijbel (van de Torah) vinden! Dat is Exodus 5:12 waar staat: Toen verspreidde het volk zich over heel het land Egypte om kaf voor stro te verzamelen. De Egyptenaren lieten de Israëlieten nog veel harder werken voor hun bouwmaterialen, toen Mozes hen wilde bevrijden. Zij moesten ook zelf de kaf nog verzamelen om daarmee stenen te bakken. Dat is even andere koek dan goud, zilver of brons voor de tabernakelbouw bij te dragen. In de slavernij van Egypte gaat een kostbare dag verloren om in vrijheid aan Gods tabernakel bij te kunnen dragen. Schakelen we nu door naar 1 Korinthe 3:12, waar het gaat over de bouw van de geestelijke tabernakel, die op Yeshua gebouwd wordt. Dit is het sleutelvers dat we in parshat Terumah hebben gebruikt om de materialen van de tabernakel te verbinden met de Geestesgaven. Het vers luidt als volgt: Of nu iemand op dit fundament bouwt met goud, zilver, edelstenen, hout, hooi of stro ieders werk zal openbaar worden. De dag zal het namelijk duidelijk maken, omdat die in vuur verschijnt. En hoe ieders werk is, zal het vuur beproeven. We zien in dit vers goud, zilver, edelstenen en hout genoemd als materialen, die daadwerkelijk in de tabernakel gebruikt werden. Maar nu kunnen we ook zien waar het hooi en de stro vandaan komen! Dit zijn de materialen die in Egypte voor de slavendienst gebruikt werden, om voorraadsteden te bouwen voor de Egyptenaars. Niet verwonderlijk dat deze materialen volgens 1 Kor. 3:13 de vuurproef van het oordeel niet kunnen doorstaan. Paulus schrijft dit vers in verband met mensen, die met afgunst en voor eigen eer in de gemeente bezig waren. Als wij bouwen voor onszelf, zoals de Egyptenaars, dan zal ons werk in de dag van het oordeel verbranden. Maar als wij oprecht bouwen voor God, dan zal ons werk in de dag van het oordeel standhouden. Zolang wij slaaf zijn van onszelf, van onze afgunst en hoogmoed, dan zitten we nog in Egypte. We moeten presteren en worden gedwongen door de slavendrijvers van de maatschappelijke ladder van aanzien om hard door te werken. Maar God wil dat we in vrijheid en met een blij hart aan zijn

Koninkrijk bijdragen. Dat we voor Hem alleen bezig zijn en niet om door de mensen gezien en gewaardeerd te worden. Dat werkt zijn Heilige Geest in ons hart uit. En dan blijft je werk tot in eeuwigheid bestaan! Om op het 1645 ste vers van de Torah terug te komen: dit vers staat niet op zichzelf. 1645 paste ongeveer 366 keer in het aantal Israëlieten, namelijk 603.550. Maar als we 1645 door 4,5 delen, dan komen we opnieuw ongeveer op 366 uit. Dit betekent voor het aantal Israëlieten, dat 4,5 x 366 x 366 ongeveer 603.550 is. Een jaar is dus eigenlijk ook weer een dag in een grotere jaarcyclus. Er passen 366 jaren (van 366 dagen) in een jaar-jaar. Maar hiermee begint er ook een pallet aan Bijbelverzen te ontstaan. We kunnen namelijk steeds het 366 ste vers nemen en deze als dagen van de week op een rijtje zetten. Kijkt u nog even met me mee?! Het 366 ste vers van de Bijbel is Genesis 15:5: Toen leidde God Abraham naar buiten en zei: Kijk toch naar de hemel en tel de sterren, als u ze kunt tellen. En Hij zei tegen hem: Zo talrijk zal uw nageslacht zijn. We komen niet toevallig op dit vers uit, want hierin wordt Abraham beloofd dat zijn nageslacht zo talrijk als de sterren zou zijn. Hoe talrijk zou zijn nageslacht dan worden? Wel, het zou in elk geval uitgroeien tot een volk van 603.550 nakomelingen! Het 732 ste (366 + 366) vers van de Bijbel is Genesis 27:4, waar Izak tegen Ezau (of Jakob) zegt: Maak dan een smakelijk gerecht voor me klaar, zoals ik het graag heb, en breng het me om te eten. Dan zal mijn ziel je zegenen voordat ik sterf. In het vers hierboven ging het om het nageslacht van Abraham. Hier gaat het om het nageslacht van Izak en de zegen daarover. Het 1098 ste vers van de Bijbel is Genesis 37:14, waar Jakob tegen Jozef zegt: Ga toch en zie de welstand van je broers en de welstand van de kudde en breng verslag aan mij uit. Zo stuurde hij hem het dal van Hebron uit en hij kwam naar Sichem. Hier gaat het over de welstand van het nageslacht van Jakob, namelijk zijn zonen. Opnieuw zijn we een generatie opgeschoven. Het 1464 ste vers van de Bijbel is Genesis 48:11/12, waar Jakob tegen Jozef zegt: Ik had niet gedacht je gezicht ooit nog te zien, maar zie, God heeft mij zelfs je nageslacht laten zien. Toen liet Jozef hen bij Jakobs knieën weggaan, en hij boog zich met zijn gezicht ter aarde. Hier gaat het over het nageslacht van Jozef. Nog een generatie verder. Na deze 4 dagen van de week, volgt de 4,5ste dag, namelijk vers 1645 waar we hierboven over gesproken hebben. In de ballingschap moesten de Israëlieten kaf en stro verzamelen voor de Egyptenaars. Na Jozefs dagen breekt de dag van de ballingschap in Egypte aan voor de nakomelingen van Jakob. Deze zou 430 jaar duren. Het 1830 ste vers van de Bijbel is Exodus 12:13, waar God zegt: En het bloed zal u tot een teken zijn aan de huizen waarin u verblijft. Als Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan en er zal geen plaag onder u zijn die verderf teweegbrengt, als Ik het land Egypte zal treffen. Hier gaat het over de plaag, die de eerstgeborenen van Egypte zou treffen. Die zouden allemaal sterven. Maar het nageslacht van de Israëlieten zou gespaard blijven!

Het 2196 ste vers van de Bijbel is Exodus 24:18, waar staat: Mozes ging de wolk binnen en klom de berg op. En Mozes was veertig dagen en veertig nachten op de berg. Op de zesde dag van de week, waarop de mens geschapen werd voor het aangezicht van God, klimt Mozes vanuit het volk op naar God. En Hij blijft daar veertig dagen en nachten. Dit staat symbool voor de hele woestijnperiode van 40 jaar. Het volk moet verder door de woestijn, maar ze hebben een middelaar bij God. Het 2562 ste vers van de Bijbel is Exodus 35:30, waar Mozes tegen de Israëlieten zegt: Zie, de Heer heeft Betzaleel, de zoon van Uri, de zoon van Hur, uit de stam Juda, bij zijn naam geroepen. Hier roept God Betzaleel uit de schaduw van zijn vleugels weg en zet hem in het licht van de gemeenschap neer. Betzaleel is het nageslacht van Uri en Hur en Juda. Hij zal de tabernakel voor de Heer bouwen, zodat de Heer in het midden van de Israëlieten zal kunnen wonen. Dit is de zevende dag van de week en daarmee ook de shabbat. Op de shabbat zal de Heer komen wonen te midden van zijn volk. Op de zesde dag klom de mens naar God omhoog. Op de zevende dag daalt God naar de mensen af. Met deze zevende dag zijn we door de boeken Genesis (bereeshiet) en Exodus (shemot) heen. De volgende dag bevindt zich namelijk in het boek Leviticus. Het vers over Betzaleel is een waardige afsluiting van deze eerste twee boeken van de Bijbel. Hun namen betekenden immers In het begin (bereeshiet) waren er namen (shemot). En waar eindigt de zevende jaardag mee? God roept Betzaleel bij zijn naam. We zagen hierboven een prachtig pallet aan verzen, waarin de ene generatie na de andere aan ons gezicht voorbijtrekt. Uiteindelijk groeit het nageslacht van Abraham uit tot een volk van 603.550 man en komt God in hun midden wonen. Kaf en stro is veranderd in goud, zilver en brons. Daarmee mag Betzaleel op de zevende dag de tabernakel oprichten. Een heilige tijd en een heilige ruimte worden daarmee aan God gewijd. We leren hieruit dat God heel de geschiedenis in zijn hand houdt, op welk niveau dan ook. Op het grote wereldniveau en op het niveau van onze dagelijkse bezigheden. En Hij weeft er een prachtig patroon in. Ook leren we hieruit dat geen enkele Israëliet gemist kon worden, anders zouden Gods aantallen niet meer kloppen. Iedereen is naam voor naam geregistreerd (pakad) in de hemel. En uiteindelijk roept God ons allen bij name, net als Betzaleel. In Openbaring 2:27 zegt God over hen die blijven volhouden: en Ik zal hem een witte steen geven met op die steen een nieuwe naam geschreven, die niemand kent dan wie hem ontvangt. Welke lessen hebben we nu geleerd? 1. God de eer geven door getuigenissen en dankzegging telt mee in de hemel 2. Onze gaven aan God van geld, kracht, energie en tijd tellen mee in de hemel 3. Als we in Gods aanwezigheid geplant zijn, dragen we eeuwig vrucht 4. Alles wat we vrijwillig aan God teruggeven, komt ook bij Hem vandaan 5. God wil niet dat we Hem met slavenhouding, uit afgunst of voor eigen eer dienen 6. God weeft een prachtig patroon in alle niveaus van de geschiedenis 7. God telt ons, kent ons en roept ons allen bij name!