Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid. Bouwplaatsmachinisten. Bouwtechnologie. wegenbouwtechnieken



Vergelijkbare documenten
Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid. Bouwplaatsmachinisten. Bouwtechnologie. wegenbouwtechnieken. Invulcursus

Plaatsing van straatstenen en boordstenen

BESTEKTEKST - FLUVIO 90. BUITENVERHARDINGEN...

Antraciet Grijs-Antraciet Grijs Rood genuanceerd

CHINEES BLAUW. Toepassingen. Eigenschappen. Beschikbare formaten. Product informatie

.12 De werken omvatten: - Het voorbereiden van het draagvlak, verwijderen van puin, afval, vreemde stoffen, gips,

CAMBELSTONE. Productinformatie. Toepassingen. Eigenschappen. Kleuren

DARK CLOUD. Toepassingen. Eigenschappen. Beschikbare formaten. Product informatie

Prefab beton voor openbare ruimte, water en groen

Fietspaden. ontwerp en keuze materiaal. Koning Albert II-laan 20 bus Brussel T wegenenverkeer.be

BODEMVERSTERKING EN STABILISATIE. Plaatsingsvoorschriften. nidagreen

Waterdoorlatende betonstraatstenen

De grote grindplaat DUNNER, LICHTER, DISCRETER, ECONOMISCHER, SNELLER TE PLAATSEN. 400 t/m 2

Een troef van alle kleinschalige bestratingelementen

REALTA SATIN. Toepassingen. Eigenschappen. Kleuren Marigold Nemo Java. Product informatie

CILO REPLICASTENEN. Productinformatie. Toepassingen. Eigenschappen. Kleuren

VIETNAMEES BLAUW. Toepassingen. Eigenschappen. Beschikbare formaten. Product informatie

Algemene kenmerken. Markeringen in kunststof. Grasbetontegels

Polymeervoeg. Gebruiksaanwijzing. voor tegels en straatstenen. Droog in de voegen keren Wordt hard na bevochtiging. techniseal.com

sch 2010-buiteninfr Onderhoudswerken buiteninfrastruktuur provinciale sites, scholen en domeinen

Software waterdoorlatende bestratingen - gebruikershandleiding

Sierbestrating. sierbestrating. Martens beton n.v. Berkebossenlaan 10, 2400 Mol (B), TEL +32 (0)

RUSTICO. Toepassingen. Eigenschappen. Beschikbare formaten. Product informatie

HAUS SMOOTH REPLICASTENEN

VIETNAMEES BLAUW. Toepassingen. Eigenschappen. Beschikbare formaten. Product informatie

Post nr. Omschrijving EP Hoeveelheid EH Sommen voorzien uitgevoerd voorzien I. VOORBEREIDENDE WERKEN EN GRONDWERKEN

Transportlawaai: Welke lokale acties om er iets aan te doen?

Waterdoorlatende verhardingen, een duurzame verharding: ecologisch, economisch met een goede integratie in omgeving

INSTALLATIE-INSTRUCTIES

ROND PALISSADE. Toepassingen. Eigenschappen. Kleuren grijs zwart bruin. Product informatie

Infrastructuur- en omgevingswerken stadsverkaveling "Goed te Boevekerke" - 2e fase. SAMENVATTENDE OPMETINGSSTAAT aanbesteding versie A

1.2 Verhardingselement: straatbaksteen, betonstraatstenen, betontegels en (natuursteen)keien.

Kleuren Canvas Belgian Blue Ash Basalt. Pebble Grey Iron Grey Ocean Blue Rice

HANDLEIDING - TTE Systeem Multidrain Plus voor bezaaiing

Fietspaden. ontwerp en keuze materiaal (versie mei 2017) Koning Albert II-laan 20 bus Brussel T wegenenverkeer.

Meer informatie over asfalt, voor- en nadelen kan u raadplegen op onze partnersite:

Plaatsing van kasseien

AFBAKENING VAN HET ACCREDITATIEGEBIED SCOPE

GEBOUWEN EN CONSTRUCTIES

Opmerking: de kleuren en texturen op de foto s kunnen afwijken van de werkelijke kleuren en texturen.

DARK CLOUD. Productinformatie. Toepassingen. Eigenschappen

Kenmerken. Productiemethodes

ONDERGROND KANTOPSLUITING FUNDERING STRAATLAAG MENGEN PLAATSEN VOEGVULLING AFTRILLEN INGEBRUIKNAME CONTROLE EN ONDERHOUD

Lengte (mm) Breedte (mm) Dikte (mm)

NATURAL B U I L D I N G HENNEPBETON MONTAGEGIDS GEREEDSCHAP

Funderingen. Willy Naessens 7

IMPALA. Productinformatie. Toepassingen. Eigenschappen

Voor de afmetingen en kleuren van deze verkeerselementen verwijzen we naar de volgende pagina s.

Verhardingen in groengebieden: handvaten voor de keuze van materialen en aandachtspunten bij het (technisch) ontwerp

Mengeling van gele, grijze en bruine kleurnuanceringen

ADDENDUM STANDAARDBESTEK 250. Gefigureerd beton

Uitgangspunten. Breekpuin Breekpuin onder rijweg na verdichting minimaal 250 mm dik. Breekpuin onder fietspad na verdichting minimaal 150 mm dik.

GRAS-KUNSTSTOFPLATEN. COPRO vzw TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN PTV 828. Onpartijdige Instelling voor de Controle van Bouwproducten

Prof.dr.ir.Anne Beeldens Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw 0486/

Bestekomschrijving - Trapeziumvormige verkeersdrempels - Standaard

DEEL 1: WERKEN M.B.T. AANLEG RIOLERING: Hoofdstuk I: RIOLERINGSWERKEN:

BETOMAT betonblokkenmat

B.1 Bestekteksten. B.1.1 Blokken

Fotoreportage aanleg van de stortplaats.

DE NIEUWE WEG VAN CRUPET NAAR MONT-GODINNE, EEN DUURZAME VERBINDING DANKZIJ BETON

GLACIER. Productinformatie. Toepassingen. Eigenschappen. Beschikbare formaten

VERDUIDELIJKENDE NOTA VOOR DE LIJST BOUWKUNDIG BODEMGEBRUIK EN VORMVAST PRODUCT

Aanvraag werken op openbaar domein

Oplossing Drainvoeg 1,5 jaar na aanleg, strak straatwerk, goede doorlatendheid

Installatie handleiding. TreeParker installatie handleiding okt 2016 NL

VERWERKING KERAMISCHE BUITENTEGELS

Algemeen overzicht bewijsvoering Prestatie-termijnen Hoofdcode (Std. 2010)

PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B Brussel Tel.: +32 (0) Fax : +32 (0) mail@probeton.be

Lastenboektekst ULTRA FAST TRACK

LEGVOORBEELDEN TEGELS

KANDLA. Productinformatie. Toepassingen. Eigenschappen. Kleur

Bestratingsoplossingen. Sierbestrating Verwerkingsadvies

Sabi. Breed gamma in voorraad! HD-PP afvoergoten met voorgemonteerde roosters LICHT, STEVIG, ECONOMISCH, SNEL EN GEMAKKELIJK TE PLAATSEN

Manor Raven Limestone. Opmerking: de kleuren en texturen op de foto s kunnen afwijken van de werkelijke kleuren en texturen.

Sierbestrating. sierbestrating. Martens beton n.v. Berkebossenlaan 10, 2400 Mol (B), TEL +32 (0)

installeren als gevulde wand

Voor de afmetingen en kleuren van deze stenen en tegels verwijzen we naar de volgende pagina s.

P Inleiding tot bestekteksten, plaatsingsvoorschriften en uitvoeringsdetails

DEEL 9 - OMGEVINGSWERKEN INHOUDSOPGAVE 90. BUITENVERHARDINGEN...

Polymeerzand. voor tegels en straatstenen. * Het voegen van op beton vastgemetselde of verlijmde stenen is verboden. * Plaatsing op grind is verboden.

RAW Gemeente Ridderkerk Bruggen Van Peltterrein te Ridderkerk BESTEK A/25/ Definitief

RECUPERATIEBOORDSTEEN versie van 21/05/2015

HOOFDSTUK XII ONDERHOUDS- EN HERSTELLINGSWERKEN. Standaardbestek 250 voor de wegenbouw - Versie 2.0

Aanleggen van terrassen en paden van natuursteen

SUBSIDIEERBARE WERKEN

Ondergrondse water gamma. Inleiding. Omschrijving van de tanks. Grondstoffen

Productinformatieblad

RECUPERATIE KLEIKLINKER versie van 27/12/2013

DE TAAL VAN OPEN RUIMTES. waterdoorlatende en -passerende bestrating, funderings- en rioleringssystemen

HANDLEIDING VOOR HET ONTWERP EN DE UITVOERING VAN VERHARDINGEN IN STRAATSTENEN

Werfix BVBA. Drenotube drainage: beschrijving systeem

MAXON EPDM BESTEKTEKSTEN

Product catalogus: GARSY Contour edging

Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: Afdichting in de spouwmuur Conform EN 14967:2006

Post nr. basiscode Beschrijving der werken Type Eenheid Hoeveelheid Eenheidsprijs Totaal

Bestekomschrijving - Trapeziumvormige verkeersdrempels - Saxum

GS PRO PLAAT. de stabiele split en gras halfverhardingsplaat

Zoveel geprefabriceerde mogelijkheden

NEVERGREEN ONKRUIDVRIJE BESTRATING

CEMENTGEBONDEN FUNDERINGEN VOOR WEGEN Eigenschappen en toepassingen

Transcriptie:

Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid Bouwplaatsmachinisten Bouwtechnologie wegenbouwtechnieken

2

bouwtechnologie Voorwoord Situering Er bestaan al verschillende uitgaven over bouwplaatsmachines, maar de meeste zijn verouderd. Daarom is de vraag naar een modern handboek, waarin ook de nieuwe technieken aan bod komen, enorm groot. Het Modulair handboek Bouwplaatsmachinisten werd geschreven in opdracht van fvb-ffc Constructiv (Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid). De dienst Gemechaniseerde beroepen (MECA) van het fvb vormde het redactieteam. De verschillende boekdelen werden in samenwerking met de opleidingsinstellingen uitgewerkt. Dit handboek werd opgebouwd uit verschillende boekdelen en verder opgesplitst in modules. De structuur en inhoud werden aangepast aan de nieuwe technieken in de bouw- en machinewereld. In het naslagwerk werd tekst zoveel mogelijk afgewisseld met afbeeldingen. Hierdoor krijgt de lezer het leermateriaal meer visueel aangeboden. Om goed aan te sluiten bij de realiteit en de principes van competentieleren is een praktijkgerichte beschrijving het uitgangspunt van elk onderwerp. De boekdelen bevatten ook praktijkoefeningen. Opleidingsonafhankelijk Het handboek werd zo ontwikkeld dat het voor verschillende doelgroepen toegankelijk is. We streven naar een doorlopende opleiding: zo kan zowel een leerling bouwplaatsmachinist als een werkzoekende in de bouw of een werknemer van een bouwbedrijf dit handboek gebruiken. Een geïntegreerde aanpak Veiligheid, gezondheid en milieu zijn thema s die de redactie hoog in het vaandel draagt. Het is voor een bouwplaatsmachinist uitermate belangrijk dat hij daar de nodige aandacht aan besteedt. Om de toepasbaarheid te optimaliseren werden deze thema s zoveel mogelijk geïntegreerd in het handboek. Robert Vertenueil Voorzitter fvb-ffc Constructiv 3

bouwtechnologie inhoudstafel 1. Kunstmaterialen...9 1.1. Steenslag...9 1.2. Gebroken puingranulaten...10 1.3. Zandcement...13 1.3.1. Samenstelling...13 1.3.2. Eigenschappen / verwerking...14 1.3.3. Toepassingen...15 1.4. Schraal beton...16 1.4.1. Samenstelling...16 1.4.2. Toepassingen...17 1.4.3. Verwerking...18 2. opbouw van een weg in dwarsdoorsnede...19 2.1. Onderdelen...19 2.1.1. Flexibele structuur...20 2.1.2. Stijve structuur...21 2.1.3. Water in de onderlagen van een weg...21 2.1.4. Open en gesloten verhardingen...22 2.1.5. Gesloten verhardingen...22 2.2. Het baanbed...23 2.3. De aardebaan of verbeterde ondergrond...24 2.4. Stabilisatie met kalk...25 2.4.1. Wat is ongebluste kalk?...25 2.4.2. Bescherming bij werken met ongebluste kalk...26 2.4.3. Waarom grond verbeteren met kalk?...27 2.4.4. Uitvoering...28 2.5. Geotextiel...30 2.5.1. Wat is geotextiel?...30 2.5.2. Algemene eigenschappen...30 2.5.3. Toepassingen...31 2.6. Onderfunderingen en funderingen (van wegen)...32 2.6.1. Algemeen...32 2.6.2. Onderfunderingen...33 2.6.3. Funderingen...34 2.7. Stabilisatie met cement...35 3. Kantopsluitingen...37 3.1. Wat?...37 3.2. Functies...38 3.3. Soorten lijnvormige elementen in beton...39 3.4. Boordstenen...40 3.4.1. Kenmerken van rechte boordstenen in beton...40 3.4.2. Genormaliseerde boordstenen in beton...41 3.4.3. Speciale boordstenen in beton...42 3.4.4. fundering onder boordstenen, kantstroken en greppels...43 3.4.5. Plaatsen van boordstenen...44 3.4.6. Gebogen boordstenen in beton...44 3.5. Kantstroken in beton...45 3.6. Greppels (straatgoten)...46 3.6.1. Waterafvoer...46 3.6.2. Soorten...46 3.6.3. Aanslag en breekpunt...48 3.6.4. Plaatsingstechnieken...48 3.6.5. Verlaagde afboordingen...49 4

bouwtechnologie inhoudstafel 3.7. Straatkolken...50 3.7.1. Algemeen...50 3.7.2. Onderdelen...50 3.7.3. Omschrijving en functies...51 3.7.4. Plaatsing...51 4. Bestrating van straatstenen..53 4.1. BENOR-kwaliteitsmerk...53 4.2. Vormen...54 4.2.1. Hulpstukken...55 4.3. Soorten (in functie van het materiaal)...56 4.3.1. Betonstraatstenen...56 4.3.2. Gebakken straatstenen (kleiklinkers)...58 4.4. Steenverbanden...59 4.4.1. Halfsteensverband...59 4.4.2. Elleboogverband...59 4.4.3. Visgraatverband...60 4.4.4. Keperverband...60 4.4.5. Blokverband...60 4.5. Verticale constructie van een bestrating...61 4.5.1. Kwaliteit van de betonstraatstenen...61 4.5.2. De verschillende lagen...62 4.5.3. Ondergrond...62 4.5.4. Onderfundering...62 4.5.5. Fundering...62 4.5.6. Kantopsluiting...62 4.5.7. Straatlaag (bed van de bestrating)...63 4.5.8. Plaatsen of vlijen van straatstenen...64 4.5.9. Plaatsingstechnieken...64 4.5.10. Voegvulling...65 4.5.11. Vastzetten van de straatstenen...65 4.5.12. Afwerken van de voegen...66 4.5.13. Ingebruikname...66 4.6. Uitvoeren van bochten...67 4.7. Machinaal vlijen van straatstenen...67 5. Taluds...69 5.1. Aanduiding van een helling...69 5.2. Taluds in zand...70 5.3. Stabiliteit (glijvlakken, invloed van water)...71 5.4. Taluds uitzetten, aanleggen en profileren...72 5.5. Taludbescherming / oeverversteviging...73 5.5.1. Factoren die de erosie beïnvloeden...73 5.5.2. Taluds boven water...73 5.5.3. Betonmatrassen...74 5.5.4. Omslagmethode...75 5.5.5. Verstevigen van de teen...76 5.5.6. Schanskorven...78 5.6. Sloten...79 5

fvb ffc Constructiv, Brussel, 2012 Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen. N017BM - versie augustus 2012. D/2011/1698/49 Contact Voor opmerkingen, vragen en suggesties kun je terecht bij: fvb ffc Constructiv Koningsstraat 132/5 1000 Brussel tel.: +32 2 210 03 33 fax: +32 2 210 03 99 website : fvb.constructiv.be 6

bouwtechnologie Voorafgaandelijke opmerkingen: Bij de opstelling van dit handboek is vooral rekening gehouden met het standaardbestek 250 van de wegenbouw. De redactie heeft geprobeerd om zoveel mogelijk dezelfde terminologie te gebruiken. Alle vermelde materialen die gebruikt kunnen worden, moeten altijd gekeurd zijn: materialen die een COPRO-keuring vereisen: alle gebroken puingranulaten, geotextiel, gebakken straatstenen, geribbelde draineerbuizen en hulpstukken in pvc; materialen die een BENOR-keuring vereisen: natuurlijk en kunstmatig zand, natuursteenslag, betonstraatstenen, betontegels, pvc-buizen en hulpstukken voor rioleringen, geprefabriceerde betonnen boordstenen, kantstroken en greppels. 7

8

1. KunstmaTERIalen bouwtechnologie 1. Kunstmaterialen Kunstmaterialen zijn materialen die met een breker gebroken worden tot granulaten (korrelmateriaal) en daarna op maat gezeefd worden. Het gaat bijvoorbeeld om natuursteen, steenpuin van sloopwerken en hoogovenslak. Granulaten zijn alle niet-klevende materialen in korrelvorm, zoals steenslag, betonpuin, zand, brekerzand, stof, 1.1. Steenslag Steenslag wordt verkregen door (harde) natuurstenen mechanisch te breken, meestal in natuursteengroeven. Grove rotsblokken worden meestal gebroken met een kegelbreker, terwijl het fijnere breekwerk vaak met een percussiebreker wordt uitgevoerd. Na het breken worden de steenbrokjes gezeefd en soms met water gewassen. De afmetingen van steenslag liggen doorgaans tussen 2 mm en 80 mm. Enkele bekende soorten in België zijn: Doornikse kalksteen, porfier van Lessen, grès van La Roche, Steenslag is verkrijgbaar in verschillende korrelmaten (kalibers). De korrelmaat d/d geeft de afmetingen in mm van de kleinste en de grootste korrel. Veel voorkomende korrelmaten zijn: 4/7, 7/14, 0/20, 0/32 en 0/40. Tussen de kleinste en de grootste korrels moeten ook voldoende tussenmaten zitten, zodat er na het verdichten zo weinig mogelijk holtes tussen de stenen overblijven. Steenslag wordt voornamelijk gebruikt in beton, bij wegenbouwtoepassingen (asfalt, wegfunderingen, ), bij waterbouwwerken, als spoorwegballast, voor opritten, parkings, enz. 9

bouwtechnologie 1. KunstmaTERIalen 1.2. Gebroken puingranulaten Gerecycleerde steenachtige granulaten zijn puingranulaten. Deze granulaten zijn gemaakt van bouw- en sloopafval, dat voor ruim 90% bestaat uit steenachtig materiaal, zoals beton, metselwerk, tegels en dorpels. Alleen puingranulaten die afkomstig zijn van een COPRO-gekeurde recyclageinrichting, mogen als bouwstof hergebruikt worden. Voor overheidswerken (werken voor een provincie, gemeente, ) moeten puingranulaten voldoen aan de voorschriften uit het standaardbestek 250 van de wegenbouw. Dit bestek onderscheidt: 1. Gebroken betonpuin: Afkomst: gebroken betonpuin ontstaat door allerhande beton te breken (betonwegen, balken, kolommen, gewelven, boordstenen, bruggen, ). Samenstelling: minstens 90% beton, hoogstens 10% ander steenachtig materiaal, hoogstens 0,5% niet-steenachtig materiaal (gips, rubber, plastic, isolatie, roofing, ), hoogstens 0,5% organisch materiaal (hout, plantenresten, ). Gebruik: als het COPRO-gekeurd is, mag het gebruikt worden voor ophogingen, als onderfundering en fundering voor wegen en in mager beton. 10

1. KunstmaTERIalen bouwtechnologie 2. Gebroken mengpuin: Afkomst: gebroken mengpuin ontstaat door metselwerk- en betonpuin van gebouwen en kunstwerken te breken. Samenstelling: minstens 20% betonpuin, minstens 40% metselwerkpuin, hoogstens 5% asfaltpuin, hoogstens 1% niet-steenachtig materiaal en hoogstens 0,5% organisch materiaal. Gebruik: als onderfundering voor wegen, ophogingen, in mager beton. 3. Gebroken metselwerkpuin: Afkomst: gebroken metselwerkpuin ontstaat door metselwerkpuin van gebouwen en kunstwerken te breken. Samenstelling: minstens 80% metselwerkpuin. Gebruik: alleen voor ophogingen en als onderfundering. 11

bouwtechnologie 1. KunstmaTERIalen 4. Gebroken asfaltpuin: Opgelet Er bestaat ook puinzeefzand, zand dat vrijkomt bij een eerste zeving van puin. In puinzeefzand zitten dus vaak nog grondresten. Afkomst: gebroken metselwerkpuin ontstaat door asfaltverhardingen op te breken of af te frezen. Gebruik: in onderfunderingen en deels in nieuwe asfaltlagen. 5. Puinbrekerzand: Foto: COPRO-gekeurde puingranulaten mogen hoogstens 0,5% niet-steenachtig materiaal en 0,5% organisch materiaal bevatten. Afkomst: puinbrekerzand is het fijne materiaal dat tijdens het breekproces van gebroken betonpuin, gebroken mengpuin of gebroken metselwerkpuin ontstaat. De korrelgrootte varieert doorgaans tussen 0 en 10 mm. Gebruik: puinbrekerzand wordt beschouwd als hoogwaardiger dan puinzeefzand. Het wordt enkel als bouwstof gebruikt, terwijl puinzeefzand als bodem gebruikt wordt. Enkele toepassingen: als drainagezand, in onderfunderingen, in zandcement, als vulmateriaal in steenslagfunderingen, in schraal funderingsbeton, bij straatstenen of betontegels, als straatlagen en voegzand. 12

1. KunstmaTERIalen bouwtechnologie 1.3. Zandcement Zandcement wordt ook gestabiliseerd zand of stabilisé genoemd. 1.3.1. Samenstelling Zandcement bestaat uit een gelijkmatig, aardvochtig mengsel van zand en cement. Het is grijs (door het cement). Aardvochtig: je kan er met je hand gemakkelijk een balletje mee vormen zonder dat het uiteenvalt en zonder dat er water uitkomt. Het watergehalte ligt tussen 6 en 11% van de massa zand. Zandcement dat afkomstig is van een betoncentrale, heeft een optimaal watergehalte: 6%. Dat is niet te droog en niet te nat. Zowel natuurlijk als kunstmatig zand mag gebruikt worden. Natuurlijk zand is doorgaans groevezand, bijvoorbeeld 0/4. Puinbrekerzand is veelal 0/10. Het zand moet zuiver zijn: het mag geen grond of organische resten bevatten. Er wordt tussen 100 en 200 kg cement per kubieke meter zand gebruikt. Vaak is dat 150 kg per m³. Om zelf zandcement te maken nemen we meestal één deel cement voor zes delen zand. Is dit 150 kg/m³ (zie oefening hierna)? In de wegenbouw moet de gemiddelde druksterkte na 28 dagen minstens 3 Mpa bedragen. Product Aangedrukt groevezand 0/4 dat een tijdje buiten gelegen heeft (6% vocht) Cement (in een emmer van 10 liter past de helft van een zak cement van 25 kg). Aangedrukt zandcement (6% vocht 150 kg cement/m³) Schijnbare volumemassa 1 550 kg/m³ 1 250 kg/m³ 1 514 kg/m³ Oefening: bepaal van het zandcement uit de bovenstaande tabel: de schijnbare volumemassa de verhouding zand / cement (in delen) om het zandcement zelf te maken 13

bouwtechnologie 1. KunstmaTERIalen 1.3.2. Eigenschappen / verwerking Zandcement heeft een korte bindingstijd, waardoor een vrij snelle verwerking nodig is. Dit betekent meestal dat het verwerkt moet worden binnen 3 à 4 uur. Zandcement mag niet gebruikt worden als er kans bestaat op vorst (binnen 24 uur) of bij zeer hevige regenval (risico op uitspoeling). In vergelijking met gewoon beton bevat zandcement: Minder water Hierdoor is zandcement goed waterdoorlatend (drainerend) en dus beter bestand tegen opvriezen. Doordat het niet vloeibaar is, kan het gemakkelijk van de mengcentrale getransporteerd worden in een aanhangwagen of vrachtwagen, op voorwaarde dat het afgedekt wordt met een zeildoek. Het hoeft niet in een betonmixer vervoerd te worden. Het kan gemakkelijk in allerhande vormen uitgewerkt worden zonder gebruik te maken van een bekisting: schuine afboording, vijver, Minder cement Hierdoor is zandcement minder sterk dan gewoon beton. Toch moet het sterk genoeg zijn om niet van vorm te kunnen veranderen (bv. onder parkings). Het kan niet gebruikt worden onder zware belastingen (bv. wegen met zwaar vervoer). Sterke plantenwortels kunnen er doorheen groeien. 14

1. KunstmaTERIalen bouwtechnologie 1.3.3. Toepassingen Als vochtdoorlatende, vormvaste ondergrond voor diverse wegenbouwelementen: boordstenen, greppels, klinkers, straatkolken, Als aanvulling, bijvoorbeeld bij starre openbare rioleringsbuizen, zoals betonbuizen of gresbuizen,... Als voegvulling bij bestratingen, 15

bouwtechnologie 1. KunstmaTERIalen 1.4. Schraal beton Schraal beton ca. 130 à 140 kg cement per m³ 1 deel cement 2 delen zand 4 delen granulaten Schraal beton wordt ook mager beton genoemd. 1.4.1. Samenstelling Schraal beton bestaat uit een gelijkmatig, aardvochtig mengsel van zand, granulaten en cement. Het is grijs (door het cement). Aardvochtig: het watergehalte mag niet meer dan 8% van de massa van het droge mengsel bedragen. Het zand moet zuiver zijn. Zowel natuurlijk zand (bv. groevezand 0/4) als kunstmatig zand (bv. puinbrekerzand 0/10) mag gebruikt worden. Zand met meer dan 10% zeer fijne deeltjes (stof ) vermindert de kwaliteit van het beton aanzienlijk, omdat er dan veel meer water nodig is, wat het beton minder sterk maakt. Granulaten: bijna alle types steenachtige materialen mogen gebruikt worden (grind, steenslag, gebroken betonpuin 0/20, gebroken mengpuin 0/20, ), op voorwaarde dat het gehalte aan zeer fijne korrels (< 0,063 mm) in het mengsel niet meer dan 5% bedraagt. Anders is er te veel water nodig in het betonmengsel. Het cementgehalte bedraagt minstens 100 kg/m³, maar ligt meestal rond 130 kg/m³. Om zelf zandcement te maken nemen we meestal één deel cement voor zes delen zand/granulaten. De optimale verhouding zand/granulaten bedraagt 35% zand en 65% granulaten. 16

1. KunstmaTERIalen bouwtechnologie 1.4.2. Toepassingen Schraal beton zorgt voor een plaateffect. Dit betekent dat het delen minder draagkrachtige grond kan overbruggen. Het kan dus gebruikt worden als funderingslaag onder alle types wegbedekking. Het is de ideale fundering voor wegen met matig tot zwaar verkeer. Schraal beton is erg goed geschikt voor het funderen en vastzetten van kantopsluitingen (boordstenen, kantstroken, greppels, ). Het kan de enorme krachten opvangen van bv. een autobus die tegen een stoeprand of boordsteen rijdt. 17

bouwtechnologie 1. KunstmaTERIalen 1.4.3. Verwerking Schraal beton wordt meestal in een betoncentrale gemengd. Het kan vervoerd worden met een betonmixer, maar ook met gewone vrachtwagens. Waarom? Het verdichten moet zo snel mogelijk na het bereiden van het mengsel beëindigd zijn (binnen twee uur). Er wordt aangeraden om niet te werken bij koud weer (< 1 C om 8 uur s ochtends of < -3 C s nachts). Vers verdicht schraal beton moet altijd zo snel mogelijk na de verwerking beschermd worden tegen uitdroging. Na de verwerking wordt het beton doorgaans getrild. Grote hoeveelheden beton, zoals de fundering voor de boordstenen van een weg, worden doorgaans verwerkt met een glijbekistingsmachine (slibform paver). Deze machine is uitgerust met een krachtig trilsysteem. De combinatie van het aardvochtig beton en de krachtige trillingen zorgt ervoor dat er geen blijvende bekisting nodig is. glijbekistingsmachine 18

2. Opbouw van EEN WEG in dwarsdoorsnede bouwtechnologie 2. opbouw van een weg in dwarsdoorsnede 2.1. Onderdelen Een concreet voorbeeld: Een weg wordt gemaakt voor 10 tot 25 jaar. Bij het ontwerpen van een weg zijn vooral twee zaken belangrijk: 1. de verkeersbelasting: er moet voorspeld worden wat de verkeersbelasting zal zijn. Vooral het aantal vrachtwagens en bussen dat op de weg zal rijden, is belangrijk. Waarom? Eén zwaar overladen vrachtwagen veroorzaakt evenveel slijtage aan het wegdek als 245.000 personenwagens. De extra slijtage wegens overgewicht kost Vlaanderen jaarlijks 15,5 miljoen euro (in 2007). 2. het bestaande natuurlijke terrein (de ondergrond) 19

bouwtechnologie 2. Opbouw van EEN WEG in dwarsdoorsnede Aan de hand van de verkeersbelasting en de ondergrond wordt bepaald hoe de lagen van de weg opgebouwd moeten worden. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee wegstructuren: 2.1.1. Flexibele structuur De flexibele structuur van een weg bestaat uit een losse onderstructuur met bovenaan asfalt: een korrelige onderfundering (zand of grofkorrelig materiaal); een korrelige fundering (steenslag, betonpuin, ); een bitumineuze wegverharding. Een risico bij dit verhardingstype is dat de samengestelde lagen blijvend kunnen vervormen, wat tot spoorvorming kan leiden. 20

2. Opbouw van EEN WEG in dwarsdoorsnede bouwtechnologie 2.1.2. Stijve structuur De stijve structuur van een weg bestaat uit een losse of vaste onderstructuur met bovenaan beton: een korrelige onderfundering een steenslagfundering of een fundering in mager beton; een betonverharding uit ongewapend, doorlopend gewapend of voorgespannen beton. Bij deze structuur worden de verkeerslasten nog beter naar de ondergrond verdeeld, maar zijn ze wel onderhevig aan grondzettingen en uitzetten en krimpen door temperatuursveranderingen (vandaar de langs- en dwarsvoegen). 2.1.3. Water in de onderlagen van een weg Het is duidelijk dat te veel water in de verschillende lagen kan zorgen voor meer problemen op het vlak van stabiliteit en draagkracht. Waarom? Daarom wordt alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de onderlagen van een weg zeker niet kunnen verzadigen met water. Dit zorgt tegelijkertijd voor een goede vorstwering: Een weg wordt altijd in ophoging gelegd, zeker op plaatsen waar het grondwaterniveau hoog is. Naast het wegdek wordt een drainage geplaatst (in een grindkoffer). De verschillende lagen bestaan uit goed waterdoorlatende materialen (zand, steenslag, ). Tegelijkertijd moeten deze lagen opstijgend water tegenhouden (anticapillariteit). 21

bouwtechnologie 2. Opbouw van EEN WEG in dwarsdoorsnede 2.1.4. Open en gesloten verhardingen Open verhardingen bestaan uit klinkers of tegels. Het SB250 (Standaardbestek 250) noemt deze categorie: bestratingen (met straatstenen). Ze zijn minder geschikt voor: zwaar verkeer (veel vrachtwagens, bussen, ); snel en veel verkeer (snelwegen, ). De voegen zijn open, dus dringt er water en vuil door. Dit maakt de ondergrond minder draagkrachtig en veroorzaakt vaak oneffenheden. Geschilderde wegmarkeringen zijn moeilijker uit te voeren op open verhardingen, maar er worden vaak gekleurde klinkers gebruikt in plaats van geschilderde markeringen. De plaatsing van gekleurde klinkers is zeer arbeidsintensief. Toepassingen: in dorpskernen, winkelstraten, parkeerterreinen, fiets- en voetpaden, Opmerking: Ook fluisterasfalt (drainerend asfalt, zeer open asfalt - ZOA) is een open verharding wegens het hoge percentage holle ruimtes (21%). Het heeft echter andere eigenschappen dan klassieke open verhardingen. 2.1.5. Gesloten verhardingen Cementbetonverhardingen en bitumineuze verhardingen zijn gesloten verhardingen. Ze worden machinaal aangebracht. Ten opzichte van open verhardingen bieden ze de weggebruikers: meer rijcomfort; een hogere verkeersveiligheid. 22

2. Opbouw van EEN WEG in dwarsdoorsnede bouwtechnologie 2.2. Het baanbed Het baanbed kan bestaan uit de uitgekofferde bestaande grond, maar de draagkracht (samendrukbaarheidsmodulus) van deze grond moet voldoende zijn om alle bovenliggende lasten te kunnen dragen (wegconstructie, verkeer, ). Als de draagkracht van de grond wordt overschreden, ook al is het slechts op enkele momenten en op enkele plaatsen, zullen vervormingen optreden en zal de weg kapot gaan. De (onder)fundering van de weg zal erg zelden rechtstreeks op het uitgekofferde baanbed aangelegd kunnen worden. De samendrukbaarheidsmodulus (M1) aan de bovenkant van het baanbed moet minstens 17 Mpa bedragen om de fundering rechtstreeks op het baandbed aan te mogen leggen. De oude eenheid voor druk is kg/m² = bar. 1 kg ~ 10 N (newton). De officiële eenheid voor druk is 1 Pa (pascal) = 1 N/m² = 0,1 kg/m². Dit is een kleine eenheid. Daarom werkt men meestal in KPa (kilopascal) of MPa (megapascal). 1 KPa = 1.000 Pa 1 MPa = 1.000.000 Pa Hoeveel kg/cm² is 17 MPa? Antwoord: 170 kg/cm². De samendrukbaarheidsmodulus wordt gecontroleerd via een plaatproef. Er moet één plaatproef worden uitgevoerd per vak van 1.500 m². 23

bouwtechnologie 2. OPBOUW van EEN WEG in dwarsdoorsnede 2.3. De aardebaan of verbeterde ondergrond Als de draagkracht van het baanbed kleiner dan 17 Mpa is, moet het baanbed verbeterd worden. Deze verbeterde grondlaag noemen we de aardebaan. De aardebaan moet aan de volgende voorwaarden voldoen: Ze moet voldoende poreus zijn om het ingedrongen water voldoende door te laten. Ze mag niet capillair werken, dus niet te fijn zijn, zodat ze niet opvriest. Ze moet voldoende vormvast zijn. Voor een aardebaan gemaakt wordt, worden de volgende stappen vaak uitgevoerd: 1. De bestaande grond wordt aan de oppervlakte verdicht en opnieuw geprofileerd, waarna de samendrukbaarheid opnieuw gecontroleerd wordt. Het verdichten kan bijvoorbeeld met een grondwals gebeuren (trilrol vooraan, banden achteraan). 2. Als de grond nog niet draagkrachtig genoeg is, kan de grond verbeterd en daarna opnieuw verdicht en geprofileerd worden. Om de grond te verbeteren kunnen we: een bindmiddel, zoals kalk of cement, in de grond mengen. Als gevolg van de wet van 1 januari 2004 waarbij een bodembeheerrapport nodig is vanaf 250 m³ grondverzet, wordt tegenwoordig meestal voor deze methode gekozen. de bestaande, slechte grond mengen met zandachtige grond of met gebroken puin. 24

2. OPBOUW van EEN WEG in dwarsdoorsnede bouwtechnologie 2.4. Stabilisatie met kalk Stabilisatie met kalk is hetzelfde als grondverbetering met kalk of kalkstabilisatie. 2.4.1. Wat is ongebluste kalk? Ongebluste kalk of gebrande kalk is een witachtig poeder, dat (in België) verkregen wordt door kalksteen of mergel in een oven te branden bij een temperatuur van ongeveer 900 C. Ongebluste kalk die aan de lucht blootgesteld wordt, reageert onmiddellijk en zeer heftig met vocht (water), zelfs in zeer kleine hoeveelheden. De reactie veroorzaakt een sterke hitte. 25

bouwtechnologie 2. OPBOUW van EEN WEG in dwarsdoorsnede 2.4.2. Bescherming bij werken met ongebluste kalk Bij de verhandeling en verwerking van ongebluste kalk moeten een aantal maatregelen genomen worden: De bestuurder van de kalkmachine draagt een beschermbril en heeft altijd een flesje water bij zich. De cabine is veelal voorzien van een airco met overdruk. De kalk moet volledig droog blijven en mag niet kunnen vrijkomen tijdens het transport en de verhandeling. Daarom wordt hij in bulk geleverd in waterdichte silo s. De kalk mag bij de verwerking slechts minimaal stuiven of opwaaien. Er worden meestal producten aan toegevoegd, zoals olie, dat de reactie met water een beetje vertraagt. 26

2. OPBOUW van EEN WEG in dwarsdoorsnede bouwtechnologie 2.4.3. Waarom grond verbeteren met kalk? Kalk wordt gebruikt om klei- en leemgronden te stabiliseren. Deze gronden komen in ons land vrij veel voor en bevatten bovendien vaak veel water. Een modderbrij kan op korte tijd veranderd worden in een grond waarop bouwmachines probleemloos kunnen rijden. Voordelen De grond wordt TER PlaaTSE verbeterd. De grond wordt GEDROOGD (droger gemaakt). De ongebluste kalk reageert onmiddellijk met het vocht in de grond en veroorzaakt een sterke warmte-ontwikkeling. Naargelang het weer kan het watergehalte dalen met 2 tot 4% per procent toegevoegde kalk. Het watergehalte wordt in het lab bepaald met behulp van een monster. Bij vrij natte grond kan dit gehalte vlot oplopen tot 25%. De klei wordt VERKRUIMELD, waardoor de grondstructuur verbetert. Ongekalkte klei is plastisch en vettig; behandelde klei is zandachtig (met duidelijke korrels). Deze eigenschap heeft ook tot gevolg dat de grond merkelijk beter verdicht kan worden. De DRAAGKRACHT VERHOOGT. twee uur na de behandeling is de draagkracht al 4 tot 10 keer hoger dan voor de behandeling. Kalk zorgt dus voor een snelle verhoging van de draagkracht, waardoor de werf al na zeer korte tijd beter berijdbaar wordt. De kalk reageert langzaam verder met de klei gedurende een drietal maanden. Dit zorgt voor een trage, duurzame verharding, waardoor er eigenlijk veel tijd is om de grond definitief te verwerken. 27

bouwtechnologie 2. OPBOUW van EEN WEG in dwarsdoorsnede 2.4.4. Uitvoering Kalk wordt getransporteerd en opgeslagen in een silowagen. Via een hogedrukleiding en luchtdruk wordt hij overgeblazen naar de strooiwagen. Dit werk mag niet gebeuren bij vorst of aanhoudende regen, want anders zal het watergehalte veranderen. Soms moet de grond losgemaakt worden als voorbereiding op het werk. Dit is niet altijd nodig. Het is nuttig bij: het verwijderen van grote elementen (kasseien, boomwortels, stenen, ); het beluchten of bevochtigen van de grond. Bij kalk wordt bij voorkeur rechtstreeks op de plaats van bestemming gewerkt, eventueel in lagen. De diepte die ingefreesd moet worden en de hoeveelheid kalk worden vooraf vastgesteld. Als er bijvoorbeeld 22 kg kalk/m² 40 cm diep ingewerkt moet worden, is 55 kg kalk/m³ nodig. De kalk wordt met een spreidmachine gelijkmatig over het oppervlak verspreid. De dosering mag hoogstens 1/10 afwijken van de vooropgestelde dosering. Alles moet in het werk gesteld worden om stofontwikkeling te beperken: de valhoogte bedraagt maximaal 0,5 m; de spreidmachine heeft achteraan vallappen; er wordt niet gestrooid als de kalk buiten de werf waait, 28

2. OPBOUW van EEN WEG in dwarsdoorsnede bouwtechnologie Nadat de kalk gespreid is, moet de grond homogeen (overal gelijk) gemengd worden over het volledige oppervlak en over de volledige dikte. Elke strook overlapt de voorgaande over een breedte van minstens 10 cm. De kalk moet niet onmiddellijk gemengd worden (in tegenstelling tot cement), maar wel nog dezelfde dag. Als er met een frees gemengd wordt, kunnen stenen, kasseien, ondergewerkt afval (bv. ijzeren piketten), enz. voor problemen zorgen. Eigenlijk zou het materiaal eerst gezeefd moeten kunnen worden. De frees moet tegen de rijrichting in draaien! Zo komt de kalk zeker onderaan terecht. Een frees die met de rijrichting meedraait, steekt een deel van de kalk weer omhoog. Om tegen de rijrichting in te frezen, is wel veel meer vermogen nodig van de tractor. De gekalkte laag moet opnieuw verdicht en geprofileerd (genivelleerd) worden. Het verdichten moet vrij precies gebeuren voor een goede stabilisatie. Rij niet meer dan drie keer over de grond en rij aan een redelijke snelheid bij de eerste keer trillen. Zeker bij regenweer is dit werk secuur. Voor de controle zijn drukproeven nodig, maar na het verdichten kan al veel gezien worden met het blote oog: geen scheurtjes in de grond geen matraseffect 29

bouwtechnologie 2. OPBOUW van EEN WEG in dwarsdoorsnede 2.5. Geotextiel Gewicht Standaardbreedtes 90 tot 335 g/m² 1,5 m 2 m 4,5 m 6 m 2.5.1. Wat is geotextiel? Geotextielen zijn textielen die water doorlaten, maar geen grond. Naargelang van de fabricatiewijze kunnen ze onderverdeeld worden in geweven, niet-geweven en gebreide textielen. Vaak zijn ze gemaakt uit polypropyleen en/of polyester, maar soms ook uit nylon of glasvezel. Dit zijn onrotbare kunststoffen. Als het materiaal biologisch afbreekbaar moet zijn (wat niet het geval is in de wegenbouw), wordt meestal kokos, jute of hennep gebruikt. 2.5.2. Algemene eigenschappen De eigenschappen kunnen verschillen in functie van het type textiel. Vaak wordt het textiel dan ook speciaal voor een bepaald doel ontworpen. De belangrijkste algemene eigenschappen zijn: hoge waterdoorlaatbaarheid, maar geen gronddoorlatendheid grote soepelheid sterkte: hoge weerstand tegen trekkrachten en tegen perforatie. Toch moet de ondergrond zo puinvrij mogelijk zijn bij de plaatsing. lange levensduur 30

2. OPBOUW van EEN WEG in dwarsdoorsnede bouwtechnologie 2.5.3. Toepassingen Geotextiel is uitermate geschikt als filtermateriaal (dat enkel water doorlaat) en tegelijk als scheidingsmateriaal. Op aardebanen wordt bijna altijd een geotextiel geplaatst. Zo kunnen fijne deeltjes grond van het baanbed of de aardebaan niet opstijgen in het grovere materiaal van de onderfundering of fundering en wordt ook uitspoeling voorkomen. Geotextiel wordt vaak gebruikt als: drainerende mat rond drainagebuizen scheiding tussen de ondergrond en de fundering van wegen, parkings, opritten, beschermingslaag onder waterdichte folies (bv. vijvers) versteviging van steile hellingen oeverbescherming tegen erosie... 31

bouwtechnologie 2. OPBOUW van EEN WEG in dwarsdoorsnede 2.6. Onderfunderingen en funderingen (van wegen) 2.6.1. Algemeen Onder verhardingen, zoals wegen, voetpaden, parkings en bedrijfsvloeren, is meestal een fundering en soms ook een onderfundering nodig. De belangrijkste functies van de onderfundering en fundering zijn: de belasting die op het wegdek wordt uitgeoefend, spreiden en doorgeven naar de onderliggende lagen; een effen oppervlak maken om de verharding op te kunnen aanbrengen; al snel zorgen voor een volledige toegankelijkheid (er kan met bijna alle soorten machines op gereden worden, zelfs bij nat weer); ongevoelig zijn voor water en vorst. Welke fundering gekozen wordt, is afhankelijk van een aantal elementen: de te verwachten verkeerslasten: Een fundering onder een voetpad kan bestaan uit 15 cm zandcement. Een fundering onder een fietspad kan bestaan uit 20 cm schraal beton. Een fundering onder een cementbetonverharding kan bestaan uit 20 tot 25 cm steenslag 0/32 mm met daarop 15 tot 25 cm cementgebonden betonpuin. het soort ondergrond: bij een weinig draagkrachtige ondergrond is zeker een onderfundering nodig. de beschikbare materialen. Tegenwoordig wordt steeds vaker gewerkt met recuperatiematerialen, zoals mengpuin voor onderfunderingen of betonpuin voor funderingen, die met cement gestabiliseerd worden. de kostprijs. Een goede fundering wordt altijd in lagen aangelegd en goed verdicht. Het is de bedoeling dat de bovenkant zo effen mogelijk is (maximale afwijking van 2 cm) en zo droog mogelijk gehouden wordt. 32

2. OPBOUW van EEN WEG in dwarsdoorsnede bouwtechnologie 2.6.2. Onderfunderingen Het deel tussen het baanbed (of de aardebaan) en de fundering is de onderfundering. Vaak wordt geen onderfundering gemaakt, maar wordt de fundering dikker gemaakt. Een onderfundering wordt wel toegepast als het baanbed of de aardebaan: weinig draagkrachtig is; vorstgevoelig is. Een onderfundering is vaak 15 tot 20 cm dik. Er mogen veel verschillende materialen voor gebruikt worden. Naargelang van de samenstelling onderscheiden we een onderfundering van zand (type I) en een grondkorrelige onderfundering (type II). De belangrijkste materialen die gebruikt kunnen worden, zijn: natuurlijk of kunstmatig zand; puinbrekerzand; steenslag; gebroken betonpuin (bv. 0/56); gebroken asfaltpuin (maximum 30% - bv. 0/20, 0/40, 0/56); gebroken mengpuin (bv. 0/20, 0/40, 0/56, 20/63). Tegenwoordig gebruiken meerdere bedrijven dit materiaal: ze recupereren steenachtig materiaal van bestaande wegen en breken het. Ze zeven het niet, zodat bijvoorbeeld een korrelmaat 0/56 ontstaat. gebroken metselwerkpuin. 33

bouwtechnologie 2. OPBOUW van EEN WEG in dwarsdoorsnede 2.6.3. Funderingen De fundering is het deel van de weg dat net onder de verharding ligt. Ze bestaat uit één of meerdere lagen steenachtige materialen (bv. steenslag, betonpuin) die al dan niet met cement of bitumen gebonden worden. De fundering wordt laag per laag gespreid en daarna met walsen verdicht. De totale dikte ervan bedraagt vaak 30 cm. Langs de bovenkant moet de fundering effen zijn (geen plassen of wielsporen), want later wordt de verharding erop aangebracht. Bepaalde funderingen, zoals cementmengsels, moeten beschermd worden tegen uitdroging door er bijvoorbeeld een laag bitumen met zand op te spuiten. Enkele veel voorkomende types funderingen: steenslagfundering; fundering door stabilisatie met cement van betonpuin (recycling in situ); zandcementfundering; fundering van vliegas; fundering van schraal beton, met of zonder wapening; enz. 34

2. OPBOUW van EEN WEG in dwarsdoorsnede bouwtechnologie 2.7. Stabilisatie met cement We kunnen stabilisatie met cement vergelijken met kalkstabilisatie bij leem- en kleigronden. Cementstabilisatie wordt vooral toegepast bij zand of zeer zandrijke grond, betonpuin of steenslag als wegfundering. Voordelen De fundering is duurzaam en erg draagkrachtig. Het uitlooggedrag wordt zeer minimaal. Omdat de fundering ter plaatse uitgevoerd wordt, is ze goedkoop en milieuvriendelijk. 35

36

3. KaNTOPslUITINGEN bouwtechnologie 3. Kantopsluitingen Norm: NBN EN 1340 (van 2003) en NBN B21-411 (van 2006) 3.1. Wat? Een kantopsluiting is de constructie aan de zijkant van de weg. Ze bestaat: ofwel uit geprefabriceerde lijnvormige elementen (boordstenen, kantstroken, greppels, ); ofwel uit een glijbekisting die ter plaatse gestort wordt. De greppel kan bestaan uit straatklinkers, kasseien, betontegels of asfalt. Bij verhardingen die bestaan uit kleine elementen, zoals straatstenen of betontegels, is altijd een kantopsluiting nodig. Als bij deze verhardingen een kantopsluiting ontbreekt, ontstaat erg snel schade aan de randen en de langsvoegen: De lijnvormige elementen worden meestal gemaakt uit beton, maar soms ook uit natuursteen. Voor de geprefabriceerde lijnvormige elementen uit beton vermeldt de Belgische norm NBN B21-411 de soorten en types. Aangezien de meeste Belgische fabrikanten deze norm volgen, spreken we van genormaliseerde types. 37

bouwtechnologie 3. KaNTOPslUITINGEN 3.2. Functies 1. Kantopsluitingen dienen om hoogteverschillen tussen het voetpad en het wegdek te kunnen uitwerken of als veiligheidsband voor het wegverkeer. 2. Ze vormen de referentielijn (hoogte, richting) bij het verder aanleggen van de verharding. 3. Ze beschermen en verstevigen de randen van de weg tegen zijdelings wegschuiven. Voor een weg met veel verkeer is een zwaardere kantopsluiting nodig dan voor een fietspad of voetpad. 4. Ze zorgen ervoor dat de (losse) fundering niet zijdelings wordt weggeduwd. 5. Een greppel (straatgoot) dient bovendien om het water van de verharding op te vangen en af te voeren. 38

3. KaNTOPslUITINGEN bouwtechnologie 3.3. Soorten lijnvormige elementen in beton Het SB250 onderscheidt de volgende soorten: 1. Boordstenen (of trottoirbanden): dit zijn elementen om verkeerszones af te sluiten, bijvoorbeeld om het voetpad van de rijstrook te scheiden. Ze hebben doorgaans één of twee vellingen (afgeschuinde randen) en worden meestal niet volledig verzonken geplaatst. Ze bestaan in uitvoeringen met of zonder hol/dol-verbinding. 2. Kantstroken: deze stroken worden altijd verzonken geplaatst en hebben geen vellingen. Soms worden ze ook gebruikt als greppel. 3. Straatgoten of watergreppels: aangezien deze greppels zowel als kantstrook dienen als hemelwater afvoeren, is het bovenvlak gedeeltelijk uitgehold. 39

bouwtechnologie 3. KantopslUITINGEN 3.4. Boordstenen Boordstenen werden vroeger uit natuursteen gehouwen (bv. graniet of blauwe hardsteen). Deze boordstenen waren uiterst duurzaam, zagen er mooi uit en hadden een levensduur van meer dan 100 jaar. Omdat boordstenen in natuursteen erg duur zijn, worden ze nu meestal in beton gemaakt. 3.4.1. Kenmerken van rechte boordstenen in beton De lengte is doorgaans 1 m. Langs de bovenkant worden vaak één of twee vellingen gemaakt. Bij stenen met één velling bevindt deze velling zich altijd langs de kant van de weg. De grootte van de vellingkant is afhankelijk van het type. De vorm is rechthoekig. Soms zijn de onderhoeken in de lengterichting afgeschuind. Waarom? Het gewicht varieert tussen 100 en 150 kg. 40

3. KantopslUITINGEN bouwtechnologie 3.4.2. Genormaliseerde boordstenen in beton De kantopsluiting is ofwel breed, ofwel voldoende diep. In België worden betonnen boordstenen in functie van hun vorm in de dwarsdoorsnede genormaliseerd in de norm NBN B21-411. Hieronder staan de meest voorkomende genormaliseerde types afgebeeld. Overteken de omtrek van de boordstenen (zoals bij type IB) en plaats er telkens de hoogtemaat, de breedtemaat en, indien mogelijk, de maten van de velling in mm bij. 41

bouwtechnologie 3. KantopslUITINGEN 3.4.3. Speciale boordstenen in beton Voor elk type maken de meeste fabrikanten ook tal van speciale boordstenen: boordstenen met een binnenbocht en een buitenbocht met een verschillende straal. Bij stralen van meer dan 20 m worden rechte boordstenen gebruikt. boordstenen met binnenhoeken en buitenhoeken van 90 en 135 ; verloopboordstenen voor de overgang van één type boordsteen naar een ander type; eindboordstenen. Schrijf de juiste benaming bij de speciale boordstenen hieronder. 42

3. KantopslUITINGEN bouwtechnologie 3.4.4. Fundering onder boordstenen, kantstroken en greppels Zeker bij wegen met druk en zwaar verkeer moet de volledige kantopsluiting geplaatst worden op een erg stevige fundering in schraal beton met een stut achter de boordsteen. Zo is de boordsteen ingeklemd. De kantopsluiting moet weerstand bieden aan de zware bovenwaartse en zijwaartse druk van vrachtwagens. De fundering komt minstens 15 cm buiten de buitenkant van de boordsteen. Ze wordt uitgegraven tegenover de piketten en de hoogtes die er met plakband op aangeduid zijn. 43

bouwtechnologie 3. KantopslUITINGEN 3.4.5. Plaatsen van boordstenen Nadat het schraal beton over een voldoende grote breedte en lengte en op de juiste hoogte onder de koord aangebracht is, kan de boordsteen zelf geplaatst worden. Omdat deze steen erg zwaar is, wordt hiervoor een boordsteentang gebruikt die door twee personen of met behulp van een hydraulische graafmachine opgetild wordt. De steen wordt echter steeds vaker machinaal geplaatst. Tenzij de aanbestedingsdocumenten anders bepalen, worden de boordstenen koud tegen elkaar geplaatst en worden de voegen niet opgevoegd. De voegen mogen nergens breder zijn dan 6 mm. De lengte van de passtukken of de boordstenen, kantstroken of greppels die in verstek gezaagd worden, bedraagt minstens 0,50 m. 3.4.6. Gebogen boordstenen in beton Bekijk de gebogen boordstenen hieronder aandachtig. Gebogen boordstenen zijn steeds deeltjes van een cirkelboog. R = 10m betekent dat de straal 10 m bedraagt. Hoe wordt de straal van de bocht altijd aangeduid? Voor de plaatsing van gebogen boordstenen verwijzen we naar de module praktijk. 44

3. KantopslUITINGEN bouwtechnologie Kantstroken hebben geen velling. Ze worden altijd verzonken geplaatst en doen dus vaak dienst als greppel. Naast de rechthoekige stukken bestaan er ook gebogen kantstroken. Het gewicht varieert tussen 70 en 240 kg in functie van de afmetingen. Vul de zichten aan op de tekening hieronder en vermeld de maten in mm. 45

bouwtechnologie 3. KantopslUITINGEN 3.6. Greppels (straatgoten) 3.6.1. Waterafvoer Het is erg belangrijk dat er tijdens en na een regenbui zo weinig mogelijk water op het wegdek blijft staan en dat het water afgevoerd wordt van de weg naar de zijkanten. Hiervoor moet het wegoppervlak een dwarshelling hebben van minstens 2 cm/m (voor asfalt). Als de zijkanten van de weg voorzien zijn van een verhoogde kantopsluiting, moet een greppel (straatgoot) voorzien worden. Deze greppel moet zich minstens 1 cm lager bevinden dan de wegverharding. Hij moet hellend gelegd worden en het water naar de waterkolken afvoeren. 3.6.2. Soorten Er worden niet altijd boordstenen voorzien; soms doet de greppel ook dienst als boordsteen. Greppels worden meestal op één van de volgende manieren gemaakt: Ter plaatse gestort met een glijbekisting. De greppels moeten onmiddellijk en zonder onderbreking gestort, verdicht, afgewerkt en tegen uitdroging beschermd worden. Krimpvoegen: tenzij anders aangegeven in de aanbestedingsdocumenten, moet er om de 4 meter een krimpvoeg gezaagd worden in rechte stukken. In bochten met een straal R van minder dan 15 m moet er om de 3 m een krimpvoeg gezaagd worden. De krimpvoegen worden gezaagd tot op een diepte van minstens 1/3 van de dikte van de gestorte betonlaag. De voegen worden zo snel mogelijk na het gieten gezaagd om scheurvorming te voorkomen. Aan straatkolken worden altijd twee oppervlakkige krimpvoegen gemaakt. Als de greppel niet op een gebonden fundering wordt geplaatst (schraal beton, zandcement, ), is het verplicht om eerst een waterdichte plastic folie te plaatsen. 46

3. KantopslUITINGEN bouwtechnologie Met geprefabriceerde elementen in beton. Vul hieronder de zichten aan en vermeld de afmetingen in mm. Uiteraard worden er ook gebogen greppels gemaakt. De voegen tussen de greppels worden dichtgemaakt met cementmortel. De voegen aan de straatkolken worden gevuld met een elastische voegvulling. In kasseien, betonstraatstenen of betontegels. De greppel wordt gevormd door twee of meer rijen betonstraatstenen, kasseien of betontegels (bv. 15/30) naast elkaar. Deze rijen liggen op een fundering van schraal beton (15 à 20 cm). Betonstraatstenen worden geplaatst in halfsteensverband en kunnen gelegd worden op een legbed van ongeveer 2 cm cementmortel. De voegen worden dichtgemaakt. Tussen de straatstenen en de straatkolken wordt de voeg opgevuld met een elastische voegvulling. Betontegels of betonklinkers worden gelegd met een helling van 1 cm naar de boordsteen: 47

bouwtechnologie 3. KantopslUITINGEN 3.6.3. Aanslag en breekpunt De aanslag is de afstand tussen de bovenkant van de boordsteen en de bovenkant van de greppel. Deze maat wordt normaal vermeld op de detailtekening bij de plannen. Duid de aanslag aan op de bovenstaande figuur. De greppels worden gelegd met een helling naar de straatkolk toe. Het hoogste punt van de greppel is het breekpunt. 3.6.3.1. De weg ligt pas 3.6.3.2. Een hellende weg 3.6.4. Plaatsingstechnieken Voor plaatsingstechnieken verwijzen we naar de module praktijk. 48

3. KantopslUITINGEN bouwtechnologie 3.6.5. Verlaagde afboordingen Verlaagde afboordingen kunnen toegepast worden aan opritten van huizen, voor garages, inritten van bedrijfsterreinen, Er bestaan twee manieren om een afboording te verlagen: 1. Met dezelfde boordstenen die gebruikt worden voor de rest van de afboording. Het funderingsbeton moet ter plaatse 10 cm lager gegoten worden. De verlaging wordt verkregen door twee boordstenen te kantelen. Uiteraard mag de voeg niet groter zijn dan 6 mm. Wat moet hier precies gedaan worden? 2. Met verloopboordstenen en speciale types boordstenen. Leg kort uit. 49

bouwtechnologie 3. KantopslUITINGEN 3.7. Straatkolken 3.7.1. Algemeen Straatkolken worden ook rioolkolken, trottoirkolken en ontvangers genoemd. Nadat de boordstenen geplaatst zijn, worden de straatkolken geplaatst. De juiste plaats en het type boordsteen kunnen we vinden op het plan. Meestal worden de straatkolken geplaatst: om de 20 à 25 m, in het midden van een boordsteen; in het midden van een bocht; aan hoeken. 3.7.2. Onderdelen Rioolkolkaansluiting: het geheel van onderdelen die nodig zijn voor de aansluiting van een waterslikker op de rioolleiding. Waterslikker (of rioolmond): de hemelwaterinlaatconstructie, die meestal in de straatgoot of watergreppel geplaatst is en waarlangs het hemelwater van de verhardingen wordt afgevoerd. Rioolkolk (of straatkolk of trottoirkolk): het bakvormige element onder de waterslikker waarop de verbinding naar de riolering wordt aangesloten. 50

3. KantopslUITINGEN bouwtechnologie 3.7.3. Omschrijving en functies Straatkolken zijn meestal geprefabriceerde bakken uit gietijzer, gewapend beton of een combinatie ervan. Ze zorgen ervoor dat het oppervlaktewater van de weg afgevoerd wordt naar de DWA-riolering. Vaste en bezinkbare afvalstoffen moeten in de straatkolk achterblijven. Aan de bovenkant van de kolk is een gietijzeren rooster voorzien dat uitgenomen of opengedraaid kan worden. De meeste straatkolken zijn voorzien van een sifon als reukafscheider. Reinigingsdiensten die aangesteld zijn door de gemeenten, moeten de kolken doorgaans één keer per jaar reinigen. De bezinkbare afvalstoffen moeten dus goed bereikbaar zijn. Straatkolken bestaan in veel verschillende maten en types: met afvoer aan de zijkant, met afvoer aan de onderkant, enz. De grootte van de aansluitopening hangt af van de grootte van de straatkolk. Veelal hebben grotere straatkolken een aansluitopening van 160 mm of 200 mm diameter. Fundering: Onder de straatkolk wordt altijd een fundering gemaakt. Als het bestek niet vermeldt hoe de fundering gemaakt moet worden, moeten de voorschriften uit het SB250 gevolgd worden: een fundering van zandcement; dikte: 20 cm; breedte: 10 cm buiten de buitenafmetingen van de straatkolk. 3.7.4. Plaatsing Om de straatkolk gemakkelijk te kunnen plaatsen moet een voldoende grote put uitgegraven worden. Hiertoe wordt vaak één boordsteen en een deel van de funderingsvoet weggenomen. De put kan het best niet te diep gemaakt worden, want anders kunnen er achteraf verzakkingen optreden. Er wordt aangeraden om de straatkolk in het midden van de boordsteen te plaatsen. Bovenkant: De bovenkant van de straatkolk moet 1 cm lager geplaatst worden dan de weggoot die erin uitmondt. Uiteraard moet de verbinding met de riolering waterdicht zijn. Aansluiting: Straatkolken kunnen aangesloten worden met een verbindingsputje of rechtstreeks met een pvc-aansluitstuk. 51

bouwtechnologie 3. KantopslUITINGEN Waterontvanger W12: 52

4. BestraTING van straatstenen bouwtechnologie 4. Bestrating van straatstenen Bestratingen van straatstenen zijn open verhardingen: zie punt 2.1.4. Ze zijn vooral geschikt voor opritten, fietspaden, wandelpaden, marktpleinen, woonerven en minder druk bereden wegen (bv. in dorpskernen). Straatstenen zijn gemaakt uit beton of gebakken klei. 4.1. BENOR-kwaliteitsmerk Fabrikanten van straatstenen moeten ervoor zorgen dat hun producten aan de Belgische en Europese normen voldoen. De huidige normen voor betonstraatstenen zijn: NBN EN 1338 (2003) en NBN B21-311 (2006). De CE-markering is verplicht voor alle straatstenen, maar het BENORkwaliteitsmerk niet. Het SB250 eist wel dat straatstenen BENOR-gecertificeerd zijn. Een product met het BENOR-merk garandeert: dat de fabrikant zijn fabrieks- en productcontrole correct uitvoert; dat het product in overeenstemming is met de volledige Europese en de Belgische norm. 53

bouwtechnologie 4. Bestrating van straatstenen 4.2. Vormen 4.2.1. Geprofileerde en niet-geprofileerde straatstenen Er bestaan niet-geprofileerde en geprofileerde straatstenen. Geprofileerde straatstenen kunnen een horizontale en/of een verticale profilering hebben. De profileringen zorgen ervoor dat de stenen die naast elkaar liggen, beter verbonden blijven ten opzichte van elkaar en dus ook beter weerstand bieden aan verschuivingen (bv. als gevolg van remmende voertuigen aan verkeerslichten). De vellingkanten rond het afslijtingsvlak verhinderen dat de bovenranden gaan afschilferen en vergemakkelijken de plaatsing. Courante betonstraatstenen hebben een velling van 5 mm (horizontaal) bij 3 mm (verticaal). Tegenwoordig bestaan er nog heel wat speciale vormen: tientallen rechthoekige formaten, getrommelde stenen, vierkante stenen, ronde stenen, enz. Speciaal voor fietspaden en lawaaiarme doortochten zijn er ook betonstraatstenen met een velling van 2 mm bij 2 mm. Om te vermijden dat de hoeken beschadigd raken wanneer de stenen koud tegen elkaar geplaatst worden, zijn de straatstenen voorzien van afstandhouders met een dikte van 0,75 mm tot 1 mm. Duid de afstandhouders aan op de figuur hierboven. 54

4. Bestrating van straatstenen bouwtechnologie Vroeger waren een aantal formaten genormeerd, bijvoorbeeld 220 x 110 x 80 mm, waarbij 220 mm de lengte, 110 mm de breedte en 80 mm de hoogte is. Tegenwoordig worden straatstenen veelal koud tegen elkaar geplaatst en worden heel wat formaten op de markt gebracht die afwijken van de eerder genormaliseerde formaten. Enkele formaten: Formaat (mm) Velling (mm hor./mm vert.) Gewicht per stuk (kg) Aantal per m² 220x110x70 5/3 3,9 41 220x110x80 5/3 4,45 41 220x110x100 5/3 5,6 41 220x110x120 5/3 6,7 41 Opmerking 220x110x100 2/2 5,6 41 Fietspadklinkers 220x220x60 5/3 6,82 20 Dubbelklinkers 200x50x60 5/3 1,3 100 Waalformaat Schrijf in het vak Opmerking voor welk type verkeer de verschillende diktes van het formaat 220 x 110 geschikt zijn. 4.2.2. Hulpstukken Afhankelijk van het steenverband (legpatroon) waarin straatstenen gelegd worden, kunnen hulpstukken nodig zijn. Dit zijn meestal halve stenen, (enkele) bisschopsmutsen (kapellen) en dubbele bisschopsmutsen. De schuine zijde van de bisschopsmuts kan een halve of een volle steen zijn. Over het algemeen hebben de bisschopsmutsen een schuine zijde van een halve steen. De top van de bisschopsmuts is altijd een hoek van 90. Benoem de onderstaande hulpstukken. Welke voordelen bieden hulpstukken? 55

bouwtechnologie 4. Bestrating van straatstenen 4.3. Soorten (in functie van het materiaal) 4.3.1. Betonstraatstenen Naast de vorm kan tegenwoordig ook de kleur, het formaat en de gedaante van betonstraatstenen erg sterk variëren. Enkele voorbeelden van soorten betonstraatstenen: Waterdoorlatende betonstraatstenen. Er bestaan betonstraatstenen die verplicht met grotere voegen gelegd moeten worden en er bestaan ook poreuze betonstraatstenen. Waarom hebben deze stenen tegenwoordig meer en meer succes? Uitgewassen betonstraatstenen: deze stenen hebben een ruw uitzicht. Geluidswerende betonstraatstenen: deze stenen verminderen het rolgeluid van voertuigen. 56