Montage & gebruiksvoorschriften
Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 ARTIKELCODE 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 NORMEN 4 WERKINGSSCHEMA 5 BEKABELING EN AANSLUITING 5 MONTAGE & GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN 6 WERKINGSINSTRUCTIE 9 VERIFICATIE VAN DE INSTALLATIE INSTRUCTIE 9 MODBUS REGISTER MAPPEN 9 TRANSPORT EN OPSLAG 11 GARANTIE INFORMATIE EN BEPERKINGEN 11 ONDERHOUD 11 MIW--NL-000-30 / 05 / 18 www.sentera.eu 2-12
VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN Voor u aan het werk gaat met ons product, lees aandachtig de technische fiche, installatie instructie en het aansluit schema. Om uw persoonlijke veiligheid en die van het toestel te garanderen, evenals de optimale prestaties van het product, zorg ervoor dat u de volledige technische inhoud begrijpt voordat u het toestel installeert, in gebruik neemt, of onderhoud doet. Omwille van de veiligheid en de homologatie (CE) is het eigenhandig ombouwen en / of veranderen van het product niet toegestaan. Het product mag niet worden blootgesteld aan abnormale omstandigheden zoals: extreme temperaturen, direct zonlicht of trillingen. Chemische dampen met een hoge concentratie in combinatie met een lange blootstellingstijd kunnen de prestaties van het product beïnvloeden. Zorg ervoor dat de werkomgeving zo droog mogelijk is; controleer daarom ook op condensatie plekken. Alle installaties moeten voldoen aan de lokale gezondheids- en veiligheidsvoorschriften evenals de plaatselijke elektrische normen. Dit product kan enkel worden geïnstalleerd door een ingenieur of technicus die een deskundige kennis heeft van het product en de veiligheidsvoorschriften. Vermijd contact met onder spanning staande onderdelen; behandel daarom steeds het product alsof het onder spanning staat. Schakel steeds de stroombron uit voordat u de voedingskabels aansluit, onderhoud of reparatie werken uitvoert op het toestel. Controleer altijd of u de juiste stroomvoorziening toepast op het product en gebruik kabels met de juiste diameter en kenmerken. Zorg ervoor dat alle bouten, moeren en schroeven goed zijn aangedraaid en de zekeringen (indien aanwezig) goed geplaatst zijn. Het recycleren van de toestellen of verpakking zou men in overweging moeten nemen, het weggooien van deze moet volgens nationale wetgeving / regels gebeuren. Indien u nog vragen heeft, contacteer dan uw technische dienst of een andere deskundige. MIW--NL-000-30 / 05 / 18 www.sentera.eu 3-12
PRODUCTBESCHRIJVING De -serie is een multifunctionele duct controller met instelbare temperatuur, relatieve vochtigheid en -instellingen. Ze beschikken over een breed scala aan laagspanningsvoeding en drie analoge / modulerende uitgangen. Het regelalgoritme stuurt een analoge / modulerende uitgang op basis van de gemeten T rh en waarden. Alle parameters zijn via Modbus RTU toegankelijk. ARTIKELCODE Code Voeding Connectie DMFPF-2R 18 34 VDC 4-draads DMFPG-2R 18 34 VDC / 15 24 VAC ±10 % 3-draads GEBRUIKSTOEPASSING Controleren en aanhouden van een temperatuur, vochtigheid en niveau in een HVAC toepassing TECHNISCHE GEGEVENS AC-ventilatorregeling op basis van T, rh en 3 analoge / modulerende uitgangen: 0 VDC-modus: min. belasting 50 kω (R L 50 kω) 0 20 ma: max. laad 500 Ω (R L 500 Ω) PWM (open collector) PWM frequentie: 1 khz, min. belasting 50 kω (R L 50 kω); PWM-spanningsniveau 3,3 of 12 VDC Te selecteren temperatuur bereik: 0 50 C Relatieve vochtigheidsbereik: 5 85 % Selecteerbare bereiken: 0 2.000 ppm Nauwkeurigheid: ±0,4 C (0 50 C); ±3 % rh (5 85 % rh); ±30 ppm ±3% (0 2.000 ppm ), afhankelijk van geselecteerde parameters Verwijderbaar sensorelement voor eenvoudige kalibratie en verificatie Compatibel met SSCDM - Sentera Sensor Calibration Device Minimale luchtstroomsnelheid vereist: 1 m/s Behuizing en slangen: ASA, grijs (RAL9002) Beschermingsgraad: behuizing: IP54, sonde: IP20 Werkingscondities: temperatuur: 0 50 C rel. vochtigheid: 5 85 % rh (niet-condenserend) Opslagtemperatuur: -10 60 C NORMEN EMC richtlijnen 2014/30/EC: EN 61326-1: 2013 Elektrische uitrusting voor meten, regelen en gebruik in laboratoria - EMC-vereisten - Deel 1: Algemene eisen EN 61326-2-3: 2013 Elektrische uitrusting voor meet-, controle- en laboratoriumgebruik - EMC-vereisten - Deel 2-3: Bijzondere eisen - Testconfiguratie, operationele omstandigheden en prestatiecriteria voor transducers met geïntegreerde of externe signaalconditionering WEEE richtlijn 2012/19/EC RoHs richtlijn 2011/65/EC MIW--NL-000-30 / 05 / 18 www.sentera.eu 4-12
WERKINGSSCHEMA AO1 [%] T [ C] rh [%] [ppm] 100 maximum bereik MAX 60 40 Minimum bereik 0 MIN 0 5 T Minimum bereik rh Minimum bereik T Maximum bereik rh maximum bereik 0 minimum bereik maximum bereik 50 85 2.000 BEKABELING EN AANSLUITING Artikelcode DMFPF-2R DMFPG-2R VIN 18 34 VDC 18 34 VDC 15 24 VAC ±10% GND Aarding Gemeenschappelijke aarding* AC ~* A Modbus RTU (RS485), signaal A Modbus RTU (RS485), signaal A /B Modbus RTU (RS485), signaal /B Modbus RTU (RS485), signaal /B AO1 Analoge / modulerende uitgang - T, rh or (0 VDC / 0 20 ma / PWM) Analoge / modulerende uitgang - T, rh or (0 VDC / 0 20 ma / PWM) GND Aarding Gemeenschappelijk aarding* Aansluitingen Veercontact klemmen, kabel doorsnede: 1,5 mm 2 *Attentie: Verbind nooit de gemeenschappelijke aard van G-type artikelen met andere apparaten die op gelijkstroom werken. Als u een AC voeding gebruikt voor deze of andere toestellen in een Modbus netwerk dan zal de GND connector NIET AANGESLOTEN worden op andere toestellen binnen dit netwerk of via de CNVT-USB-RS485 omvormer. Dit zal als gevolg permanente schade aan de communicatie semiconductors en / of computer toebrengen! MIW--NL-000-30 / 05 / 18 www.sentera.eu 5-12
MONTAGE & GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN Voordat u start aan de installatie van de duct sensor, lees dan zorgvuldig de Veiligheid en voorzorgsmaatregelen. Volg deze stappen: 1. Bij de voorbereiding houd rekening mee dat het apparaat zich op het buitenoppervlak van de leiding moet geïnstalleerd worden zowel via de flexibele kraag of behuizing van het apparaat, terwijl de sonde in het kanaal wordt ingebracht, zie Fig. 1 en Fig. 2 hieronder. Fig. 1 Bevestigingsafmeetingen Flens bevestiging Zonder Flens bevestiging 50 Ø 12 2x Ø 5 60 18,5 285 42,3 86,8 100 70 4x Ø 4,4 105 80 66 34,5 Fig. 2 Montage positie Correct Niet correct LUCHTSTROOM LUCHTSTROOM MIW--NL-000-30 / 05 / 18 www.sentera.eu 6-12
2. Volg deze stappen: 2.1 Boor een gat van Ø 13 mm in het kanaal. Breng een luchtdichte afdichting aan tussen de sonde en kanaal 2.2 Bevestig de soepele flens (Fig. 4) aan de buitenzijde van het kanaal met de meegeleverd zelftappende schroeven. Als u niet van plan bent de flens te gebruiken, bevestigt u de behuizing op het kanaal. Let op de richting van de luchtstroom (zie Fig. 2 en Fig. 3). Fig. 3 Bevestigingsafmeetingen 7,5*D (1) 3,5*D (1) D = buisdiameter ATTENTIE Algemene vereisten De mag niet in turbulente luchtzones geïnstalleerd worden. Zorg voor voldoende lange settling zones' stroomopwaarts en stroomafwaarts van het aftappunt. Een 'settling zone' bestaat uit een recht stuk buis of kanaal zonder obstakels. Vermijd installatie in de buurt van filters, koelspiralen, ventilatoren, enz. De sensor bereikt het optimale resultaat wanneer de meting ten minste 7,5 ductdiameters stroomafwaarts en ten minste 3 ductdiameters stroomopwaarts van eventuele bochten of stromingsobstakels wordt uitgevoerd. ATTENTIE Het installeren van dit toestel dicht bij een hoog EMI-uitstralend toestel kan tot foute meetwaardes leiden. Gebruik afgeschermde bekabeling binnen hoog EMI gebieden. ATTENTIE Houd een minimale 15 cm (5,9 ) afstand tussen 230 VAC voedingslijnen of hoger en de bekabeling van dit type toestel. 2.3 Installeer de buis op de gewenste diepte en in het geval u de flens gebruikt, bevestigt u deze via de plastic witte schroef in de flexibele flens. 2.4 Schroef het deksel van het apparaat los en steek de verbindingskabels door de kabelwartel van het apparaat. 2.5 Sluit de bedrading aan volgens het bedradingsschema (zie Fig. 4) en gebruik de legende informatie voor de juiste sectie Bedrading en aansluitingen. MIW--NL-000-30 / 05 / 18 www.sentera.eu 7-12
Fig.4 Aansluitschema Voedingsspanning G-version: 15 24 VAC ±10% / 18 34 VDC F-version: 18 34 VDC A /B Analoge / modulerende uitgang 0 VDC / 0 20 ma / PWM ATTENTIE Het maximale voedingsvermogen mag niet overschreden worden! Meet deze voor u gaat installeren! Ongeregelde 24 VAC voedingen leveren een hogere nominale uitgangsspanning en kunnen de interne zekering activeren. ATTENTIE We raden u aan G- en F-type artikelen niet samen op hetzelfde netwerk te gebruiken. Als artikelen van het G- en het F-type samen in hetzelfde netwerk worden gebruikt, zorg er dan voor dat u voor beide typen afzonderlijke voedingen gebruikt. Onder deze omstandigheden altijd verschillende artikel types aan aparte AC trafo s aansluiten of u gebruikt enkel dezelfde artikel versie. 3. Om fabrieksinstellingen te wijzigen gebruik de 3- toetsen interface, 3SModbus software of met de Sensistant configurator. Om de default fabrieksinstelling te raadplegen zie Table Modbus register mappen. Optionele instellingen Als uw apparaat de eerste of de laatste op het Modbus RTU-netwerk is (see Voorbeeld 1 en Voorbeeld 2), activeer de NBT-weerstand via 3SModbus of het menu van de controller. Als uw toestel geen eindapparaat is, laat u de NBT open (standaard Modbus-instelling). Voorbeeld 1 Voorbeeld 2 Slave 1 NBT NBT RX ТX Master NBT RX ТX NBT Slave 2 Master NBT Slave n Slave 1 Slave 2 Slave n 4. Sluit de behuizing en bevestig het deksel. 5. Schakel de voedingsspanning aan. ATTENTIE Niet blootstellen aan direct zonlicht! MIW--NL-000-30 / 05 / 18 www.sentera.eu 8-12
WERKINGSINSTRUCTIE Kalibratie procedure: Relatieve Vochtigheid en temperatuur sensor kalibratie is niet nodig. De -sensor element is voorzien van een zelfkalibrerende mechanisme. Als optionele extra, de -sensor element kan verwijderde worden om handmatig gekalibreerd te worden met de SSCDM-toestel. Voor meer informatie over de SSCDM, zie de beschikbare montagehandleiding en datasheets op onze website. Bootloader Dankzij bootloader-functionaliteit kan sensorfirmware bijgewerkt worden via Modbus RTU-communicatie. Om naar 'Boot-modus' te gaan, plaats een jumper op pin 3 en 4 van de P1-stiftlijst en sluit je de voeding opnieuw aan (zie Fig. 5). Nadat opstartmodus is geactiveerd, kan firmware bijgewerkt worden via de SM Boottoepassing (onderdeel van 3SModbus-softwaresuite) of Sensistant. Fig. 5 P1 stiftlijst 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 Plaats een jumper op Pinnen 1 en 2 voor minstens 5 s om het holding register van 1 3 te resseten Plaats een jumper op pin 3 en 4 en start de voeding opnieuw om de bootloader-modus te openen VERIFICATIE VAN DE INSTALLATIE INSTRUCTIE Als uw apparaat niet werkt zoals verwacht, controleer dan de aansluitingen. MODBUS REGISTER MAPPEN INPUT REGISTERS Data type Description Data Values 1 Temperature signed int. Actual temperature level -300 700 50 50,0 C 2 Relative humidity Actual relative humidity level.000 1.00 100,0 % rh 3 Dew point signed int. Calculated dew point -700 700 20 20,0 C 4 Actual level 0 2.000 2.00 2.000 ppm 5 10 Reserved, return 0 11 Output value 1 Output value.000 12 13 Reserved, return 0 14 Temperature alert flag 15 Relative humidity alert flag 16 alert flag 17 Temperature range limit flag 18 Relative humidity range limit flag 19 range limit flag 20 Humidity / temperature sensor fault 21 Sensor fault 22 Reserved, returns 0. Flag indicates that measured temperature is outside set alert values. Set to 1 when the measured value is outside the temperature alert values defined by holding registers 20 and 21. Flag indicates that measured relative humidity is outside set alert values. Set to 1 when the measured value is outside the relative humidity alert values defined by holding registers 22 and 23 Flag indicates that measured level is outside set alert values. Set to 1 when the measured value is outside the range limit values defined by holding registers 24 and 25 Flag indicates that measured temperature is outside set range limit values. Set to 1 when the measured value is outside the temperature range limit values defined by holding registers 14 and 15 Flag indicates that measured relative humidity is outside set range limit values. Set to 1 when the measured value is outside the relative humidity limit range values defined by holding registers 16 and 17 Flag indicates that measured level is outside set range limit values. Set to 1 when the measured value is outside the values defined by holding registers 18 and 19 Flag indicates if the communication with the temperature and humidity sensor is lost Flag that shows if the communication with the sensor is lost. 1.00 0 % 100 % Measured temperature is OK Measured temperature is too high/ low Measured rh is OK Measured rh is too high/ low Measured is OK Measured is too high/ low Temperature range is OK Temperature range is too high/ low rh range is OK rh range is too high/ low range is OK range is too high/ low No Yes No Yes MIW--NL-000-30 / 05 / 18 www.sentera.eu 9-12
HOLDING REGISTERS Data type Description Data Default Values 1 Device slave address Modbus device address 1 247 1 2 Modbus baud rate Modbus communication baud rate 0 6 2 3 Modbus parity mode Parity check mode 0 2 1 4 Device type Device type (Read only) = 1099 5 HW version Hardware version of the device (Read only) XXXX 0x010 HW version 1.00 6 FW version Firmware version of the device (Read only) XXXX 0x010 FW version 1.00 7 Reserved, returns 0 8 Output 1 overwrite Enables the direct control over analog / modulating output 1 9 10 Reserved, returns 0. 0 11 Output 1 type Select analog / modulating output 1 type 1 3 1 12 13 Reserved, return 0. 14 15 16 17 Minimum temperature range Maximum temperature range Minimum relative humidity range Maximum relative humidity range 18 Minimum range 19 Maximum range 20 21 22 23 Minimum temperature alert Maximum temperature alert Minimum relative humidity alert Maximum relative humidity alert Minimum value of the temperature range; cannot be set higher than max. temperature range minus 5ºC Maximum value of temperature range; cannot be set lower than min. temperature rang e plus 5ºC Minimum value of the rh range; cannot be set higher than max. rh range minus 5 % Maximum value of rh range; cannot be set lower than min. rh range plus 5% Minimum value of the range; cannot be set higher than max. range minus 100 ppm Maximum value of range; cannot be set lower than min. range plus 100 ppm Minimum temperature alarm value Maximum temperature alarm value Minimum relative humidity alarm value Maximum relative humidity alarm value. 2 = 3 = 4 = 5 = 6 = 2 = 2 = 3 = 4.800 9.600 19.200 38.400 57.600 115.200 230.400 8N1 8E1 8O1 Disabled Enabled 1 10 VDC 0 20 ma PWM 0 (Max. range - 50) 0 10 10,0 C (Min. range + 50) 500 500 50 50,0 C 50 (Max. range 50) 50 20 20,0 % rh (Min. range + 50) 850 850 850= 85,0 % rh 0 (Max. range 100) 400 1.00 1.000 ppm (Min. range + 100) 2.000 2.000 2.00 2.000 ppm Min. temperature range Max. temperature alarm Min. temperature alarm Max. temperature range Min. relative humidity range Max. relative humidity alarm Min. relative humidity alarm Max. relative humidity range 0 10 10,0 ºC 500 50 50,0 ºC 50 20 20,0 % rh 850 85 85,0 % rh 24 Minimum alert Minimum alarm value Min. range Max. alarm 400 40 400 ppm 25 Maximum alert Maximum alarm value Min. alarm Max. range 2.000 2.00 2.000 ppm 26 Reserved, returns 0. 27 Internal voltage source selection Output 1 Selection of internal voltage source for PWM output 1 28 29 Reserved, return 0. 30 Modbus network resistor termination (NBT) 31 Output 1 overwrite value Set device as ending the line or not by connecting NBT Overwrite value for output 1. Active only if Holding register 8 is set to 1 32 35 Reserved, returns 0. 36 Modbus registers reset 37 module self calibration (ABC logic) algorithm 38 Minimum output value 39 Maximum output value Resets Modbus Holding registers to default values. When finished, this register is automatically reset to 0 0 0.000 0 0 Enables or disables the module selfcalibration algorithm. If enabled, the sensor will typically reach its operational accuracy after 24 hours of continuous operation. The sensor will maintain its accuracy given that it is exposed to a reference level of 400 ppm at least once in a 7 day period 1 Sets minimum value of output signal in percentage Sets maximum value of output signal in percentage 40 Reserved, returns 0. 1.00 3,3 VDC 12 VDC NBT disconnected NBT connected 0 % 100 % Idle Reset Modbus registers Disabled Enabled 0 40 0 2 20 % 600 100 6 60 % Voor meer info omtrent Modbus over een serieel network, bezoek volgende link: http://www.modbus.org/docs/modbus_over_serial_line_v1_02.pdf MIW--NL-000-30 / 05 / 18 www.sentera.eu 10-12
TRANSPORT EN OPSLAG Vermijd schokken en extreme condities; bewaar in originele verpakking. GARANTIE INFORMATIE EN BEPERKINGEN Twee jaar vanaf de leveringsdatum op fabricage fouten. Elke aanpassing of verandering van het product ontheft de fabrikant van alle mogelijke verantwoordelijkheid. De fabrikant wijst alle verantwoordelijkheid af voor alle drukfouten of vergissingen in deze data en aanpassingen of modificaties die zijn aangebracht na de tijd van publicatie. ONDERHOUD Onder normale condities is dit een onderhoudsvrij product. Bij vervuiling, reinig met een droge of licht vochtige doek. In geval van sterke verontreiniging, reinig met een niet agressief product. Onder deze omstandigheid koppel het toestel los van de voeding. Let erop dat geen vloeistoffen het toestel kunnen binnentreden. Enkel terug aansluiten als het toestel volledig droog is. MIW--NL-000-30 / 05 / 18 www.sentera.eu 11-12
MIW--NL-000-30 / 05 / 18 www.sentera.eu 12-12