A D V I E S Nr Zitting van woensdag 4 mei

Vergelijkbare documenten
A A N B E V E L I N G Nr AANBEVELING AAN DE PARITAIRE COMITÉS BETREFFENDE HET TIJDSTIP

A D V I E S Nr Zitting van maandag 19 juli

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 april

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 5 november

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 14 juli

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 10 juli

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 28 maart

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 september 2017

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 13 juli

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 13 juli

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 21 december

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 juli

A D V I E S Nr

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 4 februari

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 19 december 2001

A D V I E S Nr Zitting van maandag 27 april

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 27 oktober

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 17 december

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 27 maart

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 27 juni

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 25 september

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 1 april

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 15 september

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 30 oktober

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 juli

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 30 januari

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 juli

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 18 juli 2017

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 23 oktober

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 maart

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 april

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 27 februari

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 29 juni

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 22 november

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag;

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 20 december

R A P P O R T Nr

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 6 mei

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 28 maart

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 21 maart

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 januari

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 21 december

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 21 november

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 29 april

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 2 mei

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 13 juli

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 25 oktober

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 28 mei

A AN B E V E L I N G Nr

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 23 februari

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 13 november

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 93 VAN 20 DECEMBER 2007 TOT INSTELLING EN VASTSTELLING, VOOR 2007 EN 2008, VAN DE PROCEDURE VAN TENUITVOERLEG-

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 31 mei

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 april

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 21 maart

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 28 januari

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 juli

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 97 VAN 20 FEBRUARI 2009 TOT INSTEL- LING EN VASTSTELLING, VOOR 2009 EN 2010, VAN DE PROCEDURE VAN TENUIT-

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 25 november

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 februari

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 20 december

A AN B E V E L I N G Nr SUPPLEMENT BOVENOP DE WERKLOOSHEIDSUITKERINGEN WEGENS SCHORSING

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober

A D V I E S Nr Zitting van maandag 19 juli

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 QUATERDECIES

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 15 juli

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 20 december

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 20 februari

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 4 april

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 januari

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 21 maart

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 21 december

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 9 november

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 43 UNDECIES

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 28 maart

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 TER

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 15 december

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 18 juli

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 15 december

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 mei

A D V I E S Nr Zitting van donderdag 31 mei

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 20 maart

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 10 juli

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST TOT VASTSTELLING, VOOR 2013 EN 2014,


A A N B E V E L I N G Nr AANBEVELING AAN DE PARITAIRE COMITES OVER DE INVOERING VAN

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 15 juli

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 19 maart 2003

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 juli

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 38 SEXIES

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 23 februari

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 2 mei

nationale arbeidsraad


COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

Transcriptie:

A D V I E S Nr. 1.511 ---------------------------- Zitting van woensdag 4 mei 2005 ------------------------------------------- Verslaggevingsverplichtingen van de sectoren x x x 2.090-1 Blijde Inkomstlaan, 17-21 - 1040 Brussel Tel: 02 233 88 11 - Fax: 02 233 88 59 - E-mail: griffie@nar-cnt.be - Website: www.nar-cnt.be

A D V I E S Nr. 1.511 ------------------------------ Onderwerp : Verslaggevingsverplichtingen van de sectoren In het advies nr. 1.489 van 19 juli 2004 betreffende de financiële verslaggeving van de fondsen voor bestaanszekerheid heeft de Nationale Arbeidsraad zich voorgenomen een onderzoek te verrichten naar de verschillende verslaggevingsverplichtingen van de sectoren vanuit de optiek ze te stroomlijnen voor de toekomst. De Raad heeft dat onderzoek toevertrouwd aan zijn commissie Collectieve Arbeidsverhoudingen. Op verslag van die commissie heeft de Raad tijdens zijn zitting van 4 mei 2005 navolgend advies uitgebracht. x x x

- 2 - ADVIES VAN DE NATIONALE ARBEIDSRAAD ------------------------------------------------------------ I. INLEIDING De Nationale Arbeidsraad heeft er in zijn advies nr. 1.489 op gewezen dat er naast de jaarlijkse financiële verslaggeving door de fondsen voor bestaanszekerheid op sectoraal vlak nog andere verslaggevingsverplichtingen nageleefd moeten worden : - de wettelijk verplichte jaarlijkse verslaggeving in het kader van de CAO-bepalingen betreffende de risicogroepen; - de sectorale verslaggeving over de vormingsinspanningen zoals afgesproken werd tijdens de werkgelegenheidsconferentie van september 2003 en conform de aanbeveling van de Nationale Arbeidsraad nr. 16 dd. 27 januari 2004. De Raad heeft zich in voornoemd advies voorgenomen een onderzoek te wijden aan die verslaggevingsverplichtingen vanuit de optiek ze gestroomlijnder te laten verlopen zonder dat ze daarom aan efficiëntie mogen inboeten. geven. Onderhavig advies strekt ertoe aan dit voornemen uitvoering te II. STANDPUNT VAN DE RAAD A. Voorafgaande opmerking Alvorens nader op het onderwerp van het advies in te gaan, laat de Raad opmerken dat zijn onderzoek betrekking heeft op de rapportering betreffende de risicogroepen en de vormingsinspanningen en niet op de financiële verslaggeving van de fondsen voor bestaanszekerheid. De verslagen over risicogroepen en vormingsinspanningen hebben beide een gelijkaardige doelstelling, met name de inspanningen van de sectoren op dat vlak beter opvolgen. De financiële verslaggeving door de fondsen voor bestaanszekerheid heeft daarentegen tot doel de transparantie van de werking van de fondsen te vergroten en de naleving van de financiële verbintenissen van de fondsen te waarborgen.

- 3 - De voorstellen van de Raad hebben evenmin betrekking op de specifieke regels inzake financiële rapportering, controle en toezicht die van toepassing zijn op de sociale Maribelfondsen. Voorts laat de Raad opmerken dat zijn onderzoek, althans in een eerste fase, beoogt na te gaan welke aspecten van de huidige verslaggevingprocedure verbeterd kunnen worden zonder dat daarbij aan inhoud van de diverse verslagen geraakt wordt. Wat die inhoud betreft, wijst de Raad erop dat hij in zijn advies nr. 1.489 heeft laten opmerken dat de verslaggevingsverplichtingen elkaar enigszins overlappen en derhalve een zekere verwarring kunnen scheppen. Om de precieze draagwijdte daarvan in te schatten, acht de Raad het aangewezen dat de onderscheiden verplichtingen eerst getoetst worden aan de praktijken van de sectorale fondsen en dat aan de hand daarvan, eventueel vanuit de sectoren, concrete voorstellen gedaan worden. De Raad behoudt zich het recht voor om in een tweede fase daaraan een onderzoek te wijden. B. Huidige verplichtingen 1. Jaarlijkse verslaggeving CAO's risicogroepen De Raad wijst erop dat ter uitvoering van de tweejaarlijkse interprofessionele akkoorden sedert 1989-1990 aan de werkgevers een inspanning wordt gevraagd om initiatieven te bevorderen voor personen die behoren tot de risicogroepen of voor personen op wie een inschakelingparcours van toepassing is. Voor de jaren 2003-2004 was die inspanning gelijkwaardig aan minstens 0,10 % van de loonmassa. De regering heeft aangekondigd die regeling te zullen verlengen. Om die doelstelling te concretiseren, voorziet de wetgeving, die uitvoering geeft aan de interprofessionele akkoorden, steeds dat de werkgevers hun inspanning in een CAO kunnen opnemen. Bij gebrek aan een dergelijke overeenkomst, is aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid een overeenstemmende bijdrage verschuldigd. Om die inspanningen te kunnen opvolgen, gelden een aantal verslaggevingsverplichtingen. Zo moet de CAO inzake risicogroepen neergelegd worden op de griffie van de algemene directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO uiterlijk 1 oktober van het jaar waarop ze betrekking had.

- 4 - Daarenboven moeten de partijen, die een dergelijke CAO hebben gesloten, jaarlijks en uiterlijk 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de CAO betrekking heeft, een evaluatieverslag en een financieel overzicht van de uitvoering van de CAO neerleggen op de griffie van de algemene directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO. De Koning kan de nadere regelen en voorwaarden vastleggen waaraan het evaluatieverslag en het financieel overzicht moeten voldoen. Deze evaluatieverslagen moeten worden overgezonden aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers. 2. Jaarlijkse verslaggeving vormingsinspanningen De Raad herinnert eraan dat tijdens de tewerkstellingsconferentie van september 2003 de sociale partners inzake vorming hun afspraken van de jongste centrale akkoorden bevestigden en tevens een nieuw groeipad uittekenden. Omdat de sectoren in die nieuwe strategie een belangrijke rol spelen, werd voorzien in een betere follow-up van hun inspanningen. Meer bepaald werden de paritaire comités verzocht om tegen 31 maart van het daaropvolgend jaar een rapport op te stellen over de naleving van hun sectorale afspraken en over de maatregelen om de afgesproken doelstellingen te bereiken alsook over de spreiding van de vormingsinspanningen naar categorie, leeftijd en scholingsgraad van de werknemers. Dit rapport moet neergelegd worden bij de FOD WASO. Omdat de tel- en rapporteringmethoden van de sectoren niet geharmoniseerd waren, bracht de Nationale Arbeidsraad op 27 januari 2004 de aanbeveling nr. 16 uit die ertoe strekt de gegevens die de sectoren in hun rapport opnemen te homogeniseren. C. Voorstellen Op basis van het onderzoek van de voornoemde verslaggevingsverplichtingen formuleert de Raad hierna een aantal voorstellen die tot doel hebben de verslaggevingprocedure te stroomlijnen.

- 5-1. Tijdstip van verslaggeving De Raad wijst erop dat volgens de huidige wetgeving de partijen die een CAO betreffende de risicogroepen hebben gesloten, jaarlijks en uiterlijk 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de CAO betrekking heeft een evaluatieverslag en een financieel overzicht moeten neerleggen. Wat de vormingsinspanningen betreft, worden de paritaire comités verzocht tegen 31 maart hun rapport ten behoeve van de FOD Arbeid op te stellen. Om de chronologie van de verslaggeving te stroomlijnen acht de Raad het aangewezen dat beide rapporten op hetzelfde ogenblik worden neergelegd. Wat de precieze datum daartoe betreft, is de Raad er voorstander van dat dit op 1 juli zou gebeuren. Die datum geeft de sectoren meer tijd om de inhoud van de CAO's in hun rapport te verwerken. Bovendien wenst de Raad er rekening mee te houden dat niet alle sectoren even goed zijn uitgerust om de rapportering over de vormingsinspanningen binnen het korte tijdsbestek van één kwartaal tot een goed einde te brengen. Concreet stelt de Raad voor de datum van 1 juli in de regelgeving betreffende de risicogroepen te behouden. Voorts zal hij zijn aanbeveling nr. 16 aanvullen om voor de rapportering inzake de vormingsinspanningen diezelfde datum van toepassing te maken. 2. Vorm van de verslaggeving De Raad herinnert eraan dat de wetgeving betreffende de risicogroepen erin voorziet dat de Koning nadere regelen en voorwaarden kan vastleggen waaraan het evaluatieverslag en het financieel overzicht betreffende de risicogroepen moeten voldoen. Hij wijst erop dat van die bevoegdheid tot nu toe tweemaal gebruik werd gemaakt : voor de periode 2001-2002 bij een koninklijk besluit van 9 maart 2003, voor de periode 2003-2004 door een koninklijk besluit van 5 juni 2004. De Raad stelt vast dat die KB's tot doel hebben de rapportering inzake de risicogroepen te uniformiseren door de invoering van een standaardmodel voor alle sectoren.

- 6 - Hij laat opmerken dat, als de inspanningen voor risicogroepen om de twee jaar in een nieuwe wet worden omgezet, ook het uitvoeringsbesluit met het standaardmodel telkens opnieuw genomen moet worden. Hoewel het model voor 2003-2004 ongewijzigd bleef tegenover het model gebruikt voor de werkingsjaren 2001-2002, wijst de Raad erop dat een tweejaarlijkse vernieuwing het risico inhoudt dat de modeldocumenten iedere keer wijzigingen of aanpassingen ondergaan, hetgeen voor de betrokken sectoren en/of ondernemingen nieuwe administratieve lasten tot gevolg kan hebben. Om dit te voorkomen en de sectoren zekerheid te bieden, stelt de Raad voor het huidige standaardmodel permanent te maken zodat continuïteit in de verslaggeving kan worden gewaarborgd. De Raad meent dat dergelijke werkwijze ook de vergelijkbaarheid van de in de verslagen opgenomen gegevens ten goede kan komen. 3. Meldpunt van de verslaggeving De Raad merkt dat de wetgeving inzake risicogroepen erin voorziet dat de verslaggeving neergelegd moet worden bij de algemene directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO. Wat de rapportering over de vorminginspanningen betreft, bepalen de besluiten van de werkgelegenheidsconferentie en de aanbeveling nr. 16 dat de paritaire comités hun rapport ten behoeve van de FOD Arbeid moeten opstellen. Om praktische redenen acht de Raad het aangewezen dat zowel het rapport over de risicogroepen als het rapport over de vormingsinspanningen bij dezelfde administratie worden neergelegd. Gelet op de aard en de herkomst van de mee te delen gegevens vindt de Raad dat de algemene directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen daartoe het meest geschikt is, zoals dit in de praktijk trouwens reeds gebeurt. Deze administratie kan dan het nodige doen om de gegevens te verspreiden bij de instanties die er kennis moeten van krijgen.

- 7-4. Evaluatie van de verslaggeving De Raad merkt op dat de algemene directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen in de loop van 2004 ten behoeve van de sociale partners een eerste beknopt syntheseverslag heeft opgemaakt op basis van de rapporten over de vormingsinspanningen. Om de sectorale inspanningen beter te kunnen opvolgen en te beoordelen acht de Raad het geboden dat de voornoemde directie elk jaar voor de sociale partners een globaal evaluatieverslag over de vormingsinspanningen en de risicogroepen zou opstellen. Hij drukt de wens uit dat dit verslag aan de NAR en de CRB wordt bezorgd uiterlijk 15 september. Die datum maakt het voor de CRB mogelijk om de resultaten daarvan te verwerken in het technisch verslag dat deze laatste raad elk najaar over de maximale beschikbare marges voor de loonkostenontwikkeling dient uit te brengen. 5. Inwerkingtreding Gelet op de chronologie van de huidige verslaggevingsverplichtingen acht de Raad het niet meer mogelijk om de hiervoor voorgestelde maatregelen nog in de loop van 2005 in toepassing te brengen. Daarom stelt hij voor dat zijn voorstellen met ingang van het kalenderjaar 2006 in werking zouden treden. --------------------------