Artikel/lid Tekst Boete normbedrag



Vergelijkbare documenten
1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit

4 MEI Koninklijk besluit betreffende het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen.

2. Voorschriften voor mobiele arbeidsmiddelen. Artikel 7.17a. Uitrusting mobiele arbeidsmiddelen

U bent hier: Home - Risico's - Arbeidsmiddelen Printvriendelijke versie

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

COMMUNICATIE MET DE KRAANMACHINIST

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S )

Arbeidsomstandighedenbesluit Relevante artikelen

4 MEI Koninklijk besluit betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten. Belgisch Staatsblad 04 juni 1999

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN VAN DE RAAD

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.

Arbobesluit over werken op hoogte.

RICHTLIJN 2009/104/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

WS 3.8 Arbeidsplaats & Intern verkeersplan

Codex over het welzijn op het werk. Boek IV.- Arbeidsmiddelen. Titel 2. Bepalingen van toepassing op alle arbeidsmiddelen

Codex over het welzijn op het werk. Boek IV.- Arbeidsmiddelen. Titel 1. Definities

Beoordelingsrichtlijn Verankeringsvoorzieningen

Koninklijk besluit van 12 augustus 1993 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen (B.S )

Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen

Grondverzetmachines en hijsen

EUROPEAN CONSTRUCTION CAMPAIGN 2004

Veilig opslaan van glas op glasbokken en -karren, schuif- en rolstellingen

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

Veiligheidscoördinatoren Coordinateurs de Sécurité

Veilig werken met apparaten en machines

Codex over het welzijn op het werk. Boek IV.- Arbeidsmiddelen. Titel 5. Arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte

Weet u wie uw arbeidsmiddelen mag keuren?

De CE-markering voor de FABRIKANT ( dus niet voor de gebruiker) houdt in :

Checklist inrichting werkplek

Basis inspectiemodule

8.1.1 Arbeidsmiddelen (K.B. 12/08/93, B.S. 28/09/93) - synthese

Lijst van ernstig beboetbare feiten 1

Revisies van Gebruiken gekeurde arbeidsmiddelen

maatregelen worden getroffen om valgevaar te voorkomen (bv. door het gebruik van een steiger, borstwering, bordes, werkvloer, hekwerk etc.).

HEFTRUCK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Hoveniers en Groenvoorziening

Het ARBO besluit en snelkoppelingen

HEFTRUCK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Bloembollenteelt en handel

Hefwerktuigen op werven: Wettelijke inspecties. Luc Vandereyt. Provincie Limburg Infodag: Keuringen in de bouwsector

euronorm Risicoanalyse Generaal Foulkesweg BZ Wageningen Transportmachine Transportmachine voor het transport van lege dozen Versie:

Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota

Verreiker: Gebruik als multifunctioneel werktuig.

Overtredingen strenger bestraft. Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving

MACHINEVEILIGHEID ALGEMEEN

CONTROLELIJST ARBEIDSMIDDELEN EN RISICOBEOORDELING R01/ IDPB.CD

TAKELS, VIJZELS EN DOMMEKRACHTEN 1984 blz.1

ANALYSE VAN ONGEVALLEN IN DE SECTOR TRANSPORT EN LOGISTIEK

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op

Checklist inrichting werkplek Opstelling: Bij ieder arbeidsmiddel juiste benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken zoals:

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities

Datum 20 april 2017 Betreft Kamervragen van de leden Dijkgraaf en Bisschop (beiden SGP) over regels voor gebruik van hoogwerkers

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

1.1.2 Een handlier is een lier, die uitsluitend is bedoeld en uitgevoerd om met handkracht te worden aangedreven.

Toolbox: Veilig werken met een heftruck

Voorbereidingsblad Verbetercheck Tijdelijk werken op hoogte

Werken op hoogte vanuit een werkbak

PROCEDURE MACHINEVEILIGHEID (MRL)

Onderafdeling I. Toepassingsgebied en algemene beginselen

Beoordelingsrichtlijn verankeringsvoorzieningen (VAV) t.b.v. het vastzetten van PBM's tegen vallen van hoogte

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

RISICOANALYSE SPREADERBEAMS VOLGENS METHODE FINE EN KINNEY

NL Handleiding opbouw en gebruik Dakrandbeveiliging EN Relax. Het is een Altrex.

Machineveiligheid toepassen om de Arbeidsveiligheid en Arbeidsgezondheid continu te stimuleren.

Zijn voorwerpen te groot of te zwaar dan zijn er hulpmiddelen om het voorwerp te verplaatsen: - steekwagen - heftruck - takels - hijskranen

GEBRUIKSAANWIJZING (Vertaling) Hefttafel Type(s) , , ,2

STAATSCOURANT. Nr

Van Kerckhoven Groep. Aan alle bouw relaties van de Van Kerckhoven Groep. Geachte directie,

Veilig bedienen van Hangbruginstallaties

Printed: Doc-Nr: PUB / / 000 / 00

Beleidsregels Arbo betreden besloten ruimte. Artikel 4.6 Gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie

vervolg VEILIG werken met de hoogwerker

UW DAK, UW EN ONZE VEILIGHEID! LIMBURG DAKWERKERS

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt

Deel III Voorkomingsbeleid. Titel II Bijzonderheden. Hoofdstuk I Arbeidsmiddelen

Controlepunten bij ingebruikname

ABESCO ACTIVITEITEN SITUATIES PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES RISICO'S ALGEMENE RISICO S

Inspectie-actie bouw april Veilig werken met ladders, trappen & rolsteigers Programma: > Inspectie SZW / sector bouw

Gebruikersreglement inzake het parkeren op het parkeerterrein handelsdok van de Stad Gent

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:25827, Bekrachtiging/bevestiging

Werken op hoogte Wettelijk kader. 29 april 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO

Controle van hefwerktuigen. Bliksemacties van Toezicht Welzijn op het Werk

GEBRUIKSHANDLEIDING PORTAALKRAAN

GEBRUIKERSREGLEMENT INZAKE HET PARKEREN OP HET PARKEERTERREIN HANDELSDOK

Dé VCA-specialist van Zuid-Nederland

veilig werken met DE heftruck

Basis inspectiemodule

Je merkt dat het werkt. Veilig werken: implementatie en onderhoud van de NEN 3140

Artikel Afmeting van de werkplekken Werkplekken moeten zo groot zijn dat iedere persoon die er werkt voldoende bewegingsvrijheid heeft.

Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7)

Plan to keep control!

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

Richtlijn voor de uitvoering van bouwkasten. Het gehele Cogas elektriciteitsgebied.

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen

VERSLAG INSPECTIEPROJECT A538 HOUT EN MEUBEL ALGEMEEN 2002

GEBRUIKSAANWIJZING (Vertaling)

Collectieve valbeschermingsmiddelen

Transcriptie:

Boetes en sancties Inspectie SZW gaat strenger optreden Per 1 januari 2013 treedt de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW wetgeving in werking. Dit betekent dat per 1 januari 2013 overtredingen strenger worden bestraft en boetes worden verhoogd. Hierbij gaat onder andere om wijzigingen in de arbeidswetten. Normbedragen boetes Hieronder kunt u de normbedragen voor de boete opzoeken die gelden als u zich niet aan de regels houdt. Heeft u van de Inspectie SZW een brief ontvangen? Dan kunt u daarin de overtreding met de bijbehorende wetsartikelen terugvinden. De hieronder genoemde boetes zijn geselecteerd door HOC Opleiding & Training en zijn van toepassing op Arbeidsmiddelen en specifieke werkzaamheden. Let wel, niet alle artikelen zijn meegenomen. (bron www.zelfinspectie.nl Boetes en sancties Arbeidsomstandighedenbesluit, artikel 7 Artikel/lid Tekst Boete normbedrag Deugdelijke arbeidsmiddelen en ongewilde gebeurtenissen 7.4 lid 1 Een arbeidsmiddel moet uit deugdelijk materiaal bestaan. 7.4 lid 2 Een arbeidsmiddel moet van deugdelijke constructie zijn 7.4 lid 3 Een arbeidsmiddel is zodanig geplaatst, bevestigd of ingericht en wordt zodanig gebruikt dat het gevaar dat zich een ongewilde gebeurtenis voordoet zoals verschuiven, omvallen, kantelen, getroffen worden door het arbeidsmiddel of onderdelen daarvan, oververhitting, brand, ontploffen, blikseminslag en directe of indirecte aanraking met elektriciteit zoveel mogelijk is voorkomen. 7.4 lid 4 Het gevaar getroffen te worden door ongewild in beweging of vrijkomende voorwerpen, producten, vloeistoffen of gassen wordt voorkomen en indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk beperkt. Maatregelen gericht op collectieve bescherming hebben de voorrang boven maatregelen gericht op individuele bescherming. Keuringen 7.4a lid 1 Een arbeidsmiddel waarvan de veiligheid afhangt van de wijze van installatie moet na de installatie en voordat het voor de eerste maal in gebruik wordt genomen, worden gekeurd op de juiste wijze van installatie en goed en veilig functioneren.

7.4a lid 2 Een arbeidsmiddel als bedoeld in het eerste lid, moet voorts na elke montage op een nieuwe locatie of een nieuwe plek worden gekeurd op de juiste wijze van installatie en goed en veilig functioneren. 7.4a lid 3 Een arbeidsmiddel dat onderhevig is aan invloeden die leiden tot verslechtering welke aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van gevaarlijke situaties wordt, zo dikwijls dit ter waarborging van de goede staat noodzakelijk is, gekeurd, waarbij het zo nodig wordt beproefd. 7.4a lid 4 Een arbeidsmiddel dat onderhevig is aan invloeden als bedoeld in het derde lid, moet worden gekeurd, waarbij het zo nodig wordt beproefd, telkens wanneer zich uitzonderlijke gebeurtenissen hebben voorgedaan die schadelijke gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid van het arbeidsmiddel. Als uitzonderlijke gebeurtenissen worden in ieder geval aangemerkt: natuurverschijnselen, veranderingen aan het arbeidsmiddel, ongevallen met het arbeidsmiddel en langdurige buitengebruikstelling van het arbeidsmiddel. 7.4a lid 5 Keuringen worden uitgevoerd door een deskundige natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling. 74a lid 6 Schriftelijke bewijsstukken van de uitgevoerde keuringen moeten op de arbeidsplaats aanwezig zijn en moeten desgevraagd worden getoond aan de toezichthouder 340,00 Montage, demontage, onderhoud, reparatie en reiniging van arbeidsmiddelen 7.5 lid 1 De nodige maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat arbeidsmiddelen tijdens de gehele gebruiksduur door toereikend onderhoud in een zodanige staat worden gehouden, dat gevaar voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers zoveel mogelijk is voorkomen. 7.5 lid 2 Onderhouds-, reparatie- en schoonmaakwerkzaamheden aan een arbeidsmiddel mogen slechts worden uitgevoerd wanneer dit is uitgeschakeld en drukloos of spanningsloos is gemaakt. Indien dit niet mogelijk is dan moeten doeltreffende maatregelen worden genomen om die werkzaamheden veilig te kunnen uitvoeren. 7.5 lid 3 Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op productie- en afstelwerkzaamheden met of aan een arbeidsmiddel. 7.5 lid 4 Een bij een arbeidsmiddel behorend onderhoudsboek moet goed worden bijgehouden. 340,00

7.5 lid 5 Montage en demontage van een arbeidsmiddel vindt op veilige wijze plaats, met inachtneming van de eventuele aanwijzingen van de fabrikant. Deskundigheid werknemers 7.6 lid 1 Met betrekking tot arbeidsmiddelen waarvan het gebruik een specifiek gevaar voor de veiligheid van de werknemers kan opleveren, blijft het gebruik voorbehouden aan werknemers die met het gebruik belast zijn. 7.6 lid 2 Werknemers die belast zijn met ombouwen, onderhouden, repareren of reinigen van arbeidsmiddelen als bedoeld in het eerste lid, moeten daartoe een specifieke deskundigheid en ervaring bezitten. Veiligheidsvoorzieningen in verband met bewegende delen van arbeidsmiddelen 7.7 lid 1 Indien bewegende delen van een arbeidsmiddel gevaar opleveren, moeten zij van zodanige schermen of beveiligingsinrichtingen zijn voorzien, dat het gevaar zoveel mogelijk wordt voorkomen. * 7.7 lid2 De schermen of beveiligingsinrichtingen moeten stevig zijn uitgevoerd. * 7.7 lid 3 De schermen of beveiligingsinrichtingen mogen geen bijzondere gevaren opleveren. * 7.7 lid 4 De schermen of beveiligingsinrichtingen mogen niet eenvoudig kunnen worden genegeerd of buiten werking worden gesteld. * 7.7 lid 5 De schermen of beveiligingsinrichtingen moeten op voldoende afstand van de gevaarlijke zone van het arbeidsmiddel zijn aangebracht. * 7.7 lid 6 De schermen of beveiligingsinrichtingen moeten het zicht op de arbeid zo min mogelijk belemmeren. * 7.7 lid 7 Schermen of beveiligingsinrichtingen van arbeidsmiddelen, moeten op een zodanige wijze zijn aangebracht dat de noodzakelijke onderhouds- en reparatiewerkzaamheden op veilige wijze kunnen worden uitgevoerd. Daarbij moet zoveel mogelijk worden voorkomen dat de schermen of beveiligingsinrichtingen moeten worden gedemonteerd. * Voorlichting 7.11a lid 1 Een bij een arbeidsmiddel behorende gebruiksaanwijzing moet in begrijpelijke vorm ter kennis worden gebracht van de betrokken werknemers. 340,00

7.11a lid 2 Indien het gebruik of de aanwezigheid van arbeidsmiddelen in de onmiddellijke werkomgeving gevaren voor de werknemers kunnen opleveren, moeten zij hierop worden gewezen, ook indien de werknemers van deze middelen geen rechtstreeks gebruik maken. 340,00 Arbeidsmiddelen met een bedieningssysteem, Bedieningssystemen 7.13 lid 1 Een bedieningssysteem van een arbeidsmiddel moet veilig zijn. 7.13 lid 2 Een bedieningssysteem van een arbeidsmiddel mag ook bij onopzettelijke handelingen geen gevaar opleveren voor werknemers. 7.13 lid 3 Bij de keuze van een bedieningssysteem moet rekening worden gehouden met defecten, storingen en belastingen die bij het gebruik kunnen worden verwacht. 7.13 lid 4 Een bedieningssysteem moet duidelijk zichtbaar en herkenbaar zijn en is daartoe, waar nodig, op passende wijze van functionele aanduidingen voorzien. 7.13 lid 5 Een bedieningssysteem moet zich zoveel mogelijk buiten de gevaarlijke zone van een arbeidsmiddel bevinden. 7.13 lid 6 De plaats van het bedieningssysteem van een arbeidsmiddel mag geen extra gevaren opleveren voor werknemers. 7.13 lid 7 Indien een arbeidsmiddel in werking kan worden gesteld of kan worden gestopt op een plaats waar dat arbeidsmiddel niet geheel kan worden gezien, dan moet om de betrokken werknemers te beschermen, telkens tijdig voor het inwerkingstellen of stoppen van dat arbeidsmiddel een signaal worden gegeven dat voldoet aan de algemene vereisten van veiligheids- en gezondheidssignalering als bedoeld inartikel 8.4. Stopzetten van arbeidsmiddelen 7.15 lid 1 Een arbeidsmiddel kan op veilige wijze worden stopgezet met een daarvoor bestemd bedieningssysteem. Een bedieningssysteem stopt naar gelang het gevaar hetzij het gehele arbeidsmiddel hetzij onderdelen daarvan, zodanig dat het arbeidsmiddel in een veilige toestand is. 7.15 lid 2 Wanneer een arbeidsmiddel of onderdelen daarvan zijn stopgezet, moet de energietoevoer naar het arbeidsmiddel of de onderdelen daarvan die het gevaar veroorzaken zijn onderbroken. 7.15 lid 3 De opdracht tot het stopzetten van een arbeidsmiddel of een onderdeel daarvan kan niet worden opgeheven door een opdracht tot starten ervan.

Noodstopvoorziening 7.16 Een arbeidsmiddel moet beschikken over een noodstopvoorziening, indien dit met het oog op de gevaren van dat arbeidsmiddel en de normale tijd die nodig is om dat arbeidsmiddel stop te zetten noodzakelijk is. Aanvullende voorschriften specifieke arbeidsmiddelen en werkzaamheden, Uitrusting mobiele arbeidsmiddelen 7.17a lid 1 Mobiele arbeidsmiddelen waarop een of meer personen kunnen worden vervoerd, moeten zodanig zijn uitgerust dat het gevaar voor deze personen tijdens het vervoer zoveel mogelijk wordt beperkt. * 7.17a lid 2 Mobiele arbeidsmiddelen, met uitzondering van heftrucks, waarmee een of meer personen kunnen worden vervoerd, moeten zodanig zijn uitgerust dat onder de feitelijke gebruiksomstandigheden de gevaren als gevolg van het kantelen of omvallen van het mobiele arbeidsmiddel zoveel mogelijk worden beperkt door: A B C een beschermingsconstructie die verhindert dat het mobiele arbeidsmiddel zich meer dan een kwartslag kan bewegen, of een constructie die ervoor zorgt dat er rond de te vervoeren personen voldoende vrije ruimte voorhanden is, wanneer het mobiele arbeidsmiddel zich meer dan een kwartslag kan bewegen, of andere voorzieningen met een gelijk veiligheidsniveau. * * * 7.17a lid 4 Indien het gevaar bestaat dat de te vervoeren personen bij kanteling of omslaan bekneld kunnen raken tussen de delen van het mobiele arbeidsmiddel en de grond, dan moet een systeem zijn geïnstalleerd waarmee zij kunnen worden tegengehouden. 7.17 a lid 5 Heftrucks waarmee een of meer personen kunnen worden vervoerd, zijn zodanig uitgerust, dat het gevaar van kantelen of de gevolgen daarvan zoveel mogelijk worden beperkt door: * A een bestuurderscabine, of B een inrichting die verhindert dat de heftruck kantelt, of C een inrichting die ervoor zorgt dat, indien de heftruck kantelt, er voor de te vervoeren personen voldoende vrije ruimte is tussen de grond en bepaalde delen van de heftruck, of D een inrichting op elke zitplaats van de heftruck, waarmee de op de truck aanwezige personen zich op de zitplaats kunnen vastzetten, of E andere voorzieningen met een gelijk veiligheidsniveau. 7.17a 6 Indien het onverhoeds blokkeren van onderdelen voor de energieoverbrenging tussen het mobiele arbeidsmiddel en zijn hulpstukken of aanhangers specifieke gevaren kan opleveren, dan moet het arbeidsmiddel uitgerust zijn met een voorziening die deze blokkering verhindert. Indien een dergelijke blokkering niet kan worden verhinderd, moeten zodanige maatregelen zijn genomen dat de gevaren zoveel mogelijk worden beperkt. *

7.17a 7 Mobiele arbeidsmiddelen moeten zijn voorzien van middelen voor de bevestiging van onderdelen voor de energieoverbrenging, wanneer deze onderdelen vervuild of beschadigd kunnen raken doordat zij over de grond slepen. Uitrusting mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving 7.17b 2 Mobiele arbeidsmiddelen moeten zijn uitgerust met: A voorzieningen om te vermijden dat zij door onbevoegden in werking kunnen worden gesteld; B doeltreffende voorzieningen ter beperking van de gevolgen van een eventuele botsing, indien verschillende, op rails rijdende arbeidsmiddelen tegelijkertijd worden verplaatst; C een rem- en stopvoorziening; * D een noodvoorziening, voorzover die om veiligheidsredenen noodzakelijk is, welke voorziening bij het uitvallen van het hoofdsysteem van de remen stopvoorzieninig het mobiele arbeidsmiddel door gemakkelijk toegankelijke besturingsorganen of door automatische systemen het mobiele arbeidsmiddel kan afremmen en tot stilstand brengen; E doeltreffende hulpmiddelen die toereikend zicht voor de bestuurder mogelijk maken indien het directe gezichtsveld van hem ontoereikend is om de veiligheid van personen te waarborgen * 7.17b 3 Indien mobiele arbeidsmiddelen s nachts of op donkere plaatsen worden gebruikt, zijn zij voorzien van een verlichtingsinstallatie die is aangepast aan het uit te voeren werk en die de werknemers voldoende veiligheid biedt. 7.17b 4 Indien mobiele arbeidsmiddelen, hun aanhangers, of ladingen brandgevaar voor personen kunnen opleveren, zijn zij voorzien van doeltreffende brandbestrijdingsmiddelen, tenzij de arbeidsplaats hiermee op voldoende korte afstand van deze arbeidsmiddelen, hun aanhangers of ladingen is uitgerust. 1.500,00 7.17b 5 Indien mobiele arbeidsmiddelen op afstand worden bediend, komen zij automatisch tot stilstand wanneer zij het controlegebied verlaten. * 7.17b 6 Indien mobiele arbeidsmiddelen op afstand worden bediend en onder normale gebruiksomstandigheden werknemers kunnen aan- of klemrijden, zijn zij uitgerust met voorzieningen die bescherming tegen deze gevaren bieden, tenzij er andere geschikte voorzieningen aanwezig zijn om het gevaar van aanrijdingen te beperken. *

Gebruik mobiele arbeidsmiddelen 7.17c 1 Mobiele arbeidsmiddelen met een eigen aandrijving worden bediend door werknemers die daartoe een specifieke deskundigheid beschikken. 7.17c 2 Het meerijden van werknemers op mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving is slechts toegestaan op speciaal daartoe ingerichte veilige plaatsen. * 7.17c 3 Indien tijdens de verplaatsing van een arbeidsmiddel als bedoeld in het tweede lid, werkzaamheden worden uitgevoerd, wordt de snelheid van het arbeidsmiddel zo nodig aangepast. * 7.17c 4 Indien een mobiel arbeidsmiddel zich binnen een werkzone waar werknemers zich kunnen bevinden, beweegt, worden doeltreffende verkeersregels vastgesteld. 7.17c 5 Doeltreffende organisatorische maatregelen worden genomen om te voorkomen dat zich werknemers bevinden in de werkzone van mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving. 7.17c 6 Indien voor de goede uitvoering van de werkzaamheden de aanwezigheid van werknemers in een werkzone als bedoeld in het vijfde lid, is vereist, worden doeltreffende maatregelen genomen om te voorkomen dat zij door het mobiele arbeidsmiddel gewond raken. 7.17c 7 Met een verbrandingsmotor uitgeruste mobiele arbeidsmiddelen worden op de arbeidsplaats niet gebruikt, tenzij is gezorgd voor voldoende schone lucht. * 7.17c 8 Een mobiel arbeidsmiddel wordt niet eerder door de bestuurder verlaten dan nadat het is stilgezet en is zeker gesteld dat het na het verlaten niet onverhoeds in beweging komt. Hijs en hefwerktuigen 7.18 lid 1 Een hijs- of hefwerktuig is op of nabij de bedieningsplaats voorzien van een goed leesbare aanduiding die voor elke gebruikelijke configuratie van dat werktuig de toegelaten bedrijfslast vermeldt. 7.18 lid 2 Een hijs- of hefwerktuig wordt, behalve ten behoeve van beproeving, niet zwaarder belast dan de toegelaten bedrijfslast of bedrijfslasten noch zwaarder dan een veilig gebruik toelaat. 750,00 * 7.18 lid 3 Hijs- en hefwerktuigen worden bediend door personen die daartoe een specifieke deskundigheid bezitten. 7.18 lid 4 Met een hijs- of hefwerktuig dat uitsluitend is bestemd en ingericht voor het vervoer van goederen, worden in de plaats van of tezamen met goederen geen personen vervoerd

7.18 lid 5 Een hijs- of hefwerktuig dat niet is bestemd of ingericht voor het hijsen of heffen van personen en waarbij de kans aanwezig is op foutief gebruik, wordt voorzien van een goed leesbare waarschuwing tegen personenvervoer 7.18 lid 6 Hijs- of hefwerktuigen worden zodanig opgesteld dat het gevaar wordt beperkt dat de lasten de werknemers raken, dan wel ongewild op gevaarlijke wijze uit hun baan of in een vrije val raken of losraken. 7.18 lid 7 Doeltreffende maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat werknemers zich niet ophouden onder hangende lasten. 7.18 lid 8 Hangende lasten worden niet verplaatst boven niet beschermde werkplekken waar zich in de regel werknemers bevinden. 7.18 lid 9 Indien bij toepassing van de leden zeven en acht het goede verloop van de werkzaamheden niet kan worden gegarandeerd, worden passende procedures vastgesteld en toegepast om de veiligheid van de betrokken werknemers te waarborgen. 750,00 * * Hijs- en hefwerktuigen voor personen 7.18 b lid 1 In aanvulling op deartikelen 7.18. en 7.18a, moeten hijs- en hefwerktuigen,die zijn bestemd en ingericht voor het hijsen of heffen van personen, met zodanige voorzieningen zijn uitgerust dat zoveel mogelijk wordt voorkomen dat: * 1 a het hijs- of hefplatform voor personen naar beneden valt; 1b personen van dit platform vallen; 1ceen persoon, die van het hijs- of hefwerktuig gebruik maakt, wordt verpletterd, beklemd raakt of wordt aangestoten, in het bijzonder als gevolg van een onopzettelijk contact met een voorwerp. 7.18b lid 2 Een hijs- of hefwerktuig als bedoeld in het eerste lid, heeft voorts een zodanige voorziening, dat bij een mankement aan het werktuig de veiligheid van personen die zich op het hijs- of hefplatform voor personen bevinden, zoveel mogelijk is gewaarborgd en dat hun bevrijding mogelijk is. 7.18b lid 3 Indien het gevaar, bedoeld in het eerste lid, onder a, om redenen in verband met de terreinomstandigheden en het hoogteverschil niet met behulp van een veiligheidsvoorziening kan worden vermeden, dan moet in de ophanging van het platform een geschikte kabel, ketting of een andere voorziening met een verhoogde veiligheidscoëfficiënt worden toegepast. 7.18 lid 4 In het geval, bedoeld in het derde lid, moet de goede staat van de in de ophanging toegepaste kabel, ketting of andere voorziening elke werkdag worden gecontroleerd. Hijs- en hefgereedschap 7.20 lid 1 Hijs- en hefgereedschap moet worden gekozen op grond van te hanteren lasten, de aanslagpunten, de haakvoorziening en de weersomstandigheden, daarbij rekening houdend met de wijze van aanslaan van de last en het te gebruiken hijs- of hefwerktuig.

7.20 lid 2 Hijs- en hefgereedschap, anders dan touwwerk of staalkabels, moet zijn voorzien van een goed leesbare aanduiding die de werklast vermeldt. 750,00 7.20 lid 3 Samengesteld hijs- en hefgereedschap moet duidelijk zijn gemarkeerd om de gebruiker in staat te stellen de kenmerken ervan te kennen. 7.20 lid 4 Hijs- en hefgereedschap mag, behalve ten behoeve van beproeving, niet zwaarder worden belast dan de werklast of dan een veilig gebruik toelaat. 750,00 * 7.20 lid 5 Hijs- en hefgereedschap moet zodanig zijn opgeslagen dat het niet kan worden beschadigd of aangetast. 7.20 lid 6 Hijs- en hefgereedschap moet, ten minste eenmaal per jaar, door een deskundige natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling op zijn goede staat worden onderzocht waarbij het zo nodig beproefd. Deze persoon of instelling moet over de daarvoor benodigde uitrusting beschikken. 7.20 lid 7 Bewijsstukken van de onderzoeken en beproevingen, bedoeld in het zesde lid, moeten op de arbeidsplaats aanwezig zijn en moeten desgevraagd worden getoond aan de toezichthouder. 340,00 * dit artikel wordt aangemerkt als zware overtreding waarvoor direct een bestuurlijke boete opgelegd kan worden. Bij de vaststelling van een boete kunnen verzwarende of matigende gronden van toepassing zijn op de definitieve vaststelling van de boete. De boete kan bij recidive worden verdubbeld en bij herhaalde recidive en ernstige overtredingen worden verdrievoudigd. Aan getoonde bedragen kunnen geen rechten worden ontleend. Kijk voor meer informatie op www.inspectieszw.nl.