(B) november 2018

Vergelijkbare documenten
(B) november 2018

(B) september 2017

(B) oktober 2018

(B) juni Niet-vertrouwelijk

EINDBESLISSING (B) CDC-1464

RICHTLIJNEN (R) CDC-1371

EINDBESLISSING (B) CDC-1282

EINDBESLISSING (B) CDC-1478

EINDBESLISSING (B) CDC-1251

EINDBESLISSING (B) CDC-1272

EINDBESLISSING (B) CDC-1273

(B) september 2018

EINDBESLISSING (B) CDC-1231

EINDBESLISSING (B) CDC-1279

(B) oktober 2018

EINDBESLISSING (B) CDC-1550

Beslissing over het voorstel van Elia System Operator nv betreffende een wijziging van de regels die de energieoverdracht organiseren

VOORSTEL (C) CDC-1505

(B) juni Artikel 21bis, 4, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

EINDBESLISSING (B) CDC-1541

(PRD)nummer Datum. te weten

(B) oktober Artikel 19bis, 4, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

EINDBESLISSING (B) CDC-1563

BESLISSING (B) CDC-981

ADVIES (A) CDC-779

(B) juli Niet vertrouwelijk

EINDBESLISSING (B) CDC-1560

Aanvraag van groenestroomcertificaten voor elektriciteit uit offshore windenergie

VERSLAG AAN DE KONING

(A) april 2019

VOORSTEL (C) CDC-1307

VOORSTEL (C) CDC-853

met betrekking tot (PRD) december 2018

(B)1221E/18 20 april Artikel 20bis, 4, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet vertrouwelijk

(B)1220E/18 20 april Artikel 20bis, 4, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet vertrouwelijk

(Z) januari 2018

VOORSTEL (C) CDC-1317

BESLISSING (B) CDC-1136

(PRD)656G/37 8 oktober te weten

(A) december 2018

(B)1222E/20 27 oktober Artikel 20bis, 4, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

(PRD) maart over

BESLISSING (B) CDC-1409E/7

Tekst met geïntegreerd erratum zoals goedgekeurd door het directiecomité van de CREG tijdens zijn vergadering van 26 april 2018

BESLISSING COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

BESLISSING (B) CDC-988

BESLISSING (B) CDC-1219E/7

(A) november 2017

ADVIES COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

BESLISSING (B) CDC-626E/17

BESLISSING COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

ADVIES (A) CDC-607

ONTWERPBESLISSING (B) CDC-1402

ADVIES (A) CDC-452

(A) juni gegeven met toepassing van artikel 6, 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt

BESLISSING (B) CDC-657G/12

VOORSTEL (C) CDC-1179

(B)1225G/17 26 januari 2017

BESLISSING (B) CDC-1227E/5

(B)1222G/18 20 april 2017

ADVIES (A) CDC-1584

(B)1224G/10 26 januari 2017

BESLISSING (B) CDC-1220E/12

(B) december 2018

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 20 juli gewijzigd op 24 januari 2007

Vragenlijst met betrekking tot een gewijzigd charter voor goede praktijken voor online prijsvergelijking voor elektriciteit en gas

(PRD) oktober 2017

(A) juli Artikel 23, 2, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

STUDIE COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

EINDBESLISSING (B) CDC-1544

ADVIES DIENST REGULERING

(PRD)658E/45 11 mei te weten

BESLISSING (B) CDC-1227 E/1

BESLISSING (B) CDC-1224 E/1

Vertegenwoordigd door mevrouw Marie-Pierre Fauconnier, Voorzitster, en de heer Laurent Jacquet, Directeur,

BESLISSING (B) CDC-658E/42

(B) september 2018

BESLISSING (B) CDC-1235

(Z) mei Opgesteld met toepassing van art.23, 2, 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt

(PRD) juli te weten

ADVIES (A) CDC-86

BESLISSING (B) CDC-1323E/7

NOTA (Z) CDC-1507

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Vertegenwoordigd door mevrouw Marie-Pierre Fauconnier, Voorzitster, en de heer Laurent Jacquet, Directeur,

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 5 januari 2010

(B)1227G/20 27 oktober 2017

FEDERALE ENERGIESTRATEGIE

BESLISSING (B) CDC-1220E/4

(A) augustus Artikel 11 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Niet-vertrouwelijk

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

BESLISSING (B) CDC-1538

BESLISSING (B) CDC-1224G/8

van 23 februari 2010

ADVIES COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS

BESLISSING (B) CDC-1220 E/1

BESLISSING (B) CDC-628E/26

BESLISSING (B) CDC-658E/37

STUDIE (F) CDC-92

Transcriptie:

(B)1861 26 november 2018 Beslissing over de aanvraag tot het vastleggen van de correctiefactor ter bepaling van de minimumprijs voor groenestroomcertificaten uitgereikt voor elektriciteit geproduceerd door de installaties gelegen in de domeinconcessie van Seastar voor de eerste periode na financial close Artikel 14, 1ter/1, van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen Niet-vertrouwelijke versie CREG Nijverheidsstraat 26-38, 1040 Brussel, België T +32 2 289 76 11 F + 32 2 289 76 09 info@creg.be www.creg.be

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 2 1. INLEIDING... 3 2. WETTELIJK KADER... 3 3. ANTECEDENTEN... 5 3.1. Algemeen... 5 3.2. Raadpleging... 5 4. ANALYSE VAN HET AANBESTEDINGSPROCES... 6 4.1. Het aanbestedingsproces... 6 4.1.1. Procedure... 6 4.1.2. Resultaten... 6 4.2. Beoordeling CREG... 8 5. BEPALEN VAN DE CORRECTIEFACTOR... 9 6. CONCLUSIE... 9 Niet-vertrouwelijke versie 2/9

1. INLEIDING De COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS (CREG) onderzoekt hierna, of er een verschil bestaat tussen de voorgestelde te contracteren verkoopprijs voor elektriciteit en een gemiddelde nominale prijs gelijk aan 90 % van de elektriciteitsreferentieprijs (artikel 14, 1ter/1, van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen (hierna: het koninklijk besluit van 16 juli 2002)). Het dossier in kwestie werd ingediend door Seamade NV (hierna: Seamade), die titularis is van de domeinconcessies van Mermaid en Seastar. De bouw van de offfshore windmolenparken in deze beide concessies wordt door Seamade als één project gerealiseerd. Beide domeinconcessies blijven evenwel afzonderlijk bestaan. De aanvrager Seamade als vertegenwoordiger van Seastar NV wordt hierna eenvoudigheidshalve Seastar genoemd. Op basis van haar onderzoek bepaalt de CREG de correctiefactor die van toepassing is voor de bepaling van de minimumprijs van de groenestroomcertificaten voor de elektriciteit geproduceerd door de offshore windmolens gelegen in de domeinconcessie van Seastar. Deze beslissing werd door het directiecomité van de CREG goedgekeurd via schriftelijke procedure van 26 november 2018. 2. WETTELIJK KADER 1. Artikel 7, 1, 1 ste lid van de elektriciteitswet bepaalt het volgende: Bij een besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voorstel van de commissie, kan de Koning : 1 maatregelen van marktorganisatie vaststellen, waaronder de instelling van een door de commissie beheerd systeem voor de toekenning van certificaten van oorsprongsgarantie en van groenestroomcertificaten voor elektriciteit geproduceerd overeenkomstig artikel 6, evenals het opleggen van een verplichting aan de netbeheerder om groenestroomcertificaten afgeleverd door de federale en gewestelijke overheden aan te kopen tegen een minimumprijs en te verkopen, teneinde de afzet op de markt te verzekeren, tegen een minimumprijs, van een minimumvolume elektriciteit geproduceerd met aanwending van hernieuwbare energiebronnen. [ ]" 2. Artikel 7, 1 van de elektriciteitswet werd uitgevoerd door het koninklijk besluit van 16 juli 2002. Dit koninklijk besluit werd laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 augustus 2018. 3. Artikel 14, 1, 1 quater luidt als volgt; 1 quater voor offshore windenergie geproduceerd door installaties die het voorwerp uitmaken van een in artikel 6 van de wet bedoelde domeinconcessie, waarvan de financial close plaatsvindt vanaf 1 juli 2018, wordt een minimumprijs vastgelegd, onverminderd paragraaf 1quater en 1quinquies/1 aan de hand van de volgende formule en waarvan het bedrag in geen geval negatief mag zijn : Niet-vertrouwelijke versie 3/9

minimumprijs = LCOE - [(elektriciteitsreferentie-prijs x (1 - correctiefactor) + de waarde van de garanties van oorsprong) x (1-netverliesfactor)], waarin : - de LCOE gelijk is aan 79 euro/mwh; - onverminderd de mogelijkheid om, in overeenstemming met paragraaf 1ter/1, de correctiefactor per domeinconcessie vast te leggen, de correctiefactor gelijk is aan 0,10; - de waarde van de garanties van oorsprong overeenkomt met de huidige door de domeinconcessiehouder verkregen verkoopprijs voor de garanties van oorsprong die worden uitgereikt voor de geïnjecteerde elektriciteit; - de netverliesfactor elke maand door de commissie, voor elke concessie, wordt berekend op basis van het verschil tussen de hoeveelheid geproduceerde elektriciteit en de hoeveelheid elektriciteit die in het net is geïnjecteerd; 4. Artikel 14, 1ter/1 legt de procedure vast voor de aanpassing van de correctiefactor per domeinconcessie: 1ter/1. Voor elke domeinconcessie bedoeld in 1, tweede lid, 1 ter, [17 en 1 quater]17 past de commissie, zonder retroactieve werking, de correctiefactor die in aanmerking wordt genomen voor de bepaling van de minimumprijs, aan. Daartoe maakt de houder van de domeinconcessie op volgende tijdstippen : 1 de eerste maal ten laatste vier maanden voor de voorziene datum van financial close; 2 later, ten laatste vier maanden voor het einde van elke periode van één jaar die ingaat op de datum van de financial close, alle informatie over aan de commissie, per drager met ontvangstbevestiging en elektronisch, met betrekking tot de gecontracteerde verkoopprijs van de door de installaties opgewekte elektriciteit. Binnen één maand na de ontvangst van de gegevens, bevestigt de commissie aan de domeinconcessiehouder de volledigheid van de gegevens of bezorgt zij hem een lijst van bijkomende inlichtingen die hij moet verstrekken. De commissie onderzoekt binnen de twee maanden na de bevestiging van de volledigheid van de gegevens of er een verschil is tussen de gecontracteerde verkoopprijs voor elektriciteit en een gemiddelde nominale prijs gelijk aan 90 % van de elektriciteitsreferentieprijs. Indien de commissie een verschil vaststelt, past zij de correctiefactor voor de betrokken domeinconcessie aan. Onverminderd 1sexies berekent de commissie de overeenstemmende nieuwe minimumprijs voor de aankoop van groenestroomcertificaten, door toepassing van de formule in 1, tweede lid, 1 ter. Niet-vertrouwelijke versie 4/9

3. ANTECEDENTEN 3.1. ALGEMEEN 5. Op 14 augustus 2018 diende Seastar een aanvraagdossier in voor het vastleggen van de correctiefactor ter bepaling van de minimumprijs voor de groenestroomcertificaten uitgereikt voor de elektriciteit geproduceerd door de installaties in de domeinconcessies van Seastar. 6. Op 13 september 2018 heeft de CREG aan Seastar bijkomende informatie opgevraagd. 7. Op 20 september 2018 en 5 november 2018 ontving de CREG de gevraagde bijkomende informatie. 8. Met haar brief aan Seastar van 15 november 2018 heeft de CREG het ingediende dossier volledig verklaard. 9. Tijdens de vergadering van 22 november 2018 keurde het directiecomité van de CREG ontwerpbeslissing (B)1861 goed over de aanvraag tot het vastleggen van de correctiefactor ter bepaling van de minimumprijs voor groenestroomcertificaten uitgereikt voor elektriciteit geproduceerd door de installaties gelegen in de domeinconcessie van Seastar voor de eerste periode na financial close. 3.2. RAADPLEGING 10. Het directiecomité van de CREG stelde vast dat de ontwerpbeslissing voornamelijk was gebaseerd op gegevens die betrekking hebben op offertes die Seastar heeft ontvangen en op een beschrijving van het tenderproces. De gegevens uit de offertes zijn commercieel gevoelig en bijgevolg vertrouwelijk. De beschrijving van het tenderproces zonder daarbij de gegevens te vermelden maakt de beslissing moeilijk leesbaar. Verder kon de CREG in deze beslissing enkel de bepalingen van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 volgen om de correctiefactor te bepalen. De CREG meende bijgevolg dat een openbare raadpleging over deze ontwerpbeslissing niet nuttig was. Het directiecomité van de CREG besliste daarom om geen openbare maar een niet-openbare raadpleging over de ontwerpbeslissing te organiseren waarbij enkel Seastar geraadpleegd wordt (artikel 40, eerste lid, 1 en tweede lid, van het huishoudelijk reglement van het directiecomité van de CREG). 11. Seastar heeft op 23 november 2018 per e-mail en aangetekend schrijven laten weten dat ze geen opmerkingen heeft bij de ontwerpbeslissing. Niet-vertrouwelijke versie 5/9

4. ANALYSE VAN HET AANBESTEDINGSPROCES 4.1. HET AANBESTEDINGSPROCES 4.1.1. Procedure 12. Zoals bepaald in de richtsnoeren 1 van de CREG, heeft Seamade de markt geconsulteerd voor het bekomen van een Power Purchase Agreement (hierna; PPA) voor Mermaid en Seastar. Seamade heeft een tender ingesteld voor 4 blokken, die elk ongeveer overeenkomen met 25 % van de geproduceerde energie van beide projecten. Elke partij kon bieden voor één of meerdere blokken aan dezelfde of verschillende prijscondities. Eén blok werd voorbehouden voor het meest competitieve bod (hierna: the reserved block). Bij de drie andere blokken was een right-to-match van de aandeelhouders voorzien. Dit principe is opgenomen in de Invitation To Tender (hierna: ITT). Aan veertien partijen werd gevraagd hun interesse voor deelname aan de tender bekend te maken. Twaalf partijen ondertekenden de Non Disclosure Agreement en ontvingen vervolgens de ITT. Uiteindelijk dienden drie partijen,, een offerte in:, en. De ITT vermeldde duidelijk de verschillende objectieve en kwantificeerbare geschiktheidscriteria zoals financiële sterkte. Daarnaast bevatte het ITT document een duidelijke gedefinieerde formule voor de correctiefactor. 4.1.2. Resultaten 4.1.2.1. Evaluatie geschikheidscriteria 13. De ontvangen offertes werden eerst onderzocht op basis van de objectieve en kwantificeerbare geschiktheidscriteria zoals onder andere financiële. Het volume van beide projecten wordt opgesplitst in vier blokken, om zo ook kleinere marktspelers aan te trekken. Dit betekent echter dat elk project 2 PPA s zou kunnen hebben en is een samenwerking vereist tussen de twee offtakers in kader van de verantwoordelijkheden ten opzichte van Elia. Daarom wordt een bevestiging gevraagd van de kandidaten dat ze akkoord gaan met een mogelijke set-up van 2 ARP s (met twee mogelijke rollen: the shared-energy ARP en the follow-up ARP) per domeinconcessie. Daarnaast zullen de twee projecten soms (bijvoorbeeld tijdens de opstartfase of tijdens momenten met weinig wind) netto elektriciteit verbruikers zijn. Dus de kandidaten moeten ook instaat zijn om dan elektriciteit te leveren. Alle offertes werden als geschikt bevonden. 1 Richtlijnen (R) 1371 over de procedure voor de vastlegging van de waarden die in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de minimumprijs per groenestroomcertificaat voor offshore windenergie. Niet-vertrouwelijke versie 6/9

Tabel 1 Evaluatie geschiktheid offertes 4.1.2.2. Biedingen 14. Het belangrijkste commerciële element van de PPA is de correctiefactor die toegepast zal worden op de elektriciteitsreferentieprijs. Seastar zal zijn elektriciteit verkopen volgens de formule Endex * (1-correctiefactor). Hoe lager de correctiefactor, des te hoger de opbrengst van verkoop van de geproduceerde energie zal zijn. Zoals door de ITT bepaald bestaat de correctiefactor uit een vaste term en twee variabele paramaters met betrekking tot de profiel- en balancingkost. Deze twee variabele parameters zijn door middel van een formule in de ITT vastgelegd en dus voor alle kandidaten hetzelfde. De vaste term is de enige parameter waarop de kandidaten vrij kunnen bieden. Daarnaast heeft als enige partij ook een commissioning surcharge toegevoegd. Deze term is een vergoeding voor het risico die de afnemer loopt, namelijk: - mismatch risico tussen 2020 base load profile en het verwachte injectieprofiel van Seastar; - mogelijke afwijkingen ten opzichte van het installatieschema zoals gekend op 1 januari 2019. De commissioning surcharge is enkel van toepassing op de turbines die nog niet officieel opgeleverd zijn. De drie kandidaten leverden volgende biedingen op. Tabel 2 Overzicht offertes De ranking van de offertes in tabel 2 houdt geen rekening met de commissioning surcharge. Deze surcharge is enkel van toepassing tijdens het eerste operationele jaar totdat alle turbines officieel opgeleverd zijn. 4.1.2.3. Right-to-match principe 15. Zoals uiteengezet in de ITT, wordt het reserved block toegekend aan de meest competitieve bieding. Op de drie andere blokken kan een right-to-match worden uitgeoefend. De biedingen werden door het projectteam als volgt gerankt. Tabel 3 Ranking offertes 16. Het reserved block wordt toegewezen aan. wenst als aandeelhouder zijn right-to-match uit te oefenen op de andere drie blokken. 2 3. 2 3 Niet-vertrouwelijke versie 7/9

17. Na de evaluatie worden de vier blokken als volgt toegewezen. Tabel 4 Ranking offertes 18. Aangezien er maar één offtaker is voor alle blokken, heeft Seamade besloten om één PPA per domeinconcessie te tekenen. Hierbij geniet Seastar (het park met het grootste volume) van de laagste correctiefactor. Dit geeft volgende resultaten per park. Tabel 5 Overzicht correctiefactor 4.2. BEOORDELING CREG 19. Bij de beoordeling van het dossier heeft de CREG vastgesteld dat de parken Mermaid en Seastar als eersten een commissioning surcharge hebben ingevoerd. Deze toeslag is een vergoeding voor het risico dat afnemer heeft tijdens het installatiejaar (zie paragraaf 14). De CREG stelt vast dat dergelijke risico nooit apart vergoed werd in de PPA s van de operationele Belgische offshore parken, ook al is dit risico voor elk offshore park even groot. Daarnaast stelt de CREG vast dat de toepassing van deze commissioning surcharge moeilijk in praktijk is om te zetten gezien de uitwerking wordt toegepast per turbine en afhangt van het al dan niet opleveren van de betrokken turbine, maar dat deze factor wel vooraf dient bepaald te worden door de CREG. Bij de analyse van het dossier heeft de CREG dan ook aan Seamade gevraagd om deze term te schrappen. Na overleg met heeft Seamade beslist deze term te schrappen. Zo is de vergoeding voor het risico tijdens het eerste jaar algemeen ingeprijsd, zoals bij de andere Belgisch offshore parken. Bij de andere ontvangen offertes werd dit risico eveneens ingeprijsd in de vaste term. De CREG gaat hiermee akkoord aangezien dit geen impact heeft op de ranking van de offertes en de toekenning van de blokken. 20. Na vergelijking van de verschillende offertes voor de PPA stelt de CREG vast dat de aanstelling van Eneco als preferred supplier correct is. De CREG constateert dat, ondanks de interesse van twaalf partijen in de marktbevraging, er slechts drie kandidaten uiteindelijk een offerte hebben ingediend waarvan slecht één partij geen aandeelhouder is. De CREG meent dat de organisatie van de marktbevraging en vooral de modaliteiten van de uitoefening van de right-to-match, veel mogelijke kandidaten heeft afgeschrikt. Verder stelt de CREG vast dat de enige aanbieder die geen aandeelhouder is, een competitieve bieding heeft gedaan, maar net door de uitoefening van de rightto-match door een aandeelhouder (Eneco) uiteindelijk geen PPA kan ondertekenen. De CREG vreest dat de toepassing van de right-to-match op termijn zal leiden tot een situatie waar enkel nog aandeelhouders een bieding voor een PPA zullen doen, waardoor er een reëel risico ontstaat dat er geen echte competitieve prijs meer geboden wordt, wat uiteindelijk nadelig is voor de consument. De CREG heeft evenwel geen wettelijke goedkeuringsbevoegdheid over de organisatie van de tender. Rekening houdend met de resultaten van andere marktbevragingen oordeelt de CREG dat de voorgestelde prijs voor de PPA toch marktconform is. Niet-vertrouwelijke versie 8/9

5. BEPALEN VAN DE CORRECTIEFACTOR 21. Seastar vraagt in haar brief van 30 oktober 2018 om de correctiefactor van 11,91 % voor de eerste periode (die ingaat op de dag van financial close) goed te keuren. 22. De correctiefactor wordt berekend volgens volgende formule: 23. De CREG bevestigt dat de PPA marktconform is en keurt de correctiefactor van 11,91 % goed voor de periode van één jaar vanaf de datum van financial close. De CREG wenst na financial close een kopie te ontvangen van de ondertekende PPA. 6. CONCLUSIE Gelet op artikel 14, 1ter/1 van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 waarin de procedure wordt bepaald voor de aanpassing van de correctiefactor die in aanmerking wordt genomen voor de bepaling van de minimumprijs per domeinconcessie; Gelet op de rol van de CREG, zoals bepaald in artikel 14, 1ter/1 van het koninklijk besluit van 16 juli 2002, die onderzoekt of er een verschil is tussen de gecontracteerde verkoopprijs voor elektriciteit en een gemiddelde nominale prijs gelijk aan 90 % van de elektriciteitsreferentieprijs; Gelet op het aanvraagdossier van 14 augustus 2018; Gelet op de aanvullende informatie ontvangen op 20 september en 5 november 2018; Op voorwaarde dat de CREG per aangetekend schrijven een kopie ontvangt van de ondertekende PPA; Beslist de CREG dat de correctiefactor wordt vastgelegd op 11,91 % van de elektriciteitsreferentieprijs voor de periode van één jaar vanaf de datum van financial close. Voor de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas: Laurent JACQUET Directeur Koen LOCQUET Wnd. Voorzitter van het Directiecomité Niet-vertrouwelijke versie 9/9