De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Datum 4 december 2015 Betreft Beantwoording van vragen over misstanden in de nertsenhouderij en massale uitbreidingen door nertsenhouders

Beleidslijn herintroducties van dieren

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Hierbij treft u aan de antwoorden op de vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over de monitoring in het kader van Natura 2000 (ingezonden 7 juni 2013).

2 Klopt het dat het verbod op het couperen van paardenstaarten massaal ontdoken wordt door de leden van de Koninklijke Vereniging?

Datum 5 juli 2013 Betreft Beantwoording vragen over de toepassing van artikel 6 van de Habitatrichtlijn

Hierbij treft u de antwoorden op de vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over de goudvisindustrie, ingezonden 4 november jl. (2013Z21021).

1 Heeft u gelezen dat er opnieuw otters zijn gestorven in een muskusrattenklem? 1

i/tri\ provincie groningen

Stichting RAVON A.M. Spitzen Postbus BK NIJMEGEN. Datum 11 april 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Datum 21 maart 2016 Betreft Toezegging inzake ecologisch feit en verzoek vaste commissie voor Economische Zaken inzake Engbertsdijksvenen

Vier Pfoten / Four Paws International I. Dungler Falckstraat VV AMSTERDAM

Alterra Wageningen UR G. Müskens Droevendaalsesteeg PB WAGENINGEN. Datum 11 april 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

O 8OKT 2015 Het tentoonstellen van genetisch gemodificeerde organismen

Datum 25 maart 2014 Betreft Beantwoording vragen over fokken en doden van gezonde dieren in dierentuinen

1 Heeft u kennisgenomen van het artikel De problematiek van blokverwarming; invoering per 1 januari 2014? 1

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen Beslissing Aanvraag Toelichting

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Jasja Dekker Dierecologie J. Dekker Enkhuizenstraat WZ ARNHEM. Datum 30 januari 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 16 oktober 2013 Betreft Verzamelbrief Houders van dieren

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 13 juli 2015 Betreft Beantwoording vragen en commissieverzoek over productiewaterinjectie

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Procedurewijzer. Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Waddenzee. #1 Waddenzee

Hierbij ontvangt u mijn antwoorden op de vragen van het lid Thieme (PvdD) over het verbod op het aanbinden van koeien.

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d

De otter is terug! Alterra, Centrum Ecosystemen Hugh Jansman Dennis Lammertsma Loek Kuiters i.s.m. Freek Niewold Vilmar Dijkstra

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. Vijf jaar

Stichting Nationaal Klok & Peel museum Asten H. A. van der Loo Ostadestraat WC ASTEN

Openbare raadpleging in het kader van de "fitness check" van de EU-natuurwetgeving (vogel- en habitatrichtlijn)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Procedurewijzer. Voor het ontwerpaanwijzigingsbesluit Noordhollands Duinreservaat. #87 Noordhollands Duinreservaat

Telefoonnummer(s)

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 29 oktober 2014 tot en met 28 oktober 2019.

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 27 januari 2015 tot en met 26 januari 2020.

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

Gemeente Amstelveen, Wijkbeheer Zuid Team Natuur en Milieu Educatie Postbus BAAMSTELVEEN

NWEA Winddagen Natuurwetgeving & Windenergie op land Aandachtspunten soortenbescherming

Zoogdieren van de Habitatrichtlijn,

Datum 31 maart 2015 Betreft Beantwoording vragen over private kwaliteitssystemen in varkens- en kalversector

Datum 18 december 2014 Betreft Aansluiting vergroening GLB en agrarisch natuur- en landschapsbeheer

Procedurewijzer. Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen

Telefoonnummer(s)

Natuurmuseum Fryslan G. Koopmans Schoenmakersperk EM LEEUWARDEN. Datum 18 april 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Wildernistrek E.G.C. van Uchelen Reeweg GA VLEDDER. Datum 19 juni 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Universiteit Utrecht, Faculteit Diergeneeskunde Prof. Dr. A. Pijpers Yalelaan CL UTRECHT

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Ag pt 6 a Jaarplan KwaliteitsimpulsHeide 2012

1. Wat is uw reactie op het bericht Europese landbouwsubsidies naar kerken en sjoelclubs? 1)

Wet natuurbescherming. Niels Jeurink

't Zinkske H.A.W. Bakker Vuurlinie RN NEERKANT. Datum 2 oktober 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Vraag 1 Bent u bekend met het artikel Luchtkwaliteit beoordelen bij plattelandswoningen van 4 februari 2015?

Bureau Natuurbalans - Limes Divergens B.V. B.H.J.M. Crombaghs Postbus GA NIJMEGEN

Procedurewijzer. Voor de (ontwerp)wijzigingsbesluiten van de Natura 2000-gebieden Rijntakken en Veluwe. #038 Rijntakken (ontwerpwijziging)

De nieuwe Wet natuurbescherming in de praktijk. Anne Reichgelt en Evelien Verbij

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P )

Sauna Schiedam B.V. / Thermen Holiday Via de heer P. van Blerck Prinses Beatrixlaan JN SCHIEDAM. Geachte heer Van Blerck,

Juridische reis door de Nederlandse natuurbescherming

NOTITIE UITVOERINGSKADER WET NATUURBESCHERMING

Bijlage 2 Uitvoeringsprojecten biodiversiteit en leefgebieden. Voorbeeld 1 Leefgebieden gladde slang in De Kempen (binnen EHS)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 22 november 2010

Beantwoording vragen bericht OPTA waarschuwt ondernemers voor ongewilde telefonie overstap

2 Aanhangsel Handelingen nr. 1555, vergaderjaar

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Universiteit van Amsterdam C. Cavallo Turfdraagsterpad XT AMSTERDAM

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 18 april 2017) Nummer 3288

Eelerwoude B.V. S. Semmekrot Mossendamsdwarsweg AB GOOR. Datum 18 november 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Datum 25 mei 2016 Betreft Beantwoording vragen over het bericht 'Vogelmarkten moeten stoppen'

Vereniging Das & Boom de heer J.J. Dirkmaat Rijksstraatweg DG BEEK-UBBERGEN. Geachte heer Dirkmaat,

Stichting RAVON R. van Westrienen Postbus BK NIJMEGEN. Datum 17 november 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Stichting RAVON de heer R. van Westrienen Toernooiveld 1, kamer A1-24 B 6525 ED NIJMEGEN. Geachte heer Van Westrienen,

Natuurbescherming in Nederland

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 25 maart 2013 Betreft Halfjaarlijks rappel toezeggingen

Datum 17 maart 2017 Betreft Uitvoering van de motie Grashoff-Leenders (3450 XIII, nr. 98) inzake weidevogels

TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Veluwerandmeren. #76 Veluwerandmeren

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Waddenzee. #1 Waddenzee

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

Krachtens mondelinge toestemming van de Edelachtbare Heer President van de Arrondissementsrechtbank te s-gravenhage IN KORT GEDING GEDAGVAARD:

Stichting SOS Dolfijn E. Everaarts Valkhof LL NIJKERK. Datum 29 juni 2017 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s GRAVENHAGE

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

Onderwerp : ontheffing art. 68 Flora- en faunawet; nr. Frl

Erasmus Medisch Centrum B.E.E. Martina Dr. Molewaterplein GEROTTERDAM

Gemeente Nieuwegein A.R. de Bree Postbus AA NIEUWEGEIN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

omgevingsdienst HAAGLANDEN

3 Kunt u bevestigen dat Universiteit Maastricht nog geen besluit heeft genomen over dierproeven op labradors in de toekomst?

Weigering ontheffing Wet natuurbescherming. artikel 3.10, eerste lid, onder a, Wnb

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Natuur & Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Factuuradres Postbus 16180 2500 BD Den Haag Datum 1 maart 2013 Betreft Herintroductieprojecten in Nederland (uitzending Zembla) Geachte Voorzitter, Uw Kamer verzoekt een brief over vermeende misstanden die in het programma van Zembla van 7 februari 2013 aan de orde zijn gesteld (Regeling van Werkzaamheden van 12 februari 2013). Het gaat hier volgens uw Kamer om: - miljoenen euro s subsidie die zijn verkwist aan mislukte herintroductie- projecten; - ernstig dierenleed; - herintroductiebeleid dat niet in overeenstemming is met richtlijnen van IUCN; - handelen in strijd met artikel 14 van de Flora- en faunawet. Overheidsidentificatienr 00000001003214369000 T 070 379 8911 (algemeen) www.rijksoverheid.nl/ez Ons kenmerk Uw kenmerk 2013Z02834 Bijlage(n) 1 Ik voldoe hierbij aan dat verzoek. Inleiding De betreffende aflevering van het programma Zembla droeg de titel Dierentuin Nederland. Er werd ingegaan op de vraag waarom ondanks slechte resultaten toch wordt doorgegaan met herintroducties van uitgestorven dieren in Nederland. Daarbij kwamen diverse sprekers aan het woord van de kant van beheerders van natuurgebieden, onderzoekers en particuliere organisaties, zoals Faunabescherming en Das & Boom. In het bijzonder werden projecten betreffende de bever, de hamster, de otter, het korhoen en de wisent genoemd. Alvorens in te gaan op de herintroductieprojecten betreffende bever, hamster, otter en korhoen merk ik op dat in het betreffende programma onderbelicht is gebleven dat Nederland met betrekking tot deze vier soorten op grond van internationale verdragen en EU-regelgeving (Verdrag van Bern, Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn) verplicht is om zijn best te doen om de omstandigheden voor de van nature voorkomende soorten te verbeteren en waar mogelijk en gewenst soorten terug te brengen in hun oorspronkelijke leefgebied. Dat past ook in mijn streven om de biodiversiteit in Nederland te versterken. Eveneens is onderbelicht gebleven dat het bij de herintroductie van soorten niet slechts gaat om de soort die wordt uitgezet. Ik ga eerst kort op deze beide aspecten in en daarna op de kosten van de projecten, dierenleed, overeenstemming met de richtlijnen van IUCN en artikel 14 van de Flora- en faunawet. In de bijlage bij deze brief wordt per soort een verslag van feiten betreffende de verschillende (her)introductieprojecten gegeven. Pagina 1 van 9

Het wisentenproject is geen herintroductie. Het gaat hier om gehouden dieren, waarop de bepalingen van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren van toepassing zijn. Ook daarop zal ik nader ingaan. Europeesrechtelijke verplichtingen Nederland heeft zich gecommitteerd aan internationale en Europese verplichtingen in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn. De instandhouding van de bever, hamster, otter en korhoen maken daar onderdeel van uit. De Europese Commissie zal Nederland aanspreken, indien deze verplichtingen niet worden nagekomen. Daaraan kan de Commissie consequenties verbinden, zoals ook is gebleken door de veroordeling van Frankrijk door het Europees Hof van Justitie en de dwangsom die de Commissie heeft opgelegd, omdat Frankrijk onvoldoende maatregelen nam ten behoeve van het herstel van de hamsterpopulatie in de Elzas. Deze dwangsom is vele malen hoger dan de kosten die gepaard gaan met een Hamsterbeschermingsplan. De Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn laten het echter aan de lidstaten over om te bepalen welke maatregelen geschikt zijn voor de invulling van hun verplichtingen. In Nederland is onder andere de doelstelling geformuleerd dat in 2020 gunstige condities moeten zijn gerealiseerd voor de instandhouding van alle soorten die in 1982 in Nederland voorkwamen. De herintroductie van verdwenen soorten vormt één van de maatregelen die kunnen worden ingezet om dat doel te realiseren. De Nederlandse regering heeft hierin echter ruime beoordelingsbevoegdheid. Op basis van dit beginsel stelde de Rechtbank s-gravenhage de Staat volledig in het gelijk in een kort geding over de instandhouding van de hamster (uitspraak van 29-8-2011, LJN: BR6099). Nevendoel van herintroducties Bij de herintroductie van soorten gaat het niet alleen om de soort die wordt uitgezet. Het gaat om het in zijn geheel verbeteren van de leefomstandigheden van allerlei soorten die in zo n gebied leven, inclusief bijvoorbeeld het verbeteren van de water- en bodemkwaliteit. Verbeteringen waar niet alleen dieren en planten, maar ook de mens van profiteert. Vier van de vijf bedoelde soorten zijn zogenaamde sleutelsoorten. Door een sleutelsoort uit te zetten, kan de ontwikkeling van een ecosysteem gestuurd worden in een bepaalde richting. Hier hebben ook andere soorten baat bij. Zo brengen bevers meer openheid in dichtbegroeide oevervegetaties. Hierdoor ontstaan plekken waar bijvoorbeeld libellen goed gedijen. Ook soorten die afhankelijk zijn van dynamiek in het landschap profiteren van de waterbouwkundige activiteiten van de bever. Het hamsterproject is één van de beste voorbeelden van agrarisch natuurbeheer dat werkt. Van de voor de hamster getroffen maatregelen profiteren ook akkervogels, die in de gehele EU bedreigd zijn en waarvoor in Europees verband actieplannen worden opgesteld, alsook woelmuizen en woelratten, waarvan op hun beurt dan weer marterachtigen als predator meeprofiteren. Van het herstel van gedegradeerde heidesystemen ten behoeve van het korhoen profiteren ook klauwieren, nachtzwaluwen en andere aan heide gebonden soorten. Kosten Er is mij gevraagd naar de kosten voor de verschillende projecten. Deze zet ik hieronder uiteen: Pagina 2 van 9

- Bever De exacte kosten van het herintroductieproject zijn moeilijk nog te achterhalen. De kosten zijn beperkt gebleven tot het vangen in Duitsland, daarna transporteren naar Nederland, het uitzetten in de Biesbosch en de wetenschappelijke begeleiding en monitoring daarvan. Er zijn momenteel geen kosten meer verbonden aan de herintroductie van de bever. Het is waar dat in het geval van hoogwater bevers schade kunnen doen aan dijken. Echter, ook dassen, vossen, konijnen en invasieve exoten als muskus- en beverratten doen dat. De dijkbeheerder zal in voorkomende gevallen preventieve maatregelen dienen te nemen en natuurlijk zijn daar kosten mee gemoeid. Dergelijke kosten kunnen echter niet volledig en alleen maar aan de bever worden toegeschreven. De stelling van het programma Zembla, dat de herintroductie van de bever aan zijn eigen succes ten onder dreigt te gaan, onderschrijf ik daarom niet. - Hamster Mijn ministerie financiert het fokprogramma en stelt op dit moment voor in totaal 450 hectare financiële middelen beschikbaar waarop hamstervriendelijk beheer plaatsvindt: 300 ha bij agrariërs binnen de Subsidieregeling Natuur en Landschap (met contrafinanciering vanuit de EU) en 150 hectare bij Natuurorganisaties. Het fokprogramma kost jaarlijks een kwart miljoen en de kosten voor agrarisch natuurbeheer bedragen jaarlijks 800.000. Deze kosten zijn hoog. Daarom laat ik onderzoek verrichten naar andere vormen van beheer die minder kostbaar zijn, op grotere schaal kunnen worden uitgevoerd en een hoger maatschappelijk draagvlak hebben. Nederland, België en Duitsland hebben bij de Europese Commissie een subsidieverzoek ingediend in het kader van LIFE+ ten behoeve van de financiering van experimenten met hamsterbeheer. - Otter De herintroductie van de otter heeft de rijksoverheid sinds 1994 niet miljoenen, maar 1,5 miljoen gekost. Inmiddels is het project overgenomen door anderen, zoals Stichting ARK, die enige verweesde dieren uit de Weerribben-Wieden heeft uitgezet in de Ooijpolder langs de Waal. De kosten hiervan zijn gedragen door ARK en WNF. Ook zijn er dit jaar verweesde Nederlandse en Tsjechische otters uitgezet in De Alde Faenen. De kosten daarvan zijn gedragen door t Fryske Gea. Pagina 3 van 9

- Korhoen Er lopen twee projecten. Het ene project wordt gefinancierd door Nationaal Park Hoge Veluwe en betreft het uitzetten van korhoenders in dat park. De terreinbeheerders die verantwoordelijk zijn voor het Nationale Park Sallandse Heuvelrug en de Vogelbescherming dragen de kosten voor een project inzake het bijplaatsen van korhoenders afkomstig uit Zweden. Deze kosten bedragen voor 2012 en 2013 in totaal 90.000, inclusief kosten van onderzoek, uitvoering van nog op grond van dat onderzoek te treffen maatregelen en monitoring van de bijgeplaatste dieren. - Wisent Zoals hiervoor vermeld betreft het hier geen herintroductieproject. Het betreft een begrazingsexperiment dat onder verantwoordelijkheid en op kosten van de terreinbeheerder wordt uitgevoerd. Dierenleed Er is mij gevraagd of de herintroductieprojecten dierenleed veroorzaakt hebben. Hieronder vindt u mijn reactie: Omdat slechts een beperkt aantal bevers is uitgezet, het uitzetten nauwkeurig is gemonitord en het uitzetten in relatief korte tijd heeft geleid tot een gezonde wilde populatie is niet aannemelijk dat de uitgezette bevers destijds dierenleed is aangedaan. Voor de otter geldt hetzelfde. De hamsters die jaarlijks worden uitgezet krijgen de gelegenheid om aan hun nieuwe omgeving, inclusief predatoren, te wennen. Uit monitoring blijkt dat na de gewenningsperiode de uitval nauwelijks hoger is dan binnen de wilde populatie. Het is dan ook niet aannemelijk dat de uitgezette hamsters dierenleed wordt aangedaan. Uit de monitoring van uitgezette en bijgeplaatste korhoenders is nimmer gebleken dat er enige aanleiding is om te veronderstellen dat sprake is van dierenkwelling. Naar alle waarschijnlijkheid is uitval van dieren in veel gevallen het gevolg van predatie. Dat is een natuurlijk fenomeen. Ik kan dat niet scharen onder dierenleed. In de uitzending werd gemeld dat tot twee maal toe twee stierkalveren van de wisent zijn komen te overlijden, die in het terrein om reden van bloedverversing waren bijgeplaatst. Omdat het hier om gehouden dieren gaat, is de terreinbeheerder verantwoordelijk voor de dieren die in zijn terrein worden gehouden. Momenteel wordt onderzocht of hier sprake is van overtreding van de bepalingen van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Overeenstemming met richtlijnen IUCN De herintroductie van bever, hamster, otter en korhoen is, dan wel wordt, geheel in overeenstemming met de bepalingen van de richtlijnen van de IUCN uitgevoerd. De richtlijnen zijn opgenomen in de Beleidslijn herintroducties (Kamerstuk 31200 XIV, nr. 215). Uw Kamer heeft met deze beleidslijn ingestemd. De oorzaak van uitsterven is weggenomen. Op bever, otter en korhoen wordt niet meer gejaagd. Voor de bever was nog voldoende leefgebied voorhanden. Voor de hamster is het leefgebied hersteld door maatregelen in het kader van agrarisch natuurbeheer. Voor de otter is door verbetering van de waterkwaliteit het leefgebied hersteld. Ten behoeve van het korhoen zijn op grote schaal gedegradeerde heidesystemen hersteld. Bovendien geldt voor Pagina 4 van 9

alle projecten dat deze wetenschappelijk zijn of worden begeleid en dat de projecten worden gemonitord. Daarmee wordt voldaan aan de bepalingen van de richtlijn. Ook is bijvoorbeeld het project van het korhoen in Nationaal Park De Hoge Veluwe door de Raad van State getoetst en is de Otter Specialist Group van IUCN betrokken bij het otterproject. Hoewel het project van de bever reeds was afgerond voordat de Beleidslijn herintroducties aan uw Kamer werd aangeboden, is ook dat project geheel overeenkomstig de richtlijnen van de IUCN uitgevoerd, inclusief wetenschappelijke begeleiding en monitoring. In het programma Zembla werd gemeld dat het verkeer een belangrijke bedreiging vormt voor de otter, dat deze bedreiging niet is weggenomen, dat daarom niet zou worden voldaan aan de richtlijnen van IUCN en dat om die reden nog steeds otters moeten worden bijgeplaatst. Jaarlijks worden 10-15 otters gedood door het verkeer. Dit gebeurt met name buiten het oorspronkelijke uitzetgebied, met otters die uit het oorspronkelijke uitzetgebied zijn uitgezwermd omdat daar de territoria vol zijn. Het gaat hier daarom om een probleem als gevolg van het succes van het uitzetproject. Bij terreinbeheerders en door Rijkswaterstaat en provincies zijn thans maatregelen in voorbereiding, en deels reeds in uitvoering, om het aantal verkeersslachtoffers onder otters te beperken. Zoals hiervoor vermeld gaat het in het geval van de wisent niet om wilde maar om gehouden dieren. De richtlijnen van de IUCN zijn voor het geval van de wisent dan ook niet relevant. Artikel 14 van de Flora- en faunawet Artikel 14 van de Flora- en faunawet verbiedt het uitzetten van dieren in de vrije natuur. De herintroductie van de bever was reeds geheel afgerond, voordat de Flora- en faunawet in werking was getreden. Artikel 14 is hier dus niet aan de orde. Wat betreft de herintroductie van hamster en otter geldt dat beide projecten reeds waren gestart, voordat de Flora- en faunawet in werking was getreden. Onder de werking van de Flora- en faunawet zijn beide projecten voortgezet op basis van een ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet van de verbodsbepalingen van artikel 14 van die wet. Het project met het korhoen is van na de datum van inwerkingtreding van de Flora- en faunawet en wordt uitgevoerd op basis van een ontheffing ex artikel 75 van die wet. In het geval van de wisent gaat het niet om wilde maar om gehouden dieren. Artikel 14 van de Flora- en faunawet is daarom in dit geval niet relevant. Samenvattend Het gaat hier om belangrijke herintroductieprojecten met een groot maatschappelijk belang. Dat moge bijvoorbeeld ook blijken uit het feit dat de Nationale Parken De Biesbosch, Weerribben-Wieden en Sallandse Heuvelrug respectievelijk de bever, de otter en het korhoen als logo voeren. Van de vier genoemde herintroductieprojecten zijn er twee (bever en otter) volledig geslaagd, is één project (hamster) halverwege en tot op heden succesvol en is één project (korhoen) tot op heden niet succesvol. Voorts hebben de vier genoemde herintroductieprojecten betrekking op sleutelsoorten, waardoor ook andere soorten dan de vier hier bedoelde mee profiteren. Bovendien profiteren we uiteindelijk allemaal zelf van mee. Ik vind het mooi en belangrijk dat wij als overheid, zowel rijk als provincies, ons samen met Pagina 5 van 9

beheerders, belanghebbende instellingen en organisaties en vele vrijwilligers inzetten om natuur te behouden en soorten voor uitsterven te behoeden. (w.g.) Sharon A.M. Dijksma Staatssecretaris van Economische Zaken Pagina 6 van 9

BIJLAGE Bever De Europese bever was ooit een algemene soort in de stroomgebieden van de Europese rivieren. Door bejaging was de bever sinds 1825 uit Nederland verdwenen. De herintroductie van de bever was een initiatief van de landelijke overheid. Dat initiatief is genomen, nadat de bever als beschermde inheemse soort was aangewezen en daarmee de reden van uitsterven, de jacht, was weggenomen en was komen vast te staan dat het uitzetgebied, de Biesbosch, groot genoeg en van voldoende kwaliteit was om een wilde beverpopulatie te huisvesten. Ook werd voorzien in wetenschappelijke begeleiding en monitoring van het project. Daarmee is voldaan aan de criteria van de richtlijn van IUCN betreffende de herintroductie van dieren. Van 1988 tot en met 1991 werden 42 uit Duitsland afkomstige bevers uitgezet. In de eerste jaren na de herintroductie reproduceerden de bevers matig. Naast stress als gevolg van achtereenvolgende uitzettingen, bleek een belangrijke oorzaak dat de bevers nog niet waren aangepast aan het zeeklimaat. Synchronisatie van dracht en uitlopen van de wilg bleek een sleutelfactor voor het krijgen van jongen. De bevers in de Biesbosch hebben zich inmiddels volledig aangepast. Ze krijgen nu natuurlijke aantallen jongen en de Nederlandse populatie wordt geschat op meer dan 600 exemplaren en heeft zich verspreid over grote delen van het rivierengebied. De herintroductie van de bever is daarmee volledig geslaagd. Hamster De hamster is in Europa een zeer bedreigde diersoort. De achteruitgang manifesteerde zich voor het eerst in Nederland, daarna volgden België, Frankrijk en grote delen van West- Duitsland. Inmiddels neemt de populatie ook razendsnel af in de rest van het verspreidingsgebied. Verlies van geschikt leefgebied door veranderende landbouwmethoden is de belangrijkste oorzaak. Hamsters zijn prooidieren en worden niet oud. In gevangenschap worden ze hooguit drie jaar oud, in het vrije veld wordt slechts een deel meer dan één jaar oud. Dat betekent dat er vrijwel elk jaar voldoende voortplanting moet zijn om de soort te kunnen behouden. Twee slechte jaren achtereen kan tot gevolg hebben dat de soort geheel verdwijnt. In Nederland was de hamster in 1999 nagenoeg uitgestorven. Ondermeer onder de dreiging van een door de Europese Commissie aangekondigde infractieprocedure werd in 2000 het Beschermingsplan hamster van kracht. Daarin werden concrete beschermingsmaatregelen geformuleerd met het doel de hamster in Zuid-Limburg duurzaam te behouden. Onderdeel hiervan was een fokprogramma met de laatste hamsters die nog in het wild konden worden gevangen (14 van de naar schatting nog 25 wilde hamsters) en het introduceren van hamstervriendelijk akkerbeheer in de (voormalige) leefgebieden van de hamster. De implementatie van het beschermingsplan is voor de Europese Commissie reden geweest de infractieprocedure niet door te zetten. In 2002 zijn de eerste hamsters uitgezet in akkerreservaat Sibbe. In datzelfde jaar is ook de laatste wilde hamster in Nederland gestorven. In de daarop volgende jaren zijn enkele dieren uit Duitsland en België in het fokprogramma gebracht om het verlies van genetisch materiaal enigszins te kunnen aanvullen. Het afgelopen decennium zijn jaarlijks ongeveer 100 hamsters uit het fokprogramma terug gezet in de natuur in gebieden die speciaal voor deze soort worden beheerd. Door het uitzetprogramma en het begeleidend onderzoek naar een optimaal beheer steeg de Pagina 7 van 9

hamsterpopulatie snel tot bijna 1200 dieren in 2008. Het jaar daarop viel de populatie door natuurlijke oorzaken terug naar ongeveer 450 dieren. De laatste jaren schommelt het aantal tussen de 450 en 600 dieren. De herintroductie van de hamster is daarmee voorlopig geslaagd en vervult een voorbeeldfunctie voor projecten in Duitsland, België en Frankrijk. Dat betekent niet dat het project nu al kan worden afgerond. Om de hamsterpopulatie ook op termijn toekomst te geven zal een verdubbeling of zelfs verdrievoudiging van geschikt leefgebied nodig zijn. Dit kan alleen op akkers die door agrariërs worden beheerd. Tot die tijd blijft ook het jaarlijks uitzetten van in gevangenschap gefokte hamsters noodzakelijk, mede om de genetische diversiteit binnen de wilde hamsters zoveel mogelijk te bevorderen. Otter In 1989 werd de laatste otter in Friesland doorgereden. In 2002 is een herintroductieprogramma gestart. Er zijn in de periode 2002-2008 in totaal 31 otters uitgezet in Nationaal Park Weerribben-Wieden. Inmiddels is sprake van een groeiende populatie, met een toenemend aantal zwervende otters buiten de grenzen van het oorspronkelijke uitzetgebied. Het uitzetgebied lijkt volledig bezet, de kernpopulatie in het uitzetgebied lijkt zich te stabiliseren op 55-60 otters. Het jaarlijkse surplus aan jonge dieren vindt elders, buiten het uitzetgebied, nieuw leefgebied, bijvoorbeeld in het rivierengebied. Het aantal in het wild levende otters wordt thans geschat op 100. De herintroductie van de otter is daarmee een succes. Er is geen sprake van dat de Nederlandse otterpopulatie aan het infuus ligt, omdat steeds nieuwe otters moeten worden uitgezet om de hoge sterfte te compenseren. Omdat otters zeer territoriaal zijn, is slechts een enkel mannetje voor de voortplanting verantwoordelijk. Daardoor kan genetische verarming van de populatie ontstaan. Het is daarom nodig dat buiten de kernpopulatie in Nationaal Park Weerribben-Wieden nieuwe kernpopulaties de kans krijgen te ontstaan, zodat uitwisseling tussen de verschillende populaties kan plaatsvinden en op deze wijze genetische verarming tegen te gaan. Daartoe zal nog het strategisch bijplaatsen van enige otters in de nieuwe kernpopulaties noodzakelijk zijn. Verder is van belang dat het aantal verkeersslachtoffers wordt verminderd. Daar wordt aan gewerkt. Korhoen Ook met betrekking tot het korhoen rust op Nederland de Europeesrechtelijke verplichting om de omstandigheden voor deze soort te verbeteren en deze soort terug te brengen in het oorspronkelijke leefgebied. Andere diersoorten dan het korhoen profiteren mee met projecten voor het korhoen. Met betrekking tot het Korhoen lopen thans twee projecten: 1. Nationaal Park De Hoge Veluwe Het korhoen is hier sinds 1979 uitgestorven. Met het uitzetten van in gevangenschap gefokte vogels wordt geprobeerd hier zich weer een wilde populatie te laten vestigen. Uitgezette vogels blijken voor een deel wel in het wild te overleven. Er worden weer baltsende hanen waargenomen. Voortplanting in het wild en overleving van kuikens is tot op heden nog niet vastgesteld. Het project is daarom tot dusver nog niet succesvol. 2. Nationaal Park Sallandse Heuvelrug Het korhoen komt in Nederland alleen nog in het wild voor op de Sallandse Heuvelrug en heeft nu ook daar een historisch dieptepunt bereikt met slechts vier getelde hanen. In de jaren Pagina 8 van 9

90 waren er nog zo n 15-25 hanen. Voor een levensvatbare populatie is een leefgebied met een draagkracht (en bezetting) van 100 dieren (circa 40 hanen) nodig. Onduidelijk is vooralsnog welke factoren daarbij een belangrijke rol spelen. Op dit moment loopt er een studie gericht op kuikenoverleving en daarnaast een studie naar de voedselbeschikbaarheid. Tevens worden er vele beheermaatregelen op de Sallandse Heuvelrug uitgevoerd die het heide-ecosysteem inclusief het korhoen ten goede moeten komen. Vooralsnog lijkt het korhoen niet profiteren van al deze maatregelen en is de populatieomvang op een kritisch niveau terechtgekomen. Het project op de Sallandse Heuvelrug betreft geen herintroductieprogramma, maar een poging om door bijplaatsen van dieren van elders de nog bestaande wilde populatie te versterken. Door bijplaatsen kan niet alleen het aantal dieren, maar ook de genetische basis vergroot worden met als doel dat de populatie uit de gevarenzone komt. Tot nog toe zijn één keer dieren bijgeplaatst. Het is de bedoeling dit enige malen te herhalen. Wisent Het gaat het hier niet om een herintroductieproject. Het betreft hier een begrazingsproef in duingebied met wisenten en wetenschappelijk onderzoek naar terreingebruik door wisenten in een omrasterd gebied. Omdat het terrein kleiner is dan 5000 ha gaat het hier niet om in het wild levende maar om gehouden dieren. Dat betekent dat hier de bepalingen van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren van toepassing zijn. In de uitzending werd gemeld dat tot twee maal toe twee stierkalveren zijn komen te overlijden, die in het terrein om reden van bloedverversing waren bijgeplaatst. Omdat de terreinbeheerder verantwoordelijk is voor de dieren die in zijn terrein worden gehouden, wordt momenteel onderzocht of hier sprake is van het onthouden van de nodige verzorging aan deze dieren. Pagina 9 van 9